ft
VOOR 8NEEE Ei MSTllEEEiV
De Verdenking.
Armenzorg, werkeloosheid, enz.
MITWS- ES INEKTEKTlEBLiD
64e Jaargang.
Zaterdag 60 Februari 1609.
Uitgever:
B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton,
ver-
Wordt vervolgd).
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
een deelnemend vriend. »Arm kind, ge verraadt u bij
ieder woord, ge zijt niet gewoon te liegen*.
•Maar ik bid u
Op dat oogenblik rammelde tante Constance aan de
deur en gaf Bauerlich haar het antwoord, dat wij reeds
kennen.
•Wat doet ge?« riep Valentine handenwringend.
•Wees nu verstandig en hoor me een paar minuten
aan«, zei de hij geruststellend. Hij voerde haar naar
de sofa, zette haar half met geweld er op neer, en
schoof zijn stoel zoo tusscnen de sofa en de daarbij
staande tafel, dat zij hem niet ontkomen kon.
Valentine, ge hebt mevrouw Reehling vergiftigd*,
zei hij toen zonder eenige inleiding.
Ontsteld sprong zij op. »Neen, neen Hoe kunt ge
mij van zulk een ontzettende misdaad verdenken
»Ge hebt het zelf bekend. Ik ben niet de eenige,
die u verdenkt; de bediende, die hier kwam in de volle
overtuiging van uw onschuld, is weer vertrokken met
de overtuiging, dat ge schuldig zijt. Als uw tante
niet zoo eenvoudig van hart
•O, ge hebt mijn houding verkeerd begrepen
Hij greep haar beide handen en zei weer vriendelijk:
•Arm kind, geef je toch geen moeite. Ge kunt niemand
misleiden, waarom wilt ge het mij dan doen Mij, uw
eenigen vriend en redder Beken het maar of neen
ik zal het u zeggen, ik lees in uw hart Ge behoeft
met uw eigen lipppen geen bekentenis uit te spreken*.
Zij zweeg, en hij ging voort«Mevrouw Reehling,
die ruwe, onbeschaafde vrouw heeft u in het diepst
uwer ziel gekrenkt. Zij heeft u op een beleedigende
wijze uit haar dienst ontslagen. Zij heeft zich verzet
tegen hetgeen ge als uw levensgeluk beschouwdet, zij
is hier gekomen om u op beleedigende wijze een schan
delijke verdenking in het aangezicht te slingeren
11). VIERDE HOOFDSTUK.
Vervolgd
Valentine trachtte Bauerlich voorbij te komen, doch
hij week niet van zijn plaats en hield haar aan den
arm vast. »Mijn tijd is zeer goed gekozen, of liever
hij is volstrekt niet gekozen, ik zwicht voor den drang
der omstandigheden. Valentine, innig bemind meisje,
zie je dan niet in, dat je geen minuut te verliezen
hebt Het zwaard zweeft boven je hoofd. Een spoe
dige vlucht is je eenige redding.
Ga met mij mee, ik zal je verbergen, ik zal je ver
dedigen, al kostte het mijn leven. Geen macht ter
wereld zal mij mijn geliefde, mijn vrouw ontrukken
Hij wilde haar in zijn armen sluiten, maar zij stiet
hem terug. »Hoe durft ge zoo spreken Wat geeft u
het recht, mij zulke beleedigende voorstellen te doen
Hij trad een schrede terug, de uitdrukking van zijn
gelaat, die zooeven nog liefdevol en feeder was, werd
nu spottend en boosaardig. Zijn blik werd listig, zijn
stem klonk scherp en de vingers van zjjn hand krom
den zich als de klauw van een roofdier.
•Eerder zou ik verwonderd mogen zijn over de taal
die u voert*, zei hij op harden toon. »Het is nutteloos
en hoogst gevaarlijk voor u, tegenover mij komedie te
willen spelen. Ik weet alles
Met een onderdrukten kreet drukte het meisje de
hand op haar hart. »Wat weet ge stotterde zij.
