11)1)11 SSffl EJ OHXHtUkEV
QE POSTZEGELS.
Woensdag) 26 Mei 1609.
64e jaargang.
No. 42.
Uitgever:
B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
L
Feuilleton.
r
1
I
1^
van
van
A. Pierson.
Waarom verstaan wij onder bederven altijd te
goed zijn Er wordt ook zooveel bedorven door hard
heid, ongeduld en onrechtvaardigheid.
haar hei Duitsch
van F. E. BLUMENTHAL.
hjj op de tanden en balde in zijne jaszakken de vuisten
in machtelooze woede tegen het noodlot. Er lagen een
paar vellen papier voor zijne voeten; hij schopte ze weg
een paar ervan draaiden zich om
«Postzegels*, mompelde Treutler verbaasd. «Post
zegels bij heele bladen en postzegels zijn zoo goed
als contant geld
Hij keek schichtig rond. Er was geen mensch in
de kleine zijstraat. Haastig bukte hij en raapte met
bevende handen de verstrooide bladen bijeen.
Drie bladen 10 Pf. postzegels, dat is 30 Mark; vijf van
3 Pf., dat is 5 Mark, en een blad 5 Pf. postzegels, dat
is dat is 50 Mark
De anders zoo vlugge rekenaar kon in zijne zenuw
achtigheid geen vijf bij vijf en veertig optellen.
«Zeg eens, heb je dat gevonden
«Ja neen», stamelde Treutler verschrikt.
Met onzekeren blik keek hij om, en hij zag een meisje
van omstreeks 9 jaar staan, blootshoofds, met een vuil,
gelapt jurkje aan en op klompen.
«Zoo. Dan moet je het aangeven, anders is het diefstal
en dan ga je de kast in
«Brutale heks!« riep Treutler boos, terwijl hij de hand
ophief om haar te slaan. Maar het meisje sprong vlug
achteruit, nam hare klompjes in de hand en snelde op
hare kousen heen.
Hans beefde over het geheele lichaam, terwijl hij
het gevondene in zijn borstzak wegborg. Weer zag
hij de straat door, naar weerszijden. Maar er was nie
mand te zien, behalve het wegenellende meisje, in de
verte. Hij keek naar de vensters er was niemand.
Met snelle schreden ging hij den hoek om; daarna weer
een; toen weer een en zoo ging hu door, wel een uur
lang. Eindelijk werd hij moe. Hij bleef staan en nu
bemerkte hij eerst, dat hij nog altijd zijne hand op
Zoo omgang met een ander u krachtig maakt,
geschikter om den levensarbeid voort te zetten, zoek
dien dan, laat hij in u leegte en zwakheid achter,
vlied hem dan als de pest.
Gelijk nederigheid geen wegwerpen van zich-
zelven is, behoeft gevoel van eigenwaarde met hoog
moed niets gemeen te hebben.
Hoe lang HansTreutler door de straten had gedwaald,
werktuigelijk aldoor denzelfdengedachtengang volgend,
wist hij niet. Toen hij eindelijk opkeek, bevond hij
zich aan den hoek der straat, waar hij dat «gelukje* had
zijn borstzak hield geklemd
Maar hij moest weer voort: want daar ginds stond
het meisje Neen, het was een brandweerman. On
danks de kon moest hij zich het voorhoofd afwisschen.
Met vermoeide langzame schreden liep hij voort. Hij
ging aan ’t rekenen. Vijftig Mark in postzegels! Hij
kon ze gemakkelijk genoeg in wisselen; bij drie of vier
Mark te gelijk; die kon hij in een brief hebben ontvan
gen; dat wekte geen achterdocht. Vijftig Mark Dat was
genoeg om een heele maand van te leven. Een maand
O, nog veel langer Als hij voor 20 Pf. in de herberg
sliep; ’s morgens voor 5 Pf. koffie dronk en twee droge
broodjes daarbij at, en als hij ’s middags en ’s avonds
naarde volksgaarkeuken ging, dan was dat bij elkaar
hoeveel 80 Pf. per dag. Dus had hij geld ge
noeg voor twee maanden. En dan zou hij het moeten
afgeven? Het zou diefstal zijn? Neen, wie steelt wil
zich verrijken, en dat is toch geen verrijken, als men
zich er door wil slaan met 80 Pf. per dag. Daarenbo
ven, hij zou het gevondene gaarne teruggeven; maar nu
niet. Hij zou toch wel eindelijk eene betrekking vin
den. Misschien morgen al. Hij had immers vandaag
al een gelukje gehad Dan zou hij gaan opsparen, en
als hij het geld bijeen had, zou hij naar den verliezer
gaan zoeken, om hem te geven wat hem toekwam.
