JIEEW8- EA ADVERTENTIEBLAD
VOOR SNEEK EA OMSTREKEN.
De Verdenking.
64e Jaargang.
Woensdag 17 Maart 1606.
No. 62.
Uitgever:
B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
irantie-
Werd een
*t
de volksbladen
tusschen
18).
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maand en
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
in de gevangenis, nu reeds twee dagen, en de gebeur
tenissen daaraan voorafgegaan, hadden diepe sporen
op haar gelaat achtergelatenhaar oogen lagen, als
uitgedoofd, diep in hunne holen, haar houding was mat.
Op alle vragen van den rechter antwoordde zij heden
zoo kalm, alsof de zaak haar niet aanging en de mede-
deeling, dat in de flesch bessensap geen vergift was
gevonden, ontlokte haar slechts een zwakke glimlach.
»Hoe zou er dat ook in gekomen zijn mompelde
zij, meer tot zichzelve als tot den rechter sprekende.
«JuistVoor een glas waren een paar droppels vol
doende; het zou zeer onhandig geweest zijn de geheele
flesch te vergiftigen*.
»0 God riep zij uit en hield met beide handen haar
hoofd vast. Doch spoedig dwong zij zich weer tot
kalmte en zei»Hoe zou ik zoo spoedig aan vergift ge
komen zijn? Men draagt zoo iets toch niet in den zak?*
»Zou u dan niet weten, dat atropine, in kleine hoe
veelheden gebruikt, de oogen schooner doet glinsteren?*
vroeg de rechter met loerende blikken.
»Ja, dat weet ik* antwoordde zij vrijmoedig, «maar
ik heb er nooit aan gedacht zulk een middel te ge
bruiken*.
»Ik kan u niet dwingen iets anders te zeggen. U
blijft er dus bij. dat u mevrouw Rechling geen vergift
hebt toegediend
»Met mijn weten niet*.
«Uw vader dronk gewoon lijk eiken avond een glas
bessensap met water. Maakte u dat voor hem gereed?*
»Neen, dat deed mijn tante- Ik was zelden thuis.
«Hoe kwam udan op de gedachte, mevrouw Rech-
ling van het bessensap te geven
«Zij verlangde iets om bij te komen*.
«Dan hadt u haar beter wijn kunnen geven*.
Valentine werd verlegen. »Er was geen flesch wijn
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2l/« cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Die komt er goed af! Zoo hoorde ik voor
eenige dagen spreken! Het was over de
juffrouw van de telefoon, die telefoon geheim en
had laten correspondeeren naar ’t Nieuwsblad
voor iMederland. (Als ik me niet vergis, geeft
dit blad over 1908 slechts 5 percent dividend.
Wie de advertenties nagaat, daarna berekenin
gen maakt, zou als leek heel wat anders dan
5 pet. veronderstellen. Wie zoo’n beetje ver
moedt, de waarheid te kunnen snappen, denkt
daar iets anders over, al is 5 pet. wel wat
heel weinig. Doch laat ik er niet over
spreken, of alle advert, wel boekwaarde heb
ben; er zijn lok-advertenties in sommige kleine
bladen; grootere bladen moeten soms ook die
richting uit; en dan heb je de concurrentie tus
schen de zoogenaamde volksbladen: Wie heeft
je ware gelegenheid om te zoeken naar een
dagmeisje, een loopjongen, een kindermeisje
gevraagd? Menschen, die een kostganger kun
nen hebben en daar nog een goede gulden per
week mee kunnen verdienen (heusch, Amster
dam is goedkooper dan een provinciestad!),
adverteeren bijv, eens en zien hunne annonce
tweemaal geplaatst. Meen niet dat ik over
drijf.
De concurrentie
«Neen, dat geloof ik niet*, antwoordde de schrijver,
opnieuw een snuifje nemende. »Ik kan dat meisje
niet voor een moordenares houden*.
«Maar mevrouw Rechling is toch vergiftigd
«Ja, de dokters hebben het in haar lijk gevonden,
dat is zoo*, gaf Grunert toe.
»En daar ze het zelf niet heeft ingenomen, moet een
ander het haar toegediend hebben*.
«Daar heeft u gelijk in, maar daarom behoeft mejuf
frouw Zier het niet gedaan te hebben*.
«Wel verduiveld Wie moet het dan gedaan hebben?
