ÏWR SUM El OISTMEJ. t SIKEWS- ES IMEMWlEBLiD Gymnastiek. 84e ^Jaargang. Zaterdag 30? Januari 1809. No. 9. Feuilleton, De Verdenking. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. URANT werkelijk goede L t zich nog ie X) n 0 S 3 i 8 n n ir e Q i- e e li et Q- »n m ■y n g k- e- n- te ie ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. dan blijft alles onder ons. Ik zou toch niet gaarne al die drukte met de politie willen hebben*. Thans kwam er leven in het meisje, dat als versteend had gestaan. Haar zachte oogen schoten vuur en haar geheele lichaam trilde. Valentine maakte een bewe ging, als of zij mevrouw Rechling wilde aanvliegen, zoodat deze schrikte en onwillekeurig bukte. »Versta ik u goed*, bracht zij met moeite uit. «Be schuldigt u mij dat ik iets van u gestolen heb Houdt u mij voor een dievegge «Ei, als ge het ding bij den rechten naam noemt, ja, ge hebt mjj bestolen «Waagt ge het, mij zulk eene schandelijke beleedi- ging aan te doen kreet Valentine, terwijl zij ontsteld naar de deur der kamer keek; als haar vader ongeluk kigerwijze iets gehoord had, dan zou er een ongeluk gebeuren. «Gestolen is gestolen, ge moogt nu zijn wie ge wilt*, zei mevrouw Rechling, opnieuw boos wordende. «De schande is zeker nog grooter wanneer zoo’n juffrouw het doet, die zich altijd zoo voornaam heeft aangesteld. Laat u dus raden en ontken niet langer. Geef het goedwillig terug, anders zal de politie hier huiszoe king moeten doen». »U wil hier zeker een tooneel opvoeren, zooals in de romans voorkomt, mevrouwHeeft u een ring of eenig ander sieraad tusschen mijn kleeren gestopt om mij van diefstal te kunnen beschuldigen en zoodoende uw zoon van mij afkeerig te maken Neem u in acht, mevrouw, de gevolgen zouden op uw hoofd neer kun nen komen*. Met den mond en de oogen wijd open zat mevrouw Rechling sprakeloos, toen zij deze woorden hoorde. Eindelijk echter nep zij «Maar dat is een weergalooze onbeschaamdheid! Wilt ge op die manier de rollen omkeeren Mij te verden ken, dat ik iets uit een roman wil vertoonen 1 Dat gaat alle perken te buiten Zou ik me aan uw kleeren vergrepen hebben?* Zij snakte naar lucht en zweeg even. «Maar nu ben ik het moede «Ik ook!* stiet “Valentine uit. «Ik moet u herinne ren, dat gij in mijns vaders huis zijt*. «Ronduit gesproken*, hernam mevrouw Rechling, «bedoelt u daarmee, dat ik moet uitkijken, waar het gat van de deur is. Nu, met het grootste genoegen, want het is hier in dezen salon moorddadig koud, en mijn rijtuig wacht reeds lang genoeg. Maak dus voort en geef mij het halssnoer «Het halssnoer viel Valentine in, «welk halssnoer?* «Doe maar niet, of ge er niets van weet. Het paar- len halssnoer met diamanten slot ge hebt er altjjd zooveel zin in gehad «Het paarlsnoerDus ge beschuldigt mij, dat ik uw paarlsnoer gestolen heb «Waar zou het anders gebleven zijn Het is weg en niemand anders kwam in het kistje». Valentine stond voor haar en keek haar aan, alsof ze aanhaar gezond verstand twijfelde. «Maar hoe is het mogelijk? Mevrouw, denk toch eens naGe hebt zelf «Wilt ge me in het hoofd praten, dat ik u het hals snoer geschonken heb «Nu, ziet ge wel, ge zijt toch eigenlijk zelf de oor zaak van het geval*, zei mevrouw Rechling. «Hoe kon ik denken »U kon niet anders denken, dan dat ik een dieveg ge ben. Ge hadt den brutalen moed hier te komen en mij op de afschuwelijkste wijze te beleedigen, en nu durft ge nog te zeggen, dat ik de oorzaak van dit alles ben Dat gaat alle perken te buiten, dat is niet te verontschuldigenriep Valentine doodsbleek; haar oogen schoten vuur en haar gelaat toonde iets wreed aardigs. (Wordt vervolgd). Een aardig tijdverdrijf voor jongen en ouden in den langen winteravond is het vervaardigen van een eenvoudigen barometer. Dat geschiedt aldus: Men neemt een fleschje van een kwart