t)
»W8- ES ADVERTENTIEBLAD
VOOR SNEEK ES OMSTREKEN.
De Verdenking.
BLOOKER'S
CACA
64© Jaargang.
Woensdag 10 Maart 1609.
No. 60.
1
As
■it?
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
in
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
DAALDERS
is goedkoop
behoeven
trof.
pas-
ne
ad
16).
rechter
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
in 1906 gebouwd
afmetingen, die de
k.
van schouw-
aan
Sta er op
moge
er te
meter,
aan te
ge-
aan-
heele ge-
Gedachtig, dat haar woorden eene doode, de moeder
van haar beklagenswaardigen vriend, zouden gelden,
bedwong Agnes haar verontwaardiging. Zij mompel
de slechts: Afschuwelijk, onbegrijpelijk en zei tel
kens «Verder, verder
Koenraad bracht zijn verhaal ten einde.
«Wat, mijnheer Zier ook dood
«Gedood door de hevige gemoedsaandoening, waarin
hij geraakte bij het hooren van wat mijn moeder zei! Van
het lijk weggehaald om een marteling van een verhoor
te ondergaan en daarna in de gevangenis te komen
In stomme vertwijfeling wrong Agnes de handen.
Koenraad was opgestaan en bij het venster getreden,
waar hij naar buiten staarde. Verscheidene minuten
heerschte een drukkend stilzwijgen.
Agnes von Beeren was echter de vrouw niet om dit
lang uit te staan. Zij stond op, naderde den jonkman,
legde de hand op zijn arm en zei«Koenraad, jamme
ren en klagen helpt niets, laten wij handelen
«Handelen handelen herhaalde hij. «Dat is juist
het ontzettende; wij kunnen niets doen, dan met de
armen over elkaar den loop der dingen afwachten*.
»Oho«, riep Agnes uit, «dat is niet waar, Koenraad 1
Men kan altijd iets doen, als men het maar goed weet
aan te pakken. In de allereerste plaats rijd ik heen
om de arme Valentine te zien».
«Dat zal u niets helpen», antwoordde Koenraad, «nie
mand wordt bij haar toegelaten».
«Ja, dat zegt men, maar mij zal men wel bij haar
toelaten», antwoordde de jonge vrouw, die gewoon was
haar wil door te zetten en geen begrip had van maat
regelen, die in een strafrechtelijk proces genomen wor
den. «Waar is het lieve kind?»
«In de gevangenis in Moabit*.
«Ik rijd er heenen zij ging naar de deur.
«en bovendien wenscht de rechter mij in verhoor te ne
men. Hij heeft mij de keus gelaten om vandaag te
komen of te wachten tot de begrafenis achter den rugis«.
«Zooveel oplettendheid heeft hij Valentine niet be
toond*, zeide Agnes. «Nu, kom aan, mijn rijtuig staat
voor de deur te wachten*.
De rechter was niet weinig verwonderd, toen bij
hem behalve Koenraad Rechling, dien hij verwachtte,
ook nog mevrouw Von Beeren werd aangemeld. Hij
liet haar echter toch binnenkomen, daar hij ieder moest
aanhooren, die hem iets omtrent de hangende rechts
zaak had mede te deelen. Met de voorkomendheid van
een welopgevoed man luisterde hij naar de verzeke
ringen der jonge schoone vrouw, dat mejuffrouw Zier
nimmer zulk een afschuwelijke misdaad, als hier ge
pleegd was, kon begaan hebben; doch hij hechtte aan
die verzekeringen weinig waarde en bleef haar beleefd
maar standvastig een onderhoud met Valentine wei
geren.
«Waarom niet? Wat kan het schaden vroeg zij
dringend.
«De wet verbiedt het, mevrouw».
•Dan zal ik aan haar schrijven 1» sprak ze.
«Het spijt mij wel, mevrouw 1 maar dat mag ik ook
niet toestaan.»
«Maar moet zij dan geheel zonder troost blijven
Mag zij dan niet weten, dat zij vrienden heeft, die aan
haar onschuld gelooven en die niet zoo
Vreesende, dat zij een onbezonnen woord zou uit
spreken, viel Koenraad haar in de rede en zei op treu-
rigen toon «Ik heb het u reeds gezegd, dat dit niet
wordt toegestaan».
«En wanneer wordt dit wel toegestaan vr oeg zij
met blijkbaar ongeduld.
