W«R SM ES MSTOffi. 51E1WS- EN IPVERTWIEBLA» 1 KERSTMIS. De Vioolspeler. T ij Woensdag 25 December 1907. No. 103. 62e Jaargang. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton. Kantongerecht te Sneek. zon- Vrjj bewerkt door AMO. aan jong en oud ge- HOOFDSTUK XVII. 47). (Vervolg.) «Ah, Signora, ik bemerk, dat ge een echte Engelsche zijt, en geen buitenlandsche,« riep sir John uit, terwijl hij haar onderzoekend aankeek. «Op het eerste gezicht dacht ik dat reeds, ten spijt van uw kleeding en voor komen.* >0, dokter, ik bid u, verraad mij niet, ik smeek u 1 Spreek er met niemand over. Mijn broeder zou mij nooit vergiffenis schenken, als het bekend werd. Hij zegt, dat mijn kunstenaarsloopbaan afgesloten zou wor den. Ik smeek u, verraad dus mijn geheim niet «Een dokter is verplicht, de geheimen te bewaren, die hij bij de vervulling van zijn plicht mocht leeren kennen. Hij is slechts een dienende geest om ziekten te herkennen en den zieken de vereischte geneesmid delen voor te schrijven, signora «Zult ge mijn geheim bewaren, dokter vroeg Stella de handen wringend. «Zult ge mij niet verraden .Daarvoor behoeft ge geen oogenblik te vreezen, sig nora. Uw geheim is bij mij veilig, dat verzeker ik u. En nu goeden dagLaat dit recept gereed maken en zorg, dat op tijd wordt ingenomen. Morgen kom ik wel terug.* Den volgenden dag, laat in den namiddag, kwam sir John weder. Hij vond madame Chandoz veel be ter, ging weer in het salon en praatte met Stella. »Hoe kwaamt ge zoo te Asherton, toen ik bij lord. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. veel. Te Rotterdam worden 500, te Amster dam 1500 goed voorziene manden aan de aller armsten uitgedeeld. En 't «Leger* weet die allerarmsten best te vinden, omdat zijne offi cieren en soldaten er dagelijks mee omgaan. Maar die Kerstgaven zijn heel iets anders dan de geschenken van den goeden Sint. In die Sinterklaasdag zit een poëzie, die we niet gaarne zouden willen missen. Ook voor de grooten is Sinterklaas een aan gename dag, maar de poëzie zit in de Sinter klaas voor de kleinen, dé kinderen. Laten we dien Sinterklaasdag in eere hou den en ’t alleen bejammeren, dat ’t niet uit sluitend een dag van poëzie gebleven is, dat de goede bisschop niet uitsluitend voor de kinde ren rijdt, de kwaden vermaant en de goeden loont met zijne gaven. Want ondanks dien 6 December blijft toch ons Kerstfeest, zooals wij dat in Nederland vie ren, een hoog feest. Voor den geloovigen Christen is ’t een der drie grootste kerkelijke feesten en wel dat, waaraan de meeste poëzie verbonden is. En voor allen is ’t een tijd van huiselijk genot, een tijd van kalme stemming. Ook Frankrijk heeft zijn Noël, heeft boven dien zijn Etrennes, zijn Nieuwjaar. Op den len Januari is ’t daar, wat bij ons Sinterklaas, in Duitschland Kerstmis is en op dien dag geeft men elkaar zijn »étrennes«, zijn Nieuw jaarsgeschenken. Zoo heeft elk land ’t zijne. Laten wij ons Kerstfeest houden met onzen 6en December er voor en onzen 1 Januari er na. Gelukkige Kerstdagen 0 Kerstmis, schooner dan de dagen, Hoe kan Herodes ’t licht verdragen, Dat uit uw duisternisse blinkt Wie herinnert zich niet deze woorden, de aanhef van den reizang der engelen uit den «Gysbrecht van 2Emstel«, ’t bekendste dicht- en tooneelwerk van onzen grooten dichter Joost van den Vondel! We zijn nu weer in de donkere dagen vóór Kerstmis en als dit blad verschijnt, reeds aan den vooravond. Somber is vaak de lucht en de zon, die maar zoo weinige uren boven den horizon is, ziet meestal geen kans door de ne velen van den dampkring heen te dringen, om haar schitterenden gouden schijf te doen be wonderen, die met hare stralen leven wekt en levendig maakt. De natuur is midden in ha ren doodslaap en nergens vertoonen zich tee- kenen van een aanstaande herleving. Nog niets in die natuur geeft ook maar de flauwste hoop