•Daar hebben we het*, sprak hij nu op den toon van
van de individuen, door de samenwerking van
zoovele oorzaken een heel ander stadium inge
treden. Voeg gerust al de factoren bijeen: ’t
geven uit liefde, ’t verzorgen, opvoeden, enz.
uit liefde; de eisch van hen, die zeggen, dat de
maatschappij voor elk moet zorgen, elk moet
voeden, kleeden en huisvesten, vul zelf ’t
lijstje aaa, op de wijze zooals we boven reeds
aangaven, zeker is, dat de resultante daarvan
is: Een geheel veranderde zorg voor hen,
die hulp behoeven, voor de armen, de ouden
van dagen, de weezen, de gebrekkigen, de
krankzinnigen, de misdadigers tegen strafrecht
en burgerlijke rechtsvordering.
We zijn in de laatste decennia hard veranderd.
Verplaats u maar eens een kwart eeuw terug.
Meer dan ééne, thans reeds ingeburgerde
zaak werd toen nog voor iets ongehoords, of
socialistisch of onmogelijk uitgemaakt door
hen, die zich de rechte voorstanders en steun
pilaren der nieuwe maatschappij noemden en
die om den dood niet voor ouderwetsch con-
De laat- servatief zouden willen worden uitgemaakt.
Denk eens om de drie achten der toen nog
niets presteerende socialistische partij; acht uur
arbeid, enz. Werd ’t niet als stupide beschouwd,
als hersenschim? En ziet nu eens, hoe over
al van minimum-loon en maximum-arbeidsduur
gesproken wordt.
Denk eens aan de schoolvoeding en school-
kleeding. Er werd geschreeuwd: dat is ont
wrichting van de grondslagen der maatschappij,
omdat ’t familieleven, ’t bestaan der huisgezin
nen er door aangetast wordt. En dit werd
gezegd ook door hen, die veel medelijden met
den arme hebben en dit ook daadwerkelijk
toonen. Maar zulke nieuwe toestanden be
ginnen, dat durveü ze niet aan.
En zoo zijn er nog meer dingen te noemen.
Zelfs zou men schoolbaden, schoolartsen in
de eerste plaats kunnen ncemen.
Men voege er desnoods bij: volksbadhuizen
met gratis toegang of minimum-entrée, volks -
concerten, volksfeesten, kinderspeelplaatsen,
volksparken.
Vergeet niet de algemeen geworden idee
der algemeene loting, der nationale militie.
Leidt alles niet zoo langzamerhand tot staats
socialisme, n’en déplaise al degenen, die
daarin la béte noire, ’t groote sociale spook
zien
Er is reeds heel wat staats- en provinciaal
en gemeentelijk socialisme. Tel eens al de
•Zoo is het, zoo is het precies*, zeide Valentine, on
willekeurig getroffen door de juistheid, waarmee hij
den toestand in woorden bracht.
•De stille wrok, die half onbewust reeds lang bij u
bestond tegen die vrouw, is in een oogwenk rensach-
tig toegenomen en heeft u overmeesterd. De zachte
duif werd een roofvogel, die zijn vijand het hart uit
den boezem wenschte te rukken. Het scheen u een
genoegen, haar dood aan uw voeten te zien*.
•Houd op! Erbarmingsmeekte Valentine en
borg haar gelaat in de kussens van de sofa
Zonder daar acht op te slaan, ging hij voort »Als
de ongelukkige niet te drinken had gevraagd, zou u
alleen die gedachte door het hoofd gegaan zijn en daar
zou het bij zijn gebleven maar nu werd die wensch
een daad*.
Valentine rilde.
Met het gelaat van hem afgewend, verpletterd, had
zij geluisterd; haar boezem zwoegde hoorbaar. Bij zijn
laatste woorden stond zij op, keek hem verstoord aan
en riep»Dat is niet waar ik heb het niet gedaan.*
•Maar ValentineWaarom loochent ge nu iets,
dat niet te loochenen is
•Omdat het zoo niet is
•Kind, waarom die dwaze verstoktheid, nadat ge
reeds zooveel hebt toegegeven. Maar het is niet noo
dig, ge behoeft mij niets te zeggen, ik heb je beken
tenis niet noodig. Kom, ga met mij mee. Mijn rijtuig
wacht nog voor de deur. Doe een mantel om, in een
kwartiertje tijds kunnen wij aan het spoorwegstation
zijn. Ik zal onze vlucht wel zoo goed weten in te
richten, dat niemand ons kan inhalen of ons verblijf
ontdekken. Kom, draal niet langer
Hij wilde haar van de sofa oprichten, doch zjj weer
de hem af.
staats- en gemeentebedrijven samen, die nog
geregeld staan vermeerderd te worden.
