ft
J1EUWS- BS ADVERTENTIEBLAD
IWR SNEER BS OMSTREKEN.
63e Jaargang.
Woensdag 9 September 1908.
Uo. 73.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Van den Hak op den Tak.
I
Feuilleton.
Het offer van het geluk.
i
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
r
den ze van den Ykant en zeer velen maken
een tochtje naar Marken en Volendam, waar
door in den vreemde de meening verspreid
wordt, dat de meeste Nederlanders mutsen op,
pijpen aan en grove wol om hebben en in elk
hunner broekspijpen gelegenheid om minstens
een hectoliter appelen te bergen.
Doch in September is alles weer in volle be
weging. September is van ouds de kerrnis-
maand, maar de kermis heeft al lang een eer
lijke begrafenis gekregen; iets wat men dit
jaar in Rotterdam ook met succes heeft klaar
gespeeld. Maar toch, als herinnering aan de
oude kermis geven de schouwburgen gewoon
lijk in deze maand nog vroolijke stukken; de
menschen moeten eens ter dege kunnen lachen,
lachen, dat de lever schudt. Geen ernst, geen
drama’s met tragische momenten, maar scherts,
losweg gespeeld, waarbij de lach niet van
het tooneel, ook niet uit de zaal verdwijnt.
September geeft ons nog een faveurtje,
Zooals ge misschien zult weten, is onze be
roemde Artis (geloofme, ook de buitenlan
der, die Amsterdam bezoekt, gaat naar Artis,
zoowel de Brit als de Duitscher en de Fransch-
man,) onze beroemde Artis dan is alleen
toegankelijk voor de leden van de vereeniging
»Natura Artis Magistra< en voor vreemdelin
gen, die voor een halven gulden een heelen
dag in den grooten, prachtigen tuin kunnen zijn.
Nu zult ge zeggen: Wie kent alle Amster
dammers? Het zal heel gemakkelijk, ook voor
de bewoners der hoofdstad zijn binnen het
groote Artis-hek te komen.
Zoudt ge niet meenen, dat zulks niet mee
valt En een fatsoenlijk man zal er zich niet
aan wagen; die wordt tegen een niet al te
hoog bedrag liever lid en heeft dan toegang
tot zeer vele goede concerten. En bovendien
op Hemelvaartsdag, op Koninginnedag en
gedurende de geheele maand September is Ar
tis voor ieder toegankelijk tegen betaling van
25 heele centen. Met Hemelvaartsdag, toch
altijd een eigenaardige uitgaansdag, komen er
gewoonlijk over de tienduizend bezoekers in
den dierentuin. Natuurlijk loopt ’t thans, één
en dertig dagen achter elkaar niet zoo druk,
maar er wordt toch heel wat gebruik van ge
maakt. Het gros der Amsterdammers begroet
deze nobele goedheid van ’t Artis-bestuur met
vreugde en maakt gebruik van de aangebo
den gelegenheid.
Men kan er menschen in den tuin treffen,
verrassing glinsterden. De meester zeide bij zich zelf
dat hij nooit zulk een aantrekkelijke schoonheid gezien
had.
Hij wendde zich langzaam om en zag Nigel strak aap.
Hebt u dat intermezzo gespeeld
Nigel boog, sterk blozende doch met een glimlach
van voldoening.
Ik ben bij u gekomen om u te zeggen dat u talent
hebt en dat u dat niet hier op een zooveelste-verdieping
huurkamer moet begraven. Er waren fouten in, maar
oprecht gezegd, uw opvatting leek me bijzonder goed toe.
Nogmaals boog Nigel. Hij was te zeer verrast om
te spreken. Zulke woorden van zulk een man 1
Hermann Trevarrie zag intusschen Essie nogmaals
aan. Zij was achteruit getreden in de schaduw, maar
hij kon juist haar fraai profiel zien. En plotseling
begon zjjn hart op een buitengew one wijze te kloppen.
Ik bemin Nigel I Hoe kunt u mij dan zoo iets voor
stellen? Het is gruwelijk, verschrikkelijk, monster
achtig
Dat is het, antwoordde de meester, kalm maar zeer
bleek. Ik verontschuldig me zelven niet. Ik weet
alleen dat ik u wanhopig lief heb.
Het was slechts een week geleden dat hij in Essie’s
leven was verschenen. Nu was hij terug gekomen en
hij had het onomwonden gezegd Nigel Aldairs is een
genie. Daar zou ik mijn naam onder willen verwedden.
Ik zal een groot speler van hem maken, ik zal hem
beroemdheid, weelde, elk mogelijk succes bezorgen,
indien, als ik mijn woord gestand heb gedaan, gij mijn
vrouw wilt worden.