op eene aanstaande lente. En in dezen tijd, zoo doodsch, zoo stil, komt ’t Kerstfeest, een der drie groote Christen feesten. Kerstmis blijft steeds een eigenaardige dag. Paschen wordt gevierd midden in de ontwaak te natuur; als alles spreekt van herleving, van verrijzing, vieren we met Paschen de verrijze nis van Christus. Pinksteren is een feest van weelde: de natuur is nu in de volle kracht zijner ontwikkeling en deelt hare gaven uit. De Christen kan dit vergelijken met de betee- kenis van ’t Pinksterfeest, als hij herdenkt, hoe ook op dien dag de Apostelen, de leer lingen des Heeren, de volheid der geestelijke en verstandelijke gaven ontvingen. Maar Kerstmis is een stemmig feest. De stilte van de natuur, ’t neerdrukkende van de sombe re dagen, ’t totale gemis aan leven, aan vruchtbrengenden groei maakt indruk op den mensch, die in zich zelf gekeerd is en in zijn woning blijft. En dan komt het Kerstfeest. Al toont niets in de natuur iets, dat hoop geeft op herleving, voor den Christen is het Kerstfeest ’t feest der hoop. De Christen ziet in zijne verbeelding naar de velden van Bethlehem; ziet dien armoedigen stal, waar ’t Koninklijk Kindje in zoo nede rige omgeving ligt. Hij hoort in zijne gedach ten de engelen hun gloriezang zingen, ziet de herders in den nacht naar den stal trekken, hun door die engelen aangeduid. Hij ziet reeds de flikkering der vreemde sterre, die de Wijzen van verre oproept om hunne vorstelijke gaven neer te leggen aan de voeten van 't Christus- cindje. Kerstmis is ’t kerkelijk feest bij uitnemend heid; plechtig, ernstig klinken de zangen, die toch ook getuigen van hoop en leven, waar de ons omringende natuur alle hoop op leven schijnt verloren te hebben. Kerstmis is ook de geschiktste tijd voor ge zellig familieleven. De scholen hebben vacantie; de reizigers, die anders geregeld voor hunne zaken er op uit zijn, blijven nu thuis om een overzicht te krijgen van wat er in ’t afloopende jaar ge daan is. En toch wordt er druk gereisd. Maar dat is om den huiselijken kring op te zoeken. De kindt en, die verre van den ouderlijken haard hunne bezigheden hebben, komen met Kerstmis over om te vertoeven in de beken de woning, waar alles hen herinnert aan de kin derjaren. Deze bezoeken geven stemming. In den zomer gaat men er ook op uit; maar dan is ’t niet huiselijk; dan trekt men naar bui ten, naar de zee, naar de badplaatsen, naar de oorden, waar pret is te maken. Dan is men in beweging. Maar met Kerstmis is men liefst thuis; in ’t ouderlijk huis komen de ouders hunne nu groot geworden kinderen ontvangen en men blijft bijeen, de lange Kerstavonden in dat huis. Rusteloos vervoeren de lange treinen stroo- men van reizigers, maar deze reizen alleen Om rust te zoeken. In ons land vormen de dagen van Kerst mis rustige feestdagen. We zijn huiselijk bij een, onze bladen geven Kerstnummers en vooral onze geïllustreerde weekbladen zijn aan den feestdag gewijd. Kerstvertellingen vor men den hoofdschotel van den tekst en ook de platen brengen hulde aan ’t Kindje in den stal en geven stemming, doordat ze afbeeldin gen geven van den stemmigen nacht. Ge ziet de sterren schitteren en alles overdekt met sneeuw en boven alles verheit zich ’t kerkje, dat ook met sneeuw overdekt is, maar uit welks ramen helder licht straalt, dat de nach telijke omgeving overheerscht. Maar meer is bij ons ’t Kerstfeest ook niet. Wij hebben den Sinterklaas, den goedheilig Richard ontboden werd vroeg hij nu. «Ik woonde er en behoorde tot het personeel der huishouding,* stamelde Stella onwillig. «Genoeg, ik wenschte niet in uw verleden te dringen. Uw tegenwoordig lot is schitterend, de toekomst be looft u nog veel goeds. Ik ben geen beoefenaar van de muziek, maar toch weet ik, dat ge op het vasteland veel roem hebt behaald, en dat de roep over uw heer lijke stem u is voorgegaan naar Engeland. Ik