NIEUWS- ES JIIÏEKTESTIEBLJD
VOOR SNEEK ES OKTREEES.
T OUDE LIED.
I
63e Jaargang.
Woensdag 17 Juni 1903.
Wo. 49.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
J
i
I
terstond bij mevr. Van
onderhoud met de dame gehad
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
«Wat verlangt u van mij, dokter
»Ik had eigenlijk eerder moeten spreken, doch nu
mag ik ’t niet langer uitstellen*.
»U maakt mij ongerust; er is toch
«Laat mij u vooraf geruststellen en tot kalmte aan
manen. Ik wil echter zonder omwegen u mededeelen
wat ik op ’t hart heb. ’t Betreft uwe dochter, me
vrouw
»Heeft zij iets dat u verontrust, dokter
«Niet zoo terstond, maar in de toekomst zou ’t erg
genoeg kunnen worden, ’t Meisje is in den laatsten
tijd nogal vermagerd en ziet er bleek uit. Gelukkig,
dat ze niet hoest*.
»Neen, hoesten doet ze niet, dokter
»Des te beter; maar zooals u weet is voorkomen een
beter en gemakkelijker middel dan genezen*.
«Dat is duidelijk genoeg*.
«Daarom moet u zoo spoedig mogelijk met uwe doch
ter een zachter klimaat opzoeken; de herfst is op han
den en daarom is ’t beter een week te vroeg te gaan
dan een minuut te laat*.
«Maar ziet u haar toestand dan zoo donker in, dokter?*
«Wat er gebeuren kan is lang niet altoos vooruit te
bepalen*, had hij ontwijkend geantwoord, maar voegde
er bij «Om echter volkomen zeker te zijn, dat de
kuur ontwijfelbaar gunstig zal werken, raad ik u zeer
ernstig aan nog heden te vertrekken*.
«Maar zoo haastig, dokter; dat is bijna niet mogelijk*.
«Och kom, mevrouw, dat kan niet zoo lang duren.
Besteed dezen dag dan om uw koffers te pakken en
reis morgen vroegtijdig af, als u dan beslist vandaag
niet meer gereed kunt komen*.
«En waarheen, raadt gij mij
«Trek naar ’t zuiden van Frankrijk of naar Zwitser
land. In laatstgenoemd oord zult gij willicht den
HOOFDSTUK VI.
16). Vervolg»
Nog wel een uur tobde de man over deze kritieke
zaak. Dit stond bij hem vastEr moest iets gevon
den worden, dat de geschiedenis zijne goede mevrouw
niet ter oore kwam. Terwijl Bram zich bijna suf
dacht hoe hij ’t moest aanleggen om de vreeselijke
tijding voor zijn mevrouw te verbergen, zag hij dok
ter Eiffel voorbijgaan. «Zou hij ons misschien kunnen
helpen,* dacht Bram toen, «hij is onze huisdokter en
ook de vriend des huizes.*
Toevallig had de dokter ook Bram gezien en eigen
als hij met den getrouwen dienaar was, had ook dok
ter Biffel hem toegevoegd «wat zie je er betrokken
uit, Brammetje
«Daar is ook wel reden toe, dokter,* had Bram ge
antwoord.
«Misschien gaat gij ook wel eenigszins gebukt onder
de omstandigheden der familie.*
«Dat doe ik werkelijk, dokter, maar nu is er iets
gebeurd, dat mij buitengemeen verontrust met ’t oog
op den toestand van mevrouw.*
De dokter scheen er nog niets van te hebben ge
hoord, doch werd nu door Bram weldra op de hoogte
gebracht.
winter nog ’t rustigst kunnen doorbrengen, üw huis
en eigendom wordt goed bewaakt als gij er uw trouwen
Bram laat blijven*.
Ofschoon het onverwachte voorstel mevrouw Van
Seilenaar wel eenigszins had verrast, eindigde zij toch
om er op in te gaan. Nu Mina haar als ’t ware alleen
was overgebleven, wilde zij niets onbeproefd laten,
om :t dierbaar leven der aanhankelijke dochter in ge
zondheid te bewaren.
Mina was inmiddels door den dokter met enkele
woorden ingelicht en dus mee betrokken in ’t complot,
met zulke goede bedoelingen gesmeed.
Vroegtijdig waren de beide dames reeds den volgenden
morgen afgereisd en de menschen die hen zagen gaan,
waren van meening, dat dit haastig vertrek in verband
stond met het misdrijf van den zoon des huizes.