«Dat kan ik niet bepalen. Misschien binnen weinige
«Agnes, het helpt u niets
«Dat zullen wij zien», antwoordde zij vast besloten.
«De gevangenbewaarder zal een paar goudstukken
niet van de hand wijzen*, voegde zij er bij, zonder te
vermoeden, welk een ernstige overtreding der wet zij
in den zin had.
«Om godswil, doe het niet, Agnes«, zei Koenraad, en hij
hield haar verschrikt bij den arm vast.
«Zulk een stap kon de zaak veel erger maken, men
zou in u een medeplichtige kunnen vermoeden*.
«Waarom niet? Dat zou niets dwazer zijn dan de
aanklacht tegen Valentine*, zei ze meteen spottenden
glimlach.
«Zeg eens, wie is eigenlijk de Cerberus, die mij den
weg naar haar verspert
«Het onderzoek wordt geleid door den
Hausler».
«Vind ik die nu in het gerechtsgebouw?»
«Ongetwijfeld».
«Welnu, dan ga ik naar hem toe«.
«O, Agnes, gij zijt een engel 1 Ge weet niet, hoe uw
deelneming mij goet doet, al zal zij de ongelukkige
Valentine ook weinig helpen riep Koenraad uit en
hij bedekte haar handen met kussen. Zij maakte een
snelle beweging en nam zijn hoofd tusschen haar
handen,
«En gij zijt nog altijd mijn beer, mijn goede groote
beer, zooals ik u als knaap noemde, toen ge mijn gril
len wel niet goedkeurde, maar u er toch naar schikte*.
«Dat zal ik nu ook doen«, zeide hij. «Ik ga met u
mee naar den rechter».
«Maar het lijk van uw moeder Zij duidde met het
oog op de deur der aangrenzende kamer, waar zij het
lijk van mevrouw Rechling vermoedde te zijn.
«Zij heeft mjj niet noodig«, sprak hij met een zucht,
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Ge herinnert u nog de jammerlijke drukte,
die de te kleine Oosterdoksluis (ten Oosten
van de badinrichting en magazijnen van Van
Heemstede Obelt) veroorzaakt heeft. De «Rem
brandt* van de maatschappij «Nederland» werd
gebouwd op de werf der Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij (Kromhout). Deze
werf en de Marinewerf en de Koninkl. Fabriek
van werktuigen en spoorwegmaterieel bevin
den zich op «de eilanden», waar de Kattenbur
ger, Wittenburger en Oostenburger straten
zijn.
Op die drie inrichtingen werken zeker onge
veer drie duizend menschen, die allen op «de
eilanden» wonen.
Voor heel die wijk nu was de verbreeding
der Oosterdoksluis. Deze sluis had slechts
een doorvaartswijdte van vijftien meter. Maar
wat is tegenwoordig 15 meter, waar er reeds
zeemonsters bestaan van flink in de 20
meter wijdte?
De Marinewerf zou dus moeten verplaatst
worden, want ook de oorlogsschepen worden
steeds grooter.
De Ned. Scheepsbouw Mij zou ook hare uit
gestrekte terreinen moeten verlaten, want wilde
zij mee kunnen doen, dan moest ze ook in
kunnen schrijven op zeer groote booten. Men
zei nog, dat deze maatschappij toch geen lan
ger hellingen had, maar er werd verzekerd, dat
hierin wel voorzien kon worden.
En dan de Koninkl. fabriek! De terreinen
en gebouwen grenzen aan en staan in verbin
ding met die der Scheepsbouw-Maatschappij en
steeds maakt de Fabriek de machines voor de
Heeft men door het loopen blaren aan de voeten
gekregen, dan neme men 20 a 30 minuten een haver-
stroobad, iets warmer dan lauw. Het haverstroo moet
een half uur hebben gekookt. Om blaren te voor
komen, besmeren sommigen de voetzool met groene
zeep.
Snelheid. Van alle viervoetige dieren, is de haze
windhond het snelste. In vollen ren legt hij namelijk
iets meer dan 18 meter per seconde af, dat is meer
dan een kilometer per minuut, eene snelheid wel
ke die der postduiven evenaart.
te ontvangen
en goed.
schepen, in aanbouw op de Werf.