zie, dat ge de thee hebt gereed staan; zou ik een kopje van u mogen hebben Hij zei dit alleen om nog een poosje langer te kun nen blijven, want nauwelijks had hij de thee aan de lippen gebracht, of hij zette het kopje weer op de tafel. »Ge houdt zeker wel veel van uw beroep, signora vroeg hij nu. «Mijn beroep is mij nog liever dan mijn leven, antwoordde zij. «Ja, dat geloof ik gaarne. Het is zeker heel prettig, zooveel bekoring op het publiek te kunnen oefenen. Nog kan ik niet vergeten, hoeveel indruk de tooneel- speelster op mij maakte, die ik den eersten keer in mijn leven zag optreden.* «Wie was dat In welke rol trad zij op vroeg Stella met levendige belangstelling. «Och, dat komt er niet op aan. Het is zoo lang ge leden, maar ik heb haar nooit kunnen vergeten nooit «Werd ge Stella bleef steken en bloosde. «Of ik op haar verliefd werd Tot op dit oogenblik kan ik die vraag niet beantwoorden; ik weet het zelf niet. Ik heb er haar nooit over gesproken; of zij er eenig vermoeden van had, weet ik ook niet.« «Hebt ge haar nader leeren kennen «Ik verleende haar geneeskundige hulp totdat zij stierf. Het is goed, dat de dokters een beetje onge voelig zjjn en niet gemakkelijk verliefd worden op man, die zijne gaven pas schonken heeft. Wel prijkt hier en daar de Kerstboom, wel worden extra Kerstgaven aan de armen ge schonken, maar verder blijft het Kerstfeest bij ons stemmig. Geheel anders is dit in Engeland en Duitsch land. Daar is ’t Kerstfeest zooveel als bij ons Sin terklaas en Kerstmis te zamen. Kom in de wereldstad Londen. Op Kerstmis heeft elke familie z’n feestdisch, waarop de plumpudding niet mag ontbreken. Daar heerst dan weelde, zooals op geen anderen dag des jaars. Hoeveel gevogelte en ander wild wordt er op dien dag niet verorberd! De Engelsche geïllustreerde bladen geven extra-nummers, geheel aan ’t Kerstfeest gewijd. Op vele stoombooten, die geregeld varen op havens van naburige lan den, ziet men kleine denneboompjes aan de toppen der masten, al geschiedt dit niet meer zooveel als vroeger. In Duitschland is Kerstmis niet minder de feestdag. Kom eens te Berlijn en tel 't aan tal Kerstboompjes, dat verhandeld wordt; ’t loopt in de duizenden, in de tienduizenden. Want ieder gezin, dat iets is, moet zijn Kerst boompje hebben. Dat boompje moet prijken in 't voornaamste vertrek; de lichtjes moeten er aan glansen en tal van geschenken, met zorg en liefde aangeschaft, moeten de bezoe kers van den familiekring nooden, geschen ken, die de vriendschaps- en familiebanden moeten toehalen. Ook in ons land zijn vele Duitschers, die het feest nog steeds op oud-Duitsche wijze herdenken, en bovendien komt nog in zuiver Nederlandsche kringen ’t Kerstboompje z’n en trée doen, maar toch de Sinterklaas wordt bij ons niet verdrongen. Dit feest van 5 en 6 December is ons nationaal feest en nie mand zal durven voorspellen, dat 't in afzien- baren tijd zal verdwijnen om bijvoorbeeld ver- eenigd te worden met ’t Kerstfeest, zooals dit bij onze buren gevierd wordt. Tal van kerkelijke en andere instellingen geven juist met Kerstmis hare gaven aan de behoeftigen. De armbesturen en liefdadig heidsinstellingen, die voor ’t feest zorgden een goed gevulde cassa te hebben, zien na de Kerstdagen op den ledigen bodem van de geld - kist. Het Leger des Heils doet vooral in groote steden juist met Kerstmis ontzaglijk hunne patiënten. Als het anders was, mocht de hemel ons bewaren Daarenboven had ik reden om te geloo- ven, dat zij getrouwd was, het arme schepsel Zij was goed en oprecht, ja, dat was zij, te midden van zooveel boosheid en verleiding.* «Wat jammer voor haar en voor u zei Stella met innig medelijden. «Het doet me goed dat ge zoo spreekt. Maar ach, dat waren slechts praatjes van een oud man. Ik ben anders niet gewoon mijn gevoelens te openbaren. Soms denk ik wel dat ik heelemaal zonder gevoelens ben. Maar gij zijteven oprecht als zij, en daarom spreek ik gaarne met u over haar.