KIEDWS- Ba AIHERTEKTIEBLAD
VOOR SREEK ES ORSTREKEA.
V
De Verdenking.
64e Jaargang.
Woensdag 20 Januari 1609.
No. 6.
W.-
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel,
Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton,
Fx
al
Voor Huis en Hof.
o
—o—
k i
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
len van een paarlsnoer voor minder misdadig dan het ste
len van haar zoon’s hart. Hoe onbeschaamd, dat de dood
arme dochter van een ouden zieken, gepensionneerden
officier de genegenheid wist te verwerven van haar
Koenraad, met wien zij geheel andere plannen had.
Neen, daarvoor hadden haar man zaliger en zij zelf niet
gewerkt en geploeterd, om nu zoo’n arm ding in het
warme nest te zien
Bij haar toornige overpeinzingen dacht mevrouw
Rechling er volstrekt niet aan, dat zij eenmaal ook een
dood-arm meisje was, de onbeschaafde, slecht onder
wezen dochter van een handwerksman in een vergeten
dorpje van Havelland. Het was reeds lang geleden,
waarom zou zij daar nu nog aan denken Het was ook
reeds lang geleden, dat zij de vrouw werd van den boer
Rechling, die in het eerste jaar van hun trouwen in
zijn weiland een put groef en de kleiaarde vond. In
den beginne wilde zij van dien zwendelboel niets weten
en duchtig had zij gekeven, toen haar man zijn kleine
vermogen besteedde aan de oprichting eener pannen-
fabriek. Hij had toen zelfs schulden gemaakt om klei-
houdende landerijen te koopen, die destijds nog goed
koop te krijgen waren. Gelukkig had haar man echter
niet naar haar geluisterd. Hij was zijn eigen weg ge
gaan, had flink gewerkt en haar opgewekt om zijn
voorbeeld te volgen, en de uitkomst had hem geheel
in het gelijk gesteld.
Bij zijn dood liet hij een vermogen van verscheidene
millioenen na. Zijn pannenfabriek was voorzien van
de nieuwste machinerieën en kon aan andere dergelijke
inrichtingen tot voorbeeld gesteld worden.
Hij had daarbij een fraai woonhuis laten bouwen,
waarbij men een schoon park vond,benevens bloemen-
en moestuin en een grooten boomgaard. Ook had hij
bij eenigen bloei ’t nieuwe maximum spoedig
overschreden zijn.
Men moet afmaken met de fabriek. Want
gaarne verlangt de Amsterdamsche burger naar
prijsverlaging van ’t gas en dat kan eerst als
er voldoende gelegenheid is voor veel meer
gasverbruik. Ieder begrijpt, dat het een met
het ander in rechtstreeksch verband staat.
Het is mooi, dat reeds in November de nieu
we gashouder in gebruik kan worden genomen
en misschien ware ’t wenschelijk, dat ’t reeds
een maand vroeger kon. Want de laatste da
gen van November behooren reeds tot de don
kere dagen voor Kerstmis en tot de drukke
dagen voor Sinterklaas.
B. en Weth. stellen wederom voor een O.
L. school, nl. no. 72, gelegen aan ’t ’s-Graven-
hekje, dichtbij de brug in lijn 13 (Prins Hen
drikkade) op te heffen en te veranderen in een
school voor voorbereidend onderwijs. Kosten
slechts 7000 gld. Er bleven in de school reeds
117 plaatsen onbezet.
Wederom! Denk echter niet, dat dit duidt
op minder bevolking, maar wel op ’t geregeld
doorgaand feit, dat de binnenstad minder be
volkt wordt om verschillende redenen (grooter
winkels, meer kantoren, afgekeurde woningen,
enz.) De bevolking trekt naar de nieuwe stad.
2). EERSTE HOOFDSTUK.
Vervolg.)
Louise lachte weer; zij was blijkbaar in haar schik
dat ze nu kon uitkramen over alles, wat ze wist van
de familie, waar Mina slechts sedert korten tijd in
dienst was. »Niet allen; menigeen, die de eerste moei
lijke jaren niet kon doorkomen, is daar te gronde ge
gaan. Verscheidene pannenbakkerijen zijn nu reeds in
de tweede of derde hand. Maar ook menig boertje is
rijk geworden, en de rijkste van allen was de oude heer
Rechling.*
»Was hij maar een kleine boer
»Ja, en de vrouw was de dochter van een schrijnwer
ker; dat kun je nog wel aan haar bemerken*.
»Maar Louise, je zult je dienst hier nog kwijt raken
met zulke praat. Je neemt het nooit heel nauw, maar
zooals je vandaag spreekt, heb ik je nog nooit hooren
uitvaren*.
