NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR SSEEk EJ OMSTREKEJ.
L
Geen natuurlijke grenzen meer.
Bj, -
EEN DOEL.
64e Jaargang.
Zaterdag' '31 Juli 1603.
No. 61.
WAAROM?
xzz
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton,
k
Biergebruik van de Flesch.
1
4
ia
Waar Albion alleen de baas
werkelijkheid, gelooft ieder
9
l-
r -
I
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Het aangewezen en juiste adres, voor
Biergebruik van de flesch, is
W. BAKKER.
Omdat bovengenoemde er zich uitslui
tend op toe legt, het beste Bier te ver-
koopen en tevens de meest mogelijke
zorg besteedt aan zindelijk Bottelen.
Beleefd aanbevelend.
Voor de gezondheid is het grif
noodzakelijk, zindelijk bottelen op hoogen
prijs te stellen.
I
1
i
5.
(Slot.)
«Gij wilt er een weggeven zeide Dahm.
»Ja,we hebben erover gedacht, hoe zwaar het ons ook
valt». De vrouw schreide en streek .met de hand over
de oogen. »Ach, een kind weggevenMaar mijn
zwager raadt het ons aan, en mijn man meent ook
«Geef hem mij, den kleinen Johannes Is het niet
de blonde krullebol, dien gij onlangs bij de hand hieldt,
toen gij de apotheek binnengingt
De vrouw had verrast opgekeken. Nu knikte zij, en
zag den spreker met een half gelukkigen, half zonder
ling angstigen blik aan.
«Gij zoudt hem willen hebben, gij mijnheer Maar
zou de juffrouw Kijk, ik zal u zeggen wij hebben
het in de courant gezet. En er heeft al iemand op ge
schreven, iemand hier uit de buurt, uit M.«
Christiaan Dahm bewoog lichtelijk het hoofd en trok
aan zijne das. «Ik zal u morgen bescheid geven, als
gij nog bij uw plan blijft. Maar dan moet ge er te voren
tegen niemand een woord van zeggen, dan alleen tegen
Hols, uwen man. Ik zal straks zelf met hem spreken*.
»Neen neen, mijnheer, doe dat niet. Al wil hij, zoo
moet ik hem er toch op voorbereiden. Vroeger hebben
wij er ook al eens over gedacht,voor Guusje; maar toen het
er op aankwam, konden wij toch geen van beiden van
het kind scheiden».
En de vrouw schreide opnieuw, en ging heen. En de
Toen we nog op de schoolbanken zaten en
aardrijkskunde leerden, sprak men ons over
landen en hunne grenzen. Over natuurlijke
en kunstmatige grenzen. Kunstmatige gren
zen liepen dwars door vlakten heen, soms aan
gegeven door de afscheiding van rassen of
talen, gewoonlijk gevormd door de historische
ontwikkeling, dus heel vaak door oorlogen en
andere politieke bedrijvigheid.
Natuurlijke grenzen werden dan gevormd
door gebergten, door rivieren en vooral door
de zee. Het woord natuurlijk was gemakke
lijk te begrijpen, want een zee moest wel een
afscheiding vormen. Aan de overzijde der
watervlakte leefde een ander volk, onder an
dere levensomstandigheden, met een andere
taal. Ook voor bergkammen en belangrijke
rivieren kan men het zelfde aanvoeren. Dik
wijls werkte de historische ontwikkeling mede,
om, zelfs ondanks taalkundige gelijkheid, toch
de natuurlijke grens te vinden. Neem bijv,
de Pyreneeën, de meest natuurlijke grens
scheiding tusschen Frankrijk en Spanje. Het
noord-oosten van Spanje, Catalonië met de
hoofdstad Barcelona, sluit zich in taalgebied
voor een goed deel aan bij het Zuiden van
Frankrijk. In Frankrijk had men oorspronke
lijk, en heeft men dialectisch nog, twee hoofd
richtingen in de taal, de langue d’oc en de
langue d’euil. De laatste was de taal van het
De taal der ooren.
Kleine goedgevormde ooren verraden geest en leven
digheid. Een zeer losstaande oorlel beteekent een
goed karakter. Een breed en glad oor verkondigt een
zwakke geest. Een plat, lanc oor geeft eigenliefde en
zotheid aan. Een rood, dik warm oor is een teeken
van een genotziek, luchthartig temperament. Een
kort, dik, slecht gevormd oor is een slecht teeken.
