Huisindustrie. MMS- IJ AIITOiTIMLAl) Onschuldig veroordeeld. Zaterdag 7 Augustus 1SO9> Feuilleton. n n n Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. 1 Enk. Crt. mannen-cos- u 9 door J. TERP SI RA. in fabrieken, mijnen en andere groote bedrijven, gebruiken ze liefst met voorliefde de woorden: loonslavernij, niet-menschwaardig bestaan, en zoo voort, de lezers kennen al die termen, langzamerhand door veelvuldig gebruik heel bekende woorden geworden, door den een met voorliefde, of met haat en wrok in het hart, door den ander bijna met onverschillige hooghartigheid, door weer een ander met te genzin en afkeer gesproken of aangehoord. Maar lang zoo velen zijn er niet, die aan de ellende der huisindustrie gedacht hebben. Daar over aanstonds meer. Laten we nog even denken aan het verschil tusschen huisvlijt en huisindustrie. Het eerste is een stuk poëzie van den hui- selijken haard; een stuk poëzie, dat ook in de arme gezinnen een zonnetje doet schijnen. Bij huisvlijt denkt men meer aan vrijen tijd, die de meeste menschen, de een meer, de an der minder, anderen te veel over hebben en die, omdat vele menschen daar geen goeden raad mee weten, in ledigheid, of nog erger, doorgebracht wordt. De huisvlijt maakt, dat men wel raad weet met dien vrijen tijd en hem doorbrengt, het nuttige met het aangename vereenigend. Bij huisindustrie is de poëzie verre te zoeken. Ge weet, de meeste mantels onzer dames komen uit Berlijn. Mooi, chique, elegant zijn ze gemaakt en die eigenschappen vermeerde ren naarmate de prijs hooger stijgt. De heeren der groote magazijnen voor dames-confectie gaan in het najaar naar Berlijn om er bij de groote leveranciers een keuze te doen voor het volgende voorjaar. Daar in Berlijn worden dus die tienduizenden mantels gemaakt. Op de fabrieken dier groote leveranciers? Pardon. DeÊen hebben weer onder-leveranciers en voor dezen werkt de huisindustrie. Het sweet- systeem Daar, in die dure Duitsche hoofdstad, waar het leven veel meer kost dan in onze groote steden, werken in hunne geringe wo ningen, stukjes van huurkazernes, de huisge zinnen. Man, vrouw en kinderen, allen werken gewoonlijk in koortsigen haast samen, van den morgen tot den laten avond. Van acht- of tienurigen arbeidsdag is daar geen sprake. Zóó wordt in die gezinnen een stuk brood verdiend; niet veel meer dan een schamel stuk brood, een betrekkelijke stuk papier toe. Het was een geschreven belofte om binnen een week met Jasper Peplon te trouwen. Zij greep een pen maar aarzelde een oogenblik. Peplon scheurde de bekentenis een eindje verder in. Zij aarzelde niet langer. Houd op Het scherm viel met een slag op den grond en een hand ontrukte de bekentenis aan Jasper Peplon. Jack Trevor stond voor hem. «Jack Jack En met een kreet van vreugde wierp Kate zich in zijn armen. •Trevor, jij hier stamelde Peplon. •Ja, laffe hond, erger dan een moordenaar I Den hemel zij dank ben ik hie(, om mijn vrijheid te her winnen, mijn eer terug te krijgen, mijn geliefde te beschermen Op dat oogenblik vloog de deur opeu en stond een cipier in de deuringang, ’t geweer op Trevor gericht. «Handen omhoog, Trevor 1 De kleeren, die je in ’t park liet liggen, hebben je verraden. Het spel is uit •Ja, het spel is uit, maar ik win. Ik ga gewillig mee; cipier, bewaar dit ducoment goed; het is een be wijs voor mijn onschuld en de bekentenis van den moordenaar. Deze schurk heeft driejaar lang de waar heid geweten en wist het zelfs