Denk aan bouw- en woningtoezicht en nog
zooveel ander toezicht; voeg er zelfs de verplich
te inenting bij.
Ga na, hoe ’t staatssocialisme zich met die
ren, planten en dingen bemoeit.
Noem ’t alles te zamen maar gerust staats-
sociahsme. Wees niet bang voor dien naam.
Maar werk liever mede, om de idéé, daardoor
aangeduid, op de beste wijze tot werkelijkheid
te maken.
Want werkelijkheid wordt ze.
Men heeft nu ongevallenverzekering, om
maar één belangrijke zaak te noemen.
Maar zoudt ge denken, dat niet overal, in ons
land zoowel als in alle beschaafde landen.de volle
dige ongevallen-, ziekte- en ouderdomsverze-
kering wordt ingevoerd. De Bond' voor Staats-
pensionneering moge nog een betrekkelijk
zwakke groep in den lande zijn en de anderen
mogen haar beschuldigen, een utopie na te
jagen. De oud-minister De Meester moge ons
te Zuidhorn voorrekenen, dat ’t zaakje niet
minder dan 40 millioen gld. per jaar uit onze
schatkist zou vorderen, dus een vierde van de
jaarlijksc.he inkomsten, waar men toch heusch
niet mee verlegen zit om ze te besteden. Die
Bond moge zelf niet kunnen aangeven, waar
ze ’t geld van daan denkt te halen, de staats
zorg van jongen en ouden en ongelukkigen,
in z’n uitgebreide beteekenis zal er komen.
Zoudt ge denken, dat schoolvoeding, school-
kleeding, en wat daarmee nog in verband kan ko
men te staan, zoo geregeld blijft als thans:
facultatief en slechts met schroom toegepast
Beweer gerust, dat men op die wijze ’t kind
aan zijn natuurlijke verzorgers ontneemt; ver
moed vast en zeker, dat er strijd, politieke en
kerkelijke, zal komen om dan de noodige in
vloed op ’t kind uit te oefenen. Zoudt ge den
ken, dat die schoolvoeding, enz. er niet komt?
Och, mijne lezers, denk eens aan vacantie-
en herstellingskolonies. Wil maar gerust mee
nen, dat deze dingen nog slechts in ’t aller
eerste stadium zijn gekomen. De Staat, die
zorgen wil voor uwe woning, denkt ook aan
uw voedsel, waakt tegen de vervalsching der
levensmiddelen en zal ook nog veel uitgebrei-
der maatregelen toepassen om u gezond te
houden.
Denkt ge, dat daarmee ’t geheele familie-leven
zal opgelost worden in een gemeenschapsleven?
In ons vorig artikel wilden we, door hier
en daar een greep te nemen uit de menschen-
historie, aanduiden, dat de menschenwaarde
heel wat veranderd is. Vooral de zoozeer ver
anderde maatschappelijke toestanden, de groo-
tere talrijkheid der menschenmassa, de opeen-
hooping van zoovele millioenen in betrekke
lijk kleine landstreken, de vorming van bon
den en vereenigingen, de ingang, die nieuwe
re ideeën in de hoofden en harten der men-
schen gekregen hebben en nog steeds voort
gaan te krijgen en dan ook, wat men zou kun
nen noemen de concurrentie tusschen de oude
geestelijke, christelijke charitas-gedachte, die
zich toch ook steeds nog vernieuwt, en de
nieuwere materialistische gedachte van ’t
mensch-zijn, deze hebben in de laatste tijden
vooral een geweldige verandering gebracht in
wat men kortweg zou kunnen noemen: de
zorg voor ’t bestaan der menschen.
Zij, die de zaken van een ander standpunt
bezien en door de tegenpartij van eenig pessi
misme beschuldigd zouden kunnen worden,
mogen misschien opwerpingen maken als de
volgende: Wat praat ge van hooger men
schenwaarde? Wat orakelt ge van afschaffing
•Valentine, er is geen minuut te verliezen, elk
oogenblikkunnen de beambten van de justitie hier zijn.*
•Laten ze komen*, antwoordde zij en ging weer
zitten.
