t>
SIEEW8- ES ADVERTE5TIEBLA»
VOOR SSEEk EJ Ö11STEEEE5.
BLOOKER'S
CACAO;
64e Jaargang.
Woensdag 21 Juli 1609.
de schaduw van het leven.
Ho. '58.
b
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
DAALDERS I
4
Lil
i
Feuilleton.
en
dat trof
1
véél goedkooper,
véél gezonder,
altijd goed.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ben, wanneer hij haar nu vriéndelijk had toegesproken.
Zelfs wanneer hij haar maar teeder het hoofd had ge
streeld maar hij deed geen van beiden. Hij ging
uit de kamer alsof hij het zacht klagende in haar stem
niet had gehoord, alsof zij over de meest alledaagsche
dingen had gesproken.
Behoedzaam wreef zij zich de oogen uit. Men mocht
vooral niet zien, dat zij had geschreid. Vijf jaren zat
zij reeds zoo in den stoel van den tijd af, dat haar
geluk volkomen zou worden door de geboorte van een
kind en dat het inplaats daarvan meedoogenloos
voor altijd vernietigd was. Van het oogenblik af, dat
haar kind de oogen gesloten had, toen het nog nauwe
lijks de wereld had gezien en dat zij zelf op een lang
durig ziekbed hare levensvreugde en hare gezondheid
had begraven,
Wat was dat een vreeselijk ontwaken voor haar ge
weest, toen zij met ieder uur duidelijker en scherper
had moeten ondervinden, dat zij van nu af nutteloos
was in de wereld en een zware last voor hare omgeving.
Stil had zij toen den inwendigen strijd gestreden
Een enkele wensch had zij nog uit dien tijd overge
houden, waarnaar zij haar leven wilde richten nie
mand zou door haar worden lastig gevallen. Zij wilde
een schaduw zijn, die niemand in den zonneschijn van
een goede gezondheid ontdekken zou.
Tegenover haar echtgenoot beproefde zij in de eerste
plaats zoo te wezen. Zij ried hem, haar te verlaten,
daar zij toch nooit meer iets voor hem zou kunnen zijn.
Hij echter weigerde en bleef.
Met groote vreugde vernam zjj dit besluit en haar
vertrouwen en levensmoed werden er een weinig door
gesterkt. Maar juist omdat hij, zooals van zelf sprak,
dit blok aan 't been moest torschen dit waren zijne
eigen woorden juist daarom moest hij overigens vrij
was geweken. En zij was zoo engelachtig goed en vond
voor de smart van haar zieke zoovele warme woorden
van troost, dat bij haar de arme verlamde vrouw veel
kon overwinnen, wat haar anders zou hebben neer
gedrukt.
Zij was het ook, die nu het opnieuw ontwaakte wan
trouwen van de zieke langzaam verdreef.
Waarom zou meneer niet meegaan naar Pyrmont,
zeide zij zacht, indien de baden ook goed voor hem
zijn
Ja maar er zijn toch wel andere baden, die voor
hem evenzoo goed zouden zijn, waarom De verpleeg
ster viel haar in de rede
Wanneer wij steeds naar het waarom vragen wilden,
dan zouden we steeds moeten twijfelen. Juist omdat
meneer ook nog ergens anders heen zou kunnen gaan,
juist daaruit moest u opmaken,dat meneer het goed
meent. Men moet den menschen het goedzijn niet te
moeilijk maken.
Een weinig veranderde bij zulke woorden de stem
ming der zieke vrouw, maar de twijfel verdween toch
niet geheel.
Te zeer gevoelde zij de smart over het feit, dat
hij haar reeds sedert jaren verwaarloosd had, dat
hij haar niets meer vertelde, niets meer met haar
besprak. Dat zijn geheele verkeer met haar zich be
paalde tot de vragen Hoe gaat het en wat heeft de
dokter gezegd En wanneer haar vader haar bezocht,
dan hoorde ze nu en dan nog iets van de wereld: ove
rigens was zij afgesloten van alles.
Doch de hoop, die in ons het langst en het sterkst
leeft, zij werd ook weder wakker in haar, nu hij ijveri
ger en met meer deelneming begon, met haar de reis
te bespreken. Voor alles, zeide hij maar steeds, moest
met haar wenschen rekening worden gehouden. Zij moest
we onzen burgervader
en onbelemmerd door het leven gaan en het genieten,
zooals hem dat in zijn jeugdige kracht en levensbloei
toekwam.
