ft
NIEUWS- H ADVERTENTIEBLAD
looi! WEI ffl MSTI1EEB.
n.
y
I
I
I
I
SHYLOCK.
63e Jaargang.
Woensdag 5 Februari 1308.
Ho. 11.
KENNISGEVING.
in
De Vioolspeler.
Kennisgeving.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
j
1
I
f
i
I
1
1
OURANT
j van
Kul-
inboek
Ie van
lellen
Wordt vervolgd.
is en
2 dln
100
iet 4
net 4
et 12
f 1.50
rhaal
irop,
I
srpen,
;roote
voor
ilaten
voor
doch
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
euvre
f9.50
jr, 15
Pen
Vrij bewerkt door AMO.
weg te
als Portia,
schuldeischer.
De BURGEMEESTER der Gemeente SNEEK brengt
ter openbare kennis, dat ter Secretarie dezer gemeen
te, vanaf heden gedurende dertig dagen voor de be
langhebbenden ter inzage zal liggen eene opgave
van de Uitkomsten, bedoeld in de artikelen 9, 10, 11
tot 13, 23 en 43 der wet van den 26 Mei 1870 (Staats
blad no. 82) betreffende de grondbelasting van gebouw
de en ongebouwde eigendommen.
Sneek, den 4 Februari 1908.
De Burgemeester voornoemd,
P. J. DE HOOP.
op 72
met
beeld.
werk
,50
ig van
ipulair
verm
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te SNEEK brengen onder de aandacht van degenen,
die gedurende het jaar 1907 iets voor de gemeente heb
ben verricht of aan haar geleverd, dat hunne preten
tion, voor zoover ze niet vóór of op 30 Juni e. k. zijn
ingeleverd, moeten worden gehouden voor verjaard en
vernietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in ver
band met de wet van 8 November 1815 {Staatsblad
no. 51).
Sneek, den 4 Februari 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. DE HOOP, Burgemeester.
JAC. VAN DER LAAN, Secretaris.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Asherton Ik kom hier voor u staan, zooals ik vier
jaar geleden gekleed was in mijn nederige betrekking.
Zend mij nu weg zend mij nu weg
.Stella, weet je nog wel, wat wij elkaar beloofd
hebben, toen ik midden in den nacht met je trouwde
Vereenigd, tot de dood ons zou scheiden.
Je wegzenden, Stella Als ik kon, zou ik niet
willen, als ik wilde, zou ik niet kunnen, want ik
heb je lief.*
Die laatste woorden deden Stella’s gelaat verhelde
ren doch slechts voor een oogenblik.
>0, dat behoeft geen bezwaar te zijn,« sprak zij. »Bij
ons huwelijk waren de omstandigheden niet bekend
die wij nu weten, er heerschte dus een misverstand.
Een voornaam heer kan gemakkelijk zijn huwelijk met
een boerenmeisje ontbonden krijgen.*
.Stella, kom hier
Zij bleef staan.
•Stella, ik smeek je
Zij bewoog zich niet.
.Stella, ik beveel het je, kom hier
Zij wierp zich aan zijn voeten, alsof zij niet waardig
was hem tot voetbank te dienen.
Toen boog hij, richtte haar op zoodat zij nog kniel
de, en greep haar beide handen.
.Stella, heb ik je niet verteld, dat ik vroeger als een
hongerige bedelaar in de straten van Florence op de
viool speelde voor een stukje brood
In welk opzicht was die hongerige straatmuzikant
beter dan de dienstbode van een Engelsch kasteel
»O, gij zijt een man*, antwoordde Stella bitter.
.Wanneer een man hooger komt op de maatschappe
lijke ladder, wordt hij geacht, maar met een vrouw is
dat niet het geval. Hare geringe afkomst wordt haar
verweten, na lange jaren soms nog, en haar man wordt
I
1
te mogen snijden, indien de schuldbrief niet
op den bepaalden tijd is ingelost. De wissel
wordt onderteekend. Onderwijl nu Bassanio
een weelderig feestmaal ter eere van z’n
vriend aanlegt, waarbij ook Shylock genoodigd
is, schaakt een van Bassanio’s trawanten Shy-
lock’s eenige dochter, Jessica, en vergeet niet
zich toe te rusten met een flink gedeelte van des
woekeraars dukaten en juweelen. Radeloos
rent Shylock, bij z’n terugkomst dit bemer
kende, de straat op, schreeuwende om .mijn
juweelen, mijn dochter, mijn dukaten.* Maar
hier, waar hij in z’n heiligste rechten is ge
krenkt, waar hem de rijkdom des huizes en de
rijkdom zijns harten ontstolen is, wordt hem
geen hulp geboden, maar hooren we hem
bovendien nog uitjouwen en bespotten. Hij
wordt half waanzinnig van wanhoop, vergeet
alle menschelijke overweging en we hooren
hem zelfs zeggen »Ik wou, dat m’n dochter
gekist voor me lag, als de dukaten er maar
bij lagen.*
Dat zijn woorden, die geheel vreemd zijn
aan z’n hart. En de schrijver wil dat ook
doen uitkomen, want hij laat de ongelukkige
vader later nog eens zeggen »Ik had liever,
dat ze getrouwd was met een zoon van Barra-
bas dan met een Christen,* als teeken dat hij
voortdurend denkt en zorg heeft over z’n
dochter.