»Zoo kwaadaardig als vandaag ben ik ook nog nooit
geweest*, antwoordde de keukenmeid, «en jij en Hen
drik bent ook niet op je gemak. Juffrouw Valentine
het huis uit te jagen, dat is te erg
»Nu, wees maar stil, Louise, ik geloof dat ze er op
uitgegaan is om haar terug te halen*, klonk een man
nenstem achter de meisjes, en in de openstaande keu
kendeur verscheen Hendrik, de huisknecht, die onbe
merkt nader getreden was.
«Waar is ze heen vroegen de meisjes te gelijk.
wijze heeren dus, die eerst met zooveel aan
drang de noodzakelijkheid van een nieuwe
gasfabriek bepleit hadden en daarbij op eenigen
spoed aandrongen.
Natuurlijk! Praatjes van sommigen, dat B.
en W. zich deerlijk vergist hadden.
Vergissing was er echter niet. Uit de zoo-
even genoemde getallen is dat vrij duidelijk.
Was 1908 geen malaisèjaar geweest, dan had
den we nu heusch al met de handen in ’t haar
gezeten.
Doch B. en W. hielden zich kalm. Ze had
den heusch al meer dan voldoende bewezen,
nog wel in een voortgaanden bloei van Am
sterdam te gelooven en niet mee te doen met
den Amsterdamschen berichtgever der N. Rot-
terd. Courant, anders lang niet de eerste de
beste, die ’t aan de glorie van de Rottestad
meende verschuldigd te zijn, in ’t voornaamste
daar verschijnend blad de decadence van onze
zoo lang beroemde stad te prediken. B. en W.
toonen steeds te gelooven in onze toekomst,
zooals blijkt uit de verschillende verbeteringen
en verfraaiingen, die worden aangebracht, uit
de ver strekkende asphalt-plannen, uit de
Damplannen en nog uit zooveel andere zaken.
Maar daarom mogen zij, in de toekomst
schouwende, den toestand van ’t heden niet
vergeten. En daarom moest er verleden jaar
gedacht worden aan de geraamde elf ton tekort.
En daarom werd er ook gemeend, dat de
Zuidergasfabriek iets minder haastig kon ge
bouwd worden.
Doch was in 1908 ’t gasverbruik niet toe
genomen wegens de slechte tijdsomstandighe
den, op een slechten zou wel weereen beteren tijd
volgen en, als we een jaartje verder zijn, zul
len B. en Weth. wel gelijk blijken te hebben.
Thans is men bezig op de nieuwe terreinen
een haven met walbeschoeiing aan den Am
stel te maken en met den bouw van een re-
gulateursgebouw, een opzichterswoning en een
gashouder. Men verwacht tegen November
met deze werken gereed te zijn.
De nieuwe gashouder zal 70.000 kub. meters
gas kunnen bevatten. De inhoud der geza
menlijke gashouders zal dus van 294 duizend
tot 364 duizend meters stijgen; dus met bijna
25 percent. Dank zij deze meerdere capaciteit
zal men voorloopig in de behoeften
kunnen voorzien. Doch ook slechts voorloo
pig. Waar toch reeds in 1907 een dagmaxi-
mum van 349 duizend meter bereikt werd, zal
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
«Zooals ik zeinaar Wilmersdorf*.
«Naar luitenant Zier
«Ja, ik heb mevrouw duidelijk het adres hooren op
geven. Hoeveel haast ze ook had, kon zij toch niet
nalaten met den koetsier te onderhandelen en af te
spreken, dat hij op haar moest wachten om haar weer
naar huis te rijden, maar dan mocht hij den tijd van
het wachten niet in rekening brengen*.
«Zij kan het zonder juffrouw Valentine niet uithou
den*, zei Mina; «denk je, dat ze mee zal komen
«Ik geloof het niet*, antwoordde Louise.
«Nu, als mevrouw haar toestemming geeft*, meende
Hendrik.
Thans barstte Louise in luid gelach uit. «Aan zulke
dingen behoef je niet te denken,ik ken mevrouw beter,
zoo gemakkelijk geeft zij niet toe*.
«En ik ken onzen jongen heer, ik was zijn oppasser,
toen hij nog bij de kurassiers te Brandenburg diende,*
riep Hendrik; «die laat ook niet los*.
«Dat moet hij ook niet, dat zal hij niet, bevestigde
de keukenmeid; maar bij zijn moeder krijgt hij het er
niet zoo gemakkelijk door*.
«Oho, hij is zijn eigen meester, hij heeft een flinke
fabriek en is luitenant van de reserve. Hij heeft van
niemand bevelen te ontvangen dan van onzen keizer*.
