k, NIEUWS- ES lUIEKTENTIEliLAI) VOOR SNEER ES «STREKEN. BLOOKER’S Buitenlandsche zaken. 9, De Verdenking. 64e Jaargang. Zaterdag 20 Maart 1609. No. 23. DAALDERS sr- U, RS. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. CACAO Feuilleton, on- )00, n weldra 19). I (Wordt vervolgd). I et Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. GE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. MEN MOGE U NAMAAK OPDRINCEN, HOUDT VAST AAN te Melbourne. Cairo, Kaapstad, niet te zeggen, wat ’t nut- voor een klein land als ’t onze, toch geen hoofdrol Was dat geen verdekte bekentenis van haar schuld? Daarentegen berichtte de opzichteres, die haar ’s nachts bewaakte, dat Valentine vele uren van den nacht sla peloos doorbracht, den naatn van haar geliefde telkens riep, hem zacht vleide of een volgend oogenblik hem verweet, dat hij haar geheel vergeten en verlaten had en eindelijk hem vergiffenis vroeg voor alles, wat ze hem had aangedaan. «Zulk een gevangene heb ik nooit gehad; ik kan niet gelooven, dat zij een moordenares is«, verklaarde de vrouw; doch door den rechter werd zij onzacht terecht gewezen over die meening, misschien juist wel omdat hij zelf niet zeker van zijn zaak was. «Ik wou dat het voorloopig onderzoek gesloten kon worden*, bromde hij. «Het is om zijn verstand er bij te verliezen. Laten anderen er zich het hoofd eens mee breken*. Er zouden echter nog weken verloopen, voordat deze wenseh vervuld werd. ACHTSTE HOOFDSTUK. Op denzelfden dag, bijna op hetzelfde uur, dat de heer Zier op het Invaliden-kerkhof begrafen werd, kreeg mevrouw Rechling een plaatsje naast haar echt genoot in het familiegraf, dat haar echtgenoot bij zijn leven op het kerkhof te Zeckta had aangekocht. Den dag na de begrafenis was Koenraad naar Berlijn terugge keerd; hoe eenzaam hij zich ook in de Victoriastraat gevoelde, hij kon toch niet op de fabriek blijven. Het kwam hem voor of hij ontrouw pleegde tegenover Va lentine, als hij verder van haar verwijderd bleef dan noodig was. In zijn vertwijfeling zocht hij den rechter Haüsler weer op, om naar den loop der zaak te informeeren, en kreeg de verpletterende mededeeling, dat een tweede ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. ZEVENDE HOOFDSTUK. Vervolg J Tevergeefs verzekerde Valentine, dat ze nooit een droppel atropine had bezeten, en niet wist, dat er nog een flesch bessensap in huis was. Zij bezwoer ook, dat ze niets wist van een geheime bergplaats onder den gootsteen, waarop de rechter vroeg, hoe de flesch daar dan moest gekomen zijn. Valentine schudde het hoofd, daarop maakte zij een beweging alsof zij wilde spreken; doch de half geopende mond sloot zich weer en na een poos van dof stilzwijgen, mompelde zij»Ik weet het niet 1 Ik weet het niet Daarmee was de rechter niet voldaan. Hij bracht haar onder het oog, dat het opbergen van de flesch en het omspoelen van het glas op een tijd, dat zij door smart over haar vaders dood overweldigd moest zijn, haar onder sterke verdenking brachten. Hij herhaalde tel kens weder, dat zij stellig in drift had gehandeld, daar de ontdekking niet lang zou uittlijven, en om haar eene bekentenis gemakkelijk te maken, wees hij er op, dat ze bijna ontoerekenbaar was, toen ze de daad pleeg de; hij kon haar echter niet tot bekentenis brengen. Met angstige zorgvuldigheid vermeed zij Koenraad Rech ling in het gesprek te noemen, en toen de rechter dit opzettelijk deed, week zij terug en alsof zij een spook zag, riep zij«Stil, stil, wek de dooden niet. Duistere schaduwen scheiden ons*. trouwe, onwankelbare liefde De rechter haalde de schouders op. »Het gaat niet*. «Gaat het dan niet, dat u dat u haar mijne groeten overbrengt?