ft
WK- EJ WVERIWIEBLID
VOOR SBK ES OISTIiEEEt
De Verdenking.
Woensdag 5 Mei 1S09.
64e Jaargang.
Feuilleton.
No. 36.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
gewoonte, zult ge zeggen
31).
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per postf0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
wroken ben ik toeh niefc, zeide hij met een honend
gelach. 'Zij heeft Rechling’s moeder toch het vergift
toegediend, dat zal voor haar een hinderpaal zijn en
blijven om met hem te trouwen».
•En was alles valsch, wat ge tegen die jonge dame
getuigd hebt
•Ik dacht, dat ik dit niet uitdrukkelijk behoefde te
zeggen; dat is thans, na mijn bekentenis, duidelijk ge
noeg», antwoordde hij. HUusler was blij, dat hij Bauer-
lich zoover had gebracht. Hij sloot het verhoor, liet
het verslag daarvan voorlezen en Bauerlich ondertee-
kende dit met vaste hand.
Met een buiging en de woorden «Tot weerziens,
mijnheerverliet hij de kamer.
Weinige uren, nadat Bauerlich zijn misdaden bekend
had, werd Valentine Zier in vrijheid gesteld. Agnes
von Beeren, die door Lageman gewaarschuwd was,
kwam haar afhalen.
Niet in staat een woord te spreken, zonken de twee
vriendinnen elkaar schreiend in de armen. Na eenig
snikken wilde Valentine iets zeggen, doch Agnes zei:
•Stil, stil, spreek niet, voordat wij deze huiveringwek
kende plaats verlaten hebben, waar je zoo lang on
schuldig geleden hebt*. Onwillekeurig sprak ze Valen
tine met het vertrouweiijke »je« toe; nadat aan dit meisje
maanden lang al haar zorgen gewijd geweest waren,
kon zij haar niet op een afstand behandelen.
Tot een gevangenbewaarster, die met een koffer
kwam aandragen, waarin verschillende dingen van Va
lentine waren, zeide Agnes«Neen, neen, wij nemen
niets mee, wij laten alles hier. Ge kunt er mee doen,
wat gij wilt,» en zij liet de vrouw een paar goudstuk
ken in de hand glijden.
De vrouw oogde het rijtuig na en zeide toen tot
schuldig verklaard te worden; daartoe is uw bekente
nis niet volstrekt noodig«.
.Misschien niet«, antwoordde Bauerlich honend, »maar
ge hebt die bekentenis noodig om Valentine Zier in
vrijheid te kunnen stellen en ik heb er genoegen in
haar tot de volgende maandelijksche zitting der gezwo
renen in de gevangenis te houden.»
»Dat is mis 1 Mejuffrouw Zier is reeds in vrijheid
gesteld tegen borgstelling; mijnheer Rechling heeft de
som bereidwillig gedeponeerd», ar twoordde de rechter,
die deze leugen wel met zijn geweten kon overeen
brengen. .Bovendien kan uw rechtsgeding spoedig be
ginnen, want mijnheer Lageman heeft ons het voor-
loopig onderzoek zeer gemakkelijk gemaakt. Later zult
ge dan kunnen terechtstaan te Chicago en te San Fran
cisco wegens de misdaden van Burlejj, alias Pieter
Meijer.
Deze mededeeling had de rechter opzettelijk tot het
laatst bewaard en ze bleek het beoogde doel te tref
fen. Bauerlich verbleekte; zijn onbeschaamdheid ver
anderde in angst en onbedacht stamelde hij: .Weet ge?»
»Ja, ik weet en spoedig zullen de rechters in Amerika
ook weten, dat gij dezelfde persoon zijt als Dick Bur-
lejj, die te Chicago zijn twintig jaar oudere vrouw ver
giftigde om haar vermogen in handen te krijgen, de
zelfde persoon als de Hollander Pieter Meijer, die in
San Francisco zijn compagnon door verschillende
valschheden in geschrifte heeft opgelicht voor een som
van een half millioen dollars en daarna spoorloos ver
dween. Ge zult nu wel begrijpen, dat ge een verloren
man zijt, of ge bekent of niet*.
Bauerlich was op een stoel neergezonken. Hij trilde
over bet geheele lichaam. .Wie wie heeft dat
aan het licht gebracht?» stamelde hij.
