VOOR SNEER EK «ISTREffl. «IHW8- B ADVERTENT1EBLA» 63e Jaargang. Woensdag 11 Maart 1308.. No. 21. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Uit de Raadszaal. k van ook Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. de De de VERGADERING van den Raad der ge meente Wymbnlseradeel, op Zaterdag, den 7 Maart 1908, des voormiddags ÏO1/, uur. Tegenwoordig zijn alle (15) leden. Voorzitter de heer H. M. Tromp, burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Na opening der vergadering door den Voorzitter, wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken. Punten van Behandeling: 1. Notulen der vergadering van 1 Februari jl. Deze notulen worden, na lezing door den Secretaris, onveranderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. van dat lied door de prachtige stem Rika Hopper, hartelijk en algemeen. De voorstelling, die natuurlijk uitnemend ver zorgd was, liep verder, zooals steeds, best van stapel. Tourniaire wist zijne zenuwen in be dwang te houden. Met opzet had men z’n kleedkamer niet versierd en daarin wachtte hij in de groote pauze, zijn rol nalezende alsof het een première gold, alsof er nog hier en daar een tikje kon verbeterd worden. Daar lagen wel honderd telegrammen, ook van uit het buitenland; en verder een groot aantal brief kaarten, kaartjes, brieven. Ook onze burger vader, mr. Van Leeuwen, had een schrijven gezonden om hem geluk te wenschen en daarin zijn leedwezen te betuigen, dat hij niet ko men kon. De voorstelling afgeloopen, toen begon de huldiging. Alle tooneellisten op ’t tooneel. Tourniaire werd daarna opgeleid door zijn zoon. Hij was zeer aangedaan, toen hij daar in den grooten stoel zat. Eerst sprak Taco H. de Beer, voorzitter der commissie voor het huldeblijk en bood mede een gesloten couvert aan, daarbij zeg gende, dat mej. Thérèse Schwartze, op last der commissie, zijn portret zou schilderen en Burg, en Weth. van Amsterdam hadden goedgunstig beschikt, dat ’t portret een plaats zou krijgen in den Stadsschouwburg en die ten eeuwigen dage behouden. Men beduidde Tourniaire, den stokdooven man, wat er ge zegd was; tranen dreef het in zijne oogen, want nu ging ’t hoogste, wat hij kon wen schen, in vervulling. Met de hand op ’t hart dankte hij. Regisseur De Leur eerde Tourniaire als een der eersten van zijn tijd, die in zijn kunst zóó jong blijft, dat men in den bejaarden vader den zoon meent te zien. De heer De Leur zei verder Ook de Raad van Beheer deelt in de algemeene hoogachting en biedt u een gouden herinneringsmedaille aan, waarop te lezen staat: «Voor Talent, Trouw en Toe wijding.* Voor de confraters bood de heer De Leur hem een ameublement aan, waarbij, evenals bij de medaille, een lauwerkrans. Toen feliciteerde Crassé namens de familiën Oscar Carré en Raabe. Ten slotte nog zoovele geschenken van familie en vrienden en tooneelgezelschappen. Ook een van Louis Bouwmeester. En, sprak De Leur, gij behoeft de toekomst niet meer te vreezen, niet meer bezorgd te zijn voor den dag van morgen. Tourniaire trad dan naar voren en dankte zeer aangedaan in woorden, die van ernst getuigden, woorden zonder tooneeltrucs. Daar na fanfares en gejuich en de groote dag was officieel afgeloopen. De stampvolle zaal liep langzaam leeg en onder hen, die ook aanwezig waren, kon men opmerken den blinden tooneelspeler Van Wes- terhoven, die door zijn zoon naar den schouw burg geleid werd om daar te hooren de hulde aan zijn dooven oud-collega gebracht. Zoo’n groot jubilee is voor een groot speler als de heer Tourniaire, waarlijk een gebeurtenis. Ge kunt 't gerust vergelijken bij een brui loftsfeest; dagen, ja weken te voren wordt er aan gedacht, voor gewerkt, voor gespaard, voor berekend. En als dan eindelijk de feestdag