NIEUWS- EN ADWENTIEBLAD De wraak van den Veld-telegraAsL o— WOK SÜEEK U HST». 63e Jaargang;. Woensdag 18 Maart 1808. Ho. 83. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. worden en dat in een van de Hervorm- midden in de een Maar dit stuit natuurlijk Want dan en - Ook de anderen waren met de hun aangewezen kwartieren niet tevreden. Omdat wij ’s morgens zeer vroeg weder moesten opbreken, stelde ik voor, om voor dien eenen nacht ons op eigen kosten in het logement in te kwartieren en dit werd algemeen goedgevonden. De veldpost was kort te voren aangekomen zoodat we geld hadden. Wel geen schatten, maar die eene nacht zou het toch ook niet doen. Het logement, waar men ons bracht, heette »In den Haai«. Dat klonk wel wat vreemd voor een hotel, maar wjj troostten ons met de gedachte, dat het nog wel mee zou vallen. De eigenaar trok, toen hij ons troepje zag, een scheef gezicht, dat evenwel opmerkelijk ophelderde toen wij hem zeiden dat wij niet als inkwartiering, maar als gewoon betalende gasten bij hem onzen intrek namen. Wij Duitschers stonden in dit opzicht bij de Fran- schen, hoe gloeiend ze ons ook haatten, in zeer goeden reuk en ik wed, dat de kastelein lang niet zoo in zijn schik zou geweest zijn, als landslieden zich zoo bij hem hadden aangemeld. Overigens stond ons zijn gezicht niet zoo heel best aan. Er lag iets listigs in, als in dat van den vos. Terwijl het kleine mannetje tegenover de heeren Prui sen uiterst beleefd, ja, meer dan dat, kruipend was, lag toch duidelijk in zijn zwarte oogen de gedachte te lezen Heb ik maar eerst jelui geld in den zak dan kunnen jelui voor mijn part naar den drommel loopen. Nu, aan zulke dingen waren we al lang gewoon. Wat kon het ons trouwens ook schelen, als het eten en drinken maar goed was. Met het hart, dat hij ons toedroeg, hadden wij niet te maken, alleen met zijn keuken. En hij verstond zijn zaak opperbest. Dat moest iedereen toegeven. Zijn voortreffelijke gerechten en wijnen wist hij ons aan te prijzen. Maar het eten leek veel op opgewarmde kliekjes van een hoogst een voudig maal en de wijn was gedoopt. Maar onze hon gerige soldatenmagen waren in de laatste tijden vol strekt niet verwend geworden en we hadden vooral in de laatste drie dagen zulk een raren kost naar bin nen moeten werken, dat dit maal ons zelfs voortreffe lijk toescheen. We waren dan ook zeer opgeruimd en toen de eigenaar van den Haai ons eenmaal de eerste flesch champagne had aangepraat, viel het hem niet moeilijk, nog een en nog een en ten slotte een vierde te laten aanrukken en het was drie uur in den morgen geworden, toen wij in de vroolijkste stemming opbra ken en onze bedden opkochten. Om zes uur waren we alweer op en juist verdiept in de aangename bezigheid van een kop koffie te drin ken, toen Grijp zoo heette de kastelein niet oneigen aardig ons met een vergenoegden grijnslach zijn re kening gaf. Groote hemelIk dacht, dat ik in den grond zonk, toen ik de som zag zulk een afzetterij had ik dan nog nooit beleefd. Ik zag den kerel, die er onverschillig bjj stond, met groote oogen aan en als eenig antwoord op mijn vragen- den blik haalde hij de schouders op. Honderdvijftig gulden, riep ik verontwaardigd uit, dat is niet mogelijk! Het is geheel in orde, antwoordde hij, er is geen abuis in, maar de beeren Pruisen hebben helaas de duurte in ons lieve Frankrijk gebracht. Schurk, prevelde ik binnensmonds. Ik liet mijn mak kers het ongehoord groot bedrag zien. Zij zetten er even groote oogen van op als ik, maar er was niets aan te doen. Wij moesten weg en zochten uit alle Het was in het jaar 1870, het welbekende jaar, toen wij, zoo verhaalt een Duitscher, die den oorlog mee maakteons in het vijandelijke land, Frankrijk, be vonden. We hadden