AIM'S- EJ APWTfflmAD
1(101! SMH EJ 01STRIM.
Blanca’s geheim.
L’
Woensdag 22 September 1909.
64e Jaargang.
No. 76.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
I
Feuilleton.
véél goedkooper,
véél gezonder,
altijd goed.
7,
S.
Breek met de sleur; drink
in plaats van koffie,
BLOOKER'S
DAALDERS
CACAO:
Amsterdamsche Brieven.
op,
o
het niet meer zijn 1 Zeg me de waarheid, wat was
I
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
■d
5
5
3
D>
■s
3
5
Q
Bewerkt door AM O.
Hij had dus veel voor:
helder
Eerst
volgenden morgen naar het spoorwegstation, om zich
voor Blanca Norton te gaan verantwoorden.
De zon neigde ten ondergang. Graaf Victor kon
binnen weinige minuten van Cheshire terug zijn.
Ongeduldig keek Margaretha naar de wijzers van de
pendule; het alleen zijn begon haar zwaar te vallen.
Een rijtuig hield voor de deur stil en graaf Victor
sprong er uit. Nog een oogenblik en daar stond hij in
de kamer en omhelsde zijne vrouw.
.Geliefde vrouw riep hij verheugd uit. .Laat me
eens zien, hoe je er uitziet Nog altijd bleek Kom,
de lucht van Cheshire zal aan je wangen spoedig de
frissche kleur terug geven. En onze kleine man
hoe gaat het met hem
Hij boog zich over de wieg en keek vol belangstel
ling naar zijn kind. Onderzoekend hield Margaretha
het oog op haar man gevestigd.
»Nu, Victor, wanneer gaan wij
.Morgen, als je wilt; hoe eer, hoe liever!» antwoord
de hij met een gedwongen glimlach. Haar gelaat be
trok, toen zij vroeg
»En je nicht? Was zij boos? Was zij verrast?*
.Natuurlijk, ik geloof, dat zij zoowel het een als het
ander was. We zullen ons er in moeten schikken; ik
heb slechts een gesprek met haar gehad en dat was
zoo pijnlijk, dat ik den volgenden morgen reeds afreisde.
Dus morgen gaan wij Ik wil alleen nog aan Erroll
schrijven om hem daar kennis van te geven*.
Hij trad aan de schrijftafel van zijn vrouw en greep
naar haar schrijfmap, om daaruit papier te nemen voor
zijn brief. De man glipte hem echter uit de hand en
viel op den grond, waar de gansche inhoud verspreid
lag. Hij bukte om alles op te rapen, maar stond
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Ze hief de linkerhand op, als wilde zij een dreigen
den slag afweren.
.Victor, zie mij niet zoo vreeselijk aan*, riep zij uit.
»Ik heb hem slechts vluchtig gekend en hij gaf mij zijn
portret. Ik zag er geen kwaad in, dat aan te nemen.
Hoe kon ik weten, dat Lij een ellendeling was
En hij zag tranen in haar oogen opwellen hij was
overwonnen. Onstuimig sloot hij haar in zijn armen
en kuste haar.
.Margaretha, mijne lieveling, vergeef me, als ik je
leed heb gedaanMijne jaloerschheid maakte mij
razend. Laat het vergeten en dood zijn, evenals dit
valsche gelaatEn met diepen afkeer scheurde hij
het portret aan snippers. Zij kusten elkander en de
vrede was hersteld. Een schaduw bleef echter over
hun geluk hangen.
HOOFDSTUK III.
Op een dag in het laatst van September deed graaf
Victor Norton met vrouw en kind zijn intocht op het
voorvaderlijke slot. Met vrouw en kind 1 Allen in den
omtiek waren verbaasd. Sedert maanden getrouwd en
niemand wist er van! Ongelooflijk! En Blanca Nor
ton bedrogen Het was onverantwoordelijk In alle
adellijke familiën was men verrast en verontwaardigd!
De klokken werden echter geluid en het bedienende
personeel had zich, onder aanvoering van meester Hoo
per, den eersten kamerdienaar, in twee rijen opgesteld
in het groote portaal van het slot. Een weinig bleek,
schreed Margaretha aan den arm van den graaf voort.
Het dreigende gelaat van zijne nicht vervolgde haar,
al meer en meer voelde zij haar hart beklemd.
.Ach, Victor, ik word zoo vreeselijk angstig*, fluis
terde zij.
Graaf Victor lachte gedwongen. Ook hij vond den
Doch B. en W. zullen wel gelijk hebben.
Maak eens een vuist als je geen hand hebt en
ga eens royaal bouwen als de kas ziek is. Bo
vendien moet in een stad als de onze toch al
tijd »je ponteneur* bewaard worden. Buiten
staanders moeten niet kunnen zien dat je porte-
monnaie den geeuwhonger heeft.
Intusschen is burgerpapa Van Leeuwen er
met z’n eega op uit. Op «groot asjeblieft*
hoor. Want van Groot-Mokum naar Grooter
New-York, (voor een paar jaar zijn immers
New-York en Brooklijn vereenigd tot één ge
meente van dien naam,) dat is nog een heele
hemelvaart.
Dus naar de tweede stad der wereld, zullen
Parijs en Berlijn wel moeten erkennen.
Ik wil veronderstellen, dat de reis erg gezel
lig zal zijn. Want er gaan heel wat eerste
klas-Hollanders met hun dito eega’s op dezelf
de boot met dezelfde bedoeling: Als gasten
’t 300-jarig feest van New-York meemaken.
