11)011 81» M 0BS1MEN. CACAO; NIEUWS- EJi ADVERTENTIEBLAD KI Onderscheidingen. De logeerkamer. Zaterdag 4 September 1606. 64e Jaargang. No. 71. Uitgever: B FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton, Breek met de sleur; drink in plaats van koffie, BLOOKER'S DAALDERS Ze -> weer véél goedkooper, véél gezonder, altijd goed. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. men den schouwburg te lokken, en blad berichtte, dat dr. Kuyper, toe in dezen weinig spraakzaam terug naar hun ouders met een rapport omtrent het voorgevallene, waaraan mevrouw Willigen nog de op merking toevoegde, dat het volgens haar meening aan te bevelen was, dat zuslief haar beide veelbelovende spruiten wat meer onder den duim hield, waarop ze het antwoord ontving, dat gezonde, sterke kinderen in den regel niet zulke brave Hendrikken zijn als zwakke, sukkelende, zoo als haar Otto. Dientengevolge ont stond er een verkoeling tusschen beide gezinnen, daar elke moeder het als een doodelijke beleediging be schouwt, wanneer men haar kinderen sukkelend noemt. Na het vertrek der rustverstoorders volgden voor Willigen nu kalme, gezellige dagen, bijna zoo, alsof we geen logeerkamer hadden, zei hij, waarop mevrouw antwoordde, dat ze na de opgedane ervaringen stellig niet zoo spoedig weer logé’s zou ontvangen. Maar ’t ongeluk nadert snel Op een avond ’t was juist waschdag geweest en mevrouw Willigen, vermoeid en afgewerkt, vertelde juist aan haar man, dat tengevolge van gebrek aan ruimte op den droogzolder de fijne stukken in de logeer kamer waren opgehangea toen er hard gescheld werd. Dat zal de slager wel zijn, zei mevrouw geeu wend; dien moet ik nog even wat bestellen, maar dan ga ik ook dadelijk naar bed. Op dit oogenblik ging de deur open en in de opening verscheen tante Pau line uit Groningen, die zeer in haar nopjes het echt paar gadesloeg, dat van schrik bijna versteend was. Wel, kindertjes, die verrassing is me toch maar eens mooi gelukt, hé? riep ze lachend. Ik had anders wel bericht gestuurd, maar Meta had mij geschreven, dat jullie thans een logeerkamer hebt, en daarom wil de ik eens onverwacht bij jullie binnen komen vallen. Ik kom toch niet ongelegen? O neen, volstrekt niet, tante we zijn zeer verheugd. (Slot volgt.) ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2 7, cent. Qroote letters naar plaatsruimte. teekenis verloren heeft? We zeiden zooeven, dat de prinsen van den arbeid betrekkelijk laag gedecoreerd worden. Voor hen bestaat echter een onderscheiding, die in hun oogen een veel grooter waarde heeft, een praktischer waarde. Den mannen van de nijverheid is het ook wel om de eer te doen, maar zij willen ook hun zaak geëerd hebben, want daarvoor werken ze, daarvoor geven ze hun levenskracht. De lezer begrijpt, dat we het oog hebben op de tentoonstellingen, waar een vreedzamen wedstrijd wordt gehouden tusschen de mannen van de industrie. Een industrieel of zakenman zet op z’n re clames gewoonlijk niet, dat hij deze of die rid derorde gekregen heeft. Wat zou dat bewijzen voor de waarde van zijn artikel? Maar hij laat niet na, al de bekroningen te vermelden, die zijne producten op tentoonstellingen verkregen. Zie, dat is zijn ridderorde; in de vruchten van zijn arbeid of denkkracht wordt hij ge ridderd. Terwijl nu de ridderorden, door vorsten en regeeringen verleend, reeds zoo lang bestaan, vindt men de ridderorden van den arbeid slechts in de laatste halve eeuw. En toch mogen we zoo even gerept hebben van' lintjes voor de vrindjes*, om aan te stippen, dat de deco raties van vorsten en regeeringen niet altijd evenzeer te appreciëeren zijn, hier vindt men toch bij het oudere instituut niet de ontaarding, die de