« Hij stond op en ging heen, met de belofte, dat hij den volgenden dag zou terugkomen. Hij kwamen vond madame Chandoz weer beter dan den vorigen dag. Zij zat op een canapé in het salon. Hij verzocht weer ’n kopje thee en het gesprek liep weer over Asherton. Stella vertelde hem, hoe goed de tegenwoordige lord voor haar geweest was, hoe zij alles te danken had aan den graaf en aan haar broer, die als musicus bij den lord in dienst was, en dat de edele graaf hen beiden behandelde alsof zij zijn eigen kinderen waren. Zoo spraken zij gezellig met elkaar en steeds liep het gesprek over Asherton. Ook kwam Percival Graven, die nu opnieuw de erfgenaam was, op het tapijt. Met neergeslagen oogen en een blosje op de wangen, waag de Stella te vragen, of lady Gwendolin Lascelles nog ongetrouwd was. Dat had zij nooit aan Giotto durven vragen, en aan anderen had zij het niet kunnen doen; zij gingen nooit met Engelschen om. «Zij is niet getrouwd, signora. Algemeen wordt ge zegd, dat zij op de toestemming van hare ouders blijft wachten om met haar oude liefde, mr. Percival Craven, te kunnen trouwen.* Vonnissen. 1 AP, 14 jr, loopjongen te Sneek, straatschenderij (fietsrek omgooien), teruggave aan zijne moeder (wedu we) bevolen zonder toepassing van eenige straf. 2 T K G, 17 jr, zonder beroep te Sneek, op den openbaren weg een wapen bij zich hebben, boete f 3 subs 7 dgn tuchtschoolstraf, met verbeurdverklaring van het in beslag genomen pistooltje. 3. IJ B, 15 jr, boerenknecht te Oudega(W), terwijl een trein in aantocht is, over een particulieren overweg over een spoorweg rijden, teruggave als no 1. 4 KB, 17 jr, koetsier te Sijbrandaburen, rijwiel der licht, boete f 1 subs 7 dgn tuchtschoolstraf. 5 A Z, huisvrouw van D 0, 38 jr, te Sneek, overtr. Leerplichtwet (le herhaling), boete f 1 subs 1 dg. 6 M S, huisvrouw van T B, 36 jr, te IJlst, overtr. Leerplichtwet, boete f 1 subs 1 dg. «Is zij nog altijd zoo mooi vroeg Stella met klop pend hart. «0 jaZij is ook nog jong, en bovendien is zij niet van het ras, dat spoedig leelijk wordt.« Stella moest in haar binnenste sir John gelijk geven en dacht daarbij aan dien October-dag, toen zij lady Gwendolin op Asherton Castle zag aankomen, en de jonge dame eensklaps aller harten veroverde door haar lieflijk voorkomen ook het hart van hem, aan wien zij zelf zoo gaarne voor het leven wilde toebehooren. Zeker had Stella eenige oogenblikken vergeten haar gelaat te beheerschen sir John vroeg ten minste «Heeft de schoonheid van lady Gwendolin u misschien benadeeld »Ja,« antwoordde Stella eenvoudig. «Zij kruiste mijn levenspad en vernietigde mijn geluk. Ik hoopte te vernemen, dat zij getrouwd was, ver weg. Waarom moest zij door hare schoonheid de harten winnen, die zij niets waard acht Ach, de schoonheid is wel een gave Gods, maar er zijn toch ook nog andere gaven.« De oude dokter kon haar moeilijk een antwoord ge ven. Innig medelijden gevoelende, drukte hij haar de hand en ging heen. Zij hoorde zijn rijtuig, doch bemerkte niet, dat de kamerdeur open ging; ook hoorde zij geen voetstappen. Doch plotseling voelde zij zich krachtig bij den arm gegrepen, als in een schroef. Zij stond op van haar stoel, maar trachtte zich niet uit Giotto’s handen los te rukken. Een enkelen blik wierp zij op hem en haar hart scheen in haar boezem te sterven, het werd koud als een steen. Zijn anders zoo schoon gelaat was nu misvormd door woede. «Broeder, broeder* riep zij bevend, «wat is er? Wat scheelt je? Wat isergebeurd.dat je me zoo boos aan kijkt Je doet mij schrikken 0, signor, spreek, wat is er gebeurd Spreek toch ik zal het nog besterven van angstWordt vervolgd). Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Mi IURAN I i j "'Éi

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1