SW1 ES OJiSBÈEi.
Een stille in den lande.
naasts:.
II
I
11
*1
I
J
1
1
s
gil
I hj
SlfflWS- H JIITOWIEBüd
11
Zaterdag 21 M<'art 190S
63e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
---Feuilleton.
'i
e
r
1
i
I
iets noodig. Er
En
'chen, met name de
er toe-
er aparte eerlij kheidsbegrippen
Hannes was aai
het volk hem nc;n de deur geweest. Hannes, zooals
altijd ellende bra'0md0, die met z’n hondenhokkie op
lieve moederen Had hij dat op, dan hielp er geen
zou ’t nu ook nnmeer aan> dan moest je er uit. Zoo
chinist, die zoov3t Dammers gaan; hij, de gewezen ma-
bij nacht en on "k0l jaren de spoor trouw had gediend,
zoek gehad varfijd op zijn post was geweest, had be
nen een dag of den deurwaarder en wanneer hij bin-
woonde, niet vtwat het huisje, dat hij al tien jaar be-
ke vrouw en Jrörliet, werden hij en zijn arme ziekelij-
malle Piet die 'msje, hun dochter, op straat gezet. En
genomen, wachuit medelijden bij hen in huis was op-
Dien eenen t tte hetzelfde lot.
sloeg en de mitacht> toen de regen je fel in het gelaat
zien, had ’t henJt jQ belette een meter voor je uit te
zich’ tien jaar D gelapt. Wat deed het er toe dat hij
had hem broodePS bad uitgesloofd, dat eene ongelukje
die op de onveil008 gemaakt; hij had de roode lichten,
ongeluk had nié’g0 baan wezen, niet opgemerkt, het
dat ie dronken kunnen uitblüven. Ze hadden gezegd
gelogen. Maar 7as> dat ie stond te suffen. Dat was
congé. de maatschappij gaf hem toch zijn
Gelukkig was
Vrouw Dammef er den eersten tijd nog geen nood,
had wat weggelé8 was altijd dood-zuinig geweest,
maanden lang kmidd voor 00n kwaden dag. Weken,
tijd zou er wel ieöa bet nog wel uitzingen, in dien
Maar die hoop bl49 anders komen, zoo hoopten zij
ongeluk gelezen, n£ek ijdel, ieder had van Dammers’
iemand durfde hem meer een machi - I
is ’t niet noodig op een cent te zien, dan kan
een gulden ook wel eens overgeslagen wor
den. En waar is dan het einde?
Wie eenigszins dieper over de zaak nadenkt
of iets beter met de werking der Algemeene
Rekenkamer bekend is, zal verklaren, dat haar
bestaan nuttig en noodig is. Alles wordt er
goed, zoo goed mogelijk nagezien en geen
enkele fraude ontgaat aan de heeren.
In een der jongste verslagen stipt de Re
kenkamer bijvoorbeeld den post vaste toe
lagen voor kleine onkosten* bij de Raden van
Beroep aan. Eerst waren deze als vaste toe
lagen op f 35.600 geraamd, doch later bleek
er bij specificeering slechts f 17.000 a f 18.000
noodig te zijn.
Nu wilde de Regeering bij de
kosten voor de
de tuchtscholen*
uitkeeren, doch de
van
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 27. cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
lijn zou heel verschillend kunnen loopen; de
lijnen der diverse belangen loopen heel wat
uiteen.
Maar juist in deze omstandigheden is na
zien van het huishoudleitje noodig. Als ’t
allemaal dingen waren, die niet anders dan öf stipt
eerlijk of bepaald diefachtig opgevat kunnen
worden, dan zorgt ieder of bijna ieder wel,
dat hij de eerlijke zijde kiest. Want niemand,
zelfs geen dief, heeft gaarne den naam van
oneerlijk. Maar ieder weet het, er zijn zooveel
dingen, waarbij de eerlijkheid van verschil
lende afmetingen kan zijn. Er zijn er zelfs,
waarbij te nauwgezette eerlijkheid gewoonweg
dom en onmogelijk mag genoemd worden.
We hebben pas gezien, hoe ’t met die
nauwgezetheid staat in een land als Italië,
waar een geheele stad zich inspant om den
lof te prijzen van een oud-minister, die vol
gens de allergewoonste begrippen toch niets
meer of minder dan een dief was. En die
edele Siciliaan, Nasi, de glorie van z’n vader
stad Trapani, zal wel niet de eenigste Itali
aan zijn, die
op na houdt.
Of ’t in Frankrijk steeds zoo eerlijk moge
lijk toegaat, zal bij velen niet zoo grif aange
nomen worden. Daar is ook wel eens gele
genheid om uit ’t laadje te snoepen.
En als we Rusland noemen, dan noemen
we één stuk bureaucratisch bederf.