Lees de verhooren dan maar eens na
«Ik geloof, dat we den rechten man niet vinden zul
lenantwoordde Grunert peinzend,, «en dat is juist
het ergste voor het arme meisje, want als de rechtzaak
tegen haar geschorst wordt wegens ontoereikende be
wijzen, dan blijft haar toch iets daarvan aankleven en
ten slotte komt er niets van haar huwelijk met den blon
den reus met den jongen Rechling*.
«Grunert, voor deze zaak zal ik een anderen schrij
ver moeten nemen gij zijt partijdig*, dreigde de rech
ter lachend. «Maar ge hebt gelijk, ik vrees, dat het
geval niet opgehelderd zal worden, en met zulke zaken
legt de rechter van instructie weinig eer in. Kom, laten
wij naar huis gaan om te eten*, zeida hij en stond op
om heen te gaan. De schrijver wilde zijn voorbeeld
volgen, doch beiden zouden heden niet zoo spoedig aan
hun middagmaal zitten. De deur ging open en zicht
baar opgewonden trad de commissaris Kühnel binnen.
«Mijnheer, zoo even heb ik een gewichtige vondst
gedaanriep hij nog buiten adem.
«Is die zoo gewichtig, dat ik nieteerst kan gaan eten?*
vroeg Haüsler, die grooten eetlust gevoelde.
«Ik geloof niet, dat ge u daartoe den tijd zult gun
nen, als ge verneemt welk nieuws ik breng, ik ik
aangebroken, en het moest gauw gaan».
Een arglistige glimlach vloog over het gelaat van
den rechter; nu had hij haar op een leugen betrapt.
schijnt te vergeten, dat u de flesch bessensap toch
ook eerst moest opentrekken*.
Zij sloeg de oogen neer en scheen een inweudigen
strijd te voeren. Eindelijk zei ze zacht«Ik moet het
dan wel zeggen. Ik mocht geen glas van dien duren
wijn geven, mijn vader had die voor versterking noo-
dig en wij moesten er zuinig mee zijn*.
«Met het bessensap ging u vrijgeviger om. Was daar
van voorraad genoeg
«Dat weet ik werkelijk nietIk zeg u nogmaals
dat ik niet veel weet van het huishouden, want ik
woonde niet bij mijn vader in. Ik nam de flesch,
die vooraan stond en trok die open, want de andere
was den avond te voren geleegd geworden*.
Voorloopig moest de rechter zich hiermee tevreden
stellen. Na een verhoor van drie uren moest hij het
doodelijk uitgeputte meisje naar de gevangenis terug
laten brengen en ruste toen zelf afgemat in zijn stoel uit.
«Wat denkt ge van de zaak P« vroeg hij den schrijver,
een bejaard man, die nu en dan wel eens een woordje
durfde meespreken.
«Ja, mijnheer, ik weet werkelijk niet, wat ik er van
zeggen moet*, antwoordde deze, terwijl hij de pen
achter het oor stak en zijn snuifdoos opendeed, alsof
hij daarin verlichting kon vinden. «Die mevrouw Rech
ling schijnt een kwaadaardige juffer geweest te zijn.
Als ik in de plaats van mejuffrouw was geweest en men
mij zoo behandeld had, dan weet ik nog niet, wat ik
gedaan zou hebben*.
«Dat is een rondborstige bekentenis, mijnheer Qru-
nert«, zei de rechter lachend, gelooft dus, dat zij
het gedaan heeft
maakt, dat men ’t den kleinen adverteer
ders lekker moet maken.
Ook bij niet-volksbladen en die toch onder
de groote gerekend willen worden, kan men
uit de krant zelf de verdienst niet opmaken.
Als ge ’t lijstje ziet van: advertentiën zoo-
en zooveel per regel, enz., en ge telt de regels,
die de adverteerders in beslag nemen, dan
komt ge veel te hoog).
Nu, die juffrouw van de telefoon, die een
maand hebben zou, is er geheel zonder straf of
boete afgekomen.
Deze juffrouw W. H. had een depothouder
van het Nieuwsblad voor Nederland in Augus
tus 1908 in de gelegenheid gesteld gesprekken
af te luisteren, die gevoerd werden tusschen
het bestuur van den Alg. Ned. Diam. Bond
en de A. Juwel. Vereeniging.