* vroeg Rechling weifelend. »Het is toch wreed, dat het arme meisje van elke troost be roofd is*. De rechter antwoordde ontwijkend, hij zou zien, wat hij doen kon. Hij nam zich ech'ter voor aan het verzoek van den door liefde verblinden jonkman niet te vol doen en acht te geven, dat deze niet langs andere wegen zijn doel bereikte; want hij wilde de gevangene geen nieuwen moed laten scheppen, om bij haar ontkentenis te volharden. Koenraad zwierf om het gerechtsgebouw rond, als wilde hij de dikke muren met zijn blikken doorboren. Hij betreurde zijn overleden moeder oprecht, doch de smart over haar verlies weid op den achtergrond gedrongen door zijn kommeren zorg over Valentine’s lot. Voor welk duister raadsel stond hij Welke hand had zijn moeder den giftbeker gereikt De schemering viel in en nog altijd kon hij de plaats niet verlaten, waar hij zoo dicht bij zijn Valentine was. Hij beminde haar met die innigheid, welke men bij zulke weinig prikkelbare naturen juist aantreft. En nu was zij hem nog veel dierbaarder geworden; daarbij kwam nog medelijden en verontwaardiging over het geen haar werd aangedaan en waarbij hij machteloos moest toezien. »Dat peinzen zal me nog krankzinnig maken*, dacht hij ten laatste en met een vastberaden houding keerde hij het rechtsgebouw den rug toe om naar huis te gaan. flesch bessensap op een verborgen plaats was gevon den, en dat deze een groote hoeveelheid atropine be vatte. Had de rechter verwacht, dat deze mededee ling Koenraad’s vertrouwen in zijn geliefde aan het wankelen zou brengen, dan werd hij daarin teleurge steld. Geen oogenblik wankelde hij; hij zei alleen «Het arme kind Welke booze machten hebben toch tegen haar samengespannen De rechter wees hem nu op alles, wat de verden king tegen Valentine scheen te rechtvaardigen. Koen raad luisterde aandachtig en antwoordde toen «Dat klinkt alles heel geloofwaardig voor iemand, die Valentine niet kent, zooals ik haar ken. Het is on mogelijk, dat zij het gedaan heeft*. »Maar als het in drift gebeurd is vroeg Haüsler. Een oogenblik zweeg Koenraad; maar toen verklaar de hij, dat ook dit onmogelijk was. Zelfs in drift was zij niet in staat om zulke booze gedachten te koesteren. >Nu vergist ge u toch; ze heeft zelf gezegd, dat ze booze gedachten had*, merkte de rechter op. »Ge maakt mij waanzinnig 1 Ge maakt mij waanzin nig mompelde Koenraad; doch op eens sprak hij zoo vleiend, zoo aandoénlijk, als de rechter van zoo’n reus niet verwacht had: «Laat mij eens met haar spreken. Hier moet een treurige vergissing, een duister geheim in het spel zijn; aan mij zal zij alles zeggen, aan mij zal het gelukken licht in deze duisternis te brengen*. De rechter zeide, dat hij tot zijn oprecht leedwezen dien wenseh niet mocht vervullen; gedurende het voor loopig onderzoek mocht niemand met de gevangene in gemeenschap komen. «Sta mij dan toe. dat ik aan haar schrijf*. »Ook dat kan ik niet toestaan*. «Moet zij dan denken, dat zij geheel vergeten is Mag ik haar dan niet de verzekering geven van mijn van handel en nijverheid, landbouw en scheep vaart. Deze verslagen komen voor in de han- delsberichten van de afdeeling «Handel* van het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Zij kondigen aanbestedingen van buitenlandsche werken aan, terwijl in sommige Oostersche landen als Turkije, China, Marok ko, enz. door de consuls over Nederlanders dier streken rechtspraak uitgeoefend