komt, is alles gereed om de hoogste genoe gens te smaken. Zoo ook met ’t 40-jarig feest van onzen ge- achten en waardigen tooneelspeler Bachigalou- pi Tourniaire. (Bij vergissing stond er aan ’t slot der vorige brief 1876 in plaats van 1867; ver leden jaar had ’t jubilee dus gevierd moeten worden). Daar is eerst de bepaling van den dag der eere-voorstelling. En dan ook de keuze van ’t op te voeren stuk. Dit moet natuurlijk een stuk zijn, waarin de jubilaris een der hoofdrol len vervult, waarin z’n gaven ’t meest schitte ren; en ook ’n stuk, dat pakt, dat publiek trekt. Want ook financieel moet 't voor den feestvierende een gelukkige dag zijn. Is dit eindelijk vastgesteld, dan wordt voorstelling bij ’t publiek aangekondigd. kunstvrienden van allerlei gezelschappen, familie en de intieme vrienden weten er natuur lijk alles al van en hebben zich ook reeds lang te voren ingespannen om ’t feest te doen sla gen. Maar ook ’t groote publiek moet warm worden. Dagen te voren is ’t druk aan de woning van den jubilaris; telkens gaat de bel. En vooral was dit zoo bij «die goeie Loepielc, die goede, maar ook zoo zenuwachtige man. Hij is zich zelf niet meer; hij wordt voort gejaagd. Telkens weerklinkt de bel. Nu is ’t iemand van de courant om hem te spreken, te interviewen, dan een «groot kunstvriend* om een paar vrijkaartjes voor zijn feestvoorstelling. Gelukkig is er voor gezorgd, dat Tourniaire zich eens niet weggeven kan, dat hij-zelf baat zal hebben van de voorstelling. Vriendenhan den zorgen, dat hij geen kaartjes krijgt om weg te geven, zooals dat anders de gewoonte is. De kunstvriend is nog niet weg of er ko men kunstenaars van geïllustreerde bladen, er komen photografen. En ieder heeft wat te vragen, om z’n inlichtingen te c< «mpleteeren en er nog eens een extra-berichtje bij te kunnen voegen. Er komen boodschappen van den kap per, van den costumier; enzoovoort. Eindelijk komt de kruier en brengt Touni- aire een oogenblik tot bezinning. Want hij moet vóór z’n feest nog in Den Haag spelen en z’n zoon, z’n dochter, de juffrouw en de meid komen er aan te pas, want er mag niets in de kist ontbreken. Eindelijk, na nog een duchtige inspectie, is de groote kist ingepakt; de kruier krijgt van Tourniaire-zelf een sigaar en weg gaat ie. En al is de oploop of aanloop verdwenen, toch kent de zenuwachtige, goede man geen rust. Hij moet van de eene kamer in de an dere loopen, de portretten laten zien van zijne voorvaderen, die beroemde circus-rijders en -directeurs waren, van zijn moeder en groot moeder, de bevalligste schoo [rijdsters van weleer. De dochter laat ’t mooie, nieuwe portret zien van Hora Adema. Ben ik dat Nog zoo’n knappe jongen Met dat oude hoofd waarachtig het is mooi ’t Moest wel een groot feest worden op dien 6 Februari, want van alle kanten wacht sym pathie. Tourniaire is door iedereen bemind en zeker niet het minst door de leden van de Kon. Vereeniging »het Nederlandsch Tooneel». Maar ook bij den Raad van Beheer der vereeniging en bij den bekenden regisseur W. P. de Leur, die voor een paar jaren een groot feest vierde. Die Raad van Beheer en die regisseur hebben hem in moeilijke omstandigheden geholpen, daarin voorgegaan door Willem Stumpff. Doch Tourniaire heeft die hulp verdiend, want hij was een groot, en ook een serieus tooneelspeler, die steeds van z’n rollen iets moois maakte. In die rollen heeft hij uitge blonken, heeft hij naam gemaakt en dien naarn steeds gehandhaafd. Aan iedere rol heeft hij zorg besteed, iedere rol werd schier een creatie, sprak van volmaakt afzijn en van voorname kunst. Op Donderdagavond was ’t dan eindelijk zijn feest. Een paar dagen te voren werd gean nonceerd, dat nog slechts op éénen rang en kele kaarten te verkrijgen waren. Het