toen hij me verdedigde. Een oogenblik, cipier 1 Kate, trouwe engel, we moe ten opnieuw, maar voor enkele dagen, scheiden en dan De liefde van mijn leven zal de wreedheden trach ten uit te wisschen, waaronder gij geleden hebt. Vaar wel, geliefde Zoo spoedig mogelijk werd de overheid met de fei ten in kennis gesteld. Jasper Peplon werd als mede plichtige gearresteerd en kreeg zijn gerechte straf. Jack Trevor kreeg genade voor een misdaad, die hij niet bedreven had, maar toen hij eenmaal weer de vrije lucht inademde, duurde het geruimen tijd, eer hij her steld was van de emoties der vreeselijke vervolging en der gruwelijke straf, die hij onschuldig had moeten ondergaan. ij Zooals reeds velen ook door aanschouwing weten, wordt te Amsterdam een tentoonstel ling van huisindustrie gehouden. Bijna schre ven we van huisvlijt en dit lijkt op ’t eerste gezicht hetzelfde als huisindustrie. Maar het verschil is groot, zeer groot. Huisvlijt en huisindustrie beteekenen beide werken in huis, daar arbeiden, produceeren, iets voortbrengen. Schijnbaar dus hetzelfde. Maar huisvlijt is bedoeld, als te huis werken in nobele betee- kenis; men wil iets aangenaams, sierlijks, nut tigs voortbrengen, dat niet uitsluitend geschiedt om daarmee het moeitevolle leven op moeite volle wijze zoodanig in stand te houden, dat men herinnerd wordt aan het bekende gezegde: Te weinig om te leven, te veel om te sterven. Huisindustrie beteekentin huis werken, bard werken, zwoegen, slaven, om daarmee in de dringendste nooddruft te voorzien, zoodat men dadelijk herinnerd wordt aan het zooeven genoemde, bekende gezegde. Wanneer velen schrijven over den arbeid •Gedeeltelijk, sir Charles schreef me, dat hij thuis zou komen«. •Is hij al gearriveerd Hij is gister te Southampton geland®. •En zal hij spreken Zal Jack’s onrecht goed ge maakt worden? Zeg mij, zeg mij toch, waar is sir Charles »U kan hem niet spreken®. •Ik wil hem spreken; het moet®. •Sir Charles Ogbourne is buiten het bereik der men- schelijke stem. Hij was gisterenavond bij dat spoor wegongeluk en is vanmorgen in het ziekenhuis van Bramling gestorven*. Kate Brookhurst keek hem een oogenblik zwijgend aan en barstte daarna in tranen uit, terwijl ze ’t gelaat met de handen bedekte. •Te laatTe laat steunde zij. •Neen, niet te laat«, antwoordde Peplon. »Ik heb sir Charles gesproken voor hij stierf, en heb hem dit document laten onderteekenen. Luister •Ik, Charles Ogbourne, wil, voor ik sterf, bekennen, dat ik den moord op George Oldcastle gepleegd heb om daardoor eenige vergoeding te geven voor het vree selijke onrecht, dat ik Jack Trevor aangedaan heb, die nu voor mijn misdaad boete doet. George Oldcastle had mij door zwendel mijn halve vermogen ontnomen en toen ik hem eene uitlegging vroeg, kregen wij twist. In een aanval van woede greep ik een jachtmes van de tafel, en doorstak hem. Toen ik voetstappen hoorde, draaide ik het licht uit. Trevor kwam de kamer binnen. Ik gaf hem een slag, dat hij bewusteloos was, wierp hem over ’t lijk en gaf hem het mes in handen. Ik ben ver heugd mijn misdaad te bekennen, voor ik sterf. Moge Trevor mij vergeven, zooals ik hoop, elders vergeving te vinden®. Dit is geteekend door sir Charles, terwijl ik zelf en twee verplegers getuigen waren. Deze beide laatsten weten niets van den inhoud af; ze zijn alleen getuige geweest van de onderteekening®. •Maar Jack Jack is vrij eindelijk Vrij? Ja,als hij nietdoor een cipier is doodgeschoten®. •Is hij ontsnapt?