«Welzoo, juffrouw Welldorf, dus hebt ge die post
zegels verloren Het is wat moois ’t Is toch ver
wonderlijk zooveel als er te Berlijn wordt verloren
En altijd door bedienden personeel
«Maar mijnheer Harden, u denkt toch niet
«Wat meent ge, juffrouw?»
«Ik smeek u, geloof mij toch, de postzegels zijn uit
mijn tasch gegleden*.
«Nu, dan zal ik u eens wat zeggen. Ga nu naar het
Wat nu Gisteren niets gegeten. Drie nachten
in de Toevlucht voor onbehuisden doorgebracht. Van
daag weer niets te eten en overal, waar hij zich kwam
aanbieden, afgewezen. Sinds drie maanden zocht hjj nu
eene betrekking. Zijn patroon had hem ontslagen,
niet omdat hjj ontevreden over hem was, maar omdat
de man door een erftante werd gedwongen een be
schermeling van die dame als boekhouder te nemen,
waardoor hij overcompleet werd. Hij kreeg een schit
terend getuigschrift; maar het had hem niet veel ge
holpen. Hij had nog altijd maar geen nieuwe betrek
king kunnen vinden.
Op eene plaats als boekhouder hoopte hij al lang
niet meer. Als het maar iets was. Maar wat Zwaar
werk kon hij niet doen; dat zag ieder hem terstond
aan. En lichte bezigheden Ach hemel, er waren
zoovele gepensionneerden, invalieden en dergelijken, die
het deden voor 15 of 20 Mark per maand I
Als hij maar niet zoo’n honger had 1 Die knaagde
hem aan de ingewanden en maakte de felle koude
nog erger voor hem. Al sinds weken had hij zijn ge
noegen niet meer gegeten. Hij moest zoo lang mogelijk
toekomen met zijn opgespaard geld. Des te minder
was nu zijn lichaam bestand tegen algeheele ontbering.
Met gebogen hoofd liep Hans Treutler voort; nu eens
staarde hjj dof naar de straatsteenen, dan weer knarstte
politiebureau. Want daar er, zooals gij denkt, alleen
eerlijke menschen op de wereld zijn, zullen zij daar
wel reeds door den vinder zijn afgegeven. En dan moet
gij naar het postkantoor gaan en u een verklaring laten
afgeven, dat gij de postzegels daar een uur geleden
hebt gekocht, want ik ben er zeer op gesteld den juisten
tijd te weten. Maar zonder zulk eene verklaring be
hoeft gij niet terug te komen. Daarna zullen wij zien.
Dag juffrouw, haast u wat 1»
Schreiend ging het meisje heen. Welk eene schande!
Zoo’n leelijke verdenkingEn die arme, oude
Moeder
Aan het postkantoor kon men haar niet helpen. Het
speet den ambtenaar aan het loket zeer. Hij was blijk
baar getroffen door het verdriet van het jonge meisje.
Maarer waren velegroote handelskantoren in de buurt,
hij had in dien tusschentijd al voor honderden Marken
postzegels verkocht en kon zich zulk een enkelen post
niet meer herinneren. Hij geloofde het meisje wel; maar
eene verklaring afgeven kon hij als ambtenaar niet.
Aan het politiebureau slaagde zij ook al niet. In den
korten tijd, die er na het verliezen was verloopen, was
daar natuurlijk nog niets gebracht, en men gaf haar ook
maar weinig hoop, dat de verloren postzegels daar ge
bracht zouden worden. Zij waren zoo gemakkelijk in
te wisselen; de verzoeking was te groot.
Het arme meisje liep den weg van de post naar haar
kantoor al zoekend op en neder, alsof daar nu nog de
ongelukkige bladen konden liggen, die zij al uren lang
tevergeefs had gezocht.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
zijn. Ten minste schijnbaar. Want och, voor
hem, die thuis is in zekere kringen, is die so
liditeit grootendeels schijn. Laten bijv, de
openbare huizen van ontucht verdwenen zijn,
in plaats van die publieke huizen zijn tal van
clandestiene gelegenheden gekomen. En tel
kens moet de politie jacht maken op houders
van nachtelijke speelgelegenheden.
Daar onze stad in de laatste jaren weinig in
bevolking toeneemt, zou men mcgen verwach
ten, dat, bij gelijke zucht tot uitgaan, de café’s
er niet op zouden kunnen vooruitgaan. En
toch, een zaak als «De Nieuwe Karseboom»,
Rembrandtplein hoek Amstelstraat, wordt om
geschapen in een zeer groot en grootsch café.