Zij zelf was het, die hem steeds daartoe aanspoorde.
Het scheen haar toe, alsof dat de beste weg was, om
haar eigen last te verminderen en dragelijk te maken.
Want indien zij hem niet in den weg stond, dan zou
hij ook de wonden niet gevoelen, die hare ziekte ook
in zijn leven had geslagen.
En aanvankelijk was het ook het beste middel. Hij
maakte van de vrijheid, die zij hem liet, een niet al
te groot gebruik en keerde, door medelijden gedreven,
vlugger bij haar terug en bleef langer aan hare zijde
dan zij het in haar droef peinzen verwacht had. Doch
de gewoonte kwam en zij vernietigde al de goede
voornemens. De uren, die zij gezamenlijk doorbrach
ten, werden steeds minder; de gevoelens die hen ver-
londen, werden steeds losser en oppervlakkiger en
ten slotte zat zij inderdaad geheel alleen en eenzaam
in de schaduw van het leven, die zij eens als haar
beste plaats had beschouwd. Doch deze toestand drukte
haar nu te meer, daar deze niet dadelijk zoo was ge
worden. Langzaam en moeilijk was het zoover gekomen.
Haar vader trachtte haar op te beuren. Dit gelukte
hem niet. Ook hij was nog een krachtig man, die mid
den in het leven stond. Hij moest den andere veel
te goed kunnen begrijpen. Hij zocht ook slechts naar
verontschuldigingen, en die kon zij voor het gedrag
van haar man wel geheel vinden.
Elk goed woord gevoelde zij als een genade, iedere
vriendelijkheid als een stom medelijden en dat trof
haar in al haar ellende nog het zwaarst.
Ontdoe jelui toch van dien lastzeide zij altijd,
maar de eenige die de klachten aanhoorde, was de trou
we verpleegster, die in lange jaren niet van haar zjjde
Wil je inderdaad met mij mee gaan naar Pyrmont,
waar je slechts vrouwen en bloedarmoedige meisjes
zult ontmoeten? Ik kan meniet begrijpen, dat je het
ernstig meent 1
Maar, mijn hemel, Anna, ik heb het je toch al zoo
vaak gezegd 1 Ja, ik ga met je mee. De dokter heeft
het mij aangeraden-en ik begrijp werkelijk niet,
waarom je het maar niet wilt gelooven. Zijn toon ver
ried verveling en ergernis en een weinig bedeesd sloeg
zijn vrouw de oogen neer. Zij was geheel verlamd
aan de voeten en den stoel kon zij alleen niet meer
verlaten, al in geen vijf jaar.
Ik meen alleen ook inaar Je zult je vervelen.
Een kuur mag ook geen pretje zijn. Hij stond op en
ging met groote stappen door de kamer. Zijn breede
gestalte bood een zeldzaam contrast met haar gebukte
figuur. En ten slotte ging hij voort, wij zijn toch
getrouwd! Wij kunnen toch wel eens te zamen naar
een badplaats gaan.
Neen, neen. Zij sloeg met de hand door de lucht
alsof zij de gedachte ver van zich wilde werpen. Ik
ben er blij om zeker 1 Ik dacht alleen aan jou. Ik
ben er blij om. Wanneer je wist, hoe treurig het is,
steeds aan mijn stoel gebonden en ziek te wezen
en zoo alleen in een badplaats aan te komen, op een
vreemde plaats.
Hare matte oogen schoten vol tranen en hare stem
stokte een weinig. Zij zou er veel voor gegeven heb-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
De sociaal-democraten kunnen zeggen: Am
sterdam III, dat is ons district! Daar deelen wij
de lakens uit, hebben er geen hulp noodig van
vrijzinnig-democraten of van wie dan ook. Laat
al de andere partijen zich tegen ons vereeni-
gen tot één groot monsterblok, dan nog blijft
Amsterdam III aan ons. Vooral als men die
weinige aanhangers van de dissidenten a la
Wijnkoop er bij rekent. Voor de Tweede
Kamer zou Troelstra er dadelijk ingekomen
zijn als er geen anderhalf honderd stemmen
op dien anderen heer verdwaald waren geraakt
ot als die weinige menschen eenvoudig waren
thuis gebleven.