weder, zooals in die veelbewogen dagen zoo dikwijls het geval was, een zeer vermoeiende marsch achter den rug en waren, acht man van de afdeeling der veld-telegraphie met twee wagens, vermoeid en hongerig,’s nachts om 12 uur in een klein, maar aardig gelegen stadje aangekomen. De fturier, dien wij voor uit hadden gezonden, wachtte ons reeds aan den ingang der stad en reikte ons de inkwartierings-biljetten uit. Maar hij zette zoo’n raar gezicht, dat ik, die me wat op gelaatkunde laat voorstaan, wel merkte, dat er iets niet pluis was, zoodat ik vroeg De kwartieren zijn zeker niet veel bijzonders Sedert acht dagen liggen hier Beieren, was het droge antwoord, dat mij evenwel genoeg zeide. Hier hadden we niet veel te verwachten, zooveel wist ik zeker. Onze Beiersche bondsbroeders hadden in dit opzicht geen goeden naam en waar zij geweest waren, bleef voor de anderen niet vesl over. Nu, de biljetten wa ren er dan ook naar. Mij bijv, had men bij een linnenwever onder dak ge bracht. En hoe dat zoo komt weet ik niet recht, maar aan het woord linnenwever hecht ik altijd het denk beeld van armoede en gebrek, misschien tengevolge eener geschiedenis, die ik eens in mijn jeugd heb ge lezen. nu nog de liefhebbers, bevorderaars en beschermers van oude kunst, die hemel en aarde bewegen om afbraak te voorkomen. Wij hebben reeds zooveel, wat de ouden bouwden, zien verdwijnen, en moet nu dit juweeltje van bouwkunst, eender monumenten onzer vaderen, waaraan zoo talrijke herinne ringen zijn verbonden, ook nog verdwijnen De Nederlandsche staat, die reeds zooveel wat oud en merkwaardig van bouwstijl was, restaureeren liet, zal ook wel eene aanzien- terkerk, de Oude Kerk en de Zuiderkerk, die ge allen beter zult opgemerkt hebben, evenals nog meer kerken, o. a. op de eilanden, dicht bij de Fabriek van Machines en Spoorweg- materiëel, op ’t Bickerseilandbeide ook oude gebouwen, die ge beurtelings opmerkt, als ge van ’t Centraalstation respectievelijk oost- of westwaarts reist; en verder nog kerken in ’t nieuwe gedeelte der stad. En dan nog de Oude-Zijds-Kapel, die zich bevindt onmiddellijk bij den ingang der Zeedijk. Ge merkt hierbij dus weer op, dat de oude gedeelten der stad, ten oosten van Damrak en Rokin, Oudezijds heeten en die ten wes ten daarvan Nieuwezijds. Zoo behoort de Warmoesstraat met de Nes tot het alleroudste gedeelte en heeft men aan ’t eind der War moesstraat de O. Z. Kapel en vindt men aan dien kant de O. Z. Voorburgwal en de O. Z. A chterbur g w’al. Daarentegen vindt ge in de Kalverstraat de N. Z. Kapel en ten westen er van de N. Z. Voorburgwal en de Spuistraat, die voorheen Nieuwe Zijds Achterburgwal genoemd werd. Vooral de torens der Wester-, Oude en Zuiderkerk zijn typisch Amsterdamsch en ver- leenen een eigenaardig cachet aan de stad. Men zou ze gewoonweg niet kunnen missen, z< >nder die torens zie je Amsterdam niet. Doch daarover basta. We zeiden, dat er reeds lang veel te doen is geweest over de N. Z. Kapel. Natuurlijk is reeds de grond, het terrein tusschen de Wijde en de Enge Kapelsteeg, zeer waarde vol en zou met een ton gouds lang niet te be talen zijn. Maar ook ’t gebouw. Daar gebeurde in 1345, wat genoemd wordt het Mirakel van Amsterdam, waarom de Kapel ook wel de Heilige Stede genoemd werd. Op kosten der Kapel was oudtijds zelfs een twee uren gaans lange weg gemaakt naar Sloten; daar langs konden vrome geloovigen opwaarts trekken om in de Kapel te bidden. Hun pad voerde dan over de Heiligeweg, waarvan ge nu den naamsoorsprong ook beter begrijpt. Het aanleggen van dien weg was mede de opkomst van de Amstelstad, want deze werd ook commercieel een attractie voor den omtrek. Toen de Hervorming in ons land doordrong, kwam, met de andere reeds genoemde