Nu is er op de eilandenden nog wel meer
te doen, natuurlijk! Maar deze drie groote
bedrijven vormen toch de hoofdzaak. En ge
begrijpt, dat ’t voor de eilanden dus een levens
kwestie was, of er een veel ruimere Ooster
doksluis zou komen of niet.
Ik behoef niet te zeggen, dat zoo’n nieuwe
sluis nog al in de papieren loopt. Want ’t is niet
alleen de sluis (voorwaar al geen kleinig
heid), maar dan ook een nieuwe brug voor ’t
gewone verkeer naar de Handelskade en voor
al niet te vergeten, een nieuwe spoorwegbrug.
Want over die sluis gaat ook de oostelijke
hoofdlijn van den spoorweg, die van af ’t Cen
traalstation als een ijzeren band de stad aan
’t vroeger geheel open havenfront omkneld
houdt. En dat spoorwegbruggen met een door-
vaartwijdte van meer dan twintig
duur zijn, zullen we niet
geven.
De «Rembrandt* werd
met de grootst mogelijke
sluis toeliet. Ten minste wat de breedte be-
Maar natuurlijk, de diepte! Zoo’n 8000-
tons boot (bruto inhoud) heeft heel wat diepte.
Ik heb u toen geschreven hoe half Amster
dam last had van die boot. Want, zoo zonder
dat ’t aan de groote klok werd gehangen, liet
men het binnenwater rijzen, ver boven den
gewonen stand. Probeeren, of de mailboot er
door wou. Mis! Nog meer water en nog eens
probeeren. Al weer mis! Toen natuurlijk nog
een scheppie d’r op en ja, daar ging de boot.
De haspel was uit de flesch.
Eerst daarna werd het naar buiten uitste
kende werk aan ge bracht.
De maatschappij «Nederland» liet toen nog
twee booten van gelijke afmetingen (zoowat
precies 130 meter lengte) te Rotterdam en
Vlissingen bouwen. Elk der drie groote par
ticuliere werven had dus haar deel. Maar waar
Vlissingen en Rotterdam (Feyenoord) volstrekt
geen moeite hadden met de bestelling, moest
men er in de hoofdstad zoo mee sukkelen.
Met genoegen werd dan ook ’t besluit ver
nomen van de voorgenomen verbreeding der
Oosterdoksluis en de Scheepsbouw-Maatschap-
pij bood zelfs een ton gouds aan als bijdrage
in de kosten, ’tgeen zeker wel wijst op ’t be
lang der zaak.
Reeds vroeger had deze maatschappij niet
kunnen inschrijven op de levering van een drij-
ZESDE HOOFDSTUK.
Vervolg
«Arm, ja, arm herhaalde Koenraad. «Terwijl ik
nadacht over de manier, waarop die knoop kon losge
maakt worden, werd hij doorgehaktmjjn moeder dood
en Valentine
«Houd op, spreek het niet uit«, viel Agnes hem in
de rede. «Ge kunt het niet gelooven
«Zou ik gelooven, dat zij een afschuwelijke misdaad
gepleegd zou hebben Zij, dje alles in zich vereenigt
wat goed, edel en rein is?* riep Koenraad uit. «Wan
neer ik er bij gestaan had, dat ze het deed, al had
ik zelf het vergift op de tong gevoeld, ik zou het toch
niet hebben kunnen gelooven
«En ik zou eerder mij zelve voor eene giftmengster
houden dan haar riep Agnes met vuur.
Zwijgend boog hij zich over haar hand en kuste die,
ten teeken van dank voor die woorden.
«Wat wilde uw moeder toch bij Valentine in Wil
mersdorf vroeg zij weer.
Hij wendde zich af. «O, dat ik u dit ook nog moet
vertellenMet horten en stooten, veel met halve
woorden aanduidende, verhaalde hij van het paarlen
halssnoer; want deze geschiedenis had hij van den
commissaris vernomen en men had bij zijn moeder
het bewijs van den juwelier gevonden, dat zij van Va
lentine ontvangen had.
een Amerika-
vend droogdok. Doch thans is die ellende ge
leden. Dezelfde maatschappij «Nederland» die
zoo bekend is in heel ons land door zijn 14-
daagschen maildienst op Indië (bovendien va
ren er heel wat extra-booten,) en die steeds
trouwe klant blijft van de Werf, heeft nu weer
een nieuw,en natuurlijk een grooter schip besteld.
