ÏOOII SM ES 018MM. NIEUWS- ES .WÏERTESTIEBL1D Beschermende rechten I z la De Verdenking. 64e Jaargang. Zaterdag 6 Februari 1606. No. 11. r k Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton, om En dan, Is- jn ns Kom onmiddellijk hier». Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 5 :1e iri en van 2 1 ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. - schets namelijk, de handen ineenslaan van ont zetting over dien brutalen Hollander. Ziet ge, zegt de vrijhandelaar, dat komt om dat wij geen, de Duitschers wel protectie heb ben. Door de hoogere arbeidsloonen kunnen de Duitsche werven dezelfde schepen slechts tegen hoogere prijzen maken dan de Neder landers. En de Duitsche scheepseigenaren mo gen nóg zoo voor den bloei van hun vaderland zijn, als ’t hun portemonnaie raakt, wordt die liefde zoolang apart gezet; zij bestellen schepen op Nederlandsche werven en mogen zij geen nieuwe buitenlandsche schepen invoeren, dan koopen zij pas gebruikte schepen van Neder landers. De Duitsche scheepsbouwers klagen ach en wee en een groot deel dier mannen hebben te Hamburg een vergadering gehouden om den lastigen Hollander, die ook met zijn eigen kustschepen tegen de Duitsche kustvaart con curreert, klein te krijgen. Na ampele discussies werd besloten tot barre maatregelen en welten eersten die scheeps bouwers verbinden zich geen reparaties aan in Duitschland varende Duitsche schepen, welke op Nederlandsche werven gebouwd zijn, te verrichten ten tweedenbij averij en in ge val van nood worden de gezagvoerders dier schepen niet geholpen. Vooral die laatste maatregel is Draconisch te noemen. Zal hij in zijn volle beteekenis toegepast worden Zal repressaille ’t gevolg zijn Intusschen gaat onze regeering zonder hor ten en stooten, zonder zware rukken aan de staatsmachine te geven, kalmpjes door. De vrijhandel blijft behoudenalleen ziet men wat scherper toe aan de grenzen. Het gaat er mee als in sommige gemeenten met den hoofdelijken omslag het percentage wordt niet verhoogd, maar het belastbaar inkomen wel. En dit komt voor den belastingbetaler al hee- lemaal op ’t zelfde neer. Vooral in de laatste tien jaren wint de pro tectie terrein, omdat de staatskas steeds meer vraagt, de staatsfinanciën in steeds drin- gerder nood verkeeren, doordat zij in veel meer behoeften moeten voorzien tengevolge van al de nieuwe wetten. Ook de tegenwoordige regeering kon wel- eens voor meer invoerrechten zijn. Intusschen mogen we constateeren, dat ons land, even goed als Engeland, nog steeds den vrijhandel is toegedaan. te zwijgen; de laatste oogenblikken naderden. Plotseling verdwijnt de roode kleur van de wangen der zieke, zij wordt doodsbleek. «Koenraad Koenraad stamelt ze nauwelijks hoorbaar. Haar hoofd zakt naar achter. Haar ledema ten trillen, haar lippen trekken aanhoudend. Nu volgt een zucht een uitrekken van het lichaam me vrouw Rechling was dood. Voor haren ondergang breekt de zon nog eenmaal door de wolken en zendt haar gouden stralen door het hooge venster in de sterfkamer. Zij speelt op het Saksisch porceleinen servies op de tafel, op kristallen flacons van de toilettafel, en op het veelkleurig Turksche tapijt, dat den vloer be dekt. Haar stralen geven een bedriegelijken schijn van leven aan de trekken van de ontslapen eigenares van al het schoone hier. De arme beklagenswaardige daar ligt zij den laatsten adem heeft zij uitgeblazen en niemand was daar om haar de oogen te sluiten dan haar dienstboden en de dokter, die haar behandelde. Dokter Schmidtlein was de eerste, die zijne gewone gemoedsgesteldheid herkreeg. Hij liet zich een wit linnen doek brengen, bond die om mond en kin der doode, drukte haar de oogen toe en bedekte haar ge laat met een sluier. Vervolgens