liter inhoud en sluit dit goed af met een doorboorde kurk, waardoor een glazen buisje wordt gestoken, dat 5 a 6 decimeter lang is en een middellijn heeft van ongeveer 3 milli meter. Het buisje moet, als de kurk op het fleschje sluit, reiken tot 1/3 van de hoogte. Voor een derde wordt ook de flesch met water gevuld en dan de kurk er luchtdicht op bevestigd. Dan blaast men in de buis: luchtbelletjes ziet men dan door het water gaan, en gaat daarmee voort, tot het water 20 25 cM. boven de kurk der flesch staat. De barometer is klaar; alleen moet men deze, ten einde de temperatuursinvloeden te vermijden, in een bloempot metdroogzand plaatsen. Is er regen of wind op til, dan zal men de waterkolom in de buis zien stijgen. Hoe ouder onze herinneringen worden, des te schooner de lichtglans die ze omgeeft. We juichen nog, als we om de eerste maan den van dien krijg denken. Maar ook, ééne gravure in «The Graphic*, het groote Engelsche weekblad, staat ons nog duidelijk voor den geest. Natuurlijk, deze gravure was, evenals al de Engelsche plaatjes en al de Engelsche berichten, die tot den langen strijd betrekking hadden, nog al eenigszins naar Engelsche hoop gemaakt. Maar toch, ze bevatte een stuk waarheid, ’tgeen ons nu nog opvalt. Het was een plaatje, gemaakt na ’t gevecht bij Elands- laagte, toen de Boeren nog niet gereed waren; waarbij generaal Kók sneuvelde en tal van Boeren door de lanciers gedood of gevangen genomen werden. Het plaatje nu stelde voor een kamp met krijgsgevangen Boeren, vlakbij een spoorlijn. Een Boer vlucht en een Brit hem achterna! Aan dien Boer zit niets, wat vlug is; z’n pantalon is even lomp van snit als z’n geheele corpus. En die Brit, juist het tegendeel. Terwijl ge voor ’t plaatje staat te kijken, maakt ge een pari met ieder, die maar wil, dat die vlugge Brit natuurlijk vast en ze ker dien lompen Boer inhaalt. Ge zult meesmuilen, dat ’t natuurlijk echt Engelsch is, om zoo iets op die wijze af te beelden. Natuurlijk moest uit elke, en dus ook uit deze gravure de Britsche meerderheid spreken. Al kregen de roodbaaitjes ook zoo veel klappen als men ze maar met mogelijk heid kon toewenschen, toch de Brit is meer dan de Boer. Weet ge, waarom ook deze gravure in onze gedachten bleef hangen? Op die afbeelding zag die Boer er uit als een boer, die En- gelschman als een sportman eerste klas. Die boer mocht vlug en nog vlugger wegloopen, de veel ontwikkelder, beschaafder, handiger sportman moest hem inhalen. Die boer moge een oogen blik harder kunnen loopen, zoodat in ’t begin de afstand tusschen beide mannen vergrootte, maar aanstonds of desnoods iets later, moest de sportman inhalen. Kijk eens, we beschouwen de Boeren of Afri- kaanders als broeders van onzen goeden Ne- derlandschen stam. Daar moge iets op zijn af te dingen; men kan zeggen, dat ook Franschen en Duitschers mede de voorvaderen waren van ’t blanke ras in Zuid-Afrika, terwijl de Britten nu al meer dan een eeuw hun overal doordringenden invloed hebben doen gevoe len; en daardoor is ’t ras niet zuiver Hol- De meeste menschen gaat ’t zeker al net als ons: we mogen allen gaarne platen, prenten, schilderijen zien. Nu is er in dat zien reeds een heel ver schil. Er zijn menschen, die gewoonweg niet kunnen zien en onder degenen, die wel oogen bezitten en die ook gebruiken, beziet de een dezelfde plaat van een heel andere zijde dan de andere. En dan ’t verschil in de platen en schilde rijen! We weten 't allen, hoe in de meeste steden, zoowel hier als te Rotterdam of Am sterdam, meerdere winkeliers de aandacht trek ken door de welbekende prentjes uit de we- kelijksche Fransche revue, ge weet wel, die dingen met dat vele rood. Een kind, ja zelfs meerdere groote menschen vinden meer aan zoo’n plaat dan aan de mooiste kunstbij lage uit ’t beste Duitsche, Fransche