jongere instelling vertoont. Want bij de tentoonstellingen is te veel zwendel. Vooreerst, wie ’t meeste geld aan zijn expositie besteedt, heeft de meeste kans; hetgeen men zou kunnen aanduiden met ’t be kende: »De kleeren maken den man Maar ’t ergste is, dat er in de laatste jaren gefin geerde tentoonstellingen gehouden worden, waarbij tegen somma zooveel bekroningen te verkrijgen zijn. Erg gemakkelijk. Er wordt door de onderneming zoo’n ietsje geëxposeerd en verder hangt 't van ’t geld af, dat men wil besteden, hoe hoog de bekroning is. Zijn de tentoonstelling en hare bekroningen reeds in discrediet, de hier bedoelde tentoon- stellingszwendel maakt, dat men thans heel niet meer aan kan op de waarde dier onder scheidingen. En dat moest niet zoo zijn. —o een Iets, wat maar heel zel- is zuinig met 't aanbrengen 2) Vervolg.) Den volgenden dag kwamen Paul en Frans, waren eenigszins onder den indruk en daardoor voor beeldig aardig, zoodat W illigen al een beetje bang was, dat ze misschien al besmet waren. Maar bij ’t middag maal bemerkte hij, dat zijn viees ongegrond was. Bij de soep trok Frans leelijke gezichten en zei: Groen tesoep ajakkes, die eten we bij ons thuis nooit 1 Andere soep krijg je bij ons niet, Frans, daaraan moet je maar wennen, antwoordde de huisvrouw, waar op de beide jonneheertjes even elkaar aangrijnsden en de soep lieten staan. Het vleesch gaf geen aanleiding tot op- of aanmerkin gen, maar toen meneer Willigen van tafel opstond en »wel bekome het je« zei, zetten de beide jongeheertjes verbaasde gezichten. Zijn er geen vruchten, tante Bij ons altijd 1 zei Paul verdrietig. Bij ons niet 1 antwoordde mevrouw Willigen kort en scherp. Het echtpaar trok zich nu terug om een middag dutje te doen, maar werd weldra door een vreeselijk gehuil uit de kinderkamer opgeschrikt. Vol schrikke lijke voorgevoelens snelde Willigen er heen, zijn vrouw volgde hem en toen ze de kamer binnenkwamen, zagen ze midden in 't vertrek een stoel, en daarop zat Otto met een touw stijf vastgebonden, en terwijl Paul’hem met een stopnaald stak, legde Frans het geweer op hem aan om hem dood te schieten. Dat is de gevangen blanke, tante 1 schreeuwde hij, en wij zijn de roodhuiden, die hem martelen 1 Straks wordt hij nog gescalpeerd. Verontwaardigd bevrijdde de moeder haar in doods angst verkeerenden kleine en zond de beide belhamels voorloopig naar de binnenplaats om verder onheil te voorkomen. Dit is de eerste streek, zei Willigen, me dunkt, we kunnen ons nog op allerlei andere voorbereid houden Zijn voorgevoel bedroog hem niet. Er verliepen geen acht dagen, of van Otto’s mooi speelgoed waren alleen de treurige brokstukken over. Alle dieren van den olifant tot den haan van lappen hadden de ingewanden uit ’t lijf hangen ze hadden slachtertje gespeeld. De spoorweg was het slachtoffer van een bedrijfsongeval geworden en de mooie vesting, die hij van tante Pauline had gekregen, had bij de bestor ming van Port Arthur het leven gelaten. Op Otto had de omgang met de neefjes een zeer veredelenden in vloed. Hij begon uitdrukkingen te gebruiken, die zijn ouders met ontzetting vervulden, had aan tafel altijd wat aan te merken, evenals Paul en Frans en deed in vereeniging met hen allerlei onbehoorlijke dingen, wat zijne moeder, die over het klaverblad geen baas kon worden en tevergeefs de hulp van haar man inriep, bijna tot wanhoop bracht. Op zekeren namiddag, toen ze van een boodschap terugkwam, vond ze den kleinen Otto in een zorgwek- kenden toestand. Hij was zeer opgewonden, had een heet hóófd en hoogroode wangen, zoodat ze hem, hevig ontsteld, dadelijk naar bed bracht. Maar ’t werd voort durend erger met hem; ze kon hem bijna niet in