wenkte hij den huis knecht en de beide meisjes hem in de aangrenzende kamer te volgen. In de nabijheid der doode wilde hij de zaken niet aanroeren, die besproken moesten worden. «Wanneer kan mijnheer Rechling hier zijn luidde zijn eerste vraag. Hendrik keek op de pendule. «Vanavond nog, als wij hem dadelijk een telegram zenden*. «Bezorg mij dan het noodige om te schrijven; ik zal een telegram opstellen, ge moet het onmiddellijk naar 7). DERDE HOOFDSTUK. Vervolg.) Daar overkwam haar iets vreemds; zij kon niet meer goed zien; alle voorwerpen schenen zich verder en verder van haar te verwijderen, en werden al kleiner. Louise kwam terug met koffie. De dokter hield haar het kopje aan den mond, zij trachtte iets te drinken. «Ik kan niet, ik kan nietkermde zij. «Moet ik dan sterven Ik kan niet Ik wil niet 1 mijn zoon mijn zoon «Waar is de jongeheer vroeg de dokter. «Buiten op de pannenfabriek*, fluisterde Mina. «Moeten wij hem een telegram zenden De dokter knikte, maar toen Mina heen wilde gaan, hield hij haar bij den arm vast, en meer met de oogen dan met den mond, zeide hij «Blijf maar hier, het helpt niets, hij komt toch te laat «Ik zie niets meer*, stamelde de zieke. «Er treedt reeds blindheid in«, mompelde de dokter, terwijl hij weer aan het ziekbed kwam. «Zoo dadelijk komt er een drank, die u verlichting zal geven*, troostte hij haar. «Help mij, red mij smeekte zij, terwijl zij zijn hand trachtte te vatten. Zij lag een oogenblik stil en zei toen weer: «O, waarom heb ik toch gedronken Ik zag, hoe kwaad aardig haar blik was, toen zij mij het drinken toereik- handen van buitenlanders is. Tegenover de vrijhandelaars-grootindustriëe- len en -groot-handelaren staan nog steeds de protectionisten. Laten we niet trachten in dit kort bestek de redenen van de vrijhandelaars nader uit te leggen of die der mannen van de bescherming aangeven. Slechts feiten willen we noemen. Vooreerst: de meeste groote landen zijn sterk voor hooge beschermende rechten, waar die slechts eenigszins geheven kunnen wor den: Duitschland, Amerika, Frankrijk slechts de drie voornaamste te noemen. Wij moeten op weerwraak bedacht zijn, roepen de protectie-mannen. Als de buiten lander geen vrijhandel tegenover de onze wil stellen, moeten wij die buitenlander het invoe ren zijner goederen in ons land en in onze ko loniën moeilijk maken. Ha, daar komen we weer voor een groot vraagpunt. Ook in onze koloniën? Als wij die rijke ge westen met hunne groote behoeften sluiten voor den buitenlander, ken de veiligheid van ons koloniaal bezit wel eens in gevaar ver keeren. De Britscbe groothandelaren en industriëelen vooral konden wel eens zóó geweldig begin- n- n te werken in de hun toegedane machtige Britsche pers, dat de Britsche regeering aan stuurde op inlijving van ons prachtig Insulinde. Ziet naar Duitschland, zeggen weer de pro tectie-mannen. Dat land is groot geworden door de bescherming. Aanschouwt den reusachtigen vooruitgang in heel ’t Duitsche rijk, constateert de groote verhooging van den levensstandaard aldaar. Ja, zeggen weer de vrijhandelaren. De ver diensten moeten daar wel grooter zijn, omdat de protectie er alles zooveel duurder maakt, dat f 10 verdienst in Twente bijv, evenveel koopkracht geeft in ons land als f 12,50 in Duitschland. Het gaat er mee als met de ver diensten in onze groote steden: Een Amster dammer of Rotterdammer ambachtsman of klerk moet wel meer verdienen bij gelijke be kwaamheid dan zijn collega in de provincie. Een eigenaardig gevolg van die duurdere prijzen in Duitschland is, dat onze scheepsbouw bloeit ten koste van den Duitschen buurman. Onze scheepswerven langs de groote rivieren en in Groningen voorzien reeds in zoo belang rijke mate in de behoefte