of Engelsche tijdschrift. Lieve lezer, wanneer ge de menschen zich ziet verdringen voor zoo’n nieuw roodvallig prentje, trek dan, als ge zooveel meer kunst smaak bezit, niet te haastig den neus er voor op. Wanneer ge soms mocht opwerpen: Ziet, die ramp met dat schip of op die straat of waar dan ook, is immers niet naar waarheid afgebeeld; een vingervlugge teekenaar, die er heel niets van gezien kan hebben, maakte ’t ding op z’n bureaukruk. Ge hebt gelijk, maar pas ’t zelfde toe op werkelijk mooie kunstplaten, pas ’t toe op de beroemdste stukken uit de musea, wat is er dan anders? En weet ge, waarom we juist zooveel res pect ook voor die goedkoope reclamemaker- tjes dier Fransche revue hebben? Ze trekken den mensch, ze geven van de gebeurtenissen voorstellingen, die dieper in de hoofden en harten der menschen dringen dan de keurigste beschrijvingen. Ze geven indruk ken die beklijven in de zielen. En meent ge zelf anders te zijn? Nu, na deze wel wat lange verontschuldi ging.zult ge ’t ons niet kwalijk duiden, dat we ons praatje ook eens beginnen met een plaatje. Het gaat ons als u, we herinneren ons nog levendig den oorlog tusschen Boer en Brit. 5). TWEEDE HOOFDSTUK. Vervolg.} »Nu, dat had u zeker niet gedacht, dat ik zelf ko men zou begon mevrouw Rechling en zette daarbij een gezicht, dat, naar zij meende, veel waardigheid vertoonde. «Die eer heb ik inderdaad niet verwacht, mevrouw «Neen, een eer wilde ik u daarmee niet aandoen*, viel mevrouw Rechling haar in de rede. «Het is alleen aan mijn domme goedhartigheid te wijten, dat ik hier kom en de zaak niet dadelijk aan de groote klok heb ge hangen*. Valentine keek haar met groote oogen verwonderd aan. Wat bedoelde die vrouw eigenlijk Zij deed haar best om den loop van haar gedachten te raden, en meenende dat haar woorden doelden op haar ver houding tot Koenraad Rechling, antwoordde zij«O, mevrouw, u behoeft niet bang te wezen, dat mijn va der zijn toestemming zal geven tot mijne verloving met een jonkman, wiens moeder haar goedkeuring daaraan niet wil schenken*. Thans sloeg mevrouw Rechling de handen in elkaar en riep«He dat is niet onaardig verzonnen. Ge zet nog een hooge borst en spreekt van een verloving. Aan zulk een dwaasheid denkt mijn Koenraad niet meer dit goede is er tenminste uit voortgekomen*. Het was of een tweesnijdend zwaard door Valentine’s hart ging. Had Koenraad werkelijk nu reeds toege geven om van haar af te zien, en was zijn moeder gekomen om dezen triomf te verkondigen en zich te verlustigen in haar smart Zoo iets was van de hartvochtige, onbeschaafde vrouw te verwachten, maar niet zooveel laffe wankelmoedigheid van haar zoon In haar gedachten vergaf het jonge meisje den gelief de reeds het onrecht, dat hij haar had aangedaan. Koel, bedaard antwoordde zij «Ik begrijp u niet, me vrouw*. «Werkelijk niet?* vroeg mevrouw Rechling met een honenden lach. «Sedert eergisteren schijnt ge moeie- lijk van begrip te zijn geworden. Ik zal daarom dui delijker zeggen wat ik meen*. «Daarmee zult ge mij verplichten, mevrouw Rech ling Wat verlangt u van mij «Nu ben ik die voorname manieren zatviel me vrouw op ruwen toon uit. «Stel u toch zoo niet aan, u weet heel goed, waarvoor ik kom!* «Ik herhaal u, dat ik dit niet weet en verzoek u, het mij eindelijk te zeggen». «Nu, vooruit dansprak mevrouw Rechling, die meende, dat zij nu wel voor een oogenblik het weinigje, dat zij zich van fatsoenlijke manieren had eigen ge maakt, terzijde kon zetten. «Kort en bondig juffer, je geeft mij terug wat gij ge-wat gij bij vergissing hebt meegenomen*. Valentine deinsde terug. Op zulk een verschrikke lijke beschuldiging was zij niet voorbereid. Zij werd doodsbleek; haar oogen werden onnatuurlijk groot; zij wilde spreken, maar het was of haar keel werd dicht geschroefd. De stem weigerde