f5
IMIl SSEEK SS 01STREKES.
CACAO;
5IEEWS- ES AIIW1WBLAD
64e Jaargang.
Woensdag 16 Juni 1606.
No. 48.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
DOOR EEN ADVERTENTIE.
véél goedkooper,
véél gezonder,
altijd goed.
Breek met de sleur; drink
in plaats van koffie,
BLOCKER'S
DAALDERS
Amsterdamsche Brieven.
De man
I
in district VII,
gebracht:
Ik ben
ijverige
Wie groet u daar vroeg Arabella Acheson aan den
heer Fitzjames, dien zij op hare wandeling had ontmoet.
Die dame in ’t zwart Mevrouw Seymour, antwoord
de hij. Kent gij haar Ik meende, dat zij juist naar
u keek, alsof ze u kende.
Arabella bloosde en vroeg, zonder zijne vraag te be
antwoorden Dus kent gij haar
Jawel.
Hij scheen plotseling haast te hebben, na een kort
excuus verliet hij haar en toen het rijtuig van mevrouw
Acheson een oogenblik later voorbijreed, zag Arabella
den heer Fitzjames en haar verachte nicht naast elkaar
loopen.
Kijk eens, ma riep zij geërgerd.
Ik zal wel gauw te weten komen, wat dat betee-
kent, zei mevrouw.
Dien namiddag zat mevrouw Mackenzie in de woon
kamer in de Bankstraat te lezen; het huis had een vroo-
lijker aanzien gekregen sedert hare komst. De luiken
waren niet meer gesloten, de meubels hadden hun
dekmantel van stof en spinrag afgeworpen en door ’t
geheele huis was leven en licht, ’t Was een der fraaiste
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
men
een
kon
en nu
ook ’t bijge-
Zijn buurman
ning zijnde, liet
pas genoemde woorden, aanbrengen:
Geen verstandig man.
Zoodat er nu gelezen kon worden:
een zakdoek, die voor haar stoel lag. Blijkbaar had zij
dien laten vallen, zonder het te bemerken. Hij nam
den doek op en las in een hoekje, net geborduurd, den
naam Evelina.
Eenige minuten bleef hij in gedachten verzonken.
Toen stond hij op en sloot den doek in zijn lessenaar,
om dien daar te bewaren, tot hij hem kon teruggeven.
Maar hoewel zij nu uit zijn gezicht was, uit zijne ge
dachten was de schoonebezoekster niet en hij verlangde
naar het oogenblik haar weer te zien.
Maar, lieve, wie ter wereld heeft u toch op ’t denk
beeld gebracht om naaister te worden vroeg de oude
mevrouw Mackenzie, de tante van den heer Fitzjames.
Er bleef mij niets anders over, mevrouw, zei Evelina.
Ik heb om zooveel zaken gedacht, maar niets wilde
gelukken; ik kon niet anders en ben blij,dat ik dit begon
nen ben.
Nu, het doet mij eigenlijk veel genoegen, dat ge er
toe overgegaan en bij ons gekomen zijt, zeide de oude
dame vriendelijk, want ik heb ook droeve dagen ge
kend. Mijn man verloor plotseling zijn fortuin, nadat
wij driejaren getrouwd waren, en stierf kort daarop,
waarop ik, evenals gij, verlaten in de wereld achter
bleef. Nadat mijn eerste smart bedaard was, werd ik
gouvernante. Zwaar was mijne beproevingen mijn lijden
wanneer ik aan mijn verdwenen geluk dacht. Ik had
niemand, die in mijn verdriet deelde en voelde mij
diep ongelukkig. Vijf jaren later stierf een verre bloed
verwant, dien ik nooit gezien had en die mjj een groot
vermogen naliet. In die dagen van armoede en smart
heb ik veel geleerd en ik ben dankbaar voor dien tijd
van beproeving, want daardoor heb ik mijn vroeger en
mijn tegenwoordig geluk pas goed leereu waardeeren.
Maar ik houd u maar op met mijn gepraat.
O neen, waarlijk niet, antwoordde Evelina dankbaar,
uwe geschiedenis geeft mij moed en troost.
Nu, ik hoop dat ge mij als uwe vriendin wilt be
schouwen, kind, dan zal ik trachten uwe zorgen te
verlichten. Ge hebt moed, geen valsche schaamte.