•De rechercheur, dien Lageman naar Amerika heeft
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
spuit komt er vóór te liggen voor den dienst
in de binnenstad, terwijl de nieuwere, grootere
Jason zijn ligplaats aan de De Ruyterkade,
naast de badinrichting van Van Heemstede
Obelt, behoudt); gemeentetram (een respectabel
getal zenuwvrije mannetjes); gasfabrieken en
electrische centrale (te zamen vier reuzenge
bouwen; kom bijv, de in den jongsten tijd heel
wat vergroote Centrale eens kijken aan ’t
einde van de Hoogte Kadijk!); beambten ter
secretarie (Denk maar eens na; ge vraagt op
de Oude Zijds Voorburgwal aan den portier
van ’t Stadhuis, van 't oude Prinsenhof,
om te informeeren, waar dit of dat stuk te
bekomen is, deze of die aangifte is te doen,
en ge krijgt bijv, tot bescheid: U moet zijn in
kamer 165 aan den Achter Burgwal): bank
van leening met bijbanken; gemeentereiniging
(wanneer ge niet al te verkouden zijt en ge
loopt zoowat midden-Nassaukade, dan zegt uw
reukorgaan u wel, waar ’t centrale punt van
dezen dienst is te zoeken; vooral omdat de wind
dan moet komen uit den hoek, die in ons
land de heerschende winden geeft); gemeente
lijke stoompont- en stoombootdienst, (2, spoe
dig 3 ponten en meerdere stoombootjes op Nieu-
wendam, Oranjesluizen, IJkade, Marken, Half
weg en ’t Kalfje); gemeen te werkplaatsen; en
zoo voort. Ge weet zeker wel, hoeveel inwo
ners de stad Sneek heeft. Nu, ruim zooveel
personen zijn hier in dienst der gemeente Am
sterdam.
De gemeente maakt haar eigen tramwagens;
heeft haar eigen scheepswerf voor ’t maken en re-
pareeren van de talrijke vuilnis- en andere schui
ten. De gemeente maakt haar eigen karren
en wagens. Ja, we hebben zelfs een gemeen
telijke kleermakerij, waar bijv, de talrijk benoo-
digde uniformen voor verschillende gemeente
ambtenaren verzorgd worden. Dezer dagen
werden er bijv, acht kleermakers, in gemeen
tedienst werkzaam, ontslagen wegens over
compleet.
Dat er nog al eenige uniformen noodig zijn,
begrijpt ge dadelijk. Ge denkt aan de agenten
van politie en de brandweerlieden. Doch dan
hebt ge nog de mannen voor den dienst der
bruggen; voor de stoombootjes; vele gasbeamb
ten; portiers; de menschen van ’t gemeentelijk
museum; de mannen van de tram.
Van de tram gesproken, hierbij wordt zelfs
nog wel eens een mannetje uitgezuinigd. Bijv,
door de verbeterde wissels.
Ik geloof niet, dat de lezers der Sneeker
Courant aan de nu reeds zoo lang verschijnen
de A’damsche brieven een speciale politieke of
godsdienstige kleur zullen toekennen. Tk meen,
dat men ze mag noemen: welwillend tegeno
ver iedereen, van welke richting ook. Na
tuurlijk moet een briefschrijver wel van alles
bespreken, zijn opstellen moeten zijn als de
kiekjes van een kaleidoscoop en voor die ka-
leidcscoop moet hij ongekleurde glazen ge
bruiken; en verder a.leen zorgen, geen al te
piquante zaken te ontleden.
Waar moet dat naar toe, zult ge zeggen.
Stel u gerust, waarde lezer; ik wou zoo’n
beetje beweren, dat we ongemerkt of liever
ongevoelig weg, zoo zeker als tweemaal twee
vier is, naar Staats-, maar ook naar gemeente-
socialisme op weg zijn. Vat s.v.pl. dit woord
niet verkeeid op; ik heb het niet over een
der Soc. Dem. partijen, maak geen reclame
voor of tegen haar, tracht geen tegenstander,
heel of half, dier partijen in ’t harnas te jagen of
van vrees te doen huiveren. Heusch niet. Ik
wil onder dit sociale woord alleen maar wij
zen op ’t steeds grooter wordend aantal be
drijven, beroepen, exploitaties, enz., dat tot
zaken van Rijks- en gemeentezorg gaat be-
hooren.
Steeds komen er nieuwe wetten, die voor
Staat of gemeente nieuwe ambtenaren vragen,
steeds komen er meer bedrijven, die door hen
geheel of gedeeltelijk aan zich getrokken
worden.
Ik meen onlangs eens gelezen te hebben, dat
er in Frankrijk zoo langzamerhand bijna een
millioen (pl.m. 900.000) personen uit de staats
ruif eten. Een heel getal voor een land met
nog geen veertig millioen inwoners.