«Nu, die zal het hem niet verbieden*, antwoordde
Louise. «Jij hebt zeker geen ouders meer, Hendrik
«Neen, ik was nog een kleine jongen, toen die ge
storven zijn*, zei Hendrik en keek daarbij de keuken
meid verwonderd aan.
«Juist, anders zou je weten dat vaders of moeders wil
nog altijd gewicht in de schaal werpt, al is die wil
ook soms verkeerd*.
«En daareven heb je gezegd, dat de jongeheer niet
moet loslaten*, merkte Mina op, die den plotselingen
Al eens eerder meen ik gesproken te heb
ben van onze gasfabrieken. Reeds lange ja
ren werken de Ooster- en de Westergasfabriek.
Wanneer ge met den trein gaat van ’t Cen
traalstation naar Utrecht, met de SS., dan ziet ge
de reuzenketel der Oosterfabriek aan de linker
zijde. eventjes voor de trein stilhoudt aan
Weesperpoort; gaat ge met de H. S. M. naar
Hilversum, dan vindt ge dien baas rechts. En
ieder, die wel eens per trein of per electrische
tram naar Haarlem gegaan is, moet de Wes-
terfabriek gezien hebben, tusschen de spoorlijn
en de vaart, jaist ongeveer waar de huizen
reeksen van de hoofdstad eindigen. Die beide
reuzen kunnen heel wat gas bevatten, samen
294 duizend meter, en dat is nog al zoo iets.
Gaat maar eens na, hoeveel bij u te Sneek de
toch nog nieuwe fabriek in haar gashouder
kan bevatten.
Reeds jaren is men echter bedacht op meer
dere capaciteit der stedelijke fabrieken, wat ook
geen wonder is. Meende men eerst, toen de
electrische centrale heel wat vervanging van
gas- door electrisch licht beloofde, dat er niet
zoo spoedig gebrek aan capaciteit zou komen,
weldra zou men van het tegendeel overtuigd
worden. Want och, ’t gaat met ’t lichtver-
bruik veel harder vooruit dan met de bevol
king. Deze laatste maakte in de laatste jaren
nu juist geen schitterende avance, maar èn de
gemeente-zelf (vooral voor een betere straat
verlichting), èn de particulieren willen meer
licht. En van de met elkaar concurreerende
winkeliers kan men natuurlijk alleen verwach
ten, dat zij, voor wier zaken een zee van licht
de grootste attractie is, menschen zijn daar
in net als de vliegen, èn gemeente èn par
ticulieren nog gaan overtroeven. Anders toch
is ’t voor de steeds meer verwende oogen
geen aantrekking meer.
Zoo geschiedde het, dat reeds in 1907 het
hoogste gebruik per etmaal (op één dag na
tuurlijk; niet gemiddeld per dag in ’t heele jaar,)
tot 349 duizend meter steeg.
In ’t laatst van 1907 werd de oeconomische
depressie merkbaar, die vooral in de eerste
helft van ’t vorige jaar haar hoogtepunt be
reikte. Klaagde men reeds in den zomer van
1906 geducht over slapte in de gewone be
drijven, in 1907 werd dit, ofschoon ’t jaar even
als in 1906 in sommige opzichten best was,
Uien worden te weinig gebruikt, in elk gezin dienen
zij wekelijks één of meermalen op het menu voor te
komen. Niet alleen dat zij den smaak van een gerecht
verhoogen, maar zij zijn ook bevorderlijk aan de spijs
vertering. Goed gekookte of gebraden uien werken
gunstig bij ernstige verkoudheid en heeschheid, men
ete er gerust flink van. Rauwe uien, liefste jonge,
drijven bij kinderen de wormen af, men kan de uien
dan een nacht in water laten aftrekken en het sap
’s morgens doen gebruiken. Bij steken van bijen en
wespen verzacht het sap de pijn, terwijl dit, vermengd
met azijn, opgesnoven, neusbloedingen stuit. Daartegen
wordt ook wel een doorgesneden ui in den nek gelegd.
Sommigen beweren, dat een stukje ui, op het tand-
vleesch gelegd, kiespijn bezweert. Dit alles te zamen
is zeker voldoende om zorg te dragen, dat men steeds
uien in huis heeft.
Waardeer wie stemming maakt ten goede, door
de macht van het woord of de gave van de pen, maar
breng het eeresaluut aan wie dat doet door eigen
voorbeeld.
De gebreken van anderen zijn gemakkelijk na
te speuren, maar die van ons zelf zjjn moeilijk te
vinden.
ommekeer in Louise’s stemming niet recht wist te
verklaren.