Wees verzekerd dat God altijd helpt, wie tracht zich-
zelve te helpen.
Dat geloof ik vast, bevestigde Evelina.
Daar komt uw dochtertje uit school. Wat ziet ze er
lief uit; mag ze met mij naar huis gaan en vanmiddag
bij mij blijven Ik zal haar wel thuis laten bezorgen.
(Slot.)
Zijne beleefdheid gaf Evelina moed. Zij antwoordde
bedaard Volkomen, mijnheer. Ik zou gaarne eenige
bezigheid van dien aard krijgen, maar ik wilde tevens
verzoeken, of ik het werk mee naar huis zou kunnen
krijgen.
Hare stem beefde en zij sloeg de oogen neder, om
de tranen te verbergen, die zij voelde opwellen. Fitz
james was aangedaan; hij zag dat fatsoenlijke armoede
naar eerlijken arbeid zocht. Hij was blijde eene gele
genheid te hebben in dat opzicht hulp te kunnen bieden
en toch kwam het hem voor, dat het gevraagde werk
beneden haar was. Het viel hem moeilijk met haar
het onderwerp verder te behandelen en toch was hij
verplicht voort te gaan. Hij vervolgde dat zou wel
gaan, dunkt mij. Ik wenschte echter wel, dat mijne
tante met u de zaak wilde bespreken. Ze komt in
den loop van de volgende week en dan zal zij u zeker
gaarne aannemen. Mag ik uw naam ook weten
Zij haalde een net visiteboekje, een overblijfsel uit
de onbekommerde dagen van voorheen, te voorschijn
en gaf haar kaartje. De heer Fitzjames nam het aan
en liet haar vervolgens zelf uit.
Eenige oogenblikken nadat zij weg was, bleef hij
zwijgend het eenige bewijs van haar bezoek, dat zij
had achtergelaten, met aandacht beschouwen. Mevrouw
Seymour zeker een weduwe
Toen hij weer in de kamer kwam, viel zijn oog op
moest heel wat processen-verbaal opmaken
en daarvan zullen er eenige vernietigd moeten
worden, omdat er natuurlijk ook wel gere
clameerd is op plaatsen, waar men vergunning
er toe had.
De politie is er hier overigens in de laatste
jaren op verbeterd.
Natuurlijk, ’t is een bijna of heelemaal on
mogelijke zaak om ze te maken, zooals men
ze graag zou wenschen. Het salaris is wel be
hoorlijk goed. Wij zijn hier niet in Berlijn en
onze timmerlieden mogen de uurloonen alweer
zien verhoogen, daarmee zijn de weekloonen
(’t heele jaar dóór gerekend; er moet ook werk
aan den winkel zijn!) nog niet zoo hoog. Nu,
dan is een loon, zooals onze agenten ontvan
gen, nog niet zoo verwerpelijk voor iemand, die
nu juist geen speciaal vak kent. En vooral ’t
is vast.
Maar om voor ’t politiekorps te krijgen, wat
men gaarne wenscht, ziet ge, dat is heel wat.
Liefst groote mannen, boven de 1 Meter 75.
Verder moeten ze fatsoenlijk kunnen zijn, dus
netjes kunnen optreden, en toch ook weer
pootig.
En dan juist in de leeftijd vallen.
Ik zie dan ook wel eens nieuw-aangestelde
agenten, die niet meer dan 1,70 Meter halen.
Misschien dat bij dezen de ontwikkeling den
doorslag heeft gegeven.
Een flinke agent was ’t, die op den Amstel
dijk, bij Trompenburg (de fabriek der Spijker-
auto’s), een paar meisjes, in een rijtuig geze
ten met twee »heeren<, beschermde tegen on
geoorloofde handelingen. De agent moest van
den wapenstok gebruik maken; de »heeren«
trachtten hem in de sloot te duwen (’t is daar
geheel aan den buitenkant) en de agent wist
een paar goede sabelexcercities te maken; hij
zelf verbond de hoofdwonde, door zijn wapen
toegebracht, met een snelverband en de »hee-
ren« zullen er wel nader van hooren.
Zulke nachtelijke tochtjes, daar loeren ge
woonlijk de «snorders* op; dan is er, al moet 't
afgejakkerde paard een paar zure uurtjes bele
ven, dan is er geld te verdienen.