kerken, ook de N. Z. Kapel in handen der Hervormden. Maar was dit wel zoo Daarover is juist langdurig geprocedeerd tusschen de gemeente Amsterdam en de Ned. Hervormde gemeente. En, nog geen twee jaren geleden is uitgemaakt, dat de Kapel behoort aan de Ned. Hervormden. Dat was een heele overwinning, want tegen een gemeente Amsterdam is ’t moeilijk pro- cedeeren. Die heeft mr. Kappeyne als ge meentelijk advocaat en de proceskosten zullen er wel komen. Nu de Hervormde gemeente zich in ’t on betwist bezit van de Kapel zag blijven, kwam echter de nieuwe moeilijkheid. De Kapel is bouwvallig. Jaren geleden had reeds het torentje gevaar opgeleverd, maar ook het heele gebouw is te bouwvallig om voor den kerke- lijken dienst gebruikt te worden. Verder heeft de Hervormde gemeente in deze buurt geen behoefte aan een kerkgebouw en restauratie, die alle gevaar deed verdwij nen, zou heel wat geld kosten. Nu is de N. Z. Kapel inwendig een ju weeltje van bouwkunst, dat, zoo mogelijk, be houden diende te blijven. En hiermee heb ik de verschillende gege vens genoemd, die aanleiding tot buitenge woon veel geschrijf en geredekavel gaven en nog geven. De Herv. gemeente heeft geen behoefte aan ’t gebouw en wil geen geld uitgeven voor algeheele restauratie van een kerk, die toch overbodig is. De Katholieken zouden gaarne het gebouw overnemen van de Herv. gemeente tegen goede som gelds. de Hervormden tegen de borst, zou de Kapel weer een bedevaartsoord kun nen den gekochte Kapel en dan Kalverstraat. Maar lijke som willen afstaan tot algeheele herstel ling van deze Kapel, beroemd om de prach tige pijlers. Misschien heeft menigeen wel eens een afbeelding gezien van de N. Z. Kapel in vroegere tijden, toen er natuurlijk geen kast jes waren en de Kapel mooi vrij uitkwam tusschen de beide Kapelstegen. Het mooist zou ook nu zijn, als ’t gebouw weer zoo kon uitkomen. Maar dat zal wel tot de »vrome< wenschen behooren. Er werd door de liefhebbers van oude kunst geklaagd, dat er zooveel oud moois verdwijnt. Waarlijk, veel is verdwenen, dat niet te behouden was, veel echter ook, dat had kun nen en moeten blijven. We hebben tijden gehad, dat de bouwkunst in ons Nederland op een zeer laag peil stond. Toen en ook in andere tijden nog zijn gebou wen geplaatst, die niets schoons hadden, zijn er bestaande gebouwen verdwenen, die kunst waarde bezaten. Het drukker wordend verkeer eischte ver- breeding van straten en stegen, demping van grachten. Dat was niet te keer en. En gelukkig bleven onze mooie hoofdgrach ten bestaan. Maar zij vormen niet meer, zooals vroe ger, de glorie van Amsterdam, niet meer zoo als vroeger de woonplaatsen der patricische kooplieden. Hoekhuizen zijn winkels gewor den, moderne winkelpaleizen, die niet aanslui ten bij de stille deftigheid der beroemde grachten. Aardige grachten typen, als bijv, de Regu- liersgracht, beginnen langzaam aan te veran deren. Doch keer dat eens. En verder volgens de woningwet en om nog meer redenen, moeten steegjes en slop pen, te smalle woningen en kelderwoningen verdwijnendaar is niets aan te doen, dat moet. Want beter de gezondheid en de goede zeden bewaard, dan een stukje oud-Amsterdam. Vraagstukken als 't Damvraagstuk moeten opgelost worden, omdat ’t moderne verkeer dit eischt. De belangstelling hiervoor moge reeds daaruit blijken, dat de bewoners van het Rokin f 300 als extra-prijs willen uitloven onder die inzenders van Damplannen, die ook ’t Rokin willen dempen. Ziet toe, van wie ge spreekt en hoe, En waar en in wat zin, Is eens het woord ter lippen uit, Het keert er nooit weer in. gaten en hoeken het niet veischuldigde, maar gevor derde geld bij elkaar. De eigenaar van »De Haai«, die den naam van zijn logement alle eer aandeed, stak het