<5 «IfflWS- EJ1IIÏERTE5TIEBLAII HOR SNEEK ES OMSTREKEN. 1 Toen iTM M reis ham... •r I 63e Jaargang. Woensdag 1-4 October 1908. Van den Hak op den Tak. No. 83. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton, e 1 Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per S maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. ge- wien ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. kon braden en wat men hier voor een kostje slikken moest I En onze bedden thuis Martha, onze keuken meid, die tegelijk meid-alleen is, laat in den tijd van onze afwezigheid nog de matrassen vullen na onze terugkomst zal ik dan slapen als in Abraham’s schoot, ik zal mij kunnen uitrekken, als zoo bom Dat verschrikkelijke korte ledikant En hier nog veertien dagen te moeten blijven, voor zes gulden per persoon en per dag. En mijn vrouw mag ik er niets van zeggen, want ze heeft de ont spanning zoo noodig, ik mag haar geen tegenzin doen krijgen maar, het taaie schapenvleesch, het akelige bed, de vervelende menschen en die afschuwelijke vreemde kinderen ik kan het niet helpen dat alles nog volle veertien dagen ik gevoel mij ongelukkig; ik zou het liefst willen huilen en eer ik er recht om denk, rollen mij de dikke tranen over de wangen. Dat doet werkelijk goed. Niemand ziet het immers, ten eerste is het donker, en ten tweede mijn vrouw slaapt altijd zoo vast. Jawel Knak daar begint die ellendige electrische lamp in een van haar verraderlijke buien automatisch haar lichtbrengende werkzaamheid, ’t Wordt helder als de dag. Mijn eerste gedachte isNu zal ik weer het pleizier hebben mij tien minuten met het knopje te kunnen plagen mijn tweedezou mijn vrouw ook wakker worden en zien, dat ik geschreid heb Ik gluur voorzichtig naar mijn betere helft en wat zie ik Ze is wakker evenals ik. De tranen rollen haar maar onophoudelijk over de wangen... Maar Elsje, mijn Elsje wat scheelt je toch Ach manliefIk voel me hier zoo ongelukkig, dood ongelukkig 1 Ik wou je er niets van zeggen, omdat jij een ontspanning zoo noodig hebt. Maar overeenkomstig het programma. Wij spraken over niets anders dan over ons verlangen naar onze eigen bedden, naar Martha’s keuken en vooral naar onze beide honden. Onze bagage lieten we aan het station; wie had ze ook thuis de trap kunnen opdragen En wij konden ons wel een nacht behelpen. Morgen kon alles bezorgd worden. Van het station bracht een vigelante ons naar huis, waar we tegen middernacht arriveerden. Voor de huis deur stond een telegrambesteller, die onophoudelijk aan de deur klopte en tevergeefs op de bel drukte. Toen ik opendeed, verzocht hij ook binnen gelaten te worden, daar hij een telegram moest bezorgen. Aan wien vroeg ik. Hij noemt mijn naam. Maar eer mij het telegram wordt overhandigd, moet ik nog een gulden betalen voor het nazenden van Eben- strand, waarheen het telegram oorspronkelijk was zonden. Mijn vrouw is heel nieuwsgierig. Van is het Ik kijk eerst naar de onderteekening. Van Martha. Martha Wie is dat Maar Elsje, Martha is immers onze keukenmeid! Wat heeft die ons wel te telegrafeeren Ik ga in het licht der straatlantaarn staan en lees mijn vrouw den inhoud van het telegram voor: »üw komst heden onmogelijk. - Matrassen en canapé bij den bekleeder, gordijnen bij de waschvrouw, de tapij ten bij de tapijtreiniging; bedden bij de inrichting voor zuivering door stoom; fornuis stuk. Als 't u belieft daar blijven. Vriendelijke groeten. Martha«. We keken elkaar lang sprakeloos aan. Mijn vrouw kreeg het eerst haar spraakvermogen terug. Zeg, zei ze, die stuiver voor de vriendelijke groeten had Martha ook heel goed kunnen besparen. Wij gingen de trap op. ’s nachts lig ik wakker en huil. Maar schat, huichel ik, het is hier toch zoo aardig Ach ja, ik wist het immers wel, dat jij dat niet zoo voelt. Dat eeuwigdurende taaie schapenvleesch, het akelige bed, de vervelende menschen en ze maakte een pauze om haar tranen in te slikken. En die afschuwelijke, vreemde kinderen, vul ik aan. Nu, het duurt immers nog maar veertien dagen Intusschen gelukt het mij het licht