Wie weet, de ajitotax is er, wie weet of ze
’t binnenkort niet per autotax doen. Als ze
dan maar handiger zijn dan de menheer, die z’n
meisje per auto reeds tot Ymuiden geschaakt
had, daar reeds een sleepboot gecommandeerd
had, maar buiten de waakzaamheid der po
litie rekende.
Klaarblijkelijk was de onderbuurman een
rechts-richt-u, die van één hoog een vrijzin
nige, de twee-hooger een van de S. D. P., een
Wijnkooper dus, en die van drie-hoog een
echte S. D. A. Pee’er.
Het grapje heeft er slechts kort gestaan.
Wie tijd had, zou meer zulke varia kun
nen bijeenvergaderen. Laat ik hiermee echter
niet doorgaan. Vooreerst maak ik kans, met
oude kost te komen en dan, ge zult in Sneek
natuurlijk ook volop in de verkiezingsherrie
zijn. Sneek is nogal «bij«, zelfs al speelt dat
soms parten, zooals met de te voorbarige feest
vreugde over de geboorte van een Oranjetelg.
Nu, toen waart ge in goed gezelschap; de
groote steden waren op dezelfde wijze gefopt
en ook een stad als Groningen was op dien
Woensdagavond geheel in de war, vooral door
toedoen van het Nieuwsblad van ’t Noorden*.
(Zelfs ’t Eerste-Kamerlid, de welbekende groot
industrieel Scholtenillumineerde schitterend.)
Doch ik dwaal heelemaal af en dat door die
schreeuwerige aanplakbiljetten. Enfin ik ben
niet de eenigste, die daarmee tobde,
hier in gezelschap met onze
politie.
Verleden week, natuurlijk vóór den verkie
zingsdag, deed onze Hermandad druk nacht
werk. De politie was ijverig in de weer om
’t overtreden van ’t politieverbod betreffende het
aanplakken, te verhinderen of te constateeren.
Men heeft ook in onze stad de officiëele aan
plakborden voor gemeentelijke kennisgevingen;
men heeft reclameborden, reclame-muurvlak-
ten, en zoo voort. Maar dan blijft er nog zoo
veel gelegenheid om reclame te maken. Zoo
vindtmenbv.de aanprijzingen van goedkoope ho
tels (in den prijs van een kwartje per nacht;
en per week nog reductie!) steeds op die
onmisbare instellingen, die men in den volks
mond nooit «abort* of »cour« hoort noemen.
Deze biljetten worden gewoonlijk aangeplakt
in den tijd, dat alle katten grauw zijn.
Natuurlijk is de tijd vóór de verkiezingen
je drukste saison voor die biljetjes. En daar
om was de politie juist verleden week zoo vol
ijverig. Kunt ge ze ongelijk geven? Als daar
niet op gepast werd, zouden heel wat burgers
onkosten moeten maken om ongewenschte,
vaak ongepaste, in elk geval ongevraagde
affiches te verwijderen. Gewoonlijk werken
die dingen niet zeer aesthetisch.
Maar nu was ’t lastigste voor de politie: Ze
Als in de politieke beweging meegaand man,
zou ik veel vaker, doch vooral thans, over
de verkiezingen moeten schrijven. Het zou
niet moeilijk vallen, er nu en dan eens een heelen
brief aan te wijden. Ik zou u moeten intro-
duceeren in de talrijke vergaderingen van kies-
vereenigingen, u redevoeringen laten hooren
van Kamerleden en die ’t wenschen te wor
den, van groote en kleine redenaars, van han
dige debaters. Ik had u een kaart moeten
verschaffen, verkregen van ’t liberaal of soci
aal districtsbestuur, om in Plancius (dit ge
bouw ligt schuin tegenover den ingang van
Artis) ’t debat, van te voren als politiek de
bat aangekondigd, te laten hooren tusschen
professor Van Hamel en mr. P. J. Troelstra,
candidaten in district III. Ik moest u strooi
biljetten toonen, op alle denkbare en ondenk
bare plaatsen aangeplakt,
Van aanplakbiljetten en dergelijke reclame-
middelen gesproken: Een voorstander van den
heer Middelberg, oud-president der Zuid-Afri-
kaansche Spoorwegmaatschappij en candidaat
had op zijn voorgevel aan-
Kiest
Middelberg.
links, van een andere mee-
op zijn muur, vlak naast de
Geen verstandig man kiest
Middelberg.