Of in zulke landen het huishoudleitje ook
diende na gezien te worden 1 Maar wie zal
dit in Rusland doen, waar men in dit geval
moeilijk diefjes met diefjesmaat zou kunnen
vangen.
In ons land wordt het bedoelde leitje ter
dege nagezien. Daar zorgt, zooals ieder weet,
de Algemeene Rekenkamer voor.
Zooals ieder weet? We gelooven niet, dat
ieder weet, hoe nuttig deze »stille in den lande*
werkt. Ja, natuurlijk, ieder heeft meermalen
gehoord van den bekenden halven cent, waar
de heeren der Rekenkamer op vallen, maar
slechts weinigen weten, hoe nauwkeurig alles
wordt nagezien en nagerekend en overwogen,
om te kunnen constateeren, dat ’s Lands gel
den eerlijk zijn uitgegeven. De Rekenkamer
heeft in den volksmond den naam van op een
halven cent dood te vallen, maar al ware dit
zoo, waar zoudt ge de grens willen trekken,
als er nu toch serieus moet nagezien worden
ne toevertrouwen en nu was de kous leeg, had de
huisheer al een week of wat moeten wachten zou
het knappe boeltje met ’n paar dagen op straat wor
den gezet tot spot van de menigte.
Jansje was grootgebracht als een dame, had dingen
geleerd en kon meespreken over zaken, waar een oud
mensch met z’n verstand niet bij kon. Zoo zuinig
haar ouders waren, voor haar opvoeding hadden ze alles
over gehad. Daarom had ze het nu ook tot onderwij
zeres gebracht op het pension van mijnheer X., dat in
’t zelfde stadje in ’t noorden van ’t land was geves
tigd, als waar haar ouders woonden. Rijk was ze
daarom nog niet; alc ze haar kleeren, boeken en pre
mies betaald had, bleef er maar een bagatel over om
haar ouders toe te stoppen. Ja, die premies dat was
een manier van mijnheer X. Hij zou, als ’t kon, wel
willen dat z’n personeel zich zelfs tegen het scheef-
loopen der schoenen had verzekerd. Jansje was nu al
in een pensioenfonds en ziekteverzekering, maar mijn
heer had nu ook nog gewild, dat ze in een ongelukken
verzekering ging; als haar eens een ongeluk met doo-
delijken afloop overkwam, kregen haar nabestaanden
f 1000 uitgekeerd. Maar voorloopig dacht ze niet aan
den dood, want een eerste liefde was in haar hart ge
rijpt. Er door was ’t engagement er nog wel niet,
maar ieder vermoedde, dat ’n jong journalist, een jong-
mensch met de bescheiden positie van redacteur van
’t plaatselijk krantje, maar met des te grooter illussies,
wel spoedig aanzoek zou komen doen.
Ook malle Piet zou op straat gezet worden. «Veenhui-
zen dat was z’n voorland* zei Mie de schoonmaakster,
die vrouw Dammers altijd bij haar werk hielp, omdat
deze zoo zwak was, maar nu ook weg moest. Malie
Piet was vroeger stoker geweest, had op dezelfde »kar«
gestaan als Dammers. Maar omdat ie «sociale ideëen*
had, hadden ze hem overgeplaatst naar ’t Zuiden van
«kleine on-
com missiën van toezicht op
ook weer vaste bedragen
Rekenkamer zegt Bij
de Raden van Beroep ging ’t zoo en zoo,
wij verlangen specificeering; want daar heeft
’t Rijk gewoonlijk voordeel van.
De Rekenkamer maakt ieder spaarzamer,
zoowel de hoogste als de laagste. Want nie
mand wordt gespaard. De eerste minister
wordt evengoed op z’n ministeriëele vingers
getikt als de eenvoudigste klerk op z’n heel
gewone vingers.
Een minister schold bijv, een aannemer de
door hem beloopen boete kwijt. De Reken
kamer vraagt bij ’t nazien der rekeningen
«Was er overmachtDe minister moet ant
woorden «Neen.* Waarop de Rekenkamer
zegt«Wij kunnen die kwijtschelding der
boete niet goedkeuren. Gij, Excellentie, moet
ze dan maar opzettelijk als gunstbewijs ver
antwoorden.* En zoo geschiedde.
Den 7 April 1906 is het Internationaal post-
congres te Rome gehouden. Onze Indische
vertegenwoordiger gaat den 2 April te 4 uur
des namiddags op reis en krijgt zijn spoorweg-
kosten ChiassoRome, bedragende f 34.59,
van het Italiaansche spoorwegbestuur terug.
De Nederlandsche vertegenwoordigers gaan
op 30 Maart naar Rome en krijgen dat geld
niet terug.
Waarom? vraagt de Stille Kamer.
Het antwoord kan de lezer zich denken.
