MEWS- Eü ADVERTESTIEBLAD VOOR SAEEK E8 OMSTMEil <5 Woensdag'ISJ December 1907. 62e Jaargang. De Vioolspeler. '7No. 101. 1 Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. voor dat j Feuilleton. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Vrij bewerkt door AMO. I - Italië en verder in geheel Europa. De directeuren van opera’s in de hoofdsteden togen naar Milaan om haar te hooren en zoo mogelijk aan hun gezelschap te verbinden. Doch zij konden haar nooit alleen te spre ken krijgen en nooit kregen zij een ander antwoord dan «Mijn broeder Giotto voert voor mij alle onderhande- iingen. Ik verwijs u daarom naar hem.« Er werd over niets anders gesproken dan over Signora Stella. «Wie is zij?« was de duizendmaal herhaalde vraag. De vreemdste verhalen werden opgedischt, tegengesproken, en weer opnieuw verteld. Dat ge heimzinnige vermeerderde nog de belangstelling en deed nog grooter roep van haar uitgaan. Ten laatste hoorde men al meer en meer verzekeren, dat de nieuwe prima donna zich verbonden had om te St. Petersburg op te treden. Dit gerucht bleek waarheid te zijn. Voor haar ver trek zou signora Stella echter met haar broeder een groot concert geven, ten voordeele der Milaansche in stellingen van liefdadigheid. En het werd gegeven in de La Scala. De prijs der toegangsbiljetten was hoog gesteld, maar de opkoopers maakten zich er meester van en het duur de niet lang of men rekende zich gelukkig als men voor het driedubbele van den oorspronkelijken prijs nog een biljet had weten machtig te worden. Het concert slaagde uitmuntend. Eene overture en nog twee andere stuken werden opgevoerd door het muziekkorps van de opera, alle overige nummers van het programma kwamen voor rekening van Stella en Giotto. Zij zong buitengewoon mooi, hij bracht allen in verrukking door zijn edel vioolspel beiden werden beloond met zoo’n donderend applaus, dat letterlijk het gebouw op zijn grondslagen trilde. Nadat men afscheid had genomen van Milaan, ver- HOOFDSTUK XVII. 45). (Vervolg.) In de geheele wereld ging het gerucht, dat er aan den muzikalen hemel een nieuwe ster was opgekomen, een leerlinge van den beroemden Carini. Dit wonder was te Milaan verschenen. De prima donna van de alom bekende La-Scala-öpera was op ze keren dag ongesteld of uit haar humeur, of had gewei gerd te zingen; het rechte wist men niet van de zaak. Maar men zat in groote verlegenheid. Toen had een violist bij de directie van La Scala een onderhoud ge vraagd en verkregen. De violist stelde voor, de rol van de prima donna te laten vervullen door een jongedame, die nog nooit was opgetreden, doch hare opleiding had genoten bij den grooten Parijschen maestro. De jongedame gaf eenige proeven van bekwaamheid en werd onmiddellijk aangenomen. De bijval, die haar zang en spel vond bij haar op treden, was onuitsprekelijk groot. De paarden werden voor haar rijtuig afgespannen en door hare bewonde raars voortgetrokken, bereikte zij haar hotel. Men bracht haar serenades, dichtt e liederen op haar, en ver eerde haar op bijna afgodische manier. Wie was zij? Waar kwam ze vandaan? Waarom had men haar talent tot du sver geheim gehouden Het gerucht zeide, dat zij een boerenmeisje uit En- 7Ü die zich nu op ons Blad abonneeren, ontvangen de tot 1 Januari a.s. verschijnende nummers gratis. ADVEBTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. geland was, en haar broeder, ja het was haar broe der, al leek hij niet op haar was een buitengewoon begaafd violist. Hij zou een voordeelige plaatsing kun nen krijgen, als hij zich maar aan de opera wilde ver binden, doch dat wilde hij niet. Zij werd bewaakt als een jongedame van aanzien lijken huize. Haar geleidster een Fransche dame met deftig voorkomen verliet haar geen oogenblik. Haar broeder vergezelde haar naar