Doch daar was ’t ook w el noodig en daar kan
't lijden. Zooals ’t er tot nu toe uitziet, lijkt
’t nog steeds op een verzameling van huizen,
elk met een verschillenden voorgevel, die een
gemeenschappelijke onderverdieping hebben,
verkregen door ’t uitbreken der tusschenmu-
ren, die door ijzeren pijlers vervangen zijn.
Een gedeelte, aan de steegzijde, is reeds ver
leden jaar herschapen in een ruime concert
zaal en men kan thans luisteren naar twee
concertgezelschappen, die in twee gedeelten
van de benedenzalen om de beurt spelen.
Doch thans wordt de groote ombouw aan de
zijde van Rembrandtplein en Amstelstraat be
gonnen en naar de reeds zoo lang geëxpo
seerde teekening te oordeelen, zal hierdoor ’t
aanzicht van ’t Rembrandtplein heel wat ver
fraaid worden. Eigenaardig blijft dan in een
hoek de «Gute Quelle* bestaan als een ouder-
wetsch geveltje, dat heel niet past bij de mo
derne omgeving.
De drukke zijde van dit drukke R embrandt-
plein heeft dan bijna geheel een modern aan
zien. Alleen de Quelle in haar verloren hoekje,
de beide sigarenwinkels van de twee firma’s
Boele en ’t politieposthuis doen nog heel
ouderwetsch. Aan de andere zijden van dit
plein zou nog haast alles veranderd moeten
worden om van modern aanzien te kunnen
spreken. Alleen de beide eerste huizen van
de Utrechtsche straat zijn behoorlijk en ’t café
Metropole is nieuwerwetsch. Maar zelfs ’t
bekende groote koffiehuis van wijlen den dik
ken Schiller maakt van buiten een gelijke
indruk als nu nog de Nieuwe Karseboom.
En de zijde tusschen Reguliersbreed- en
-dwarsstraat heeft totaal niets modernsch, al
prijkt ook een der eerste étages met den
Men zou kunnen beweren, dat Amsterdam
er in de laatste kwarteeuw solieder op gewor
den is. Ge zult zeggen: Hoe verklaart ge dan
de steeds grooier wordende zucht naar spe
culatie, kansspel, loterij, weddingschappen?
Goed, heel goed, ge hebt gelijk, in zooverre
ge dit niet alleen aan de bewoners van de
hoofdstad, maar aan alle Nederlanders, ja, aan
de geheele hedendaagsche moderne wereld
verwijt.
Men mag u alleen toegeven, dat in onze
stad het meest aan beursspel, speculatie, enz.
gedaan wordt.
te verklaren. Vooreerst
effecten-
aan t eurszwendel, enz.
samen naar die beurs.
Doch hierover spreek ik nu niet. Ik bedoel
het volgende: Vroeger heette het: O, Amster-
Daar is maar een
’s avonds na elf
beteekenis genoemd kan worden, is de brood-
kwestie. Pardon, we bedoelen dit woord niet
in zijn uitgebreidste beteekenis, want dan is ’t
een vraagstuk voor heel het menschdom en
ge kunt er de dierenwereld ook nog wel bij
nemen. Neen, we bedoelen de verhooging van
den prijs der brooden. Men heeft hier natuur
lijk kleine bakkers, grootere en nog grootere
collega’s, aparte Israëlitische bakkers, en dan
vooral de broodfabrieken. Er waren er, die
met verlies werkten en dat is voor de mees
ten niet vol te houden.
Men vergaderde en vergaderde nog eens om
een hoogeren prijs vast te stellen. Dit nu is
heel gemakkelijk te doen, als men maar eens
gezind is. Maar het achtbaar bakkersgilde,
mitsgaders de aandeelhouders der groote brood
fabrieken, vormen te zamen geen bond zooals
de Diamantbewerkers, een bond die onder
kruipers en beunhazen kan tegenhouden en
straffen.
Nu waren allen het eens over de verhoo
ging van een halven cent per gewoon brood,
allen behalve de heer Nering Bögel, directeur
der broodfabriek Ceres.
Deze fabriek, die op verschillende plaatsen
in de stad hare filialen heeft, vindt men in de
Weesperstraat op een hoek bij een gracht.
Daar heel dicht bij is sedert eenige dagen
het centraalbureau der brandweer in gebruik
genomen, dat geheel naar de strengste eischen
is ingericht, die commando- en administratie-
bureelen bevat, de mannen der hoofd
wacht Weesperplein tot zich genomen heeft
cn de Jan van der Heijden vóór zich ziet
liggen.