Doch latere reizigers op Staatskosten zullen
wel oppassen en het Rijk niet weer op on-
noodige kosten jagen.
Limburg. Daar was ie in de kost gekomen bij Raay-
makers, die zoo'n mooie dochter Marie had. Marie had
de aandacht getrokken van den lijnopzichter, een groote
mijnheer, die haar beter het hof kon maken dan die
ruwe kinkels van fabrieksarbeiders. Of de menschen
al zeiden dat daar toch niets van kon komen, dat ’t op
een ongeluk moest uitloopen; vader en dochter namen
’t voor wangunst op, sloegen de waarschuwingen in den
wind. Er kwam een tijd dat de opzichter al minder
en minder Marie opzocht, eindelijk zijn bezoeken ge
heel staakte. Toen vluchtte Marie onteerd en verlaten
naar Brussel. In ’t kleine Limburgsche plaatsje kon
zij niet meer blijven, ieder zou haar met den vinger na
wijzen. Neen, dan liever naar Brussel, waar niemand
je kende, het leven in, waardoor zij haar kind zou kun
nen onderhouden, zich wreken kon op de mannen. Piet
had daar, aan de Belgische grens het drinken geleerd.
Daardoor kwam het dat ie op ’n avond op ’t rangeer
terrein met zijn locomotief aanbotste tegen een kolen
wagen. De trein lag uit de liggels, de kolen waren
op z’n hoofd gevallen en heer lang had hij in het Zie
kenhuis gelegen. Geheel beter was hij nooit gewor
den, maar suf en idioot en bezield met een onzinnigen
haat tegen de spoorwagens. Het zwarte monster
noemde hij de locomotief, een monster dat dood, ellen
de en verderf zaait. En als hij den overweg, dicht bij
Dammers’ woning, den trein passeerde, baldde hij de
vuisten en sprak de domste verwenschingen uit. Wat
hadden de jongens dan een pret
Laatst was zijn geest iets helderder geworden. Hij
had den lijnopzichter ontmoet, die wegens zijn gedrag
verplaatsing had moeten aanvragen. Piet had ook af
geluisterd dat vrouw Dammers hem gesmeekt had haar
man een betrekking in de loods te bezorgen, dat de
ellendeling hoop gegeven had, om Jansje daardoor in
zijn strikken te kunnen vangen, ’t Zou wel niet zoo
gemakkelijk gaan als bjj een dom meisje als Marie,
Zooals de lezer weet, is in 1906 de Hooge-
school te Groningen afgebrand. Het was de
schuld van den verver, die op het gebouw
bezig was.
Behoort nu de verver, door wiens toedoen
brand ontstaat, niet schade te vergoeden en
derft hij niet ’t recht op vergoeding van de
kosten van ’t verfwerk en van de overige
werkzaamheden
Het schijnt wel, dat juist de Algemeene
Rekenkamer om die soort dingen moet
denken, wantDe mededeeling dezer beschou
wingen leidde er toe, dat zijne Excellentie de
stukken inzake den brand te Groningen deed
toekomen aan den landsadvocaat met de uit-
noodiging, nopens de rechten, welke de Staat
zou kunnen doen gelden, van advies te dienen.
Den uitslag hiervan heeft de Rekenkamer
nog niet vernomen.
Er komen soms curieuse gevallen bij de
Rekenkamer. Het is bijv, gebeurd, dat ze
de militaire autoriteiten er op wees, dat een
mark op niet meer dan f 0.60, een frank
hoogstens op f 0.50 berekend moest worden
en niet op f 0.65 en f 0.55, zooals de heeren
in hun eenvoud, maar niet ten voordeele des
lands, meenden.
Bij zulke opmerkingen moet natuurlijk de
betrokken minister wel bakzeil trekken.
Nu gebeurt ’t ook wel eens, dat de Re
kenkamer geen redres op hare aanmerkingen
krijgt, maar dit is eene zeldzaamheid.
Nu moge een enkele nog steeds beweren,
dat zulke dingen als de Groninger brand wel
van belang zijn, doch dat het doodvallen op
een halven cent toch wat al te bar is, we
herhalen nog eens Waar moet de grens ge
trokken worden Want komt ’t er bij ’t
Rijk niet op een cent aan, een heele gulden
kan ook nog wel gemist worden.
Het nut van de Algemeene Rekenkamer
zit ’m ook niet in die enkele guldens of halve
centen, die door hare accuratesse behouden
blijven, maar juist in ’t volgende Ieder ambte
naar of leverancier of aannemer of bankier,
zoowel de hoogste als de laagste, weet, dat er
nauwkeurig toezicht gehouden wordt, dat elke
uitgave of ontvangst gezien en nagegaan wordt
en daar zit ’t voordeel in. Daardoor is er
geen kans, dat ’t hier zal gaan als in Italië of
Rusland.