wordt. De Nederlandsche consulaire ambtenaren verdeelen zich in twee klassen: le De bezoldigde consulaire ambtenaren of beroepsconsuls, 2e De onbezoldigde consulaire ambtenaren of honoraire consuls. De bezoldigde cons. ambt, (consules missi) genieten een speciale opleiding en leggen voor een daartoe ingestelde commissie examen af. Zij zijn allen Nederlanders. Een daartoe ingestelde commissie wijst iemand tot candidaat-consulair ambtenaar aan. Bin nen drie jaren leggen deze candidaten het zoo- even genoemde examen af en worden, wan neer zij goed voldoen, tot adspirant-vice-con- sul bevorderd. Drie jaren na dien tijd ver krijgen zij den rang van vice-consul, vijf jaren later dien van consul en wederom vijf jaren later is hun verheffing tot consul-generaal mogelijk. Dit mogelijk is natuurlijk heel be grijpelijk. Evenals in 't leger, in 't ministerieel amb tenarencorps, enz. moeten eerst in de hoog ere rangen plaatsen vrijkomen, als er ten minste er van (Slot.) Hebben we in ons vorig artikel geschre ven over de gezanten, nu moeten we even de consuls noemen. Niet in de eerste plaats de gezanten, omdat deze zooveel belangrijker werk verrichten dan de consuls, maar omdat ze nu eenmaal in rangorde vóórgaan. Doch daarover straks verder geredeneerd. De belangen van onzen handel, nijverheid, landbouw en scheepvaart worden door onze consulaire ambtenaren in het buitenland be hartigd. In landen, waar een Nederlandsch gezant gevestigd is, staan de consulaire amb tenaren onder de leiding van den diplomaat. Aan eiken consulairen ambtenaar wordt een ressort ter ontwikkeling van zijne activiteit aangewezen. Verschillende ressorten kunnen tot een district vereenigd worden. Aan het hoofd van zulk een district staat doorgaans een bezoldigd of onbezoldigd consul-generaal, die over de consulaire ambtenaren van zijn dis trict toezicht uitoefent. Sommige consuls- generaal bezitten een diplomatieken titel, zoo als we in ons eerste artikel zagen. Verschillende administratieve handelingen zijn aan de cunsulaire ambtenaren opgedragen. Zij brengen verslagen uit over het verloop Zeker is, dat ze veel duurder zijn. Maar wat ’t nut betreft, zouden we wenschen, dat al onze gezanten in consuls als Knobel en dergelijke praktische menschen veranderd kon den worden. Doch gezanten worden uit een ander milieu gevonden dan consuls. Een gezant moet door leefwijze, rang, stand, enz, de eer van zijn land ophouden; hij moet in de eerste plaats hoveling kunnen zijn. Na tuurlijk moet hij ook de gave bezitten, die men diplomatische tact noemt en die diplo matie is een geheimzinnig iets, waartegen een gewoon sterveling gehouden is met eerbied op te zien. Alleen zoo nu en dan lekt er iets uit, dat ons van dien eerbied doet ver liezen. Een gezant moet zorgen voor de po litieke belangen zijns lands en daarna ook voor de handelsbelangen. Maar de consul zorgt eerst en vooral voor de handelsbelangen, zoekt afzetgebieden voor de producten van landbouw, veeteelt, nijverheid zijns lands, is de pionier, die nieuwe wegen zoekt, opdat die uitbreiden. We behoeven tigst is. Vooral dat in de wereldpolitiek kan spelen. Nu wordt er wel eens gezegd: Waarom die gezantschapsposten, die weelde-baantjes niet afgeschaft en er flinke beroepsconsuls voor in de plaats gesteld? Dit lijkt zeer eenvoudig, maax -- zulke tra- ditioneele posten heft men zoo maar niet op. Als wij onzen gezant uit Rusland terugtrokken, zou Rusland natuurlijk ’t zelfde ten opzichte van ons kunnen doen. Men moet zoo iets wel in orde houden om zijn eer als staat niet te