WWS- B ADVERTENTIEBLAD VOOR SNEEK Bi fflU BLOOKERS CACAO Een edele Zuster. Woensdag 23 December 1903. 63e Jaargang. No. 103. DAALDERS I 7 w.-. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Uit de Raadszaal. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton, i 4 Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. er OP ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar plaatsruimte. kost slechts de helft van andere goede cacao. De prijs van een bus van I Kilo (twee pond) bedraagt f 1.50 (een daalder). Kleinere bussen naar verhouding. Nooit los verkrijgbaar. Hij sloot zijne oogen en trachtte in te sluimeren, gewiegd door het ruischen van de zee en het zuchten van den wind in de pijnboomen. Tegen middernacht ontwaakte de zieke plotseling en kromde zich onder eene lange en hevige hoestbui. De verpleegster steunde zijn arme lichaam, geschud door de ruwe stooten, die opkwamen als uit de holte van een graf, üitgeput zonk hij eindelijk neer, een weinig rochelend. Zij wilde schellen. Maar met een wanhopig ge baar hield hij haren arm terug Waartoe Hij wilde geen getuigen bij zijn doodsstrijd. Niemand immers kon hem helpen. Waartoe dan iemand te roepen Zijne vingers tastten over het dek, met eene deer lijke poging, als om iets ongrijpbaars te zoeken... Daar nam zij zijne vermagerde handen in de hare. De zieke opende wijd zijne oogen. Hij voelde iets als deelneming en zware tranen, de laatste, rolden over zijn wangen. Zuster Mary is het niet vreeselijk, zóo te moeten sterven zonder iemand die mij liefheeft heel alleen Als een echo hoorde de verpleegster de vermaning van den arts«Doe uw best om hem de laatste uren nog te verzachten. Dat is het eenige liefdewerk, dat wij hem nog kunnen aandoen*. Daarom zeide zij Ben ik er dan niet U o, uJa ja, u hebt mij braaf verpleegd u bent goed voor mij geweest zoodat ik mij bij u haast omringd voelde door eene lieve familie. Maar ik weet dat u dezelfde zorg zoudt gewijd hebben voor den eerste den beste onder uwe zieken en dat u straks het zelfde medelijden zult voelen voor een stervenden be delaar. Is het niet zoo Toen, eenige uren later, de arts uit de kamer van Lord Lindsay komt, zegt hij dat men op alles moet voorbereid zijn, dat de patiënt nog slechts enkele da gen heeft te leven. Of hij nog veel zal moeten lijden vraagt de ver pleegster. Lichamelijk zeer weinig maar geestelijk des te meer, antwoordt de dokter, die ook een scherpzinnig psycholoog is. De man gaat sinds eenigen tijd ge drukt onder eene sentimenteele zwaarmoedigheid. Wat hem beklemt en beangstigt, is de gedachte van alleen te moeten heengaan, zonder eenige liefde achter te laten, zonder door iemand betreurd te worden. Miss Mary, doe uw best om hem de laatste uren nog te verzachten. Dat is het eenige liefdewerk dat wij nog voor hem kunnen doen. Maar hoe kan ik dat Wat kan ik voor hem doen U bent vrouw, en van een ziekbed hebben alle vrou wen een weinig van moeders, die woorden vinden om het leed te verzachten. Ik heb u dus niets te leeren. Peinzend keerde zij in de kamer van den zieke terug. Daar heerschte al het gerief, dat geld verschaffen kan, en dat de hand eener vrouw kan verfijnen. Over al reuklooze bloemen, anemonen en het witte heide kruid van Fréjus. De zuster buigt zich over het bed, waarop de ver oordeelde rust, met gesloten oogen. Ja, hij draagt wel het doodsmerk op zijn voorhoofd. De neusvleugels zijn pijnlijk ingevallen, de bloedlooze lippen hijgen naar adem. De jonge vrouw sluit de gordijnen, tempert het lamp licht, maakt een drank gereed, en dan, met een boek in de hand, zet zij zich neer