geld op, terwijl op zijne tronie als het ware de roofzucht en vraatzucht van het zeemonster te lezen was. Maar wij gingen weg met heimelijken wrok in het hart en bovenal kon ik het niet verkroppen, dat :k mijn makkers in de kaken van dezen haai had binnen gelood st. Ik had eigenlijk niet gedacht, dat ik den bloedzui ger ooit zou weerzien, maar het toeval wilde, dat ik in de gelegenheid kwam hem zijn afzetten betaald te zetten. Negen dagen later werd ons gelast in de nabijheid van hetzelfde plaatsje, waar wij zoo dure herinneringen hadden achtergelaten een telegrafische verbinding te maken. Daardoor waren wij genoodzaakt, ons nacht verblijf weder in »De Haai< bij Grijp te zoeken. Maar vooraf stelde ik mijn daar aanwezigen chef in kennis met hetgeen ons daar wedervaren was. Ik ken dien kerel, antwoordde hij, er hebben zich meer over hem beklaagd maar ik ben voornemens hem zooveel inkwar tiering op zijn dak te jagen als'maar mogel^k is. Dat zal hem wel een beetje tammer maken. Inkwartiering riep ik uit. Dat is een goed denk beeld. Kunnen wij bij hem in kwartier liggen Waarom niet Acht man De kerel is rijk; boven dien is alles bezet, maar bij hem zijn slechts een paar Beieren. Jelui kunt best bij hem onderkomen.. Een kwartier later stonden we, met onze biljetten gewapend, weer voor Grijp’s logement. Ik had intus- schen mijn kameraden iets in het oor gefluisterd, waarmede ze niet weinig in hun schik waren. Zoodra de waardige herbergier ons zag, straalde zijn gezicht van blijdschap en nog vroolnker keek hij, toen Er is in de laatste weken, laat ik liever zeggen jaren, verbazend veel te doen geweest over de Nieuwe Zijds Kapel. Zeer vele niet-Amsterdammers, die de hoofd stad wel eens bezocht hebben, zullen, even goed als wij, weten, dat die Kapel te vinden is midden in de Kalverstraat en wel op een terrein tusschen Kalverstraat en Rokin. Ik zeg zeer vele. En toch zullen er men- schen geweest zijn, die meermalen door de Kalverstraat liepen en er heelemaal geen kerk vonden; menschen, wier oogen te veel ge trokken werden door de prachtige uitstallin gen in de winkelreeksen, de drukte in de koffiehuizen, lunchrooms en melksalons, en de volte op de straat. En toch zijn er in deze straat meerdere kerken, eigenlijk wel een vijftal, als ge de twee kerkjes in den Begijnhof mederekent. Een dier ouderwetsche kerkjes, heel dicht bij het Sophiaplein, zal spoedig voor goed ver dwijnen het is een R. K. kerkje, de >Boom«, een bijkerk van de Mozes- en Aaronkerk. Heelemaal aan den buitenkant, aan den Haar- lemschen weg, schijnen de katholieken er echter weer een kerk voor in de plaats te krijgen. Doch nu de N. Z. Kapel. Als ge niet al te veel naar de andere din gen ziet, zult ge midden in de Kalverstraat een torentje opmerken, heel spichtig, met een uurwerk er bij en dan zult ge begrijpen, dat daar de Kapel moet zijn. Komt ge nader, dan ziet ge aan de straat winkeltjes, die de vormen der kerk aan uw oog onttrekken. Beziet ge die winkeltjes, de z.g. kastjes, goed, dan bemerkt ge tot uw verbazing, dat een paar dier kastjes niet meer dan een meter diep zijn, zoo op het oog geschat, en ge be merkt, dat de etalage zoo dicht mogelijk tegen de spiegelruit aanzit, dat de toonbank zeer smal is en er daardoor juist ruimte over blijft voor een drietal niet abnormaal gezette menschen om in ’t kastje te kunnen staan. Dan merkt ge op, dat de kerkdeur ook gemakkelijk te onderscheiden is, maar die zijt ge misschien meermalen voorbij ge loopen, zonder dat ge ’t wist. De Nieuwe Zijds Kapel behoort aan de Ned. Herv. gemeente, evenals de Nieuwe Kerk, vlak bij ’t Koninklijk Paleis, de Wes- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. mr.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1