der Duitschers aan Rijn- en kustvaartuigen, dat deze, de Duit- te; het brandde mij op de tong. Maar ik had zoo’n hevigen dorst «Wie gaf u te drinken vroeg de dokter, wiens haar te berge rees van ontzetting. «Zij 1 zijze heeft mij het halssnoer ontstolen en mijn zoon Zij wil alles hebten. Maar dat duld ik nietZij zal niet op mijn graf dansen! Mijn zoon zij Valentine Haar stem verzwakte, maar men kon bemerken, dat haar gedachten nog helder waren. «Mevrouw*, vroeg de dokter bedaard, «van wie spreekt u toch «Van Valentine mijn gezelschapsjuffer zij heeft mij vergift gegeven in bessensap Zij stamelde, doch sprak toch met vaste overtuiging. «Dokter, zij spreekt wartaal*, fluisterde Mina, en Louise knikte, ten teeken van haar instemming met die meening. «Neen, haar verstand is nog helder*, antwoordde de dokter vol afgrijzen. Op dit oogenblik trad de huisknecht binnen met het geneesmiddel, dat de apotheker had gereed gemaakt. De dokter roerde het in een glas water en liet de zieke drinken. Met angstige blikken keken de om standers toe. Op zijn gelaat was duidelijk te lezen, dat hier alle menschelijke hulp te vergeefs was. Zij scheen nu kalmer, maar dit duurde niet lang. Nog eenmaal richtte zij zich op. «Mijn zoon*, kermde zjj, «mijn Koenraad Valentine heeft mij ver giftigd*. Zij keek wild in het rond, terwijl haar handen in zenuwachtige trekkingen over de dekens heen en weer vlogen. «Beloof het niet, dokter*, fluisterde Louise, «de juf frouw is een engel*, doch hij gaf haar een wenk om tot onzen sfeer van invloed te behooren, ons bezit gemaakt. Onze nijverheid is vooruitgegaan, al is die vooruitgang niet zóó op te vatten, dat de vroegere nijverheidsplaatsen weer hun ouden bloei op dit gebied herkregen. Maar nieuwe centra hebben zich ontwikkeld, voornamelijk in Twente en de Meijerij van Den Bosch, en ook in de groote steden van Holland en in de Groninger veenkoloniën. Op nijverheids gebied is vooral ook de ontwikke ling van den scheepsbouw te noemen, die in de laatste jaren een aanzienlijke vlucht heeft genomen. Dat wil zeggen, de bouw van onze groote zeeschepen zit nog lang niet geheel in onze Nederlandsche handen, maar op ’t gebied der binnen-, der rivier- en ook der kustvaart is op een grooten bloei te wijzen. De Nederlandsche energie is dus, om ’t kort te zeggen, weer toegenomen. Jan Courage heeft zijn saaien broeder Jan Salie een duw gegeven en is meer naar voren getreden. Is die herleving van Nederlandsche energie gedeeltelijk te danken aan ons historisch be wustzijn, dat ons zegt: Gij, Nederlanders, waart eens de eersten der wereld op ’t gebied van wereldverkeer en nijverheid; gij zijt verslapt door de weelde en ter neer gedrukt in den Franschen tijd, maar de historie leert u, dat ge in uw volkskarakter de eigenschappen bezit, tot het doen van groote daden? Wie zal hier de maat aangeven? Doch dit daargelaten, de mannen van den vrijhandel zeggen: Ziet ge wel, wij groeien en bloeien ten gevolge van den vrijhandel. Onze grooter wordende nijverheid steunt niet op een de energie doodende of ten minste verslap pende concurrentie, maar steunt op gezonde inspanning van eigen krachten, op ontwikkeling van ons eigen kunnen, op den bloei en groei onzer eigen ondernemingsgeest, die slechts op deze wijze weer kan worden, wat ze in de 16e en 17e eeuw was, toen de Hollanders misschien wilden wat was recht maar konden wat zij wilden, toen de legende van Den Vliegen den Hollander ontstaan kon. Men mag zeggen, dat de meeste industriëe len, ten minste groot-industriëelen voor vrijhan del waren en nog zijn. In Twente wonen daarvan de vurige aanhangers. Ook onze groothandel is tegen protectie hij ontwikkelt zich gaandeweg, al mag i ’t jammer vinden, dat ’t grootste aandeel