® •Ja, men is hem al achterna en hij zal waarschijn lijk neergeschoten worden, als hij weerstand biedt*. •Kom dan mee, dan is er geen tijd te verliezen. We moeten deze bekentenis aan de autoriteiten geven. O, maak toch voort •Lieve Kate, ik heb al drie jaren geen aansporing gehad om haast te maken. Waarom zou ik me nn haasten •Wat bedoelt u •Ik bedoel dat, hetgeen in deze bekentenis staat, geen nieuws voor mij is. Ik wist dat alles al drie jaar ge leden. Ik wist het zelfs toen ik op mij nam Trevor te verdedigen*. •En en u liet toe, dat men hem veroordeelde •Ik was toen arm, Kate, en ik beminde je. Trevor stond mij in den weg. Toevallig zag ik, dat sir Char les na den moord uit de bibliotheek kwam. Hij had bloed aan zijn handen, hij kocht mijn stilzwijgen en nu, ieder heeft zijn eigen prijs. Ik had er toen een; ik heb er nu een en dien prijs moet ge betalen*. •Moet ik betalen •Ja zeker. Ik beminde u drie jaar geleden en ik be min u nu meer dan ooit. Ik heb Trevor’s vrijheid in mijn bezit. Dit document zal te bestemder plaatse komen den dag nadat ge mijn vrouw geworden zijt«. •Nooit Dan verscheur ik deze bekentenis en kan Trevor in de gevangenis sterven*. •Dat kunt u niet dren*. Peplon bezon ’t papier langzaam door te scheuren. •Houd op Geef me tijd 1 Een minuut •Stemt u toe •Neen, dat kan ik niet. Ja, ja, ik stem toe; alles, om hem te redden •Teeken dit dan Hij wierp haar over de tafel een (Slot). Peplon ging aan tafel zitten met zijn rug naar Tre vor toe. Het scherm stond bijna recht tegenover de deur en een spleet bij de scharnieren stelde Trevor in staat de kamer te overzien. Het volgende oogenblik trad Kate Brookhurst binnen en Trevor’s hart klopte luide toen hij zijn geliefde wederzag. Peplon stond op om haar te begroeten, maar halverwege de kamer bleef zij staan. •Nu vroeg zij. •Goeden morgen, miss Brookhurst*. •Nu vroeg ze opnieuw, zonder zich te bewegen. •Hebt u geen anderen groet voor mij vroeg hij. •Ik wensch te weten of u mij wat nieuws te vertel len hebt of dat dit alleen maar een list is om een on derhoud met mij te krijgen®. •Dan is die list in ieder geval goed gelukt, maar gaat u zitten. Ik heb nieuws*. •Dat heeft u al drie jaar lang gezegd, sedert mijn beminde veroordeeld werd voor een misdaad, waaraan hij onschuldig is. U beloofde mij te helpen en voor zijn bevrijding te werken. U heeft van iedere gelegen heid gebruik gemaakt om uw liefde voor mij te beplei ten, en terwijl u zoodoende den man dien ik bemin, on recht aandoet, hebt u dan wel iets voor zijn vrijheid gedaan vertelde mij eenige maanden geleden, dat u ontdekt had, dat de ware schuldige sir Charles Og bourne was, dat die zoo vervuld was van wroeging dat hij naar huis zou komen om het onrecht te herstellen. Was dat waar waar bij zoo noesten vlijt weelde moest heerschen. Eerst worden die mantels tegen behoorlijke prijzen in de mantelpaleizen verkocht. Later is er uitverkoop. Weet ge, dames, als ge op dien uitverkoop voor een prijsje een mantel koopt, dat het ge zicht van zoo’n nieuw kleedingstuk bij u her inneringen moet' wekken aan woorden als bloedgeld, hongerloon en dergelijke Dit is één, reeds jaren algemeen bekend voorbeeld, waarbij talloos vele voorbeelden uit het buitenland zijn te voegen. Talloos velen Maar ook in ons eigen land moet ge niet tevergeefs zoeken. De afmetingen zijn niet zoo reusachtig, omdat ons land zelf kleine af metingen heeft en ook de industrieën