En hier is het philosophische punt, van
waaruit Shylock’s houding te verklaren is
hij gevoelt z’n onmacht om recht te krijgen
en hij heeft nog maar één gedachtewraak.
Bassanio is inmiddels bij Portia aangekomen,
doet zijn aanzoek, maar verneemt, dat ook hij
zich moet onderwerpen aan de bepaling, die
haar vader bij z’n dood gemaakt heeft, dat
slechts degene Portia’s echtgenoot mag wor
den, die uit drie kastjes er een kiest, die haar
portret bevat. Zij heeft zelf dus niet aan te
nemen of af te wijzen, maar hij, die zonder
verblind te worden door de glans van het
gouden of zilveren kastje, naar dat, uit lood
vervaardigd, grijpt, wordt haar onvoorwaarde
lijk als levensgezel aangewezen. Bassanio
doet de juiste keus. Op het toppunt van
geluk krijgt hij de tijding, dat zijn vriend An
tonio door het vergaan zijner schepen, de
schuldbrief van Shylcck niet kan inlossen.
Door Portia van een groote geldsom voorzien,
reist hij onverwijld naar Venetië omzijn vriend
zoo mogelijk hulp te bieden. Doch Shylock
echtgenoote luidt Geen lood meer dan het
overeengekomen gewicht.
De hardvochtige schuldeischer wordt hier
niet als Jood doch als Christen voorgesteld,
die door wraak tot deze wreedheid wordt
gedreven.
In een gelijksoortige Duitsche vertelling is
de schuldeischer een burger, maar ook een
Christen.
In de oud-Engelsche Gesta-Romanorum staat
de bepaling, dat indien niet op den bepaalden
tijd de wissel is ingelost, de koopman het
recht heeft het vleesch »tot op de beenen*
snijden. De rechter beslist precies
Ook hier vindt men een Christen-
Maak dus nooit weer toespelingen op de vrouw van
mijnen neef; zij beminde een ander en is nu met dien
ander getrouwd.*
Het lag Stella op de lippen om te zeggen .Neen,
ze beminde jou*, maar gelukkig sprak zij die woorden
niet uit; misschien hadden die het oude liefdevuur weer
aangewakkerd en een scheiding veroorzaakt.
.Goede Allan,* sprak zij zacht, »wij zullen het ver-
ledene omtrent die dame laten rusten. Maar denk
eens aan lord Burleigh, hij trouwde ook een meisje
van lage afkomst en was niet gelukkig.*
»O, Stella, dat maakt een groot verschil. Lady Bur
leigh had nooit omgang gehad met de aanzienlijke
kringen, zij gevoelde zich daarin niet thuis, maar jij
hebt talent, en je opvoeding en je manieren laten niets
te wenschen over, dat heb je getoond in gezelschap
van de Keizerin van Rusland en bij de Koningin van
Frankrijk. Zij behandelden je niet als een betaalde
zangeres maar als haars gelijke. En daarenboven zijn
wij getrouwd toen wij beiden gewone burgermenschen
waren, samen zijn wij op de maatschappelijke ladder
gerezen wij hebben gelijke rechten.*
»Ach, Allan, ik kan dat gevoel niet bedwingen. Het
is, alsof mijne liefde dood is en mijne kunst verloren.*
»Ik zal je nog meer zeggen, Stella.
Mijn vader is heel bezorgd over mijne gezondheid.
Hier in mijn borst is het niet in orde met mijne lon
gen. Jaren lang zal ik nacht en dag een zorgvuldige
verpleging noodig hebben. Als ik goed verzorgd wordt
kan ik weer gezond worden, anders moet ik zeker
sterven. Vader zei, dat alleen een goede echtgenoote
mij naar behooren kan verplegen. Is je liefde voor mij
dan geheel dood, Stella Of is die opoffering te groot
.Mijn liefde is niet dood, Allan.*
(Wordt vervolgd).