verminderen. En dan vooral Nederland met tradities, die stammen uit ons glorietijdperk, toen Nederlandsche gezanten als Van Bever- ninek of Van Beuningen mannen van groot gezag waren. En nu, waar Den Haag het Arbitragehof ziet verrijzen en daarmee in zeker opzicht een diplomatieke wereldhoofdstad wordt, is er van afschaffing der gezantschapsposten nog minder sprake. Laten we hopen, dat zooveel mogelijk mannen op die posten geplaatst kunnen worden, die bij de onontbeerlijke hoofsche al lures een open oog voor de belangen van on zen handel, landbouw, nijverheid, scheepvaart hebben. Aan ’t departement van Buitenl. zaken is de nijverheid, enz. zich kunne te vinden is*, voor némen. Waarde lezer, ziet ge in de groote bladen, (diede officiëele berichten geregeld overnemen,) wel eens naar de consulaire rubriek? Die is steeds interessant. Ge leest: Be noemd tot consul de heer X, aan wien- tot ressort is aangewezen. Aan dezen heer X. moet (kan) in de taal geschreven worden. Deze berichten wijzen gewoonlijk wel uit, van welke nationaliteit de consulaire dignitaris is. Laten we als onze hoop uitspreken, dat er steeds geregelder in die berichten komt te staan: Aan den heer kan (liefst moet) in ’t Ne derlandsch geschreven worden. Doch we hadden ’t over de onbezold. cons. Aan hen kan een toelage worden toegestaan, terwijl zij op een deel der consulaatsrechten en andere baten aanspraak hebben. Zij zijn onderscheiden in consulaire agenten, vice-con suls, consuls en consuls-generaal. Hoeveel of er van deze heeren zijn? Kijk eens, legio is zoo’n dik woord, maar ’t is hier toch zeer duidelijk. Dit «legio* wordt niet veroorzaakt door «hen, aan wie een toelage kan worden toegestaan*, maar door de minder op den voorgrond tredenden. Geloof gerust, vooral gij, die in ’t binnenland woont en niet zooveel van de buitenwereld ziet, en die niet zoo diep in zaken zit, dat er tal van plaatsen zijn, waarvan ge ’t bestaan niet eens vermoedt, en die er toch een heuschen Nederl. cons, ambt, op na houden. Of er dan steeds lieden voor te vinden zijn? Och lieve, die heeren consuls krijgen een deftig bord voor woonhuis of bureau; dat bord voert de taal van ’t vertegenwoordigde land. Kijk, zoo’n titel met bord is minstens een equivalent voor een mooi lintje in ’t knoops gat. (Pardon, zoek hier geen kwaad uit. Neem ’t alleen als strenge ernst op.) Kamers van Koophandel. In de laatste jaren neemt het aantal Kamers van Koophandel in het buitenland (over ’t binnenland hebben we ’t nu niet,) gestadig toe. Thans zijn Nederland sche Kamers van Koophandel gevestigd te Londen (sedert 1891), New-York (voor Ameri ka, 1903), Brussel (1902), Parijs (jaartal ver geten), Smyrna (1902), Melbourne (voor Aus tralië.) Gezanten zijn dus hooger in rang dan con suls. Of ze daarom ook belangrijker zijn? niet nieuwe plaatsen bijkomen, vóór promotie sprake kan zijn. Ons land heeft bezoldigde consuls in: le Europa: te Hamburg, Antwerpen, Lon den, Athene. 2e Azië: te Teheran, Bangkok, Kobe, Smyrna, Djeddah, Hongkong, Shanghai, Tient sin, Calcutta, Singapore, Penang, en ook Beyrouth. 3e Australië: 4e Afrika: te Tanger, Johannesburg, Pretoria. 5e Amerika: te Caracas, Rio-de-Janeiro, Buenos-Ayres. De onbezoldigde cons. ambt. (consules electi) worden bij voorkeur uit Nederlanders gekozen. Dit «bij voorkeur* is zeer duidelijk. Als er in een stad, waar onze menschen ko men, geen Nederlander, ten minste geen ge schikt Nederlander te vinden is, die «er voor moet men er wel een ander U RA NT, ’al

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1