tot hare nachtwake. De zieke had de oogen geopend en volgde haar met den blik. Hij sprak de waarheid, en zij had dus behooren te antwoordenJa. Maar de blik dier brekende oogen kwam tot haar meteenewonderlijke uitdrukking van spanning, weifelend tusschen vreugde en teleurstel ling. Zij voelde dat hier de waarheid een wreedaar digheid, de leugen daarentegen t/me troosteresse zou zijn, en dat in deze uiterste ure n 1 ideaal van alle dingen gelegen was in het eene woomteederheid. Had zij niet zichzelve bestemd tot dienaresse barer medemenschen? Daarom zeide zijNeen-heel eenvoudig, maar met neergeslagen oogen, alsof zij een bekentenis uitsprak. En toen verscheen er op zijn gelaat eén opklaren, alsof er door een venster een zonnestraal op viel. En toen, door deze blijde opwelling als geknakt, liet hjj zijn hoofd weer op het kussen vallen. Heb dank, Mary, prevelde hij. Heb dank Toen de kamerdienaar ’s morgens binnentrad, vond hij zijnen heer op een sofa gezeten, ongeduldig om op te staan. De gordijnen werden opgetrokken, en de groote zon van de Riviera, die de patiënt den vorigen avond had zien ondergaan, verrees wederom voor hem. Hij liet zich zorgvuldig aankleeden, ontbeet met den eetlust van een reconvalescent, en toen de dokter binnentrad, zeide bij tot hem O, ik ben veel beter 1 De medicus zweeg. Hij wist wat hij van dit opti misme te denken had. Hij veroorloofde den patiënt een uitritje in de zon. Het was een dier Eebruari-dagen, die een voorsmaak brengen van de lente, en aan de ten doode opgeschre- VERGADERING van den Raad der Gemeente Wymbritseradeel, op Za terdag, den 19 December 1908, ’s voor- middags 10‘/a uur. Tegenwoordig zijn eerst 13, later 14 leden; afwezig met kennisgeving de heer J. A. Visser. Voorzitter de heer H. M. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Na opening der vergadering door den Voorzitter, wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken, Punten van behandeling: 1 Notulen van den 14 Nov. 1908. Na lezing door den Secretaris, worden de notulen dezer vergadering onveranderd vastgesteld. 2 Ingekomen stukken en mededeehngen. De Voorzitter doet mededeeling van a Eene resolutie van Ged. Staten, houdende goed keuring van het kohier van schoolgeld over het 3e kwartaal 1908; b Een idem, waarbij wordt goedgekeurd het sup pletoir kohier van hoofdelijken omslag, dienst 1908; c Een idem, houdende goedkeuring van de gemeente- begrooting voor 1909 Maar aanleiding hiervan wordt, op voorstel van den Voorzitter, met algemeene stemmen besloten de begroe tingen voor 1909 van de verschillende Armvoogdijen in deze gemeente, thans definitief vast te stellen. Onlangs schreef ik over voorloopige toe standen, die in onze stad zooveel kans op be stendiging hebben en ik noemde ook een paar houten hulpscholen, aan de Bilderdijkstraat, tusschen Waterloo- en Jonas Daniël Meierplein, en aan ’t einde der De Ruyterkade. Tusschen haakjes gezegd: Wat kunnen ze hier toch amusant met den klemtoon omsprin gen. Ieder weet dat onze bekende dichter, die zooveel dichtregels in zijn mars had, dat, mocht hij eens van een hoogte naar beneden gevallen zijn, hij bepaald in versregels op de steenen uiteengespat zou zijn, dat onze dichter AzZderdijk heet, met den klemtoon op de eerste lettergreep, maar men spreekt hier nooit van AzZderdijkstraat, doch steeds van BilderaTyL straat. Zoo is er nog een straat, natuurlijk ook in de dichterswijk, een eind achter het groote Wilhelmina-Gasthuis, genoemd naar Pieter Lan- gendijk, de bekende 18e eeuwsche dichter, die onder andere >Don Quichot op de Bruiloft van Kamacho< dichtte. Nu, deze