VERGADERING van den Raad der Ge
meente Wymbrilseradeel, op Zaterdag,
den 1 Februari 1908, des voormiddags
101/2 uur.
Tegenwoordig zijn eerst 9, later 14 leden; afwezig
de heer J. Visser.
Voorzitter de heer H. M. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
Nadat de Voorzitter de vergadering heeft geopend,
wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken.
De Voorzitter wenscht den leden van harte geluk
met den ingetreden nieuwen jaarkring, hoopt dat het
hun zoowel als hun gezin wel moge gaan en zegt
allen dank voor de bewijzen van belangstelling, bij de
wisseling des jaars ontvangen. Spr. hoopt dat de in
dit jaar te houden beraadslagingen van den Raad mo
gen strekken tot bloei dezer gemeente.
Punten van behandeling:
1. Notulen van den 28 December 1907.
De notulen dezer vergadering worden, na lezing
door den Secretaris, onveranderd goedgekeurd en ge
arresteerd.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen
a. Een schrijven van de Wed. D. van Foeken te
Nijland, waarbij zij hartelijk dank zegt voor de haar
verleende gratificatie;
b. Eene resolutie van Ged. Staten, houdende goed
keuring van de gemeente-begrooting voor 1908
c. Een idem, waarbij het raadsbesluit tot wijziging
der gemeente-begrooting voor 1907 wordt goedge
keurd
d. Een schrijven van J. Kornelis en J. Landman,
beiden te Goënga, waarbij zij hunne benoeming tot
Armvoogd te Scharnegoutum c.a. aannemen
e. Het proces-verbaal van de door B. en W., op
11 Jan. jl., bij den gemeente-ontvanger gehouden
kasverificatie.
is zoo geheel ingenomen door die ééne ge
dachte wraak, dat hij, de woekeraar, zelfs
niet voor het tiendubbele zijn recht wil afstaan.
En ware Portia haar aanstaande echtgenoot
niet achterna gespoed, dan had niets zijn
moorddadig plan kunnen verijdelen. Deze
komt nl. als rechtsgeleerde vermomd ter te
rechtzitting en velt het vonnis, dat Shylock
het vleesch overeenkomstig de wisselbrief
mag uitsnijden, doch geen droppel bloed.
Gelukkig wordt hierdoor de wissel vervallen
verklaard. Nu wordt Shylock tot verlies van
zijn vermogen veroordeeld, omdat hij Antonio
naar het leven heeft gestaan. Slechts op
aandringen van zijn vijand, die zich tevreden
stelt met de helft van zijn bezittingen, behoudt
Shylock het vruchtgebruik der andere helft,
welke evenwel na zijn dood aan zijn dochter
Jessica zal vervallen en wordt hem slechts
genade verleend, onder voorwaarde, zich te
laten doopen. (Hier is ons de vraag geoor
loofd, ot het Christendom veel wint door een
opgedrongen doop aan iemand met dergelijke
gruwelijke karakter-eigenschappen. Het is
waarschijnlijk de bedoeling van den schrijver
geweest, deze inconsequentie te doen uit
komen).
Het laatste bedrijf schildert ons de ont
moeting van Bassanio en Portia na terugkomst
van Venetië. Bassanio, niets vermoedende
van de vermomming van Portia, is natuurlijk
verbluft te hooren, dat zijn aanstaande echt
genoote dezelfde persoon was als de bekwame
rechter, wien hij zijn verlovingsring had ge
schonken, die hij onder eede, deze nooit af te
staan, had aangenomen.
(Dit laatste gedeelte, juist zeer rijk aan poë
tische schoonheid, werd om zeer wel te be
grijpen tactische redenen, Donderdagavond
door het tooneelgezelschap weggelaten).
Dr. Cohn stelt nu de volgende vraag
Vanwaar heeft Shakespeare het feitelijke in
zijne vertelling en welke zijn de historische
momenten, die aan het drama ten grondslag
liggen
De kern der legende stamt uit heel ouden
tijd. De Fransche troubodour Herbers, die
in ’t midden der 13e eeuw leefde, verhaalt
van een dappere ridder, die om een rijk meisje
ten huwelijk te vragen, geld noodig heeft.