Meelijdend tuurde men moeder en dochter na, die
door zulk een noodlottig geval heentrokken naar den
vreemde. De reistocht werd zonder overhaasting ge
maakt en een week ha hun vertiek, bevonden moeder
en dochter zich in een der schoonste dalen van Zwit
serland, waar de bergtoppen met zware sneeuwlagen
waren bedekt.
Met Bram werd geregeld briefwisseling gehouden,
doch Mina toog nog wel eens heimelijk naar het post
kantoor om te vragen of er voor haar ook nog brieven
poste restante waren. Telkens als er zulk een schrij
ven voor haar was, behelsde dit de een of andere me-
dedeeling omtrent het proces van haren broeder. Zoo
kwam zij na enkele weken te weten dat hij, dank zij
hare zorgen voor een uitstekenden verdediger, een
genadig vonnis had gekregen. Het meisje overlegde,
dat !t moeilijk zou zijn de zaak ook in de toekomst
voor hare moeder verborgen te houden, indien zij later
weer naar de oude woonplaats terugkeerden. Allicht
«Ja, ja,« zoo had toen de arts gezegd, «als ’t feit
voor mevrouw verborgen gehouden kon blijven, dan
zou dit zeer zijn aan te bevelen. Maar hoe ’t te
verzwijgen? Ziedaar de groote vraag.*
Dat was ’t ook juist, waar Bram zoo deerljjk over
inzat.
«Dokter,* zoo had hij toen plotseling gezegd, «vindt
u ook niet dat juffrouw Mina er slecht uitziet
«Ze schijnt althans niet zoo flink als in de lente.*
«Zou verandering van Incht haar niet ten goede
komen, dokter
«Misschien wel.*
«Maar dan moest zij spoedig vertrekken zoo mo
gelijk nog vandaag.*
«Waarom zoo haastig?* had de dokter gevraagd,
die nog niet vatte waar Bram heenwilde.
«Wel,* zoo was ’t antwoord geweest, «als u nu kon
bewerken dat zij vandaag nog heenging en hare moe
der haar vergezelde, dan was alle moeilijkheid opge
heven. Stuur ze naar ’t buitenland, liefst ver weg,
al moest 't zijn naar Italië. Alleen als mevrouw uit
het land trekt, zal ’t mij mogelijk zijn de ontzettende
gebeurtenissen voor haar geheim te houden.*
Toen de dokter eenmaal begrepen had wat de be
doeling was van den dienaar, overwoog hij tegelijker
tijd op welke wijze dit plan was uit te voeren en be
sefte, dat ’t nu zijn taak zou zijn om in deze verder
handelend op te treden.
»’t IJzer maar gesmeed als ’t heet is«, had de dok
ter verder gedacht en was terstond bij mevr. Van
Seilenaar binnengetreden.
Toen had hij een
in dezen geest
«Ah, ’t is goed, dat ik u eens alleen aantref, me-
I vrouwtje
Het doet iemand goed naar lichaam en geest,
wanneer hij ergens nog iets beteekent. Zij, die ons
liefhebben, geven ons kracht tot hetgeen zij van ons
verwachten.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
De heer De Vries, wethouder van Onder
wijs in Amsterdam.
Menigeen zal zeggen: De anti-rev. hadden
in den heer Heemskerk een wethouder van
hunne partij, maar niet De Vries, doch Delprat,
liberaal, werd diens opvolger en de heer De
Vries werd gekozen, toen de heer De Sauvage
Nolting, ook liberaal, om gezondheidsredenen
als wethouder bedankte. De heer Ketelaar,
vrijz. democraat, oud-onderwijzer en thans ar-
rond.-schoolopziener, was de tegencandidaat van
den anti man. Maar een 8-tal liberalen, waar
van zes oud-lib., stemden met de geheele rech
terzijde unison en zoo moest Ketelaar ’t ver
liezen. «Het Handelsblad* mag er zich op be
roemen, voor De Vries stemming te hebben
gemaakt. Uit den toon, die uit meerdere cou
rantartikelen spreekt en ook uit wat op een
soc. dem. vergadering gesproken werd, mag
men echter opmaken, dat die acht heeren li
beralen evenmin als de nieuwe wethouder de
sympathie van links hebben. Juist een man,
die tegen de Openbare school is, als machtig
wethouder van Openbaar Onderwijs, dat ge
schiedt alleen omdat de reactie baas wil blijven.
En zoo zou ik, in den geest der genoemde
bladen en vergadering schrijvende, nog verder
kunnen doorgaan. Doch basta.