de opera en bracht haar ook weer thuis. Rijke heeren boden haar iuweelen aan, minder rijke keken haar smachtend na. óp het tooneel werd zij be graven onder de bloemen, die men haar vereerde. Doch niets had uitwerking op haar. Signora Stella zoo luidde haar naam nam geen juweelen aan dan uit de handen van gekroonde hoof den en had geen tijd om zich met vrienden of bewon deraars in te laten. Haar talent als zangeres buiten beschouwing blijven de, was zij een zeer beminnelijke jongedame. Zij was niet groot maar slank en welgevormd ook was zij altijd keurig gekleed, of zij op het tooneel was of niet. Haar aanminnig voorkomen had zij geheel onder be dwang zij wist de uitdrukking van haar gèlaat mees terlijk te veranderen naar de eisehen van de rol, die ze speelde. Doch haar grootste aantrekkelijkheid lag in haar manier van zich te bewegen. Haar bevallig heid en eenvoud veroverden in storm alle harten; het was of er tooverkracht van haar uitging. Van haar geluid ging een buitengewone bekoring uit. In om vang en buigzaamheid mocht haar stem misschien haar geliike vinden, maar er lag zooveel bezieling in, dat zij haar toehoorders meesleepte zonder een enkelen blik, zonder een enkel gebaar. De roem der nieuwe ster verspreidde zich snel in (oppervlakte der doorsnede) er bij blijven achterstaan. En als ’t noodig is, kan 't Noord- zee-kanaal ook op die diepte gebracht Worden, zonder dat de boorden veranderd behoeven te worden. Volgens Keizer Wilhelm ligt de toekomst op ’t water. De onze lag er, in vervlogen eeuwen. Maar toch wij Nederlanders, bewoners van het lage land aan de Noordzee, wij vertrouwen nog steeds op het voordeel, dat die zee ons kan aanbrengen. Rotterdam is een der allereerste havens van heel de wereld, maar steunt hoofd zakelijk op het Duitsche achterland. Ook onze stad heeft lang gemeend, dat het groote toe komst had door dat achterland. Maar thans weten we wel, dat we ’t van eigen energie, van eigen ondernemen moeten hebben. De eigen Amsterdammers moeten schepen laten varen; wij moeten op ons zelf vertrouwen en bewijzen, dat ’t niet te vergeefs is, dat sedert 1875 door onze gemeente meer dan dertig millioen gulden zijn besteed aan werken ten bate van de groote en kleine scheepvaart. Meer dan dertig millioen! Een eerbiedwaardig cijfer, dat alleen goede rente kan af werpen, als onze kooplieden en reeders en fabrikanten een steeds grooter wordende ondernemingsgeest vertoonen. Wij moeten zelf onze handelswegen zoeken, wij moeten groote fabrieken bouwen, wij moeten in onze Oost energie bezitten om onze haven tot de stapelplaats te maken van wat daar groeit. Handelsenergie, gevoegd bij industriëele en koloniale ondernemingsgeest kan maken, dat onze roemruchte handelsstad haar naam blijft handhaven. Aan de overzijde van het IJ, die zoo lang haar landelijk karakter vertoond heeft, moeten groote fabrieken leven en beweging brengen. Dan zal ’t niet meer zoo gaan als dit jaar: Massa’s geld verliezen met speculee- ren, duizenden werkloozen, de bevolking soms achter uitgaande. Doch genoeg hierover. Laten we hopen, dat dit geen toekomstdroomen zijn en ver trouwen, dat, als Keizer WilhelmJ die zooveel voelt voor de scheepvaart, als hij over eenige jaren nog eens onze stad bezoekt, dat hij, ko mende op zijn jacht van de Noordzee, zal kunnen constateeren, dat onze haven er hard op is vooruitgegaan, zal constateeren, dat ook de toekomst van Amsterdam nog op het wa ter ligt. trok Stella naar St. Petersburg, in gezelschap van ma dame Chandoz en Giotto. Met toestemming van Stel la behartigde Giotto al haar zaken. Had men de wonderschoone stem van Stella te Mi laan geprezen, te St. Petersburg deed men dat zoo mogelijk nog meer. Alle eerbewijzen der half Ooster- sche keizerstad werden aan hare voeten gelegd. De