er kleine verhoudingen te zien geven. Maar, en dat is de zaak, de ellendige toestanden der huisin dustrie zijn er in groote verscheidenheid te vinden. Een verscheidenheid van ellende. Ver schillende voorbeelden van een erbarmelijk be staan, allen te zaam vormend: de ellende der huisindustrie. Wanneer ge van die tentoonstelling in Velox, achter het Rijksmuseum te Amsterdam, niets of bijna niets gelezen hebt, ziet ge misschien alleen voor uwe oogen de in alle plaatsen des lands aangeplakte reclameplaat. Och, we ver moeden, dat meerderen die plaat niet goed gezien® hebben. Zeg niet van wel. Ge weet immers wel tusschen zien en zien is zoo’n groot onderscheid. Onderzoek maar eens, hoe een kind slechts heel weinig ziet van een plaat. Doch zoo is het ook met groote menschen. Laten we hierover echter niet doorredeneeren. Neen, die plaat, die reclameplaat! De kleur is zwart, zoo somber mogelijk. En de man, die er op staat We hebben eenvoudige zielen hooren vragen: Wat beteekent die plaat toch. Bittere ironie; er waren onder die vragers, die zelf de ellende der huisindustrie meeleefden. Die man beduidt de ellende der huisarbeid. Die plaat spreekt boekdeelen. Maar meer nog de tentoonstelling zelve. Ja, we weten het, ook daar komen bezoekers, die als kinderen rondzien, die dit werk mooi, dat heel knusjes, een ander erg interessant vinden; zoek nog maar eenige adjectieven, die de oppervlakkige beschaving aan de hand doet. Maar zij zien niet naar die vervelende tabellen, statistieken, die van heel wat anders getuigen. Zij vinden het werk van dezen of dien zwoeger, (we willen geen voorbeelden noemen, dan vinden we het einde niet in dit korte artikel!), dien zij in hun oppervlakkig heid zoo gauw niet voor een zwoeger aan- zien, heusch mooi, bepaald curieus; ze hadden niet kunnen denken, dat het precies zoo ge maakt wordt. Neen, bepaald, ze vinden het aardig. O ja; die echte Mechelsche of Brusselsche kant is ook heel prachtig; hoe kunst vol, hoe echt. Maar ziet die arme Vlaamsche vrouwen in hunne kamertjes, voorovergebogen over een arbeid, die niet zwaar lijkt, geen dokwerkers- arbeid, maar die van de werksters arme, zwak ke, ziekelijke tobsters maakt, met pijnlijke oogen van dat onophoudelijk turen op zulk peuterw erk. Haar ontbreekt ruimte, frissche lucht, voldoende licht, de noodige ontspanning en de noodige verdienste. Doch, alweer, deze tentoonstelling van huis industrie leert het ons, als we het willen leeren: Ook in ons land is in niet geringe mate de ellende der huisindustrie te vinden. In de groote steden en de kleine industrie- dorpen, en ook op het platteland. Neem de kleeding, zoowel boven- als onder - kleeding, neem schoeisel en huisraad. O, we weten het, juffrouw, u behoeft heusch geen mooie handwerkjes te leeren. In de witgoed-winkels koopt ge de netjes afgewerk te rokjes, enz. voor een prijsje. Als ge ze zelf moest maken, was het maakloon alleen reeds zoo hoog als nu de prijs van het ge maakte. En heeren, van de goedkoope tumes is hetzelfde te zeggen. Ge verbaast er overHoe maken ze het er voor Juist, mijnheer, hoe maken ze het er voor? Maar, ge ziet het voor uw oogen, het wordt gemaakt. Denk daar over door. De tentoonstelling der ellende van de huis industrie vindt ge achter het Rijksmuseum, in de weelde-buurt der hoofdstad, vlak bij het terrein, waarop de waskaarsenfabriek stond, die moest verdwijnen, omdat de omgeving ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1