Breede ooren, dicht bij den schedel geplaatst met een
puntig toeloopende lel zijn bij zeer jonge menschen het
onfeilbaar bewjjs, dat zij spoedig zwaar en dik zullen
worden.
dag l:ep ten einde zooals altijd. Toen Christiaan Dahm
zijne schreden huiswaarts richtte, was het koud ondanks
den zomertijd. Donkere wolken hingen aan den hemel
en alles was zoo somber en onbeweeglijk in de natuur,
als had zij den laatsten adem uitgeblazen. Op het
gelaat der menschen was geen vroolijkheid te lezen,
de huisdeuren waren overal gesloten, en de blijmoe
digheid scheen vertrokken naar een ander, onbekend
land.
Toen nu de beide eehtgenooten heden vroeger dan
anders aanstalten maakten om zich ter ruste te bege
ven, opende Christiaan Dahm den mond. Hij wilde
spreken, maar toen hij de koude, strakke uitdrukking
op het gelaat zijner vrouw zag, werd hem de keel als
toegeschroefd. Hij zeide enkel «Goeden nachten
binnen werd het donker evenals buiten, waar de wind
was opgestoken en den regen met nijdige stooten tegen
de vensters joeg.
Den volgenden dag verscheen vrouw Hols weder niet
in de fabriek. Haar man echter trad het kantoor bin
nen, om hare afwezigheid te melden.
«Onze kleine gij weet wel, mijnheer is nog altijd
zoo ziek erg ziek
Christiaan Dahm knikte, taste in den zak, haalde er
een thaler uit te voorschijn en gaf dien den werkman.
«Maar spreek er niet van
Een dankbare blik trof hem, De man verliet het
kantoor en ging aan het werk. Christiaan Dahm echter
zag door het venster naar het rusteloos heen en weer
gaan der machine, hij hoorde het stampen van den
stoomzuiger en luisterde naar het sissende geluid der
drijfriemen.
Zijn oor, anders zoo gewoon aan al deze geluiden,
werd heden door het geraas onaangenaam aangedaan:
plechtige stilte zou hij rondom zich gewenscht hebben
Friedrichshaven (zijn ballonscheepswerf
’t meer van Const anz), zonder hindernis
te ondervinden, naar Metz, waar een der ook zijn handelsmarine sterker, terwijl de
militaire luchtschippersstations wordt gevestigd.
Terzelfder tijd ging er een rilling door de
Britsche pers, omdat, luidens de berichten, boven
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2% cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Het was hem zoo vreemd te moede. Zijne kinderjaren
kwamen hem voor den geest, zijne kinderjaren, waarin
hij zoo vroolijk, zoo zorgeloos zoo gelukkig was ge
weest.
Des middags zeide Christiaau Dahm aan tafel
«Wij zullen het kind aannemen, dat onlangs in de
courant werd aangeboden. Wat deukt ge er van,
Therese
De vrouw scheen te gelooven dat haar man raaskalde,
zoo ten minste zag zij hem aan.
«Wat? Nu nog kinderen aannemen vreemde kin
deren Wie weet hoe het uitvalt? En kinderen Zor
gen l Ziekten 1 En bij ons? Kom dat is je toch
geen ernst
«Ja, het is mij ernst
Verder zeide hij niets. Den hal ven nacht lag hij wak
ker in bed, en stelde zich voor hoe de kleine Johannes
het was een driejarig ventje zijn kind geworden
was. Hij zou spoedig gewennen. De ouders mochten
niet komen. Wanneer hij den knaap tot zich nam, zou
hij weldra vertrouwelijk worden, en vergeten dat hij
reeds andere menschen vader en moeder genoemd had.
Sedert lange jaren had zulk een warm, zonnig gevoel
de borst van den man niet vervuld. Eene nieuwe we
reld opende zich voor hem.
Maar zijne vrouw Zou zij goed voor den kleine
wezen
Och, dat zou wel schikken. Het kon niet anders, of
zij zou hem ook lief krijgen 1 Het was maar, wijl voor
het oogenblik de gedachte haar nog nieuw en vreemd
was.
Den volgenden morgen was zijne eerste vraag in de
fabriek naar Hols, den arbeider. Hij kwam.
«Zij is van nacht gestorven onze kleine
De mam zag den opzichter met een blik aan, die
Ik heb ongeluk bij het geluk Reeds op den
tweeden dag, dat ik me hier gevest'gd heb, krijg ik
mijn eersten patiënt, maar hij is deurwaarder. Wat
zullen de menschen daarvan denken
Op ’t water
wil blijven.