bed houden, hij gloeide als een oven en begon ten slotte allerlei wartaal te praten, zoodat mevrouw halfdood van schrik het dienstmeisje ijlings naar den dokter zond. Ze was nog geen tien minuten weg, of er kwam verandering in Otto’s toestand. Hij werd vaalgroen Als men op den 31 sten Augustus des mor gens de ochtendbladen, of ’s avonds de eens per dag verschijnende bladen inziet, kan men desgewenscht een half uurtje zoek brengen met na te gaan, wie alzoo koninklijke onder scheidingen ontvangen hebben. Provinciale bladen ontvangen reeds, natuurlijk niet gratis, een uittreksel uit die lange lijst, met enkel de personen uit hun provincie, die gedecoreerd zijn. Een lange lijst op zoo’n verjaardag der Ko ningin! Uit de affaire KuyperLehman*, waarover reeds zooveel geschreven en gespro ken is, waardoor zelfs een handig lid van plan- kenland kans zag in het zomerseizoen de schen naar waarvan een die tot nu was, een afdoend antwoord voorbereidt uit die affaire weet de lezer reeds, als hij het nog niet wist of vermoedde, dat er heel wat voor bereiding van de zijde der ministers noodig is, om die lange ridderlijst te construeeren. In den loop des jaars leest men voortdurend van nieuw verleende onderscheidingen. De Koningin legt een of ander bezoek af, een persoon van rang viert een jubilee, een tentoonstelling wordt gehouden, en zoo voort, steeds merkt men dat in de Staatscourant aan het lijstje van geridderden. Maar met Koninginnedag is het de groote dag van den lintjesregen en zooals we reeds zeiden, daar behoort heel wat voorbereiding toe. Gaat men de lijst na, dan vindt men de gezantschappen en consulaten goed vertegen woordigd, evenals hel militairisme en de Indi sche hoek. Verder behoort tot de plicht der regeering om de gewone burgerij zoodanig te bedenken, dat alle standen, alle beroepen en betrekkingen hun evenredig deel krijgen. Zelfs op godsdienstig terrein wordt die evenredige verdeeling zooveel mogelijk betracht. Een talrijke rubriek vormt in de laatste jaren ook de afdeeling: gouden, zilveren en bronzen medailles van Oranje Nassau. Daardoor kun nen personen, die gewoonlijk om de nederig heid van hun stand of beroep niet voor het ridderschap in aanmerking komen, toch een blijk van koninklijke waardeering ontvangen. Een heel enkele maal gebeurt het, dat een medaille geweigerd wordt; de reden is dan gewoonlijk, dat de gehuldigde persoon de on derscheiding niet hoog genoeg vindt. Dit is immers ook al eens te Sneek voorgevallen. Hieruit begrijpt men reeds, hoeveel moeite het kost, om in de juiste mate te decoreeren. Menigeen zal de opmerking maken, dat de diplomaten en consuls zulke hooge onderschei dingen krijgen. Vergelijk daar bijv, eens mede de prinsen van den arbeid, de groot-industrie- eelen, die voor de welvaart des rijks zeker niet minder beteekenis hebben dan gezantschaps secretarissen of gewone consuls. Men zou ook de vraag kunnen stellen: hoe komt de regeering aan al die namen? Het is duidelijk, dat daar vooreerst inlichtingen van allerlei officieele lichamen noodig zijn en dan ook, in bepaalde gevallen, zal eenige protectie ook van invloed zijn. Als die protectie maar niet ontaard, zoodanig, dat men mag spreken van: Lintjes voor de vrindjes! Jammer, dat er landen zijn, waar dit gezegde wel recht van bestaan heeft en jammer, dat er ook lintjes te koop zijn. Hoeveel personen, bijv, hebben een Venezolaansche ridderorde, waarvan men niet denken kan, dat ze ooit in relatie met de bekende Zuid-Amerikaansche republiek stonden. Laten we nu nog opmerken, dat tot de zor- in ’t gezicht, gaf duidelijk blijken dat hij zich niet lek ker gevoelde en er volgde een hevige uitbarsting, die hem blijkbaar scheen te