Het is nog geen kolos als de grootste levi
athans der Holland Amerika—lijn, maar toch,
al weer grooter afmetingen. De lengte wordt
460 voet 140 meter, de breedte ruim 16,5
meter en de prachtboot wordt ingericht voor
105 passagiers le klasse, 75 passagiers 2e
klasse en 36 passagiers 3e klasse. Natuur
lijk komen er ook afdeelingen voor ’t vervoer
van troepen.
Wie wel eens zoo’n boot heeft zien vertrek
ken, en een klein beetje de oogen den kost
heeft gegeven, begrijpt, dat ’t vertrek van
zoo’n Suezboot heel wat beteekent.
Maar weet ge, waarom ik de zooeven
noemde getallen omtrent de passagiers
haalde? Die getallen vertellen een
schiedenis.
Heusch, noem dat niet belachelijk, ’t Is zoo.
Hebt ge wel eens gehoord, met hoeveel
weelde men op zoo’n boot eerste klasse reist?
Gewoon overbluffend. Ge moet al een aller-
feerste-rangs-hotel hebben om eene geschikte
vergelijking te kunnen maken. Het dagelijksch
menu is al een heel stuk lectuur en ’t wa
ter zou iemand er van langs de tanden kun
nen loopen. En méén niet, dat de tweede
klassers het zoo klein-burgerlijk hebben; het
moet al een heel heftig huishouden zijn, waar
't ook maar eenigszinser naar lijkt.
Natuurlijk is de derde klasse een beetje
gewoner en nog natuurlijker, dat de soldaten
heelemaal geen idee van first-classe hotel krij
gen. Die zijn voorop en staan onder militaire
tucht, evengoed als in den gewonen dienst.
Ook op een reuzenboot van de Holland
Amerikalijn is ’t voor eerstklassige menschen
zeer comfortable ingericht; weelde in stoffee-
ring en meubileering, in tafelserviezen en spij
zen als maar te denken is.
Maar wat is 't groote verschil?
Op de nieuwe Suezboot zullen zijn 105 plaat
sen eerste, 75 tweede en slechts 36 plaatsen
voor derde klasse menschen.
Kom eens te Rotterdam op
boot.
Het overgroote aantal plaatsen is derde klas.
weg en dat terwijl er
in de hoofdstad-zelf nog zooveel te zien en te
bespreken is. Terwijl we nog zoowat
winterseizoen zitten, ’t seizoen
burg en concertzaal, beginnen we al druk
de politiek te denken. Voor de liefhebbers
wordt ’t weldra om van te smullen. Want 't
aantal partijen is door de werking der splijt
zwam weer vergroot.
Terwijl de werkloosheid nog niet wijkt, kun
nen intusschen de diamantwerkers tevreden zijn.
Verleden week waren er nog geen 400 werk-
loozen in dit groote vak en dat op een getal
van plus minus 9000. Men kan zeggen, dat
die branche weer in fleur is en ’t schijnt dat de
de fleur ook wel zal aanhouden.
Nu zult ge zeggen: Heel natuurlijk Naar
Amerika gaan de landverhuizers en dat zijn
geen pleizierreizigers. Maar in Indië
de grond uiterst vruchtbaar zijn, het is
warm voor ons-menschen.
Maar nu komen we juist, waar we wezen
willen. Naar Indië gaan alleen menschen, die
er rijk, in elk geval rijker dan hier willen le
ven. Wie naar Indië gaat als onderwijzer
bijv., krijgt een vrijbiljet eerste klas voor zich
en zijn gezin en zoo’n onderwijzer, die hier
nu juist niet op z’n fijnst gewoon is te leven,
ziet zich op eens gedwongen zich nabobs-
phantasieën te scheppen.
De idee, door ’t ouderwetsche «Rijk-Oost-
inje» uitgedrukt, zit er te veel in. Men gaat
naar Indië om er rijker dan hier te zijn, om
«binnen» te zijn bij ’t terugkeeren. En dat
terugkeeren gebeurt gewoonlijk, want men
neemt Indië niet als ’t nieuwe vaderland aan.
Naar Indië gaan niet de werkers in de gewone
beteekenis van ’t woord, niet de kolonisten,
niet de landbouwers en werklieden, die zich
een nieuw vaderland willen geven.
Zie, dat zeggen me die getallen der
sagiers.
Doch ik dwaal te ver
IURANT
i
in ’t