moest dus een mooie zaal worden. Rijtuig op rijtuig rolde aanvan alle zijden brachten de trams talrijke bezoekers. De trams zaten soms alleen vol met schouwburg- gangers, belangstellenden in ’t gedenkfeest van Tourniaire. Er kwamen zelfs zooveel bezoekers, dat het orkest was uitgebroken, zoodat de kunstbegeerigen met hunne neuzen tegen 't tooneel, tegen »la rampe« aan kwa men te zitten. Onder de aanwezigen waren de aanzien- lijkste stadgenooten met hunne dames, waren kunstenaars en letterkundigen, waren velen, omdat «Inkwartiering» een prettig Duitsch blijspel is, dat al ongeveer een kwart eeuw door »het Nederl. Tooneel» gespeeld wordt en dat blijft behagen. De voorstelling begon heel genoeglijk en toen de meisjes zeiden «Papa, papa, daar is een officier!» ging er beweging door de zaal, want Tourniaire zou opkomen. En, geheel in de rol. als een kranige artil- lerie-officier, kwam hij daar aan, bleef in de voorkamer zijn toilet verzorgen, zich met eau de cologne besprenkelen om stal- en paarden- lucht te neutraliseeren en kwam toen met hootsche en hoffelijke buiging als goed ridder zijne opwachting maken. Van alle rangen brak toen een storm van toejuichingen los, al maar door aanhoudend en zoo krachtig dat zelfs de stokdoove Tourniaire er iets van hoorde, naar den voor grond trad en militairement den feestgangers dank bracht. Nu werd de vertooning vervolgd en ging door zonder verdere tusscbentijdsche huldiging. Want men wilde Tourniaire's zenuwen sparen. Jammer, dat hij zoo doof is en misschien ook maar goed voor een enkele keer, want nu kon hij niet hooren, hoe in den loop van ’t stuk mej. Rika Hopper (zij en Emma Morel waren de «jolige meisjes*) een toepasselijk ge dicht wist in te vlechten. Zij zong den jubilaris toe Ik wil er gaan zingen van eeuwige jeugd, Van vreugde, van schuimende kelken, Van boomen met ’t eeuwige, groenende loof, Van bloemen, die nimmer verwelken. Want daar immers zocht hij De vroolijke vreugd, En daar vond Tourniaire Zijn eeuwige jeugd. Ik wil er gaan zingen van grijzenden man, Die lachte met smart in het harte, Geteisterd door duizenden stormen van leed, De man, die het ongeluk tartte; Want ondanks dat alles, Toch bleef hem de vreugd, Hij was steeds Tourniaire Met d’eeuwige jeugd. En speelde hij dikwijls, een traan in zijn oog, Gekweld door verdriet en door leed, Toch was het zijn kunst, die voort hem bewoog, En alles vergeten hem deed. Dan werd hij weer d’oude Vol vroolijke vreugd, Laat lang hem nog houden Zijn eeuwige jeugd. Natuurlijk was de sympathie bij ’t zingen De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen a. Eene resolutie van Ged. Staten, houdende goed keuring van het kohier van schoolgeld over het 4e kwartaal 1907; b. Eenige dankbetuigingen van wegwerkers in deze gemeente, ter zake ontvangen gratificatiën; o. Het jaarverslag over 1907 van de commissie tot wering van schoolverzuim; d. Het jaarverslag over 1907 van de Gezondheids commissie, zetelende te Sneek; e. Het door B. en W. opgemaakt verslag van ’t geen met betrekking tot verbetering van de Volkshuisves ting, in 1907 in deze gemeente is verricht; f. De door Ged. Staten goedgekeurde rekening over 1907 van den Mac-adamweg SneekBolsward, inge zonden door de commissie van beheer voor dien weg; g. De rekening van het Pensioenfonds voor ge meen te-ambtenaren in deze gemeente over 1907, waar uit blijkt, dat de ontvangsten hebben bedragen f 2294.39 de uitgaven f 2115.65 en het batig saldo alzoo f 178.74; verder is er een bezit van f 8000 aan 3 pCt. inschrij vingen op het Grootboek. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten sub a en b voor kennisgeving aan te nemen; de verslagen sub c, d en e, alsmede de rekeningen sub f en g, voor de leden van den Raad op de Secretarie ter inzage neer te leggen. Verder deelt de Voorzitter mede, dat de plannen voor een brugwachterswoning te Heeg gereed zijn en B. en W. deze ter goedkeuring aan den Raad aanbieden. Na bespreking wordt besloten deze plannen op de Secretarie ter inzage te leggen voor heeren raadsleden en ze in de volgende vergadering te behandelen. Eindelijk vraagt de Voorzitter namens B. en W. machtiging, om evenals vorige jaren, ook over 1907 aan de gemeente- en rijkspolitie gratificatiën te ver strekken en wel aan de gemeente-veldwachters ieder f 50 en voor verleende assistentie aan de rijksveld- wachters in de brigade Sneek in totaal f 75, te ver doelen als volgt Ter Horst f 15, Das f 5, Wiegersma f 20, Posma en Dam ieder f 12.50 en Dijkstra f 10. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 3. Adres van het Bestuur der Vereeniging Dorps belangen* te Woudsend, houdende verschillende verzoeken. Dit adres werd ook reeds in de vorige vergadering besproken, toen over een voorstel van den heer Okma, om de behandeling tot heden aan te houden, opdat men inmiddels persoonlijk een onderzoek naar het gevraagde zou kunnen instellen, de stemmen staakten, waardoor de verdere behandeling ook werd verdaagd. In een inmiddels nader ingekomen adres wordt nog maals op de noodzakelijkheid van bestrating aange drongen van de open plek achter deR.K. kerk te Wouds end, welke vooral in het slechte jaargetijde in zeer vuilen toestand verkeert en een ware modderpoel te zien geeft, ’t geen volgens adr. vooral komt doordat er vuil en uitgegraven modder op dien weg wordt geworpen. Verder wordt nog de aandacht gevestigd op den weg langs de Ruimte te Woudsend. Door het bouwen van een 3-tal woningen aldaar is het wenschelijk eenige voorziening in de veiligheid van het rijtuigverkeer aan te brengen, door de bermen van den weg te verhoogen en eene walbesohoeiïng aan de Wegsloot te maken. De tegenwoordige toestand ter plaatse biedt bijna geen gelegenheid voor het elkaar voorbijgaan van wagens, zoodat het in ’t belang van de veiligheid wel nood zakelijk is de gevraagde verbetering in dezen ver keersweg, welke Sneek met den Zuid-westhoek ver bindt, tot stand te brengen. De heer Wesselius zegt, met den heer Miedema een grondig onderzoek ter plaatse te hebben ingesteld, met het gevolg, dat hij wel eenigszins van denkbeeld is veranderd, ’t Komt spr. niet overbodig voor den weg achter de R. K. Kerk te bestraten; men werpt er aller lei vuil neer en voor de buurt is het wel van belang dat de bestrating er komt. Spr. is er voor de bestra ting in den loop van dit jaar, uog voor den volgenden winter aan te leggen en niet te wachten totdat er vol doende oude steen is, zooals B. en W. voorstellen. De heer Okma is er zeer dankbaar voor dat sommige heeren persoonlijk een onderzoek ingesteld hebben en nu van de noodzakelijkheid der bestrating overtuigd zijn geworden; spr. ondersteunt het voorstel van den heer Wesselius om genoemden weg nog voor den a.s. herfst te bestraten. De Voorzitter zegt ook op die plaats te zijn geweest, doch spr. is niet doordrongen van de spoedige nood zakelijkheid, te meer waar de R. K. kerk reeds langs een straat is te bereiken. B. en W. willen ook be straten, maar eerst dan wanneer een voldoende hoe veelheid oude straatsteen is verkregen. Na nog eenige besprekingen, waaraan deelnemen dehh. A. H. Tromp, Visser, Oppedijk, Hettinga, Jorritsma, D. Tromp, Okma en de Voorzitter, wordt het voorstel van den heer Wesselius, om de gevraagde bestrating van den weg achter de R. K. kerk nog dezen zomer, uiterlijk vóór 1 November, aan te brengen, in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 6 stemmen, die OU RAN J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1