Zooals overal, was ’t hier met de Pinkster
dagen zeer druk. Het weer had beter kunnen
zijn; vooreerst is droogte een eerste voorwaarde
voor reisjes, die slagen en dus niet in ’t water
moeten vallen. En dan, na die tropische dagen
verbeeldden velen zich, dat ’t eigenlijk koud
genoeg was. Doch Pinkstermaandag was ’t
weer goed.
Het was verbazend, hoeveel er echter, vooral
op dien Maandag, gereisd werd. Er was dan
ook heel wat te doen: Zangwedstrijd van de
allerpuikste gezelschappen uit Nederland en
daar buiten, zoodat van ouds beroemde koren
als de Maastraechter Staar ’t met een derden
prijs moesten doen. Het was een uiterst
moeilijk werk voor de jury, waartoe ook bui
tenlanders behoorden, in een paar nummers van
den wedstrijd de prijzen te bepalen. De ge
noemde Maastrichter vereeniging, gewoon als
ze is aan eerste prijzen, toonde zich bij de
prijsuitdeeling zeer ontevreden, zoodat er een
heel incident ontstond.
Op den Amstel hiëld de Koninklijke Zeil
en Roeivereeniging, die evenals «De Hoop*
haar diamanten feest vierde, met internationa
le wedstrijden, een goed geslaagd feest. Jam
mer dat het weer niet iets beter was, vooral
op den Zondag; eveneens jammer dat in som
mige nummers niet nog meer deelname was
en dat ook ingeschreven Duitsche roeiers
wegbleven. De prijzen van de «Koninklijke*
waren toch de moeite we! waard en bepaald
koninklijk te noemen. Als ge eens een vergelij
king maaktet met de prijzen der Sneeker Zeil-
vereeniging, dan zoudt ge u verbazen over de
vrijgevigheid der «Koninklijke*. Op Maandag
was ’t weer gelukkig geschikter, zoodat de Am
sterdammers weer van hunne ambitie voor ’t
prachtig waterteest op onzen mooien Amstel
konden laten blijken.
Want ’t waren, hoeveel vreemdelingen er
ook in onze stad mochten zijn, bijna uitsluitend
Amsterdammers, die den vluggen gang der
ranke gieken volgden.
De vreemdelingen waren ’t meest te vinden
bij de groote wedstrijden ter gelegenheid van
’t 40-jarig feest van ’t Ned. Gymn. Verbond.
Een prachtig driedaagsch feest, dat duizenden,
ja tienduizenden op de ruime terreinen achter
’t Rijksmuseum bijeenbracht. Ook Belgische
en Duitsche turnvereenigingen deden mee en
verhoogden mede den grootschen aanblik van
ptocht en uitvoering. Een keurig slot vormden
de ordeoefeningen der 5500 kinderen. Zoo
veel kinderen, allen gelijkelijk zich bewegen
de, allen luisterend naar hetzelfde commando.
Deze uitvoeringen namen zooveel tijd in be
slag, dat bijv, op Pinksterzondag reeds ’s mor
gens om 7 uur begonnen werd. Ik behoef u
niet te zeggen, dat ’t getal toeschouwers toen
uiterst gering, slechts even boven nihil was.
Het zou wonder geweest zijn, indien ’t anders
ware.
En ondanks die groote buitengewone attrac
ties, zich voegende bij de gewone, die toch
reeds zoovele zijn, ging toch een stroom van
Amsterdammers naar buiten, zoodat spoor en
tram ’t enorm druk hadden. Natuurlijk naar
Zandvoort, dat weer ontwaakt is uit zijn lan
gen winterslaap.
Maar gingen er velen uit, nog meer kwamen
er in. Het aantal personen, die deelnamen aan
zang- of gymnastiekwedstrijden, liep reeds in
de duizenden, reken dus ’t aantal andere be
zoekers maar op tienduizenden.
De gemeentetram had ’t ook zeer druk,
evenals de stoomponten van ’t Yveer. Op
Pinkstermaandag werden er meer dan 202
I
ia
Ik heb in de «Sneeker Courant* reeds gele
zen, dat mr. De Vries, anti-rev. en lid der
Tweede Kamer voor ’t district Sneek, waar
hij gekozen werd als opvolger van wijlen mr.
H. Okma, binnenkort voor dien Kamerzetel
zou bedanken, om zich geheel aan zijn wet-
houdersambt in onze hoofdstad te kunnen
wijden. Ook vermeldden de bladen, dat mr.