Maar in een gemeente als Amsterdam zijn
er ook heel wat in dienst der gemeente. Denk
maar eens na en maak zelf zoo ongeveer een
schatting, al beloven we u vooruit, niet met
een hoop getallen aan te zullen komen. Daar
hebt ge dan: Onderwijzers, leeraren en profes
soren; een goede 1300 man voor den politie
dienst, (dit zijn natuurlijk niet allen agenten
in uniform!); brandweer (waarvoor nu een keu
rig centraal gebouw aan de Nieuwe Achter
gracht is verrezen; een gebouw dat tot in de
puntjes in orde is; de oude Jan van der Hey-
den, de oudste en kleinste drijvende stoom
wagens; elk oogenblik gereed zijn om zoo snel
mogelijk door tegenstroom en zandstrooier te
kunnen remmen. En dan ook nog zoo goed
mogelijk tijd rijden. En niet te veel electrischen
stroom gebruiken.
Alles wordt een
en ook dit werk.
Maar bedenk, hoeveel menschenlevens eiken
dag aan de koelbloedigheid van een wagenbe
stuurder zijn toevertrouwd.
Een bedrijf, dat in de laatste jaren van
steeds grooter beteekenis werd, is o.a. dat der
reisbureaux. Hollandsche spoor en Staatsspoor
houden er hier meer dan één flink bureau op
na. De HollandAmerikalijn of de N. A. S.
M. verplaatst z’n kantoor op het Damrak wat
meer naar den Dam. Dan zijn er nog meer
bureaux, die u inlichten omtrent mogelijke en
onmogelijke reisplannen.
Cook’s bureau is ook aan ’t Damrak en de
etalage geeft u steeds gelegenheid, uw kennis
van geldstukken en bankbiljetten te vermeer
deren. Lissone blijft steeds gevestigd aan den
Singel. Meen niet, dat deze firma, die nogal
veel adverteert, die telkens een heele serie
reizen annonceert, dit voor de aardigheid doet.
Alleen voor de vertaling der buitenlandsche
correspondentie hebben ze een aparte trans
lates, een man, die Fransch, Duitsch en En-
gelsch op z’n duimpje kent, en die nog meer
dere talen bij ingeving moet snappen.
Nu, zulke personen zijn er in een stad als
Amsterdam tegen een prijsje te krijgen. Als
ge de advertenties leest in de bladen, verbaast
ge er u over, wat men voor bijv, een zes of
acht gulden durft eischen. En er komen toch
altijd liefhebbers opdagen. In een groote stad
zijn altijd meer verongelukten der maatschappij
te vinden dan in een kleine. Waarom Och,
dat kunt ge op uw vingers narekenen. In
Amsterdam is spoediger iets te vinden; men
verdwijnt er in de groote massa en behoeft
dus niet zooveel met ’t menschelijk opzicht
rekening te houden; men kan er, als ’t moet,
zeer goedkoop leven, zonder dat vroegere ken
nissen weten, hoe ge leeft. Juist die schip
breukelingen der maatschappij, hunkerend naar
zelfs ’t schamelste stukje brood, brengen vele
werkgevertjes of patroons er toe, de markt te
bederven.
Het centrum der Kalverstraat blijft nog een
heelen tijd ontsierd door de groote schutting
der N. Zijds kapel. Al maanden hebben we
gezonden», antwoordde de rechter. »De twee maan
den, die verloopen zijn sedert het begin van het proces
tegen Valentine Zier, heeft hij goed besteed. Terwijl
ge hier bezig waart een kuil te graven voor het on
schuldige meisje, werd daar de strik gereed gemaakt,
waarin ge nu gevangen zijt».
•Nog niet nog niet«, mompelde hij en vroeg toen
•Als ik een bekentenis deed, zou dat de zaak nog
veranderen
•Met zekerheid kan ik dat niet beloven», luidde het
ontwijkende antwoord, »maar
•Ik begrijp u», viel Bauerlich met een spottenden
lach in, »nu, wat geef ik er om. Ja, mijnheer Lageman
heeft een fijne neus, alles is gebeurd, zooals hij gezegd
heeft».
•Afschuwelijk riep Hausler uit.
•Alles is gebeurd, zooals Lageman vermoedde. Toen
ik bericht ontving van Zier’s dood, geloofde ik, dat het
vergift iets vlugger gewerkt had en maakte gebruik
van de gelegenheid om de flesch tegen een andere met
onschadelijk bessensap te verruilen. Ik verborg ze
onder den gootsteen om ze nog dienzelfden avond on
bemerkt te kunnen meenemen; de latere gebeurtenis
sen deden mij besluiten de flesch daar te laten. Ik
hoopte dat ze reeds bij de eerste huiszoeking zou ge
vonden worden
•En toen dit niet gebeurde, hebt ge gezorgd, dat ze
toch gevonden werd om Valentine in het ongeluk te
storten, zooals ge haai gedreigd hadt«.