uit te doen. Wij geven elkaar wederkeerig den goeden raad om te gaan slapen. Dan wordt het stil. Ik denk weer na. He daar heb ik een inval gekregen. Dat zal ik haar zeggen. Ik luister en bemerk, dat ze niet slaapt. Ik draai het hoofd om. Het licht brandt al weer. Ze huilt nog altijd en ze ziet er zoo ongelukkig, zoo dood ongelukkig uit, voor twaalf gulden per dag ze kan geholpen worden Elsje Man Waarom blijven we hier eigenlijk nog veertien dagen We hadden immers vast besloten den vier-en- twintigsten te vertrekken Ja, maar als bet ons nu toch absoluut niet be valt Zouden we dan niet even goed reeds morgen Ik kan niet uitspreken ze valt mij om den hals en kust mij, onstuimig als op den verlovingsdag. ont roerd als op onzen trouwdag. Dan roepen we beiden hoera, gaan rustig slapen en pakken ’s morgens ons rommeltje in. Aan onze Martha thuis telegrafeerde ik, voor wij op de stoomboot gingen, dat we in plaats van over veer tien dagen reeds denzelfden avond zouden verschij - nen. De zeereis en de tocht met den trein verliepen Mijn vrouw bekwamen de zeebaden niet goed; de dokter verbood haar het baden voor de eerstvolgende veertien dagen. En wij wilden juist nog veertien da gen te Ebenstrand blijven. Mij bekwam het eten niet, maar dat kon de dokter mij helaas niet verbieden. Het vleesch was te taai, de groenten waren te sterk gepeperd, de soep was te dun, het dessert beneden alle critiek. De bedden hadlen een zeer slechte eigen schap ze waren te kort. Zoo dikwijls je je eens be hoorlijk wilde uitrekken bom, daar stiet je met je hoofd of met de voeten tegen het hout. Soms ook al lebei tegelijk. Het electriseh licht had grillen. Als je het uit zou doen, moest je eerst een kwartier werken, eer je het zoover had. Je moest het knopje zesmaal een vollen slag omdraaien en dan een achtste slag terug dan ging het uit. Dat wil zeggen nog niet eens altijd. En meermalen ging het midden in den nacht zonder eenige hulp weer branden en dan begon de strijd op nieuw. De hotelier, dien ik verscheidene keeren in terpelleerde, beloofde mij, dat het zoo spoedig mogelijk gerepareerd zou worden. Reeds in het volgend seizoen. Of uiterlijk in het daarop volgend. In den nacht van Zaterdag op Zondag lag ik slape loos en overdacht het ellendige van onzen toestand. Nog veertien dagen op dit eiland, waar de eerste twee weken mij reeds zoo door en door tam hadden gemaakt. Als ik er aan dacht, welk een allerheerlijkst runder- filet, gelardeerd met roomsaus, onze keukenmeid thuis li-straten (een mooie gelegenheid om, als ge niet sterk op de koloniale aardrijkskunde zijt, uw kennis in deze materie te vergrocten); maar ’t gaat niet meer als in ’t begin van den aanleg, toen de straten als uit den grond ver rezen. Buiten de huizenreeksen ziet ge heel wat zand, waarmee ’t lage, weeke terrein reeds flink is opgehoogd, maar die zandwoestijn krimpt zoo weinig in. Van zandwoestijnen gesproken, wie er een reusachtige wil zien, ga eens per trein van ’t Weesperpoortstation, alhier, naar Utrecht. Pas hebt ge de lange Weesperzijde gehad, en reedt ge de groote geibouwen van een paar bier brouwerijen, van Blookers en Korffs cacao fabrieken voorbij, ot, zoodra gij den Om val voorbij zijt, stoomt ge langs een vele hon derden meters lang terrein, waarop onze Zui- dergasfabriek moet verrijzen Een paar jaar is men met ’t aanbrengen van dat zand bezig geweest en zoo heeft men eindelijk stevigheid gekregen, waar voorheen een onbegrijpelijk weeken bodem was. Hoeveel zand treinen hebben daar niet gereden Hoeveel duizenden kubieke meters zand waren daar niet noodig We hebben de getallen niet voor ons, maar ’t zal een respectabel getalletje zijn. Natuurlijk is de Zuidergasfabriek nog in lang niet gebouwd en gereed om gas te leve ren. Maar, al moet onze gemeente zuinig, uiterst zuinig zijn met de dubbeltjes en heel wat nalaten om de begrooting voor het jaar 1909 zoo’n beetje sluitende te maken, toch kan de bouw der nieuwe fabriek niet ver traagd worden. Immers, de beide bestaande fabrieken, de Ooster- en Westergasfabrieken, kunnen, geholpen