goede vrind is steeds gewoon geweest te heeten Pieter Lagendijk. Vraag nu eens iemand uit die straat, waar hij woont. Ge krijgt ten antwoord: O, meneer, in de Langed^’£straat. Tracht dan in uw onschuld vooral niet hardop te vermoeden, dat deze straat zeker grenst aan de Dijkstraat, ten Oosten van de persoon tusschen den juwelier en den afnemer en ontvangt enorme bedragen ter verhande ling zonder dat zelfs een re<?u van het ontvan- gene wordt afgegeven. Alleen uit notitieboek jes en kladjes van dezen Stokvis bijv., waarin op slordige wijze van een en ander aanteeke- ning is gehouden, blijkt van wie en tot welke bedragen hij diamanten in zijn bezit had. Na tuurlijk wordt ook door de tegenpartij, den ju welier, van het in commissie gegevene wel boek gehouden, maar of ock dit wel altijd ge schiedt in overeenstemming met de voorschrif ten, in het Wetboek van Koophandel bepaald, is in dezen eigenaardigen tak van handel, waarin zooveel op usances berust, ook nog- de vraag. Ge begrijpt, dat er stof tot spreken is in de diamantwereld en dat er vooral in het Casino heel wat over gerepeteerd wordt. Ge kent ’t Casino? Loop van de Amstel- straat (waar ’t Panopticum is) over de Blauw brug (over den Amstel) en dan ’t eerste hoek huis links, hoek Binnen Amstel Waterloo- plein. Daar ziet ge ook des Zondags vele menschen, zittende aan of gegroepeerd om ta feltjes, druk bekijkend de grootere en kleinere steentjes. Daar wordt heel wat omgezet. De zieke rilde en sloot zich enger de sjaal om de schouders. U moet naar binnen gaan, mijnheer, vermaande de pleegzuster. Hij knikte; maar toch wendde hij zijne oogen nog niet af van de groote zonneschijf die langzaam weg stierf, evenals hij, met de tragische zachtheid. Wat een heerlijke aanblik toch 1 Hoe grootsch en hoe liefelijk 1 Laat mij het nog eenmaal zien 1 pre velde Douglas Lindsay. Maar, mijnheer, wees toch verstandig, weet hoe slecht de avondlucht voor u is, berispte zacht de stem der verpleegster. De zieke rijst met moeite op, onwillig. Wat dee rde hem het gevaar Hij wist dat hij dezen nacht weer hoesten zou. Maar wist hij of hjj morgen nog de zon zou wederzien Hij heeft den arm genomen van de pleegzuster en stapt nu langzaam naar het hotel, waarvan de tuin uitkomt aan den Boulevard de la Croisette. Op den drempel van het hotel keert hij zich nog eens om naar de zee. De luister er van is verdwenen het water is grauw geworden, en slechts eenige hooge wolkjes gloeien nog een weinig na. Het licht is ge storven. De nacht breekt aan. Ja ja, mompelt de zieke zoo sterft eiken avond de zon en de aarde draagt rouw over Laar. En hij sleept zich in de weelderig uitgeruste vesti bule, waar een lakei eerbiedig voor den rijken Brit de deuren ontsluit. Nieuwmarkt, want ge zoudt op weg zijn den man te beleedigen. Zoo wordt hier niet alleen met de volledige namen het handje gelicht, ook de klemtoon moet ’t ontgelden. Neem bv. de Nieuwe Zijds Voortor^wal. Steeds den klemtoon op burg. En men zou toch verwachten, dat, ter onderscheiding van zL^Arburgwal de klemtoon op voor moest vallen. Met de uitspraak wordt blijkbaar bij ons nog al eens de hand gelicht, Doch ik ben geheel afgedwaald. Ik begon te schrijven over houten hulpscholen. Een dier bouwsieraden staat toch binnenkort te verdwijnen, nl. die aan de De Ruyterkade bij de vischafslag. Door de verplaatsing van het westelijk viaduct is de doorvaart aan die zijde van het Centraalstation ongeveer 150 meter westwaarts verplaatst. Maar door al die veranderingen, verhoogin- gen, vergravingen en ’t maken van flinke ka den is de hulpschool zoo