Zoo’n district is er zeker in heel Nederland
niet. Vast en zeker niet voor de Tweede
Kamer en misschien ook niet voor den Ge
meenteraad.
Bij de jongste Raadsverkiezingen of liever
stemmingen is de vastheid van A’dam III
weer gebleken. Daar behoorde tot de aftre
denden de heer Jac. Polak, richting liberaal,
juist de persoon voor dit district, omdat hij
flink is en van den Israëlietischen godsdienst.
Ge begrijpt, wat ik met dit laatste zeggen
wil: In A’dam III wonen zeer velen van den
Joodschen stam. Ge begrijpt meteen, waar ge
dit district zoo ongeveer moet zoeken. Nu,
de heer Jac. Polak (de voornaam moet er bij
ter onderscheiding van den heer Polak, den
Breek met de sleur; drink
in plaats van koffie,
het hoofdbestuur, Burg, en Weth. van onze
hoofdstad, de vertegenwoordiger des ministers
en de afgevaardigden van België en Curasao.
Aan de acht andere tafels zaten nog ongeveer
350 personen. Dus een belangrijk feestdiner
na een belangrijk congres. Natuurlijk toosten,
dronken, zeer vele. Doch de merkwaardigste
was die van onzen burgerpapa.
De heer Meuwsen, de wakkere voorzitter
van Middenstand, had een dronk uitgebracht
op de beschermheeren, waarvan alleen de
burgemeester tegenwoordig was. (Ik zou
haast present geschreven hebben, maar dat
mocht ge, bij al die dronken, eens averechts
verstaan Hij had de taak van onzen burge
meester deels genoemd een benijdenswaardige,
al staat daar tegenover, dat er menschen zijn,
die alleen uit partijhaat de edele hoedanigheden
van iemand miskennen. Men heeft zich niet
ontzien den burgemeester een »burgerbeul« te
noemen, maar spr. was overtuigd, dat de bur
gemeester zich verzekerd kan houden van de
sympathie der goedgezinde, ordelievende bur
gerij. Neerlands Middenstand beschouwt het
als een eer, den burgemeester te huldigen als
burgervader van Amsterdam. Een hartelijken
dronk brengt spr. uit op den mensch Van
Leeuwen.
Mr. Van Leeuwen achtte zich hierop ver
plicht een offer te brengen op het altaar der
erkentelijkheid. De heer Meuwsen had het
ambt van burgemeester afgeschilderd als een
benijdenswaardig ambt. Spr. geeft toe, dat er
momenten zijn, dat dit ambt benijdenswaardig
is, en wel dan, als het in het oog van anderen
het minst benijdenswaardig lijkt. «Varietas
delectat*, is de spreuk, die spr. in zijn schild
voert. Het is mij, zei de burgemeester, aan
genaam, wel eens minder pleizierige momenten
te beleven. Ware het steeds zooals hier op
dezen middag, ik zou het niet meer appre-
ciëeren.
Men denkt mij onaangenaam te zijn, door
mij uit te schelden, maar als ik eens een tipje
van den sluier van den huiselijken haard mag
oplichten, dan kan ik wel zeggen, dat we
thuis nooit harder lachen dan wanneer de een
of andere »vriendelijke mijnheer« mij eenige
ephiteta naar het hoofd slingert. Dat geeft
variatie. Spr. zou er zelfs niet op gesteld zijn,
altijd aangewezen te worden als »die goeie
burgervader*. Er zijn momenten, dat men zijn
goedheid moet opbergen.
veelvermogenden voorzitter van den Alg. Ned.
Diamantwerkersbond. Beide heeren zijn bij
verkiezingen, jaren geleden, al eens tegen el
kaar in het krijt getreden, zoodat ’t een Po-
lakkenstrijd werd!), de heer Jac. Polak had ook
als aftredend, als zittend en gewaardeerd lid
wat voor. Het heeft echter niet mogen zijn.
De soc.-democraten stelden iemand tegenover
hem en nog wel den heer Z. Gulden.
Men zal zich misschien dien naam herinne
ren? Zoo niet, dan deze korte biographie: De
heer Gulden was gemeente-ambtenaar en zoo
lastig tegenover z’n overheden, dat hij ont
slagen werd.
En deze heer Gulden moest juist tegenover
den heer Polak gesteld worden en ’t ook bij
eerste stemming flink winnen.