•Men zal je in de gevangenis zetten, een vervolging
tegen u instellen.*
•Dat is beter dan te vluchten en mij in uwe macht
te stellen*, riep zij uit, van de sofa opspringende.
Ook hij was van zijn stoel opgesprongen, doch hij
tuimelde terug, als had hij een slag gekregen. Maar
al te duidelijk stonden afkeer en verachting op haar
gelaat te lezen.
•Ik wil mijn leven en mijn eer op het spel zetten
voor een moordenares en is dat mijn dank daarvoor?*
siste hij tusschen de tanden.
•Ge weet zeer goed, dat ik geen moordenares ben.
Ge wilt mij slechts verlokken om u te volgen. Maar
ik ben daarop gewapend. Mijn vader heeft me tegen u
gewaarschuwd*.
Er kwam nu een vreeselijke verandering in zijn gelaat.
•Wat heeft hij u gezegd vroeg hij, dreigend op
haar toetredende.
•Dat ik mij voor u moest in acht nemen, en nooit
een huwelijksaanzoek van u mocht aannemen*.
Zijn gelaat helderde op, hij glimlachte. »De goede
man kon maar niet vergeten, dat hij officier en mijn
vader handwerksman geweest is, vandaar zijn afkeer.
Maar dien afkeer zou hij wel overwonnen hebben als
hij geweten had, hoe de zaken staan. Valentine, nog
eenmaal bid ik je, ik bezweer u. volg mij
•Neen*, antwoordde zij vastbesloten.
•Waar wilt ge op wachten
Zjj haalde de schouders op.
der slavernij? Thans hebt ge de loonslavernij,
zooals die voorheen niet bestond. Thans is een
werkman, dit woord in uitgebreide beteekenis
opgevat, niet meer dan een nummer, een ge
nummerd stuk arbeidskracht, die door de veel
hoofdige massa van ’t kapitaal ten zijnen behoe
ve wordt geëxploiteerd.
Een pessimist, die de dingen van geheel
andere zijde beschouwt, zal zeggen: Wie noemt
gij slaven? Zij, de groote massa der dienst
baren, die nu geen dienstbaren meer willen
heeten, maar de wereld als hun rechtmatig
erfdeel beschouwen, zij juist zijn de troetel
kinderen der maatschappij. Voor hen worden
de wetten zoolang veranderd en ten hunnen
behoeve verbeterd, dat ’t tegenwoordig mag
heeten: Alles voor den arbeider en de an
deren moeten zich maar zien te redden, maar
boven ’t groote plebs zien staande te houden.
Weer anderen zullen zeggen: De Midden
stand, deze is de verdrukte, de beklagenswaar-
dige. Boven de middenstanders staan de mil
lioenen-menschen en de milliardairs.
sten vooral, die zelfs spotten met eenvoudig
weg tot de «upper ten* te behooren en die van
uit hunne kantoren de groote menschenmaat-
schappij als een marionetten gezelschap be
schouwen, waarvan zij de besturende koorden
in handen houden. Die rijkaards, badende in
weelde, zij hebben geen hulp noodig, omdat zij
zich zelf kunnen redden en de regeerders kun
nen dwingen de maatschappij ten hunnen ge
rieve te beheerschen. En de vierde (of lie
ver vijfde) standers zijn de troetelkinderen
der wetgeving. Wij, Middenstanders, worden
tusschen die twee uitersten, die beiden strij
den om de opperheerschappij, doodgedrukt.
Wij, Middenstanders, zijn de degelijke, zwoe
gende menschen, waarop de geheele maat
schappij steunt en zonder welke de wereld een
chaos van ver warrenden strijd tusschen de bei
de uitersten zou te zien geven; een strijd,
waarbij de Groote Revolutie nog slechts kin
derspel zou blijken. Wij, Middenstanders, zijn
degenen, die de wereld in stand houden en
steeds vooruitbrengen.
Zoo zouden we nog meer groote lijnen kunnen
trekken, elk op hare beurt waard, dat men ze
met attentie volgt.
Doch zouden we niet beter doen met te
zeggen, dat ’t allen lijnen zijn, die samen de
groote figuur der menschenwereld vormen?
En in die menschenwereld is de verzorging
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
VV
C-*
1URANT.