Czaar maakte met eigen handen een armband van onschatbare waarde om haar pols vast. Zij werd ten paleize genoodigd, waar de Keizerin zelf thee voor haar schonk. Grootvorsten en grootvorstinnen, prinsen en baronnen wedijverden om haar de meeste eer te bewijzen. Doch zij nam alleen openbare eerbewijzen aan. Even als te Milaan werden ook hier geen particuliere ge schenken aanvaard, geen brieven aangenomen, geen ge schenken ontvangen of beantwoord. Allen kregen hetzelfde antwoord signora Stella wenschte geen ge schenken, geen brieven, geen bezoeken voor niemand kon zij van dezen regel afwijken. Daar al haar tijd in beslag genomen werd door beroepsstudie, kon zij geen bezoeken ontvangen, geen brieven beantwoorden. Het gerucht ging, dat de signora geen minnaar of be gunstigd bewonderaar had. Men vertelde elkaar, dat zij van boerenafkomst was, door ijverige studie groote vorderingen in de kunst had gemaakt en even braaf en fatsoenlijk was als de beste dame uit de keizerlijke hoofdstad; men voegde er bij, dat zij geen verlangen had naar een minnaar en geen huwelijksvoorstellen dul den kon. In de aanzienlijke kringen noemde men dat een vreemd verschijnsel, doch haarroem en populariteit leden er niet onder. Zoo ging het gedurende het geheele winterseizoen, dat Stella te St. Petersburg vertoefde. (Wordt vervolgd.) Wij hebben den Keizer in onze veste mo gen begroeten. Keizer Wilhelm TI is de tweede maal ons komen bezoeken. Ge weet zeker, geachte lezer(es), dat er eerst sprake van was, dat de Keizer op zijn terug tocht uit Engeland te Vlissingen zou landen en dan te ’s-Gravenhage door onze Vorstelijke familie zou worden ontvangen. Onze hoofdstad heeft echter de eer gekre gen. Voor de tweede maal is de «Hohenzol- lern<, het bekende keizerlijk stoomjacht, dat ook voor ons een oude bekende is geworden, in de Amstelstad gearriveerd. Eigenaardig is dit bezoek. Duitschland is onze naaste buur en zijn doorluchtige vorst werd wel eens schertsend de reis-keizer ge noemd, omdat hij zooveel op reis gaat. Noorwegen ziet hem alle jaren en het - be kende stoomjacht moet nu wel geheel ver trouwd zijn met de mooie fjordenkust van dit Scandinavisch rijk. De kortste weg voor een bezoek aan Nederland zou over land zijn, maar Wilhelm kiest de zeezijde, na eerst een hoogst gewichtig bezoek aan Engeland te hebben gebracht. Keizer Wilhelm mag gaarne op zee zijn. Hoe dikwijls bevaart hij niet de zeeën, tot zelfs de Middellandsche zee. Eenmaal heeft hij gezegd: «Duitschland’s toe komst ligt op het water,* En door woord en daad toont hij, dit waar te willen maken. Zijn gevleugeld woord heeft er niet het minst toe medegewerkt, dat de Duitsche vlootver- eeniging tot stand kwam, die wel betrekke lijk weinig uitricht, maar die toch getuigt van het streven van ’t groote Duitsche volk. De Duitsche handel en scheepvaart ontwikkelt zich buitengewoon, gesteund door een krachtig bloeiende nijverheid. En ook de Duitsche oor logsvloot begint steeds geduchter te worden, al kan zij zich nog lang niet met de Britsche, ten-zelf zich veel te onafhankelijk gevoelden. Dit telegram werd dadelijk door Reuter’s agent schap weersproken. Wat er van waar is, ’t telegram of de te genspraak, kunnen we niet uitmaken, maar we mogen constateeren, dat ons land en de ande re pasgenoemde kleine staten, door de onder linge verhoudingen in de staatkunde, thans zich veiliger kunnen gevoelen dan ooit. Neen, we willen aannemen, dat, moge de Keizer behoefte gevoeld hebben om door zijn bezoek de betrekkingen tusschen het Neder - landsche en het Duitsche volk te verbeteren, het bezoek aan onze Vorstin de voornaamste bedoeling geweest is. Eerst het bezoek der Duitsche Keizerin op Het Loo, dat heelemaal niet er op was aangelegd, om ons volk te trekken en nu het bezoek van den