«Dat zeg ik nog, daar blijf ik bij», riep Louise, «maar
mijnheer Koenraad is een braaf net mensch, al heeft hij
soms oneenigheid met zijn moeder. Hij zal zeker alles
beproeven om haar in de minne tot toegeven te bewe
gen, maar als het niet anders kan
Zij liet aan Mina en Hendrik over de laatste
woorden er bij te doen en Hendrik vulde haar aan
door te zeggen «dan gebruikt hij geweld*.
Terwijl haar dienstboden zoo onbarmhartig, maar
niet zonder reden over haar spraken, reed mevrouw
Rechling naar Wilmersdorf, met geheel andere bedoe
lingen, dan Louise en Mina vermoedden.
Bij mevrouw Rechling was echter de toorn geduren
de den rit geheel verdwenen; zij gevoelde nu duivel
achtige vreugde en was zeer voldaan. Ha, had Valen
tine haar niet menigmaal beschaamd gemaakt en hare
betere inzichten en manieren laten gelden Had ze
het zelfs niet gewaagd, de oogen op te slaan naar
haar eenigen zoon, den fabrikant en reserve-luitenant
Koenraad Rechling En nu was ze een gemeene die
vegge geworden Ha, ze had het geld lief; maar voor
geen geld ter wereld had ze het genoegen willen mis
sen, dat deze ontdekking haar verschafte. Met haar
beperkt verstand dacht ze er niet aan, dat de zaak
anders gelegen kon zijn; het kwam niet bij haar op te
bedenken, hoe dom Valentine zou gehandeld hebben,
aangezien de verdenking in de eerste plaats op haar
moest vallen en zij haar geheele toekomst zou vernie
tigd hebben. Mevrouw Rechling had echter niet ge
leerd zoo te redeneeren. Het halssnoer van paarlen
was weg, Valentine alleen had den sleutel gehad, dus,
die moest het weggenomen hebben.
Misschien rekende mevrouw Rechling echter het ste- zijn eenigen zoon eene voortreffelijke opvoeding laten
niet veel beter en in 1908 ge weet er al
les van. En de winkelier zelfs begon te den
ken aan spaarzaam gasverbruik, terwijl de ge
wone burgers natuurlijk zeer spaarzaam moes
ten en veel zuiniger dan de winkeliers konden
zijn. Als ’t achteruitgaat, moeten maag en
binnenhuis het ’t eerst ontgelden; voor ’t oog
der wereld moet ’t andere zooveel mogelijk ge
lijk blijven.
Dus 't culminatiepunt van 1907 werd niet
bereikt, nog minder overtroffen.
Maar ge begrijpt, dat reeds vóór 1907 aan
de reusachtig stijgende behoefte gedacht werd.
Een stad als Amsterdam kan toch niet «neen-
verkoopen*, zooals ze dit bij u noemen.
De Zuidergasfabriek leefde dus reeds lang
in de hoofden der stedelijke regeering en de
plannen begonnen reeds in 1906 in uitvoering
te komen.
De uitvoering! Nog lang is ze niet afgeloo-
pen! Staking?
Geen kwestie van. Ge begrijpt dus, dat ’t een
heel werk moet zijn.
Nu, ge begrijpt, dat de nieuwe fabriek ook
op nieuwen grond komt te staan. En waar
in onze stad de oude grond, midden in ’t oudste
bebouwde gedeelte nog heel geen stevigheid
biedt, ja totaal niets op grond gelijkt, zoodat
men er heien moet als in een moeras, kunt ge
nagaan, hoe nieuwe grond er uit kan zien.
Ge reisdet zoopas even met me van ’t Cen
traalstation naar Weesperpoort, om de Oos-
terfabriek te kunnen zien. Och toe, blijf nog
even in de coupé zitten; we gaan nog verder.
Reedt ge zoo pas vooruit, nu gaat ge achter
uit, omdat ’t van Weesperpoort eerst een eind
terug gaat. Spoedig wordt ge echter uit ’t
railscomplex gewaar, dat we zuidelijk afhou
den langs de achterzijde der huizen van
Weesperzijde. Ge gaat langs de Deli- en Ko
ninklijke brouwerij, langs Korff’s en Blooker’s
cacaofabrieken, ziet over den Amstel de groo
te watertoren en bemerkt aan dezelfde zijde
een zeer lang opgehoogd terrein. Voor twee
jaren en verleden jaar zaagt ge er druk de
zandtreinen rijden. Ge ziet ook, dat er aan 't
einde der ophooging heel goed verbinding
met de Staatsspoor is te verkrijgen, hetgeen
voor aan- en afvoer van grondstoffen en pro
ducten heel gewenscht is.
Verleden jaar was er sprake van den voort
gang van ’t werk een tijdlang te staken. Het
ging uit van Burg, en Weth., van dezelfde
1
1
I