verlichten. Weldra lag hij in een kalmen, vasten slaap en de dokter, die tegelijk met den heer des huizes binnentrad, kon slechts con- stateeren, dat den kleine op ’t oogenblik niets man keerde. Mevrouw Willigen was echter toch nog niet volko- komen gerustgesteld. Ze peinsde over de oorzaak van den zonderlingen aanval en was zeer geneigd er de voorbode van een ernstige ziekte in te zien. Onrustig ging men dien dag aan tafel, ook de beide neefjes waren stil en in zich zelf gekeerd. De thee kwam en meneer Willigen wilde er voor zich wat rum ingieten, maar verbaasd zag hij naar de flesch. Zeg. hoe komt dat Gisteren was de flesch halfvol en nu is de bodem nog maar even bedekt? Wie is bij de rum geweest Ik niet, zei mevrouw Willigen. De beide jongens zwegen en beproefden een onnoo- zel gezicht te zetten, maar ze waren opvallend rood geworden. Willigen keek hen scherp aan. Waren jullie het Voor den dag er mee. Hoe is ’t, krijg ik ook antwoord We hebben er werkelijk niet uit gedronken, oom, zei Frans eenigszins verlegen. Alleen Otto heeft Wat, Otto Verschrikt sprong Willigen op. Ja, vervolgde Paul, hij vroeg of dat ook lever traan was, en toen hebben we hem wat laten proeven, maar niet meer dan een wijnglas vol Pats daar had hij een vreeselijke oorveeg beet. Me vrouw paste dezelfde straf op Frans toe, maar nog een beetje harder. Huilend slopen beide misdadigers naar hun slaapkamertje. I Den volgenden morgen heel vroeg gingen ze gen van de regeering ook behoort: Wil die of die persoon uit partij beginsel wel geridderd worden. Ge denkt hierbij terstond aan de so- ciaal-democraten en aan de vrije socialisten, die vooreerst niet in aanmerking komen, om dat ze uit partij beginsel tegen elke regeering van kapitalisme en bourgeoisie en vooral te gen 't koningschap zijn en die ook niet in aanmerking zouden wenschen te komen! Maar bovendien zijn er ook personen, die aan de uiterste grens van ’t socialisme en de andere partijen staan. Zelfs de heer Piet Nol ting gat, nadat hij uit zijn kamerzetel ver drongen werd, zijn spijt te kennen, vroeger een Koninklijke onderscheiding aangenomen te hebben. In landen, waar een vorst regeert, valt ge woonlijk de lintjesregen op den verjaardag des vorsten, in een republiek als Frankrijk wordt de nationale feestdag (18 Juli) gekozen. In monarchieën kan een pet soon ook nog op andere wijze dan door een lintje blijk van hooge gunst ontvangen. We bedoelen ’t ver heffen in den adelstand of ’t brengen in hoogeren adelstand, den gebeurt; men van blauw bloed. In een republiek als Frankrijk is deze on derscheiding onmogelijk, omdat bij vrijheid, gelijkheid en broederschap geen onderscheiding van blauw en rood bloed mogelijk is. Nog anders is het in een republiek als de Vereenigde Staten van N. Amerika, waar men geen adelstand en ook geen ridderorden kent en toch is het merkwaardig hoe de adel van het geld zich daar tracht te parenteeren met den adel van geboorte uit de oude wereld en evenêens merkwaardig, hoe in dit land van de geldheerschappij en van ware gelijkheid, de zwarte huidkleur niet in tel is en de afstam meling der eerste kolonisten zich ten opzichte van al de anderen als »van adel* beschouwen en door die anderen ook als zoodanig erkend worden. Merkt hierbij op, dat onder de aller rijkste yankees nog al eenige van die men- schen met oud-Nederlandsche namen gevonden worden en maak gerust de gevolgtrekking, dat ook de Amerikaan sche republikeinen wel van onderscheiding houden. Óch, waarom zouden de menschen daar zooveel anders zijn dan in het oude Europa en wie zou durven beweren, dat in Amerika het woord ijdelheid hare be- -.L. I i 4

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1