En deze gesprekken werden toen in genoemd
blad gepubliceerd. Onze Rechtbank veroor
deelde haar tot een maand gevangenisstraf we
gens schending van telefoongeheimen, straf
baar gesteld bij art. 374 Wetb. van Strafvor
dering. Het Hof alhier, opnieuw recht doende,
ontsloeg echter beklaagde van rechtsvervolging.
Het Hof verklaarde, datartt. 374 en 375 niet
op haar van toepassing waren.
Iemand met een nuchter verstand zal echter
volhouden, dat ’t telefoongeheim wel geschon
den is. Als dit in een groote stad zoo kan,
hoe moet ’t dan wel in kleine plaatsjes? Daar
bestaat niet veel zekerheid voor ’t geheim
houden.
En o, ’t brievengeheim in kleine plaatsen.
Nu ja, een man van de post mag niets zeggen
en toch waar men in een stad als de onze
heel wat belangrijks per briefkaart af kan doen,
is in kleine plaatsen zelfs ’t geringste, wat
eenig aanbelang heeft, geheim te blijven, alleen
in gesloten couvert geheim te houden en dan
blijft ’t adres nog geen geheim.
In dit opzicht heeft een groote stad veel
voor. Hier is geen kans, dat een zich vervelen
de bode beurtelings al de briefkaarten, enz.
zit te lezen, die hij aanstonds bestellen moet.
Toch schijnt men hier den boel wat nauw
keuriger na te willen gaan, vooral wat de
drukwerken aangaat. Het schijnt, dat er te
veel misbruik van de goedkoopere port voor
drukwerken gemaakt wordt, dat ansichtkaarten
te veel op briefkaarten gaan gelijken en de
binnenzijden van dagbladen vaak voor briefpa
pier gebruikt worden.
Van volksbladen sprak ik zoo even. Het
schijnt dat de groote bladen er behoefte aan
beginnen te gevoelen, er ook een zoogenaamde
volkseditie op na te houden. /De Telegraaf*
houdt er, zooals ge weet, als zoodanig «De
Courant* op na. Ge weet, hoe vroeger «De
Telegraaf* voor jhr. Tindal het tegenoverge
stelde van een melkkoetje was en hoe men nu
sinds jaren vertelt, dat het blad alleen door
«De Courant* kan bestaan.
Ik durf niet uit te maken, in hoeverre dit
waar is. Maar zoo’n dubbele exploitatie geeft
veel voordeel. Alles wat in «De Courant* staat
vindt ge ook in «De Telegraaf*, waar natuur
lijk meer, vooral meer handelsnieuws in te vin
den is. Alleen ’t hoofdje van een buitenland-
sche correspondentie moet gewijzigd worden.
Ook «De Tijd* heeft een volkseditie onder
den naam van «De Morgenpost.*
Herhaaldelijk was er in den laatsten tijd
sprake van «De Echo*, die haar bureaux heeft
in «Felix Meritis* op de Keizersgracht. Eerst
heette ’t vast en zeker, dat ’t Handelsblad deze
courant gekocht zou hebben. Later vertelde
men, dat dit nog niet zoo zeker was, en dat
ook de Telegraaf er naar dong.
Doch laten we hierover verder zwijgen, niet
zien naar de drukte in de Houthaven, waar
men de bazen mee ziet aanpakken, omdat de
vlotters de stakingsbacil hebben binnengeslikt;
ook niet zien, wat of die nieuwe tellers zooal
uitrichten.
Nieuwe tellers. Alweer een stuk of wat
werkloozen aan een kostje (een riks per dag)
geholpen. Door dit tellen wil men voorname
lijk te weten komen, hoevele en welk soort huizen
er nog ledig zijn, omdat in percenten te kun
nen uitdrukken. Een inzender in een onzer
bladen meende, dat deze tellers hun werk
moesten uitbreiden en allerlei statistische ge
gevens omtrent welstand, zindelijkheid, drank
misbruik en de ellende daardoor veroorzaakt,
en verder nog veel meer moesten verzamelen.
De man bedoelde ’t goed, maar vergat, dat
voor zulke statistische lijsten vrij knappe
koppen noodig zijn en geen mannekes, die
men op aanbeveling van een paar werklie
denbonden aan een broodje helpt.
Ze behoeven ook niet te tellen, hoeveel
menschen er zijn. Neen, dat zal wel weer
moeten geschieden, als dit jaar eindigt. Im
mers, men is in ons land gewoon aan een tien
jarige volkstelling en op 31 Dec.1 Jan. a.s. is
ZEVENDE HOOFDSTUK.