haar den dienst. Met genoegen zag mevrouw Rechling al deze tee- kenen, die zij voor de onbedriegelijkste bewijzen van schuld hield, en daarom geloofde zij nu op haar ma nier, de gtootmoedige te kunnen spelen. Zij zeidedaar- om op vertrouwelijken toon «Nu, schrik maar zoo niet, ik zal u niet ongelukkig maken, hoe kondt ge zoo verblind zijn Ge kondt toch wel begrijpen, dat het spoedig uit zou komen. Geef me het ding maar hier, ge hchaamsontwikkeling, aan gymnastiek doen. O, we weten ’t, ge wilt zeggen, dat ’t spe len der kinderen ook uitstekend is. Accoord van Putten! Maar, de gymnastiek is nog beter. Deze geeft sterke spieren, geeft behendig heid, geeft berekening, geeft durf, geeft nog zooveel. Dan gaat er uit, wat we op die gra vure bedoelden met «boer zonder hoofdletter.* (We hopen, dat ook de buitenman begrijpt, dat we geen scheldwoord bedoelen!) Men is in den laatsten tijd bezig met ’t zoe ken naar een militair stelsel, dat ons land zoo weinig mogelijk kost, ’t volk zoo weinig mogelijk last veroorzaakt en toch ’t land zoo weerbaar mogelijk maakt. Over de moeielijkheid van ’t vraagstuk kun nen we ’t gerust allen eens zijn. Maar, wat we wilden aanstippen: één der voorwaarden voor korteren dienstplicht blijft steeds: lichamelijke geoefendheid, gym nastiek. Gymnastiek en nog eens gymnastiek. We zijn sterk voor al de nieuwe sport, die ook vlug^maakt, die sportmen vormt, maar laat de degelijke gymnastiek doordringen in heel ons Nederlandsch leven. In de Eerste Kamer is bij de algemeene beschouwingen de opmerking gemaakt, dat 't algemeen invoeren der gymnastiek duur en haast niet mogelijk zal zijn, ’t Kan zijn, maar beterschap is aan te brengen. landsch gebleven. Bovendien is er nog iets. Stel u voor eenige broeders, zonen van één ouderenpaar. Allen blijven in 't geboorteland, hebben ’t daar door eigen vlijt goed en wor den de stamvaders van een talrijk volk. Maar één der broeders gaat met z’n gezin weg van den ouderlijken haard, ver van ’t vaderland, in een heel andere wereld, met andere men schen, andere natuur, andere dieren en plan ten, ander klimaat. Hij wordt de stamvader van een vrij talrijk volk,dat langzamerhand begint te vergeten,waar stampapaatje eigenlijk van daan is, dat zich aanpast aan de natuur, 't klimaat, enz. Zoudt ge durven beweren, dat ’t mogelijk kon zijn, na een paar eeuwen in ’t moederland en in ’t nieuwe vaderland van den landverhuizer vol ken van één natuur, van één taal, enz. aan te kunnen treffen? Dus, men mag beweren dat we de Afri- kaanders niet zoo geheel met ons behoeven te vereenzelvigen. Maar de taal wijst ’t grootendeels uit het Nederlandsche ras bleef de toonaangeven de en er is dan ook veel in de Afrikaanders, wat aan ons ras juist eigen is. En nu zijn we er eigenlijk. Laat die Engelsche gravure er mee gespot hebben, met opzet zeer Anglomaan geweest zijn, toch is er waarheid in. O, we weten, ook de Engelschen zijn niet allen sportmen, niet allen handig, vlug, vaardig, maar neem voor dien Boer van ’t Engelsche blad een ander, wie ge ook wilt, we willen dat type liefst weghebben. Er moet meer kwik in heel ’t volk komen. We moeten meer aan gymnastiek doen. Kijk, we zijn nu zoover, dat de gezond heidstoestand een heel stuk beter is dan vroe ger; laten we daar niet over uitweiden; ’t is zoo. Maar laten we van dit voorrecht een dankbaar gebruik maken. Laten we flinke, kante kerels worden; kante mannen, flinke vrouwen; menschen met vlug bloed, met goede spieren, met handige bewegingen, dat alles kan bij ons nog Jieel veel beter worden. Denk aan ’t oude spreekwoord Mens sana in corpore sano, een gezonde ziel alleen in een gezond lichaam Als ’t lichaam vaardig is, wil men ook de geest vaardig hebben. Laten we meer dan aan gezonde, verstandi- Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1