Een zijner vasallen, wien hij eens een been
had laten af kappen, is hier de Shylock. De
uitspraak door de als rechter gemaskerde
er minder om geacht.*
»Stella, je oordeelt eenzijdig en onrechtvaardig. Als
de vraag wordt gesteld, wie door ons huwelijk het
meeste voordeel behaalde, dan moet het antwoord lui
den dat was ik 1 Toen wij trouwden, hadt je prach
tige vooruitzichten; je hadt de rijkdommen aan je voe
ten maar voor het oprapen. Ik was een arme, hulp,
behoevende zieke, met het vooruitzicht te moeten le
ven van wat mijne vrouw verdiende. Ik zou alleen
meegeteld hebben, omdat ik getrouwd was met de be
roemde signora Stella. Het is hard voor een ontwik
keld man, te leven op kosten van zijne vrouw, want
dat is niet de natuurlijke gang van zaken. Ofschoon
ik die levendig besefte, trouwde ik toch met je. Ik
was edelmoediger dan jij nu bent, Stella, want ik toon
de mij niet zoo gevoelig, omdat je hooger stond dan
ik. Ik maakte je daar geen verwijt van, maar nam
genoegen met den toestand zooals die was. Is dat
geen bewijs, dat mijn liefde voor jou grooter is, dan
jouw liefde voor mij
»Neen,« riep Stella met een snijdenden kreet van
smart, terwijl zij de handen uit die van haar man los
maakte, »neen, dat is de zaak niet! Dit is de zaak ik
ben je in den weg als een hinderpaal. Als je niet met
mij getrouwd waart, kon je nu de hand vragen van
een dame, die je zoo lief hadt. Toen je een arme vio
list waart, heeft ze je afgewezen, maar nu je graaf
van Asherton bent, neemt ze je aanzoek stellig aan.*
«Zwijg, Stella riep Allan doodsbleek, terwijl hij
met zijne hand haar den mond sloot. «Laat ons daar
nooit weer over spreken. Vandaag vertelde mijn vader
me, dat die dame sedert eenige dagen getrouwd is met
Percival Craven, die nu mijn neef is. Je wist mijn
geheim, je hebt zelf gehoord, dat zij een anderen man
liefhad, en nu is zij zijn vrouw voor God ep de menschen.
ne in
10
der
f 1.25
II. Vervolg.
De schrijver verplaatst ons naar Vinetië, in
een gezelschap van verkwistende mannen. Eén
van hen, Bassanio, zou als man van eer gaarne
al z’n schulden afdoen en daarvoor schijnt
hem (volkomen met z’n eer strookende?) een
huwelijk met de rijke en schoone erfdochter
Portia, een mooie kans te bieden. Om zich
echter zoo te kunnen inrichten, dat hij reeds
bij z’n komst indruk maakt, is hij een bedrag
van 3000 dukaten noodig en wendt zich daar
toe tot z’n trouwe vriend Antonio. Deze, de
Koninklijke Koopman genaamd, verwacht de
terugkomst van rijkbeladen schepen en kan
door verschillende omstandigheden Bassanio
niet met contant geld dienen, maar wel met
zijn crediet. Schoon ongaarne wendt men
zich tot den Joodschen woekeraar Shylock,
die, ofschoon dikwijls door de vragers gehoond,
gescholden en met voeten getreden, zich be
reid verklaart 3000 dukaten renteloos voor 3
maanden te leenen, mits hem een schuldbrief
wordt gegeven, waarin hij het recht krijgt
Antonio een pond vleesch uit de hartstreek
l vanaf
zware
HOOFDSTUK XXL
59). (Vervolg.)
«En dat is nog niet het ergste*, bedacht zij verder.
«Wat zou hij nu gelutkig kunnen zijn met Gwendo
len, die hij zoo liefhad en misschien nog lief heeft.
Nu zou hij haar gerust ten huwelijk kunnen vragen,
zonder vrees voor afwijzing. Zij had hem ook lief,
maar met een armen vioolspeler kon zij niet trouwen.
Neen, ik wil niet tusschen hen staan om hen te schei
den als een hinderpaal, als een onbeminde echtgenoote,
als een gehate medeminnares.*
Liefde en trots deden haar bittere tranen storten.
In de kamer stond een latafel; zij trok een der la
den open en haalde daaruit de oude jurk van blauw ka
toen te voorschijn, die zij vier jaar geleden droeg als
dienstmeisje; ook nam zij daaruit haar oude schoenen,
kousen en wollen muts. Deze kleeding trok zij aan,
deed het poeder uit heur haar en keerde naar Allan’s
kamer terug. Zijn gelaat stond vroolijk, terwijl hij
daar in een leuningstoel zat uit te kijken. Blijkbaar
stemde het hem niet droevig dat hij nu lord Asher
ton was geworden.
Zij kwam zoo stil binnen, dat hij er niets van be
merkte en verwonderd opkeek, toen zij sprak
«Mylord, ik ben gereed. Zend mij nu weg.*
«Je wegzenden Wat moet dat nu beduiden
«Ik ben geen geschikte vrouw voor een graaf van
HolL-
f 1.50
srricht
gen-
chts