(Vertolff.)
«Dat heeft hier echter niets mee uit te staan*, voeg
de Bauerlich er luchtigjes bij, «want gesteld, dat Valen
tine het vergift aan mevrouw Rechling heeft toege
diend wat ik onmogelijk kan gelooven dan is toch
niet aan te nemen, dat zij het vergift in een vollg
flesch zal gedaan hebben*.
Daar sprak hij precies uit, wat de rechter dacht en
deze liet zich daardoor verleiden tot de vraag »U denkt
dus, dat zij het vergift gemengd moet hebben in het
glas water met bessensap*dat zij voor mevrouw Rech
ling gereed maakte?*
«Neem me niet kwalijk, mijnheer*, antwoordde Bau
erlich en hij trad eenige schreden terug, «dat denk ik
niet! Hoe zou mejuffrouw zoo op eens aan atropine
gekomen zijn Zij behoort niet tot de dames, die zulke
middelen noodig hebben om haar schoonheid te ver-
hoogenhaar oogen schitteren zonder dat middel ge
noeg. heeft zeker geen gelegenheid gehad dit op te
merken, want haar oogen zullen nu wel droevig en
rood geschreid zijn*, voegde hij er bij, terwijl hij steels-
gewijze met den zakdoek langs de oogen streek en
niet bemerkte, dat zijn verdediging niet veel van eene
beschuldiging verschilde.
De rechter liet den zonderlingen ontlastingsgetuige
gaan en liet nu Valentine binnenleiden. Haar verblijf
’t weer de tijd daarvoor.
Het zal me, om van wat anders te schrijven,
eens benieuwen, of we dezen zomer geen regen
van klachten krijgen van de bewoners der
Leidsche straat.
Een vorig jaar klonken uit den Haarlemmer
dijk de jeremiaden. De heele straat opgebro
ken voor een nieuwe waterleidingsbuis, tram
verkeer in de war, rijtuig- en wagen verkeer
gestremd, personenverkeer zeer lastig. We gaan
allen op de flacon, riepen de neringdoenden
uit die buurt.
Men zag allerlei teekeningen en plaatjes, die
op humoristische wijze de wanhoop der Haar
lemmerdijkers moesten ruchtbaar maken.
Enfin, daar is de ellende weer geleden.
Maar nu de Leidsche straat?
Ja, ik plaats een vraagteeken.
vorig jaar de brug over de Heerengracht, vlak
bij Kreymborgh verbeterd, zonder dat ’ttram-,
rijtuig- of personenverkeer behoefde gestaakt
te worden, thans is de brug (sluis) van Singel
Koningsplein aan de beurt.
Nu, dat is wel noodig, want de tramverbin-
ding van de N. Z. Voorburgwal over ’t Spui
en den Singel naar Koningsplein en Leidsche
straat is lastig en leelijk. Een heel stuk Singel
is daarvoor aan den waterkant heel wat ver
hoogd voor de tram. Nu zal dat anders worden
en beter. Al komt er nog volstrekt geen
ideale verbinding tusschen Dam, Kalverstraat
en Leidsche straat. Maar ’t lastige is: zoolang
't werk duurt, is de tramdienst over die brug
gestaakt. Dus lijn 1 en lijn 2, die de buurten
aan weerszijden van ’t Vondelpark, door de
Leidsche straat met Dam, Postkantoor en Sta
tion verbinden, houden zoolang op door de
Leidsche straat te rijden. Beide lijnen worden
zoolang verlegd naar de gedempte Rozen
gracht, waar dus dezen zomer heel wat be
weging komt.
Immers, daarover gaat de lijn naar Haarlem
en Zandvoort en dan lijn 3. Nu, op de Ro
zengracht is ruimte. Maar ’t wordt een drukke
geschiedenis. Ik denk dat men op ’t drukst
van den dag op die gracht zeker meer dan 8
wagens per 10 minuten ziet passeeren.
Voor de bewoners aan weerszijden van
Vondelpark een heele omweg.
Maar nu de Leidsche straat! De winkels,
die daar steeds deftiger worden, kunnen dit
doen, omdat de Vondelbuurten deftig zijn.
Nu de lijnen 1 en 2 niet er doorgaan dezen
OURANT.
r