En Essie, ziedend van verontwaardiging, had het
voorstel afgewezen.
ADVERTENTIëN 4 oent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
1
heerlijker bestaan dan kunstwerken te scheppen, harts
tochten te beteugelen, emoties op te wekken in dui
zenden toehoorders. Maar lieveling, ik ben geen groot
musicus nog niet. Ik heb niets dan mijn eigen oefe
ning, nooit een eigenlijke opleiding gehad. Een scherp
criticus zou mijn spel veroordeelen, zoodat er geen
stuk van goed bleef. Indien ik maar geld genoeg had
maar laat ik maar stil zijn, dergelijke praal is toch maar
woorden verspi 11e r ij
Essie werd verdrietig toen ze de bitterheid in zijn
stem hoorde. Zijn decepties waren al langen tijd de
hare geweest en ze zag geen sprankje van hoop.
Het zal wel op het oude blijven, zei Nigel. Ik
moet leeren tevreden te zjjn met mijn salaris als klerk
en alle visioenen van grootheid laten varen. Maar
soms denk ik dat als ik maar eens met Herman Trevar
rie in connectie kon komen, die me wellicht verder zou
kunnen helpen. Hij is een geweldige meester, Essie,
en wanneer hij iemand met talent ontmoet, toont hij
altijd belangstelling.
Er werd aan de deur geklopt.
Even later ging de deur zachtjes open en een deftig
gekleed heer stond op den drempel. Het schijnsel
van het haardvuur verlichtte flauwtjes zijn welbesneden
gelaat en deed de levendige glans van zijn oogen zien.
Excuseer me, dat ik zoo kom binnenvallen, zeide hij,
met een zachte, welluidende stem. Ik bezocht mijn
vriend hier beneden en hoorde u spelen. Mijn belang
stelling werd in de hoogste mate opgewekt. Mijn naam
is Hermann Trevarrie.
Hij trad de kamer binnen, beurtelings Nigel en het
meisje aanziende.
Zijn blik bleef een oogenblik op Essie gevestigd, op
haar haren, die roodbruin in het vuurschijnsel glans
den, op haar blozende wangen, op haar oogen, die van
»Nooit biedt ’t zich tweemaal aan
[grijp aan dan ’t uur,
Als voorspoed lacht, ’t geluk den
[weg u wijst.
Dit toonde een Amerikaan te verstaan, zekere mijn
heer Charles Mac Gregor, die aan het station te Phila
delphia een Amerikaansche schoone, miss Estelle Mejjers
Imack, ontmoette. Zij kwam juist uit Atlantic City en
liet haar beurs vallen. Hij raapte die op, >Dank u,«
fluisterde zij. Gemeenschappelijk gebloos. Kennisma
king. Om 4.10 sprak men over het huwelijk, om 4.15
deed hij aanzoek bij papa, dat een tiende seconde later
was aangenomen. Een geestelijke werd gezocht en ge
vonden, naar ’t Bureau van den Burgerlijken Stand
werd geseind, de noodige getuigen waren binnen een
paar minuten opgeduikeld en precies 5.30, dus ander
half uur na de eerste ontmoeting, was het huwelijk
voltrokken. De jonggehuwden konden nog juist den
middagtrein naar Atlantic City halen. Dat ging dus
wel met stoom, zooals alles in Amerika men reist er
De kamer was in het halfduister gehuld, alleen het
zwakke schijnsel van het haardvuur wierp groote on
bestemde schaduwen op de muren.
In een hoek zat Essie met ingehouden adem te
luisteren. Het zachte, diepgevoelde vioolspel, dat door
de kamer ruischte, roerde haar tot in de ziel en scheen
haar te hypnotiseeren.
Bij het raam stond de spelerNigel Aldairs. Het
was of hij de viool een geschiedenis inblies en deze
ze weer aan de gespannen toehoorster vertolkte. Het
was de geschiedenis van des musicus’ liefde.
En Essie, zooals ze daar zat, onbeweeglijk met de
handen saamgevouwen om de knieën heen, was er
een toonbeeld van hoe volkomen zij in haar liefde op
ging-
De melodie was ten einde. Nigel trad op haar toe
en kuste haar feeder.
Vind je dat ik vooruit ga vroeg hjj.
Het was prachtig, Nigel
Zjjn jong hart, nog zoo vol van hoop en vertrouwen
sprong op van vreugde bij het hooren van de trilling
in haar stem. Maar hij schudde ongeloovig het hoofd.
Het was gebrekkig, zeide hij. Een meester zou hon
derden fouten in mijn vertolking van het intermezzo
gevonden hebben.