ongeveer in een kuil komen te staan. En daar we aan »de kuilt (ge weet, dat deze minder respectabele inrich ting onder ’t Rembrandt-theater ligt,) meer dan voldoende hebben, kunnen we een schoolkuil best missen. En zoodoende moet deze voor- loopigheid wel verdwijnen, ten minste daar ter plaatse. Natuurlijk moet er een remplaQant komen. Wel neemt het aantal schoolkinderen niet hard toe, of liever in het geheel niet toe, maar scho len afschaften dat gaat toch niet. Het aantal kinderen op de openbare lagere scholen groeit niet. Gaat de bevolking dan achteruit, zult ge misschien vragen? Pardon, sedert een paar maanden gaan we weer voorwaarts, al is ’t ook met den slakkengang; we waren haast ge daald tot 564 duizend en nu zijn we toch weer boven de 565mille.Worden dan de openbare scholen in Amsterdam leeggepompt door de bijzondere, zooals dat in sommige landelijke ge meenten gebeurt, vraagt ge verder? Ook niet, ten minste niet in sterker mate dan vroeger. Wat is dan de reden, vraagt ge? Het antwoord is kort en bondig: We gaan met ’t geboorte cijfer hard achteruit. Terwijl Brabant en Lim burg geboortecijfers vertoonen van meer dan dertig per jaar per duizend, (doch ook een groot sterftecijfer, vooral de kindersterfte beneden ’t jaar is er groot!) moeten we’thier in Amster dam met ruim 22 per jaar per duizend stellen. We gaan hier geregeld achteruit. En of dat nu ligt aan de malaise, aan ’t nieuw-malthusi- anisme, geringere trouwlust, of minder fécon- diteit, daarover redeneeren we hier niet. Doch t feit der afname, der geregeld doorgaande afname bestaat. Neen, in dit opzicht is ook Rotterdam ons nog een heel stuk voor. Dus een nieuwe school! Naar sommige bladen meldden, moeten ten stadhuize plannen aanhangig zijn om het terrein van de afgekeurde Burghtschool aan de Heerengracht, bij de Bergstraat, een nieuwe lagere school te stichten, waarbij een proef genomen zal worden met een speelplaats op het dak. Een lumineus idee zult ge zeggen. Als ’t niet in de lengte en breedte te vinden is, dan maar de hoogte in. Dan maar de lucht in! zei van Spêyck. Indertijd is bij de verbouwing van school B in de Zandstraat ook sprake geweest van de in richting eener dakspeelplaats. Doch de oppo sitie in den Raad was, naar we meenen, de aanleiding, dat een minder kostbaar plan van verbouwing is gevolgd, waarbij de speelplaats op het dak verviel. En als ’t nu dezen keer eens lukt, dat B. en W. hun zin krijgen, dan moet ge nog niet mee nen, dat we daarmee de eersten in de wereld zijn. In ’t buitenland komen hier en daar reeds zulke speelplaatsen voor. En bovendien, wat grootsche inrichting van schoolgebouwen betreft, kan bijv. Duitschland ons nog vaak ten voorbeeld dienen. Berlijn bouwt, om maar eens iets te noe men, thans een schoolgebouw, dat bijna een millioen mark zal kosten en waarin alle comforts worden aangebracht. Ieder heeft natuurlijk in de couranten kun nen lezen, dat de com mission n air Stokvis naar Londen gevlucht was, aldaar aangehouden en via QueensboroVlissingen naar Amsterdam teruggebracht werd. Stokvis was commission- nair in diamanten, heeft zoo langzamerhand een half millioen gulden verduisterd en daar van nog een luttel bedrag overgehouden. Hoe zoo’n diefstal mogelijk was, behoeft ge niet te vragen, als ge weet, hoe groot het onderling vertrouwen in den diamanthandel is. Ook onder veehandelaars bestaat vertrouwen op ’t gespro ken woord. Maar dit is nog niets, vergele ken bij dat in de diamantwereld. Een com- missionnair, moet ge weten, is een tusschen- 1 ‘V X. 1 ■y-A i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1