De Vries te Arnhem zou gewenscht hebben,
dat dr. Kuyper zich een candidatuur Sneek
zou laten welgevallen. Alle kans daarop
schijnt echter over te zijn gegaan. Immers,
de «Standaard*, het anti-rev. hoofdorgaan, dat
in de Warmoesstraat alhier wordt uitgegeven,
en welk blad de spreekbuis van den heer Kuy
per is, betoogde onlangs, dat, waar dr. Kuy
per te Sliedrecht een zetel weigerde, (en nog
wel ’t oude district van den a. r. leider), er
geen reden zou zijn, nu «Sneek* te acceptee-
ren, terwijl de omstandigheden sedert de Slie-
drecht-weigering niet gewijzigd zijn. Het blad
herinnert er verder aan, dat dr. Kuyper 16
jaren lang buiten de Kamer bleef en zijne
partij juist in dien tijd ’t meest tot bloei
bracht. Verder werd opgemerkt, dat mr. De
Vries, om noodelooze verkiezingsherrie te voor
komen, best tot 1909 kon aanblijven.
Intusschen heeft mr. De Vries zijn wethou-
derszetel in onzen Raad bezet. «De Telegraaf*,
die gaarne neutrale moppen pleegt te tappen,
vond dat het dagelijksch bestuur in onze raad
zaal, gezien van af de perstribune, een Ooster-
schen aanblik opleverde, ten minste Oostersche
ideeën deed opschieten in persbreinen, die 20
Meter van Burg, en Weth. verwijderd waren.
Nu, dat onze zoo hoog, ja onmisbaar geschat
te burgervader er uitziet als iemand, die een
kleine halve eeuw in Indië doorbracht, heb ik
in een mijner eerste Amsterdammertjes reeds
opgemerkt. De heeren mr. Z. v. d. Bergh en
prof. Jitta zijn loten van den stam, die eens in
Palestina woonde, de heer Delprat... maar
enfin, volgens ’t fantastisch oordeel van ge
noemden persman moesten het bij den heer
De Vries de sterk uitkomende wenkbrauwen
doen.
Mijne Sneeker lezers, die in de gelegenheid
waren ’t voorkomen van hun Kamerlid te ob-
serveeren, zullen misschien opmerken, dat die
persman niet laboreert aan te weinig verbeel
dingskracht.
duizend personen door de tram in de stad
vervoerd. Gemiddeld was ’t vervoer in de
eerste vijf maanden van dit jaar ongeveer 130
duizend per dag. Op dien Maandag reden er
dus 70 duizend meer mee dan gewoonlijk. Vooral
’s avonds, als de uitgaande Amsterdammers
weer terug waren, vertoonden straten en café’s
een drukte als op Koninginnedag. Men zag
overal de medailles en andere onderscheidings-
teekenen der turners en zangers, er werd weer
gehost, er was vroolijke beweging.
Of de janpleziers niet reden? Wel zeker.
Men zag ze weer, die ouderwetsch groote wa
gens met elk een klein twintigtal feestgenoo-
ten afgeladen.
Eigenaardig was ’t, dat zoo weinig vis-
schers, hengelaars en peueraars, met de stoom
bootjes naar Aalsmeer trokken. Nu, we gun
nen dien hartstochtelijken liefhebbers der hen
gelsport gaarne hun vermaak, maar voor de
eigenaars der talrijke tuinen en boomgaarden
in Aalsmeer was ’t heusch geen vermaak, jaar
lijks hunne kostbare vruchten en gewassen
door een vernielzuchtige bende te zien ver
nield. Het schijnt, dat de straffen, die de kan
tonrechter verleden jaar vrij talrijk aan die
pseudo-visschers oplegde, heilzaam gewerkt
hebben. Toch waren ook (Jitmaai de boeren
van Aalsmeer voorbereid en stonden gereed,
toen het bootje der Havenstoombootdienst ’s
nachts aankwam. Ook was de politie goed
vertegenwoordigd.
Maar ’t was ditmaal niet zoo erg noodig,
krachtig tegen woeste vernielers op te treden.
De straffen schijnen dus heilzaam te zijn ge
weest. En maar goed ook, want hengelsport
moet niet ontaarden in vernielsport. .Ze ver
andert toch al vaak genoeg in andere, bijv,
in drinksport.
Voor wedstrijden als op de Pinksterdagen,
is ’t Museum-terrein toch maar bij uitstek ge
schikt. Er is ruimte. Toch zal ’t gemeente
bestuur zeker gaarne zien, dat die ruimte een
beetje van hare overbodige grootte verliest en
er wat meer villa’s gebouwd worden. Dat zal
een teeken van bloei zijn en niet van afname
der bevolking zooals thans in de maand Mei
’t geval was.
<EE
OURANT.
DOOB
W. METS T z.