Heel nuttig werkt dus nog die «Stille Kamer.*
maar daatom zou hij Jansje desnoods ten huwelijk
vragen Toen kreeg Piet een duivelsch idéé. Hij
schreef aan Raaymakers wat er toch van Marie gewor
den was.
Jansje was besloten zich op te offeren. De journalist
werd afgeschreven, den opzichter zou zij ontvangen.
Moeder was gelukkig, vader had eerst nog tegenge
stribbeld hij wou zijn dochter niet verkoopen. Maar
voor het onheil kon geschieden, was Marie Raaymakers
overgekomen, heel uit Brussel. Zij had Dammers ge
waarschuwd en toen de opzichter in de kamer zijn
nieuw slachtoffer dacht te vinden, vond hij haar het
beeld der wrake, de moeder van zijn kind, die hem nu
haat en verachting in ’t gelaat slingerde. Toen was
ze heengegaan, weer het leven in, zonder Jansje gezien
of gesproken te hebben, wijl een afgrond die twee
vrouwen scheidde. Alleen Piet had haar naar het
station gebracht.
Nu was alles uit, de laatste hoop vervlogen. In
wanhoop zaten de oudjes bijelkaar, besloten te sterven.
Dammers zou turf halen uit het schuurtje, deuren en
vensters zouden worden gesloten en voor iemand er
iets van gemerkt had, zouden zij den eeuwigen slaap
zijn ingegaan. De schande zouden zij niet kunnen
overleven.
Maar een ander was hen voor geweest. Bij het pas-
seeren van den overweg was Jansje door den voorbij
snellenden trein gegrepen en vermorseld. Wie kon uit
maken of ’t al of niet een ongeluk was. «Nou zijn jullie
gered*, gilde malle Piet, die het vreeselijk nieuws over
bracht. Nou krijg je toch f 1000. O, dat vervloekte
zwarte monster.
En de idioot braakte de zonderlingste verwenschin
gen uit tegen z’n schrikbeeld, de locomotief, terwijl
vrouw Dammers bewusteloos ineen zonk.
Als des avonds de gewone huishoud»
ongeveer achter den rug is, wordt doe ia_g
ordelievende huisvrouw het huishoud!,r
of leitje voor den dag gehaald en
fiëerd. Dit behoort tot de bezigheden geveri'
slordige mevrouw gaarne vergeet, die een
huismama, houdende van orde en ie e.en
liefst vergeet, en die een lastige d.re^e niet
plaag minstens een keer overdoet. ienstbo en'
of er toch maar niet wat te bedifi om te zien
Het nazien van ’t huishoudle. vaE'
eene van die bezigheden, die v-jlt^e at 1S
trekkelijk vervelend is, maar die,v®le,n be’
omdat er toch controle moet ;.cr e °°rt,
goede dienstboden die contr zlJn.’ orndat de
zelfs liefst gebeuren zien, L0 e. ”iet vreezen,
op mogelijke verdenking -eneinde alle kans
nog iets anders buiten te &yan s or(bg eid
een enkele minder correcJluiten en dl® voor
dig is, teneinde de stipthc. dienstmaagd noo-
of in te brengen en mo/ld ,er *n te houden
geerigheid uit te sluiten. tellJke kans °P be'
In elke huishouding is
moet regel zijn en er mc zo°
vooral ook - dc mens?®1 toezlcht zlJn’
ondergeschikten, ui ’oiiif
zicht is. weten' dat
Niet in de laatste pk'
de allergrootste huishQ.ia?s ‘8 het noodig voor
Het is al een moeiIi?udinS’,dl.® Staat heet
huishouding alles eer?Jk werk m zoon staats-
omdat er zoovele difJk en billijk te houden,
lijkheid niet met ee^®n zlJn’ "aarblJ de blb
te bakenen en v b ^maaltje of passer is af
van welken kant erschillend is naar gelang
Vooral bij dem ze bezien wordt
uit de groote «pc Staat eldt 1dat ?aal
den Staat schijnt van EgyPte< en tegenover
niet graag oneCn /ele menschen die anders
niet zoo nauw te?rhJk zouden Wlllen zlJn’ het
men niet gaarne' neraen' Een Particulier zou
omdat zulks o? een halven cent benadeelen,
den Staat gaat?e®rliJk maar, alrs bel te&en
lijkheid in eenS dan 1S 1 net alsof, dl® on®®r-
belasting kan’* eenj andere naam krijgt. Wie
Wie invoerrecP ontduiken, laat t vaak met.
smokkelhandel ten weet te ontduiken, doet het
in ’t klein Xgebeurt zoowel in t groot als
melijk veel dinTaar bovendien, er zijn onnoe-
lijkheidsgrens ,&en> waarblJ de eerbJk.- of bd’
- - met te trekken is, of liever, die
-
jj.aaanden,
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 r
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aange.
«nomen.
- 11