door de reusachtige Electri sche Centrale, haast niet in de steeds stijgende behoefte aan licht en stroom voorzien. Men mag beweren, dat de nieuwe lichtfa briek uitstekend geplaatst wordt, aan den bui tenrand der stad en juist evenver verwijderd van de twee andere fabrieken. Het is ook haast niet bij te houden, hoe de behoefte aan licht en kracht toeneemt. Het tramverkeer, dit jaar in de stad reeds over de 140 duizend per dag, vordert telkens meer stroom. De winkels, hotels, koffiehuizen, pu blieke verlichting gaan er steeds op vooruit. Ik noemde zooeven de Electrische Centrale een reusachtig gebouw en dit mag met het volste recht, vooral wanneer de vergrooting geheel voltooid is. Als ge u wilt overtuigen, moet ge maar eens de Hoogte Kadijk afloo- pen en verbaas u over ’t geweldige massieve bouwwerk met z’n even geweldige schoor steenen. Massa’s artikelen zijn reeds gewijd aan het ontslag der drie gemeente-ambtenaren A. Bu- riks, Z. Gulden en G. J. A. Smit Jr., en verle den week was reeds bekend, dat de heer Wi- baut, in opdracht van onze sociaal-democrati- sche gemeenteraadsfractie, de volgende inter pellatie tot Burg, en Weth. zou richten: »Welk gemeentebelang heeft B. en W. er toe gebracht de gemeente-ambtenaren A. Bu- riks, Z. Gulden en G. J. A. Smit Jr. te ontslaan uit den dienst der gemeente, wijl zij als re dacteuren van »Het Prinsenhof», orgaan van den Amsterdamschen bond van Gemeente ambtenaren, in het nummer van 17 September jl., nr. 86, hebben opgenomen een stuk, geti teld: «Erger dan Russisch!» en een bijschrift onder een stuk, getiteld: «Slecht lokaal!» Natuurlijk is er ook besloten actie te voeren, een weerstandskas te vormen. De afdeeling Amsterdam van den Federatieven Bond van Nederl. gemeentewerklieden heeft in een huis houdelijke vergadering besloten, deel te nemen aan die actie; en in die vergadering sprak de ontslagen ambtenaar Smit een zeer toegejuioh- te rede uit over de kwestie. Deze afdeeling besloot voor de te voeren actie den moreelen steun te vragen van het Nationaal Arbeids secretariaat, van de Christelijke Gemeente-werk- lieden-organisaties en van de Vereeniging van Wagenbestuurders en Conducteurs der Ge meentetram «Ons Belang». Men wil natuurlijk dit ontslag ongedaan ma ken en eischt vrijheid der vakpers. We willen hier de kwestie niet bespreken, wijl deze van verschillende kanten te bespre ken is en natuurlijk ook besproken wordt. Waar toch de een opkomt voor de vrijheid van den ambtenaar, zoodra hij buiten dienst is en, zooals we reeds aanduidden, opkomt voor vrijheid der vakpers, acht een ander, dat die vrijheid wel eens te ver kan gaan, ontaarden kan in hatelijkheid en een gespannen, onge- wenschten toestand brengt in een zoo uitge strekt gebied als de gemeentehuishouding van onze stad. De naam van het thans zooveel besproken blad »Het Prinsenhof* zal misschien een enkele onduidelijk zijn. Laten we hem opmerken, dat ons tegenwoordig stadhuis op den Oudezijds Voorburgwal, van ouds >het Prinsenhof» heet. Reeds eerder hebben we er eens over geschre- ven, dat ons stadhuis uit meerdere gebouwen bestaat; het eigenlijke stadhuis of Prinsenhof, waar de Raadszaal, de vertrekken voor den burgemeester en de vier wethouders, de af- deelingen, ten minste grootendeels, van onder wijs, armenzorg en nog meer deelen zijn; dan het Oost-Indisch huis, verder gebouwen op den Achterburgwal, het nieuwe gebouw voor den Burgerlijken stand op den Singel. Dus het eigenlijke stadhuis is het Prinsen hof en de andere gebouwen zijn er om zeer begrijpelijke redenen later successievelijk bij gevoegd. Ondanks de tijd van malaise, die reeds min stens anderhalf jaar aanhoudt en dezen zomer vooral merkbaar is in de afname der bevolking, kunnen we ons toch om meer dan ééne reden verheugen. Immers, terwijl Rotterdam thans reeds meer dan een millioen ton minder aan scheepsruimte zag binnenkomen dan verleden jaar, terwijl ook Antwerpen flink achteruit ging, is hier het havenbedrijf nog steeds voor uitgaande. En dat, terwijl er, wegens de slapte in de bouwvakken, zoo