Keizer zel ve, kunnen doorgaan voor bezoeken aan onze Koninklijke familie. Toen er nog geen zekerheid bestond over de richting van ’t bezoek, werd geschreven over de meerdere of mindere veiligheid on zer havens; over de zekerheid, dat ’t Keizer lijk jacht met de begeleidende oorlogsbodems ten allen tijde zou kunnen binnenkomen. Nu, wat dit betreft, onze verbinding met de Noord zee is thans zoo goed, dat we met trots mo gen verklaren: het Noordzee-kanaal is nu het beste kanaal ter wereld. Verleden week is een belangwekkend werk verschenen, dat o. a. een historische schets geeft over de ontwikkeling van Amsterdam’s waterweg en zijn havengebied. Het werk doet duidelijk uitkomen, hoe zich alhier de handel en scheepvaart geregeld uitbreidt. Al lerlei illustraties, afbeeldingen van gebouwen, inrichtingen, havenwerken, enz., tabellen en twee uitslaande kaarten verduidelijken den tekst. Vergelijkingen worden gemaakt met het kanaal van Gent naar Terneuzen, het ka naal van Liverpool naar Manchester, het Kei- zer-Wilhelm-kanaal, het Suez-kanaal en het Pa- nama-kanaal, dat thans gegraven wordt. Het resultaat is, dat het Noordzee-kanaal de eerste plaats inneemt. Het Suez-kanaal en 't Keizer- Wilhelm-kanaal zijn van wisselplaatsen voor zien, waar de groote schepen op elkaar moe ten wachten, terwijl op ons Noordzee-kanaal het voorbijvaren op elk punt kan geschieden. Na de voltooiing van de verbetering van het Suez-kanaal zal dit in diepte onze waterweg overtreffen, maar in breedte, in profielsinhoud zelfs niet met de Fransche vloot meten. De bladen van ons land en vooral die van de hoofdstad hebben alle den hoogen bezoe ker met waardige hulde begroet. Geen krui pende eerbiedigheid, die volstrekt niet passen zou bij den. roem, die ons land eenmaal be haalde. eenmaal, toen ons land ter zee de heer schappij voerde. Ook getuigden al die dag bladartikelen niet meer van een soort van vrees; vrees over mogelijke inlijving van ons kleine land bij het zestienmaal zoo groote Duitsche rijk. Het is nu spoedig twintig jaren, dat Wilhelm II over dit groote rijk regeert, maar, werd zijn optreden met een soort van angst begroet, omdat men vreesde dat hij glorie wilde behalen met zijn machtig leger, de ver vlogen twintig jaren zijn genoeg om te; bewij zen dat Wilhelm II geen oorlogszuchtig vorst is. We willen hier nu niet uitweiden over ’t schitterend bezoek. Eerst de komst van onze eigene vorstelijke familie, van den «laatsten telg van ’t huis Oranje* en dan ’t bezoek van hem, die zich ook «prins van Oranje* noemt, omdat hij afstamt van den Grooten Keurvorst, die met een doch ter van Frederik Hendrik, den Stedendwinger, gehuwd was, Toen Willem III, den grooten Koning-Stad- houder, in 1702 kinderloos overleed, moesten zijne titels en bezittingen gedeeld worden door de Friesche Nassauers en de Pruisische Hohenzollern. En we weten dat Keizer Wil helm er groot op gaat, dien Oranje-titel te kun nen voeren, dat hij dweept met het oude «Wil helmus van Nassouwen*. We willen hier niet uitweiden over het een- daagsche bezoek. Ge hebt in de bladen kun nen lezen, hoe groot de menschen-massa was, die eerst onze Koningin, later ook den Keizer toejuichte. Dat de Keizer, een zeer alzijdig ontwikkeld vorst, vooral met kunst opheeft, bewees weer ’t bezoeken, gedurende dit korte verblijf, van onze kostbare schilderijen-verza- melingen. Of er een politieke zijde aan dit bezoek vast zat, willen we niet aannemen. Ge herin nert u misschien het telegram, dat voor een kleine twee weken, uit Engeland de wereld inging, waarin Wilhelm ’t zou hebben gehad over de kleine staten, over Nederland, België en de Scandinavische staten, die hij niet zou begeeren te annexeeren, terwijl die kleine sta- URANT. 1 I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1