den in- en uitvoer in onze groote havens in Meen niet, dat we uitvoerige artikelen over dit zoo belangrijke onderwerp zu’len geven. Vooreerst zouden we veel te uitgebreid moeten zijn; ten tweeden oude paardjes van stal moeten halen, die reeds zoo dikwijls bere den zijn; ten derden zien we geen kans voorstan ders en tegenstanders van vrijhandel, van ma tige of zwaardere beschermende rechten tot één gevestigde denkwijze te brengen. We willen alleen maar enkele zaken aan stippen en een paar feiten constateeren. Ons land is van ouds toegedaan de leer der Cobden-club, der Manchesterschool, de leer van het laisser faire, laisser passer. Manchester, het groote centrum van ’t voornaamste Brit sche industrie-gebied, gevoelde ’t in haar voor deel, dat overal de vrije concurrentie gehul digd werd. Geen bescherming, geen bevoor rechting van industrie. Daar kon de Britsche nijverheid, verreweg de belangrijkste der ge- heele wereld, het best bij varen. De kleinere, veel kleinere buitenlandsche concurrenten zou den ’t tegen den Brit toch niet vol kunnen houden. Daarbij had de Brit in zijne koloniën een reusachtig afzetgebied, dat, ook bij volko men vrijhandel, beter voor den Brit dan voor den buitenlander te bedienen was. ook de handelsvloot der wereld was voor een overwegend deel in Britsche handen. Natuurlijk beteekent de leer der Manchester school nog meer en wel op algemeen oeco- nomisch, op staathuishoudkundig, zoowel als op staatkundig gebied, maar toch de hoofdzaak was: vrijhandel, de opendeur-politiek. Zooals we zeiden, ook Nederland, welks ko loniën aanzienlijk zijn, al mogen ze niet in éénen adem genoemd worden met de Britsche, die de aanzienlijkste der geheele wereld waren en nog zijn, huldigde de leer der Britten; al was onze nijverheid van zeer geringe beteekenis en onze scheepvaart slechts een schaduw van wat ze vroeger was en ook van de Britsche. Sedert 't midden der vorige eeuw is Neder land hard vooruitgegaan. Wij hebben onze koloniën behouden en afgerond; onze nijver heid is zeer vooruitgegaan, ook onze scheep vaart is belangrijk toegenomen. Onze koloniën zijn afgerond; dat wil zeggen, wij hebben langzamerhand al de gewesten, die tot de Oostindische eilandengroep behooren en die door Engeland erkend waren als tot het telegraafkantoor brengen*, sprak de dokter en trad naar de schrijftafel die Mina hetn aanwees. Op een gereed liggend velletje papier schreef hij «Mevrouw Rechling ernstig ziek. Kom onmiddellijk hier*. «Schmidtlein*. Hij reikte het papier aan Hendrik toe, maar zeide tegelijkertijd «Blijf nog even hier, ik heb iets met u drieën te bespreken. Hoe komt het dat ik juffrouw Valentine Zier hier niet ontmoet?* «Sedert eergisteren is zij hier niet meer Er is een heftig tooneel voorgevallen*, antwoordde Mina. Schmidtlein keek verwonderd. Hij was er anders de man niet naar, om bij een dienstbode te informee- ren omtrent hare meesteres, doch hier dwong hem de noodzakelijkheid; hij vroeg «Wat is er dan voorge vallen «De jongeheer wou met de juffrouw trouwen en daar is daar was mevrouw tegen. Kan u daar iets van begrijpen, dokter? Had ze wel ooit een betere schoondochter kunnen krijgen vroeg Louise. «Dat is onze zaak niet*, antwoordde de dokter afwij zend. «Dus sedert eergisteren is juffrouw Zier niet meer hier in huis «Juist sedert eergisteren, het ging slecht genoeg zonder haar; daarom is mevrouw dan ook vandaag haar gaan bezoeken «Haar gaan bezoeken Weet ge dat zeker viel Schmidtlein in. «Ik stond er bij, dat zij den koetsier bevel gaf naar Wilmersdorf te rijden. Hij moest in de Zeestraat stil houden en daar woont immers mynheer Zier*, sprak Hendrik. (Wordt vervolgd.) RCOURANT v men D 9 *1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1