Doch van Ceres gesproken, deze fabriek
heeft toegegeven en zoo eten we dan sedert
Maandag jl. ons brood een ietsje duurder. Voor
velen beteekent dit niets, doch voor gezinnen
met veel kinderen ge begrijpt er alles van.
naam St. Lucas, aanduidende dat hier een
bekende kunstkring zijn zetel heeft opgeslagen.
Van moderniseeren gesproken, ’t zal ons
eens verwonderen wanneer dit met den Dam
en zijn omgeving zal gebeuren. De staatswet
tot onteigening van tal van perceelen in de
buurt van den Vijgendam, is voor eenigen tijd
reeds gepubliceerd en naar ge weet, werd ver
leden jaar reeds de prijsvraag uitgevoerd voor
een goed Damplan. Men weet, dat er toen
drie plannen bekroond zijn ön ook een plan
door de gemeente is aangekocht. Welk plan
zal nu gevolgd worden? Zeer waarschijnlijk
wordt het uitverkoren plan toch eenigszins
gewijzigd.
En wanneer zal de Paleisstraat, die bij den
Dam juist het smalst is, verbreed worden?
Aan de andere zijde van het Paleis begint
de restauratie van de Nieuwe Kerk flink op te
schieten, een restauratie, die men een bepaalde
verbetering mag noemen. Niet alleen om wat
er aan de muren der kerk verbeterd wordt,
niet alleen ook om den bouw van een flinken
ingang, maar vooral om het verdwijnen der
leelijke aanhangsels, kastjes of hoe ge ze noe
men wilt, aan de zijde tegenover het Paleis.
Die kastjes, Jannetje Struik oftewel de Mil-
lioenenjuffrouw heeft er wat lang op gestaard
met haat glinsterende oogjes, als ze daar zat
of leunde op den zijstoep van het Paleis, alle
zeven dagen der week, wachtende op goed-
geefsche voorbijgangers, waarvan slechts en
kelen wisten, dat zij nu de befaamde Millioe-
nenjuffrouw was. Zij was een typische ver
schijning; ze zag er zeer oud uit, veel ouder
dan de ongeveer 65 jaren, die zij bij haar ster
ven bereikt had, ze was gekromd door de we
derwaardigheden des levens, ze was mager, had
een stokske tot steun en wie haar goed aanzag,
verbaasde zich over die lichtende kraaloogjes.
Maar Jannetje Struik zal zich niet kunnen
overtuigen van de verbetering der Nieuwe
Ketk; jaren lang heeft ze op die steenen trap
kunnen terugdenken naar de dagen van kort
stondige glorie, en ongemerkt verdween
zij. Men merkte op, dat ze haar plaats niet
meer innam en toen een der couranten er
over schreef, wist eerst het groote publiek, dat
het Jannetje Struik was, die daar aalmoezen af
wachtte.
Het was misschien goed voor de bedelares,
dat men niet wist wie ze was.
Een kwestie, die voor heel Amsterdam van
Maar dit is ook gemakkelijk
is hier de groote
en goederenbeurs en dan, alles wat
doen wil, trekt zich
dam is een prettige stad.
Amsterdam; men begint er
uur nog eens echt te leven; dan komen de
schouwburgen uit en vangt ’t rechte koffie
huisleven aan om eerst diep in den nacht te
eindigen. Je hadt de vroolijke Nes met z’n
tingeltangels en bovenal met Victoria, kortweg
de Vic genoemd.
En thans! Ja, het sluitingsuur is op twee uur
bepaald, maar caféhouders en kellners zouden
dit wel op één uur gesteld willen zien. Gaat
men op gewone dagen langs de koffiehuizen,
bijv, in de Kalverstraat, op het Rembrandtplein,
het Leidscheplein, het Damrak, dan ziet men
na twaalf uur het bezoek al hard verminderen
en tegen één uur is er van bezoekers haast
geen sprake meer. Alleen des Zaterdags en
ook des Zondags duurt het koffiehuisleven wat
langer. Des Zaterdags vooral is het ook na
één uur nog druk.
Men zou dus kunnen beweren, dat de Am
sterdammers er solieder op geworden zijntot
schade misschien van de reputatie, die onze
stad bij de reizigers had als vroolijke stad.
Laat men gerust beweren: Amsterdam wordt
een groot dorp, is heel geen wereldstad, is
niets bij steden als Berlijn of Parijs. Berlijn!
Daar is het nachtleven nog eens echt.
Genoeg, laat onze stad in de gedachten van
de pleiziermenschen niet prettiger geworden
zijn, dit moge een bewijs van solieder leven
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
i
i
|l
1URANT.
K