Voeg daarbij de ontwikkeling der Duitsche
industrie en van 't Duitsche mijnwezen. Waar
juist de Britsche grootheid voor een groot deel
op industrie en mijnwezen steunt.
Het Germanisme, dat is de vijand I Zoo
weerklinkt in alle toonaarden de angstkreet
der Britten. Is die angstkreet niet meestal met
voorbedachten rade aangeheven, omdat Enge
land een vernietiging van de Duitsche groot
heid zoekt, voordat deze de Britsche ten on
der kan brengen
Men berekent of een landing van Duitsche
legers op Britsch gebied mogelijk is en drijft
daarom de meer dan dubbele vloot-theorie
tot ’t uiterste door.
En daar komen nu de Zeppelin’s en de Blé-
riot’s. Wat geeft ’t nu al, dat Engeland steeds
den onderzeeschen tunnel Dover-Calais tegen
hield? Nu gaat ’t niet niet onder, niet door,
maar ver boven de zee, in de lucht.
Gelukkig, zal de Brit denken, dat Calais een
Fransche stad is en Duitschland zooveel ver
der af ligt. Maar de luchtschepen en lucht
vliegtoestellen zullen verbeterd worden en wat
dan
Ook kan de mogelijkheid bestaan, dat Ne
derland en België door Duitschland ingepalmd
worden. En dan is de afstand weer zooveel
kleiner geworden.
Wie weet, met hoeveel zorg in de Britsche
ministeries van oorlog en marinie reeds de
plannen gereed gemaakt zijn om bij zoo’n an
nexatie handelend op te kunnen treden
En ondertusschen verdwijnt ook de zee in
hare beteekenis van natuurlijke grens.
verschillende punten van het Britsche grond
gebied een luchtschip gezien was, dat als een
tooverspook rondwaarde boven Britsche havens
en vestingen. Natuurlijk, dat was een Zeppe
lin. Toegegeven, dat men later bleek een
fantasie-luchtschip gezien te hebben. Maar dat
die fantasie veroorzaakt is door de vrees voor
een aanstaande
‘vast en zeker.
Met een Zeppelin wil men naar de Noord
pool varen.
Wie durft beweren, dat dit plan mislukken
zal? Laat het één-, zelfs tweemaal misloopen,
omda| bij nieuwe zaken nog niet alle mogelijk
heden voorzien zijn, maar den volgenden keer
zal en moet het plan gelukken.
In ’t begin dezer week ging een schok door
de wereld, vooral door de Fransche, en nog ’t
allermeest door de Britsche wereld. Alweer
door de Britsche wereld. En waarom
Engeland, het trotsche Albion, is groot ge
worden in de wereld, zooals nog nooit misschien
een betrekkelijk klein volk groot is geworden.
Engeland ligt midden in de zee, die het als
een pantser beschermt tegen vreemde interven
tie. Zelf zocht het zijn kracht op de zee en
beheerschte de wateren. Trotsch klinkt der
Britten liedRule, Brittannia, the waves
(Beheerscht, Brittanje, de golven!)
Toen Napoleon almachtig was met zijn legers,
bleef Engeland het ter zee met zijn vloten.
Toen vooral begreep Engeland het voorrecht
van zijn geïsoleerde ligging. Een krachtig
volk op een eilandengroep van die grootte
moet zich daar kunnen handhaven. Dat krach
tige volk heeft meer gedaan dan zich handha
ven. Het heeft zijn gezag, zijn volksidee, zijn
taal overgebracht op groote,ver-verwijderde dee-
len der wereld.
En om zich in zijn glorie te handhaven,
begreep het zijn oppermacht ter zee te moeten
handhaven door een buitengewoon sterke oor-
logsmarine. Vandaar de theorie, die niet hei
melijk gekweekt, maar openlijk verkondigd
wordt: De Britsche oorlogsvloot moet sterker
zijn dan de twee daaropvolgende zeemogend
heden te zamen.
Nu is Duitschland sedert 1870 de sterkste
militaire macht te land en langzamerhand wordt
oor-
logsmarine zich verbazend uitbreidt. Daarbij,
een van Keizer Wilhelm’s gevleugelde woorden
is: Duitschland’s toekomst ligt op het water.
noorden en van Parijs; de eerste die van Pro
vence en ’t zuiden, die van de troubadours.