•Ja, zoo vurig ik haar bemind had, zoo vurig haatte
ik haar nu*.
•Omdat zij geweigerd had met u te vluchten
•Omdat zij mij niet behandeld had als een mensch
maar als een vergiftige padde 1 Zij wees mij met af
schuw terug en toen zwoer ik wraak. Geheel onge-
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Venolg.)
Verontwaardigd over zooveel onbeschaamdheid wilde
de rechter opstuiven, doch hij bedwong zich en met
verachting antwoordde hij op ijzig koelen toon »Met
het doel hem te dood en, hebt ge een flesch vergiftigd
bessensap ten huize van den heer Zier gebracht*.
•Ondersteld, dat ik dit gedaan heb, dan heeft hij er
toch niet van gedronken en is niet gestorven door het
vergift; om mjjn bedoelingen alleen kan niemand mij
vonnissen*.
•Gehebt den dood van mevrouw Rechling veroorzaakt.»
•Ge weet zelf goed, dat men mij geen rekenschap
kan vragen van een ongelukkig toeval».
•Maar ge hebt met voorbedachten rade valsche ge
tuigenis afgelegd tegen Valentine Zier en een meineed
gedaan riep de rechter. »Alles samen zal u eenige
jaren tuchthuisstraf bezorgen
•Waardoor zal men mij dit bewijzen Op grond van
het vertelsel, dat de advocaat Lageman verzonnen
heeft? Of met hulp van de beklaagde, die natuurlijk
de plank grijpt, welke haar wordt toegeworpen of op
grond van de verklaringen der half krankzinnige Con
stance Zier?«
•Ge wist die toch voor uw bedoelingen te gebruiken»,
zei de rechter met verachting. »Vergis u niet; er zijn
genoeg bewijzen voorhanden om door de gezworenen
Voor een kleine drie jaren kwam de eerste
nieuwe wissel op de Prins Hendrikkade bij de
brug voor ’t midden van ’t Centraalstation.
Langs 't Prins Hendrik-plantsoen, waar men
’t beeld ziet van den sympathieken broeder
van koning Willem III, een plantsoen dat er
door de tram niet grooter op geworden is,
gaan de wagens van lijnen 2, 3 en 9. Twee
en drie moeten er langs, rijdende van den N.
Z. Voorburgwal naar ’t Station, lijn 9 op de
terugreis van ’t Station naar den Dam. Vroe
ger moest daar steeds een mannetje aanwezig
zijn met z’n ijzeren staaf in de hand. Nu laat
de wagenbestuurder onder ’t rijden, door ’t
omdraaien der kruk en ’t af- en aansluiten
van den electrischen stroom, de tong der wis
sel verplaatsen.
Zoo’n mannetje stond er ook bij ’t politie
bureau Rembrandtplein— hoek Reguliersbree-
straat. Die man kon z’n post volstrekt geen
sinecure noemen. Als er zoo om de vijf mi
nuten vier verschillende trams aan komen rij
den uit de richting van ’t Sophiaplein door de
zeer drukke Reguliersbreestraat, dan is ,’t nog
al oppassen. Lijn 9 moet recht doorgaan naar
de Amstelstraat, lijnen 5 en 11 moeten naar de
Utrechtschestraat en lijn 4 moet z’n omwegje
door de Reguliersdwarsstraat maken. De man
had dus twee wissels te bedienen. Kwamen
nu maar de trams in steeds geregelde volgor
de. Maar daar is geen kwestie van. Nu weer
is de ééne, dan de andere lijn voorop, of ach
ter, of in ’t midden. Dat beteekent dus voor
den wisselwachter: uitkijken en nog eens uit
kijken. Doch thans behoeft die wachter niet
geregeld twee minuten op z’n bankje te zitten
uitkijken; de wagenvoerders doen ’t nu zelf on
der ’t rijden.
Ik schreef daar zooeven: een respectabel ge
tal zenuwvrije mannetjes.
Dat is waarlijk geen spot of overdrijving.
De wagenvoerders worden vooral geneeskun
dig onderzocht naar den staat hunner zenu
wen. Of dit niet een eerste belang is, kan
ieder begrijpen.
Rijden door drukke, zeer drukke en minder
drukke gedeelten; denken aan de zoo talrijke
halteplaatsen; letten op de voor elke straat of
deel van een straat (ik overdrijf niet,) voorge
schreven snelheid; druk passagiersgedoe om
je heen; steeds gereed om te gehoorzamen aan
’t electrisch belletje van den conducteur; last
hebbende van sarrend langzaam uitwijkende
OURANT,
•t-
w:
Ê-1
i
t