bitter weinig hout aangevoerd wordt. En de diamant-crisis bestaat niet meer. Want, waar op de negen duizend menschen, in dat vak werkzaam, slechts een paar honderd werkloozen zijn, kan er van een crisis en werkeloosheid geen sprake meer zijn. Het is te begrijpen, dat vooral de winkeliers zich hierover verheugen, want er komt weer koopkracht. Nog wel niet de al te weelderige koopkracht van 1905 en 1906. Want de langdurige werkeloosheid en de wel goede, maar niet overdadige uitkeeringen van den Bond hebben velen een heel eind achter op gebracht op financieel gebied; dat moet in gehaald en inhalen is lastig werk. Boven dien moet er ook nog al eens een gangetje naar Oome Jan gedaan worden om de inge brachte panden zoetjes aan weer terug te be komen. Velen zien echter in de bouwvakken den naderenden winter met angst en zorg te gemoet. Dat er weinig gebouwd wordt, kan ieder zien, die de buitenwijken der stad eens be zoekt. Als ge naar de Wielerbaan (op den Zeeburgerdijk, heel dicht bij ’t Abattoir) gaat en ziet de vorderingen der zoogenaamde Indi sche buurt, dan valt u op, dat er van aan bouwen haast geen sprake is. Ge ziet de Java-, Borneo-, Banka-, Celebes-, Billiton-, Ba- «Reclame» is het wachtwoord van onzen tijd, recla me de hefboom van den handel. «Goede wijn be hoeft geen krans» is een spreekwoord, dat voor onzen tijd afgedaan heeft. Reclame, reclame en nog eens reclame moet een zaak vooruitbrengen en op de been houden. Mark Twain, de bekende Amerikaansche hu morist, wist dat ook wel, al vóór hij zooveel naam had gemaakt. Hij was toen redacteur en uitgever van een klein blaadje. Op zekeren dag schreef hem een abonné, dat hij bij 't openvouwen van 't blad een spin had ge vonden en vroeg hem, wat dat kon beduiden. «Niets goeds of kwaads», antwoordde de humorist: «de ijve rige spin is onze medewerkster, zij kijkt na, wie ad verteert en wie niet; als ze iemand mist, spint ze voor den ingang van den winkel zooveel draden, dat het schijnt, alsof er in geen honderd jaar iemand over den drempel is gegaan. Dat deze redactie-spin in uw exemplaar is gevonden, is een bewijs, dat ze van plan is, daar spoedig met spinnen te beginnen». Dit ant woord had succes, want de aanvrager ging advertee- ren en hij bevond er zich goed bij, hij en de uit gever. Men mag tegenwoordig wel zijn best doen en er als de kippen bij zijn, als er wat te verdienen is, want de concurrentie en de mededinging is groot. Dezer dagen werden per advertentie gevraagd: «twee meis jes, f 5,— per week, voor ’t opplakken van postzegels en dergelijke. Adres Damrak 28 Amsterdam*. Een paar uur na ’t verschijnen van ’t blad had men op het Damrak reeds een «damesopstopping*. Minstens een paar honderd dametjes drongen al maar op, om zoo dicht mogelijk bij de deur van no. 28 te komen. »’t Is wat moois*, merkte een burgerheer op, «een flinke dienstmeid kun je niet krijgen, maar plakdametje worden, dat is je ware*. Nu, op gemakkelijke of schijnbaar gemakkelijke wijze geld verdienen, lacht den meesten menschen wel toe, zelfs onze spes patriae is er niet afkeerig van. Een paar piendere, glundere Amsterdamsche straatjongens boden den voorbijgan gers aan den «zeesalamander* te vertoonen, als elk der «dames en heeren slechts één centje* gaf. De ge vraagde entrée was niet onoverkomelijk en velen, die zich tot staan blijven hadden laten verleiden, wilden zich nu ook niet laten kennen. Er verdwenen heel wat centen in de broekzakken van den régisseur parlant au public. «Alla dan, dames en heeren, nou gaat het ge beuren.* Een zak wordt weggenomen en men aan schouwt een’ ondeugend-lachenden 5-jarigen kleu ter, van wien het alleen onbegrijpelijk is, hoe hij zich straks zóó klein heeft kunnen oprollen. De jongens gie ren van pret en de gefopte toeschouwers, och, zij ge noten niet minder dan ze van een echt zeemonster zou den hebben gedaan, ’t Is evenwel te hopen, dat deze slimme jongens later het leven niet immer zoo licht zullen opvatten, maar zich zullen spiegelen aan The- I OURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1