Bij de verkiezing juist van dezen heer richt
men onwillekeurig den blik over de grenzen,
naar Frankrijk, waar de republiek hare beamb
ten, een millioentje, regeert en omgekeerd ook
door die beambten getiranniseerd wordt. Men
moge over deze zaak denken, zoo men wil, men
moge vurig socialist, gewoon vrijzinnig liberaal,
zuiver clericaal of verstokt conservatief zijn,
voor allen komt hier steeds duidelijker een
groot vraagstuk voor deii dag.
We bedoelen het volgende: De staat krijgt
steeds meer ambtenaren en werklieden, die in
zijn dienst zijn. En vooral met de gemeente
is dit het geval. Heb ik u onlangs al niet een
optelsommetje aan de hand gedaan over het
aantal personen, in dienst der gemeente Am
sterdam? Ge hebt dan op te tellen: het perso
neel van de scholen, de secretarie, de gemeen
tewerken, de gemeentetram, de telefoon, de
politie, de brandweer, de bruggen, de veer
ponten en -booten, enz. Dat is een heel leger
in dienst der gemeente, dat dus de belangen
der gemeente moet voorzien, maar dat zich ook
tegen de gemeentelijke autoriteiten kan ver
zetten en dan een gevaar in de gemeente
wordt, te grooter, naarmate dat leger van be
ambten en werklieden grooter is.
Breng deze gegevens in uw gedachten maar
eens tot verdere uitwerking. Ge zult me,
welke politieke richting ge moogt zijn toege
daan, moeten toestemmen, dat hier een actu
eel vraagstuk zich op den voorgrond drir gt:
Staking of tegenwerking, bijv, door luiheid of
sabotage van personeel, in dienst der gemeente.
Denk eens aan de spoorwegstaking van 1903!
Doch genoeg hierover. De heer Gulden is
ontslagen gemeente-ambtenaar, was redacteur
van een blad voor de gemeente-ambtenaren,
van »Het Prinsenhof*. En nu wordt juist hij
in een ongeveer vast rood district gecandideerd,
met voorbijgang van bekende partijgenooten,
die óf geen candidaat werden óf zich naar on
verkrijgbare districten zagen heengewezen.
De heer Gulden in den Raad van Amster
dam, tegenover een college van Burg, en
Weth., dat in >Het Prinsenhof* zoo dikwijls
aangevallen werd.
Men maakte reeds toespelingen, die ik ver
kort op deze wijze kan weergeven. Gulden
in den Raad, burgemeester Van Leeuwen uit
zijn hooge positie.
Maar anderen gaven op die on-dits al spoe
dig ten antwoord: Wie in die richting denkt,
toont duidelijk onzen strijdvaardigen, fermen,
doortastenden burgemeester niet te kennen.
Ik vind, dat de burgemeester zelf reeds een
antwoord heeft gegeven, krachtig en duidelijk,
zonder draaierijen, geen twijfel meer overla
tend. En wel, nog vóór de herstemmingen
jl. Vrijdag den vorm van den nieuwen Raad
hadden bepaald.
We zullen aanstonds zien. Alleen wensch
ik het volgende op te merken: Een paar jaren
geleden wilde mr. Van Leeuwen beslist aftre
den, geen herbenoeming meer aanvaarden en
alleen krachtig aandringen heeft hem doen
besluiten een herbenoeming aan te nemen.
Niemand is onmisbaar, wordt vaak gezegd en
het kan best zijn, dat, als de heer Van Leeu
wen eens aftreedt, zijn opvolger ook uitstekend
geschikt blijkt te zijn, maar tot nu toe be
weert men, dat niemand even goed als mr. Van
Leeuwen geschikt is voor de verantwoorde
lijkste burgemeestersplaats van Nederland.
De heer Van Leeuwen heeft tegen zijn zin
weer aangenomen en is geen man, die dadelijk
daarna toch weer bedanken zal. En vooral
niet, als de stembus van district III hem meent
te imponeeren.
Doch genoeg. Laten
zelf aan ’t woord.
’t Was verleden Woensdag. Het zesde
Middenstands-congres vergaderde; natuurlijk
in het Paleis voor Volksvlijt, waar de Mid-
denstands-tentoonstelling gehouden wordt. Bij
dat congres behoorde, alweer heel natuurlijk,
een feestmaaltijd, die ’s avonds 6 uur in het
Paleis werd gehouden. De heer G. Muller
was tafelpresident en aan de eeretafel zaten
RCOURANT