Doch de Middelberger bracht nog een paar
woorden op zijn muur en men las:
Geen verstandig man kiest
anders dan
Middelberg.
De buurman, tevens bevroedende, dat
aan de woorden «Geen verstandig man*
voor hem-zelf min vleiende uitlegging
vinden, liet deze woorden verdwijnen
verdween op de andere muur
voegde.
Pardon, ik heb ’t zelf niet gezien, maar ge
lezen en hooren vertellen. Want ’t moet ge
weest zijn in de Spuistraat en nu loopt deze
straat geheel parallel met de N. Z. Voorburg
wal en toch, je loopt tien maal de Voorburg
wal tegen een keer de Spuistraat. Je vindt
die Spuistraat gewoonweg vervelend. Toch
rijdt door de zuidelijke helft de tram naar
Zandvoort; elke tien minuten, mijne heeren.
In de Spuistraat heb je ’t groote gebouw
der Twentsche bank en nu ook Labouchère
Oyens Cie’s bank. Als er meer van die
gebouwen komen, zal ’t aanzien wel veran
deren en de beweging ook. Maar in de Spui
straat heb je ook van die speciale huisjes,
waar de voorbijganger ’s avonds geïnviteerd
wordt door »dames« en waar de politie soms
een agent posteert.
In district IX, ’t fameuse district met meer
dan 18,400 kiezers, schenen in één huis vier
politiekers te wonen, die 't lang niet eens
zijn. Het is een huis, dat nog al geschikt is
voor reclame. (Ik wil vergeten zijn met wel
ken staatsmansnaam de straat prijkt.) Je hebt
er vier bewoners: de bewoner «huis*, en dan
de een-, twee- en driehoogers.
Twee-hoog begon op z’n ramen:
Stemt op
De Visser.
Drie-hoog maakt ook een dubbel regeltje:
Leve Vliegen.
En een heel stuk lager:
Alleen een dwaas.
van één hoog plaatste:
Maar Van Deventer
is onze man.
En de buurman-onder, ook willende mani-
festeeren, liet aanbrengen:
Als De Vries
Er niet was.
huizen van de stad; de bewoner was zoo rijk dat hij
het voorwerp was van de eerzuchtige droomen der
moeders, die huwbare dochters hadden en vooral, ge
lijk reeds gezegd is, van mevrouw Acheson, die hem
voor hare Arabella bestemd had.
Mevrouw Acheson had mevrouw Mackenzie jaren
lang gekend en stond nog al op vriendschappeljjken
voet met haar, hoewel, om de waarheid te zeggen, de
vriendschap voornamelijk van den kant der eerste kwam,
daar de laatste wel begreep, dat het doel harer vrien
din was om de hand van haren neef voor de trotsche Ara
bella te verkrijgen. De heer Fitzjames was de beste
vriend van William Acheson,-den eenigen broeder van
Arabella, en was daardoor nogal intiem met die familie,
maar toch was nooit het denkbeeld van een huwelijk
met Arabella in hem opgekomen.
Het rijtuig van mevrouw Acheson hield dien middag
voor het mooie huis in de Bankstraat stil en kort daarna
zat die dame druk te praten met hare beste vriendin,
mevrouw Mackenzie.
Vele onderwerpen werden bepraat, voor mevrouw
Acheson dat op ’t tapijt durfde brengen, waarvoor zij
opzettelijk was gekomen. Eindelijk waagde zij het
A propos, ik ontmoette Fitzjames vanmorgen met
een dame, die mij sterk aan een vroegere vriendin her
innerde. Ze geleek er sprekend op. Kunt ge ook
zeggen, wie ze is
Hier volgde eene zeer duidelijke beschrijving van
Evelina. Mevrouw Mackenzie wist dadelijk, wie ze
bedoelde, en des te eerder, daar zij van haar neef zelven
gehoord had, dat hij dien morgen Evelina tot haar huis
begeleid had. De slimme oude dame giste dadelijk het
doel van mevr. Acheson’s komst. Totnogtoe was zij ech
ter onkundig gebleven van de bloedverwantschap die
tusschen mevr. Seymour en de familie Acheson bestond.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
OU RANT.