Er zijn menschen die een zonnestraal afkeuren om
het stof dat er in dwarrelt, zeide Els ie, eenigszins
heftig. Je bent een groot speler, Nigel, dat zal de ge
heele wereld eens erkennen.
Dat is mijn toekomstdroom, Essie. Wat kan er
Het is weer September, dus alles is weer
in volle beweging. Juist in ’t drukste reissei-
zoen is in onze stad ’t minst te beleven. Ge zoudt
zoo zeggen: dat is dom werk; als een winkelier
weet, dat er klanten in aantocht zijn, moet hij
zijn beste beentje vóór zetten, om ’t die men
schen aangenaam te maken. En de Amster
dammers, die weten dat er in de zomermaan
den zooveel menschen uit de provincie komen,
wilt ge zeggen, moeten derhalve zor
gen, dat die menschen de hoofdstad in volle
werking zien.
Ter wille van die menschen, waarvoor in de
zomermaanden toch nog genoeg te zien is,
zouden dus de dames en heeren van ’t too-
neel, de acteurs en actrices, zangers en zan
geressen, die ’t heele jaar zoo’n zenuwachtig,
ingespannen leven hebben, hun vacantie moe
ten opofferen, om in een onmogelijken tijd
van ’t jaar te spelen voor bijna ledige zalen!
Het is waar, onder de talrijke bezoekers der
hoofdstad zijn er, die gaarne een goede voor
stelling bij wonen, maar de groote massa komt
daar niet om. En de talrijke buitenlanders,
de Engelschen en Duitschers, Amerikanen en
Franschen, zullen wel respect hebben voor
het kennen en kunnen onzer kunstenaarsbent,
maar ze zullen wel geen voorstelling gaan bij
wonen, omdat ze de Nederlandsche taal niet
verstaan. De zomerreizigers komen om van den
zomer te kunnen genieten. De provinciaaltjes
moeten verder onze winkelstraten zien en in
onze groote koffiehuizen zitten; zij moeten bij
Kras of in de Kroon zijn geweest, Artis en
Panopticum hebben gezien; ze willen eens rijden
door de stad, eens naar het Tolhuis. Voor de
genen, die toch een comedie-avond willen, is er
heusch nog kans genoeg. Al zijn niet alle
gelegenheden open, er blijft toch nog heel
wat over; ge kunt alle dagen nog steeds uit
zoeken. En dat is u toch zeker voldoende?
Kom eens in plaatsen van den tweeden rang;
ge hebt er lang niet geregeld kans op uit
voering of voorstelling. Vraagt ge den kellner:
Wat is er van avond te doen? Dan moet hij
vaak hoofdschuddend antwoorden. De buiten
lander komt om ’t Rijksmuseum te zien, ook
om onzen mooien dierentuin; om onze grach
ten, onze typische winkelstraten; Baedeker ver
telt hun, dat ze de gezellige beweging in de
Kalverstraat eens moeten zien. Verder hou-
Hermann Trevarrie had niet anders verwacht, om te
beginnen. Hij stond op, om afscheid te nemen en zjjn
hoogste troef uit te spelen.
U denkt slecht over mij, om mijn aanbod, zeide hij
zich in de deur omkeerende. Ik eerbiedig uw slechte
opinie over mij. Ik had geen ander antwoord ver
wacht dan wat u mij hebt gegeven. Liefde is alles
daarom smeek ik u m[j te vergeven, wanneer u kunt,
want de liefde heeft mij tot u gezonden. Ik heb mij
zelf wijs gemaakt dat ik in uw hart kon lezen, dat u
Nigel zou willen opgeven, juist om zijnentwille.
Hij draaide de kruk van de deur om, doch het meisje
hield hem met een wild gebaar tegen.
spreekt van een opoffering uit liefde. Als ge mij
dan bemint zooals ge zegt, dan wilt ge Nigel helpen
zijn doel te bereiken om mijnentwille en van een prijs
spreken. Gij
De meester viel haar in de rede.
Ik zou alles willen opofferen, zeide hjj, alles, alles,
indien gij slechts mjjn vrouw wilt worden.
Hij was vertrokken.
Maar hij had voor Essie een visioen achtergelaten
dat zij niet vermocht te ohtloopen. Zij wierp zichzelf
op de sofa en verborg het gelaat in een kussen, doch
het droombeeld bleef haar voor oogen staan. Zij zag
haar beminde als een koning in zijn kunst, door duizen
den om zijn genie bewonderd.
En zij was de oorzaak van zijn grootheid, zij had hem
de vervulling van zijn wenschen mogelijk gemaakt door
zichzelf op te offeren.
Een uur lang vocht ze met zich zelf. Toen schreef
zij een kort briefje, dat zij aan Hermann Trevarrie
adresseerde, ’t Waren slechts zeven woorden.