Die langue d’oc was ook de taal der Catalo-
niërs en is ’t dialectisch nog zoo’n beetje.
Frankrijk is één geworden, Spanje werd één.
In ’t eerste land zegevierde de taal van Parijs
en ’t noorden, in Spanje die van Kastilië en
Madrid. Zoo heeft de staatkundige ontwikke
ling de grens gezocht door de natuur gesteld.
Doch langzamerhand begint de uitdrukking
«natuurlijke grenzen* al minder natuurlijk te
worden. Een flink aangevoerd leger is niet
meer bevreesd voor rivieren en weet die over
te trekken, ondanks den tegenstand van een
goed vijandelijk leger. De oorlogsvloten trek
ken over de zeeën en introduceeren in het
vijandelijk land op een vloot van transport
schepen heele legercorpsen.
Maar toch, dit kan alleen met buitengewone
krachtsinspanning verkregen worden. Nog
steeds vormen zeeën, bergkammen en groote
rivieren belangrijke hulpmiddelen in de handen
van de aangevallenen.
Maar sedert Zeppelin en Blériot begint die
natuurlijke hulp te verdwijnen. We noemen
die twee namen om de idee aan te duiden. Er
zijn meer luchtschippers dan Zeppelin, meer
vliegmenschen dan alleen Blériot. Maar deze
beiden gaven den grooten schok in de maat
schappij. Wanneer men den naam Zeppelin
hoort, denkt men aan diens beroemde tochten
met den bestuurbaren luchtballon van het
stijve stelsel. Men ziet Zeppelin zweven in
de lucht; zijn ballon stijgt en daalt, gaat vlug
of traag voorwaarts, zwenkt links of rechts,
op het bevel van den luchtschipper, gelijk een
stoomschip gehoorzaamt aan de bevelen van
den kapitein.
Toen graaf Zeppelin genoegzaam gevorderd
was met zijn proefnemingen en zijn ballon zoo
veel mogelijk volmaakt had, kocht de Duitsche
regeering zijn vinding, natuurlijk met militaire
intentiën. Zeppelin’s tocht van het meer van
Constanz naar Berlijn mislukte; de Keizer
wachtte te vergeefs op het Tempelhover veld.
Doch zoo iets kan men van nieuwe vindingen
verwachten. Spoedig daarna koerste Zeppelin
van
aan
sen
dezen door de ziel ging. Maar nadat Christiaan Dahm
eenige troostwoorden gesproken had, brandde het hem
als vuur op de tong, en hoewel hij niet aanstonds had
willen vragen, sprak hij toch en zeide
«Nu, Hols hoe staat het met den kleinen Johan
nes Heeft uwe vrouw het u gezegd Ik wil hem
aannemen*.
«Onzen Johannes Gij Neen mijnheer, daar
heeft zij mij niets van gezegd. En nu nu; het
was maar omdat onze andere kleine zooveel oppassing
noodig had maar thans, nu ze gestorven is neen,
nu kan ik mijn kleinen Johannes niet afstaan. Ach
neen, mijnheer, weggeven weggeven
In afgebroken woorden had de man gesproken, om
dat er zoovele tranen over zijne wangen vloeiden.
«Nu, dan spreken wij niet meer over de zaak ant
woordde Christiaan Dahm norsch en kortaf, en liet den
arbeider vertrekken.
En toen hij dien middag tehuis kwam, las hij de
courant als altijd, maar eigenlijk las hij ze niet. En
toen zijne vrouw binnenkwam, altijd met hetzelfde
koude, niets zeggende gelaat, en de soep op tafel plaatste,
toen ware hij het liefst opgesprongen om haar beet te
pakken en te wurgen, omdat zij, omdat zij
Toen echter kastijde hij zijn onrechtvaardig hart met
zweepslagen en geeselstriemeu. Stilzwijgend zette hjj
zich aan tafel, en at zijne soep, en ging naarde fabriek
en kwam terug, en zeide als altijd: «Goeden nacht*, en
strekte zich, eenige malen diep, diep zuchtend, op zijn
leger uit en wachtte wakend tot de zon allengs
het duister van den nacht kwam verdringen, en het
zelfde weder begon, wat eisteren geweest was, en zoo
voort en zoo voort de eene dag na den anderen,
jaar in, jaar uit
NE
5
1
4
-1
k-L-75‘
o
I
i-