Ik neem uw aanbod aan, Essie Linton.
Niets anders dan deze enkele, korte regel maar het
Duitsche en Engelsche vragen te luisteren en
hij kan ze niet verstaan, dus ook met beant
woorden. Zoo’n enkel woordje, dat gaat na
tuurlijk wel. Als bijv, een conducteur Van lijn
negen 't woord Jardin Zoölogique hoort, weet
hij wel dat de dierentuin bedoeld wordt. Maar
de menschen hebben wel eens wat meer te
vragen en dan vinden ze ’t natuurlijk aange.-
naam, dat ze verstaanbare inlichtingen krij
gen. We zullen ’t dus toe juichen, als ons tram
personeel, ten minste de conducteurs, en des
noods ook de dienaren van Sint Hermandad,
de eenvoudigste vragen in ’t Fransch, Duitsch
of Engelsch gedaan, kunnen beantwoorden.
Zoodoende zullen vreemdelingen zich beter
thuis gevoelen in onze stad, hunne bezoeken
repeteeren en op die manier geeft die alge-
meener ontwikkeling onzer mannetjes behoor
lijke rente aan de geheele burgerij, eene rente
in den vorm van een drukker wordend bezoek,
dat meer guldens in de beurzen van hotelhou
ders en winkeliers achterlaat.
Intusschen is ’t merkwaardig, hoe ’t laatste
deel van Augustus voor ’t dan juist het tal
rijkst reizend publiek den boel bedorven heeft.
Als zoo’n regenperiode een drietal weken later
komt en er dus eerst nog drie weekjes mooi
weer zijn, blijven vooral de gasten der zeebad
plaatsen een beetje langer. Met zulk bar
weer als we nu hadden, loopen plaatsen als
Zandvoort al heel spoedig ledig en bij mooi
weer kan 't ook in begin September nog aardig
druk blijven.
die terdege van hun kwartje profiteered Men
vindt er vaak heele huisgezinnen, papa en
mama en al ’t jonge goedje. Mama vooral
ziet er welgedaner uit dan anders vanwege de
meegenomen comestibles. Vooral 't lekkerste
is natuurlijk beter bij mama dan bij de kinde
ren verzorgd. En papa doet niet aan die pak-
jesdragerij. Het eenigste, wat men misschien
bij hem vindt, want als ge goed opmerkt,
begrijpt ge, dat er iets hardsch achter de jas
verborgen wordt, is een flesch, en gewoon
lijk is deze goed gevuld, ten minste bij de
entrée. Nu heeft mama ook wel een flesch bij
zich, waarin gewoonlijk melk is; maar in papa
z’n flesch zit geen melk; want als je toch uit
bent, hoort er een middel tegen de wormziekte
bij. De kinderen, die terdege met moeders
proviand over den weg kunnen, maar ’t zelf
liefst niet meedragen, hebben toch ook wat bij
zich; iets voor zich en voor de beesten. Snoep
goed voor zich zelf en vooral sausmangeltjes
voor de beesten. Dat dit laatste nog al in de
gewoonte ligt, kunt ge wel bemerken aan de
winkeltjes, juist tegenover den ingang van
Artis.
Nu ik zoo over onzen dierentuin schrijf, denk
ik juist aan de taalkundige ontwikkeling on
zer tramconducteurs. Onlangs stond er, ik
weet niet in welk blad, een ingezonden stuk
van iemand, die vol verbazing en bewondering
opmerkte, dat een conducteur van lijn 10
(HaarlemmerpoortMuiderpoort) een paar En
gelsche passagiers te woord stond en goed in
hun eigen taal op de hoogte bracht. De con
ducteur was blijkbaar trotsch op z’n kennen
en kunnen en de toehoorder achtte zich ver
plicht z’n ongehoorde verbazing in de krant te
uiten. Uit volgende ingezonden stukken kon
de man opmaken, dat z’n verbazing tot een
heel gewoon begrijpen kon gereduceerd wor
den, daar tegenwoordig aan de conduc
teurs gelegenheid wordt gegeven om in hun
vrijen tijd een taalcursus te volgen. En nu
moge de eene conducteur geen verstand ge
noeg hebben om met vrucht zulke lessen te
volgen, een tweede moge last krijgen met
z’n eega, die meent, dat haar manlief ook wel
eens thuis mag zijn; een goed deel der tram-
mannetjes volgen gaarne den cursus èn voor
de reputatie van onze stad èn zijne bedrij
ven, ja voor de reputatie van ons volk kan
dit heel wat te weeg brengen. Menigmaal
is een conducteur genoodzaakt naar Fransche,
IU RA NT
I