Enfin, als je een Halvemaanvormig cadeau
tje van 75.000 gulden vooruit zendt, mag je
ook gerust op visite komen.
Maar dit tochtje wil toch zeggen, dat onze
burgemeester denkt, best enkele weken gemist
te kunnen worden.
Ook op kalmte wijst, dat steeds meer de
Soc.-Dem. raadsleden als gewone raadsleden
meedoen en geteld worden.
Ik bedoel daar heusch geen partij-praatje
mee te houden. Maar is het niet waar, vroe
ger zaten de Soc.-D.ers in een apart kamertje
en de anderen vonden het ongepast hen au
sérieux te nemen, hielden ze buiten alle com
missies. Thans is dat niet alleen hier, maar
ook in andere plaatsen anders geworden. In
de commissies zitten de heeren van alle par
tijen naast elkaar en rekenen zich allen ge
houden voor de algemeene belangen op te
komen.
Nu had ik eigenlijk willen schrijven over
de reeds zoo lang durende grondwerkerssta-
king. Nu zoudt ge zeggen grondwerk is
geen speciaal vak; daar kunt ge gemakkelijk
mannetjes voor vinden. Mis hoor; als een an
der de handen uit den mouw wil steken, wordt
de put .besmet* verklaard en dan mag er ook
niet geheid, gemetseld en getimmerd worden.
Op meerdere karweien is het stilstand en
dit beteekent dus voor velen bittere armoede,
want de wekelijksche uitkeeringen zijn niet
overdreven hoog.
HOOFDSTUK II.
4). Vervolg.
Onmiddellijk na het huwelijk vertrok graaf Victor
met zijne jonge vrouw naar het vasteland. Hij be
zocht Zwitserland, Duitschland en Frankrijk, altijd er
op bedacht om zoo weinig mogelijk met andere reizi
gers in aanraking te komen. Zoo brachten zij tien
maanden gelukkig door. Alleen de herinnering aan
Blanca verduisterde soms het geluk van den graaf.
Zij keerden naar Londen terug. Eene smaakvol inge
richte woning aan de Russel-Square wachtte hen.
Graaf Victor wijdde zich ook hier uitsluitend aan zijn
huiselijk geluk. Zij bezochten geen schouwburgen en
onderhielden met niemand eenig verkeer, dan met ka
pitein Erroll, den eenigen gast des huizes. Er verliepen
nog vier maanden en toen werd hun een lief knaapje
geboren. Wierp dit eene ernstige schaduw op het leven
der echtgenooten Voor haar zelve had Margaretha
er niet aan gedacht, maar terwille van haar kind kwam
nu bij haar een innig verlangen op, om eindelijk haar
intrek te nemen op het slot Northminster, de recht
matige woonplaats van haar kind.
Met beving hoorde de graaf haar smeeken aan.
Drie weken later kwam de brief van Blanca, waariu
zij van haar neef eischte, dat hij zou terugkeeren. Zijn
uur was gekomen. Berustend in zijn lot, toog hij den
eensklaps recht. In zijn hand hield hij een fotogram
van een jongen man. Ontsteld hield hij er het oog op
gevestigd. .Almachtige Godriep hij uit, »hij is
het en niemand andersMargaretha kon slechts de
achterzijde zien, maar reeds had zij het herkend. Het
bloed verstijfde in haar aderen.
.Margarethavroeg Victor somber, »wat beduidt
dat Hoe komt ge aan het portret van Juan Norton
Zij snakte naar lucht. Zijne stem klonk onvriende
lijk, maar, door haar goeden inborst gedreven, naderde
zij den graaf en keek hem openhartig aan.
»Juan Norton Ja, hij is het. Was dat portret nog
in de map Ik wist het waarlijk niet*, antwoordde
zij kalm.
Graaf Victor richtte zich in volle lengte op.
»Je hebt dus Juan Norton gekend Waarom heb je
me dat verzwegen
.Mijn hooggeachte heer gemaal», antwoordde zij met
eene poging om te schertsen, »hoe kan je zoo’n onver
standige vraag doen Het zou eene zware taak voor
me zijn, als ik je al mijn kennissen moest opnoemen.
Ik heb mijnheer Norton vluchtig leeren kennen, is
dat soms eene misdaad
»Ja«, antwoordde de graaf barsch, »dat werpt eene
vlek op iedereen Hem aanzien is weinig eervol, hem
kennen is eene schande
.Victor, eene schande
»Ja, eene schande, Margaretha Het is een gemeene
schurk, die den goeden naam zijner ouders onteert
Je moet mij de waarheid zeggen Was die ellendeling
een vriend voor je of nog meer dan dat
.Nu, als dat zoo was wat dan
.Dan was je mijne vrouw geweest, voortaan zou je
P _:_x-i r, j_-u_.j--
J uan Norton voor je
van dit nobel denkbeeld is men teruggeko
men, omdat verluidt, dat de heer Sleef sollici
teert naar een betrekking bij een der nieuwe
rijksinstellingen. De actie zal, naar men zegt,
met leegen buidel beginnen. Hetgeen te be
grijpen is; menige kiesvereeniging heeft bij al
de verkiezingsdrukte reeds ’t geld van de vol
gende jaar-contributie uitgegeven.
Nu we toch onwillekeurig in de partijen
verzeild zijn, willen we nog even de Raadszaal
op ’t Prinsenhof binnenstappen. Het gaat er
kalm toe en men verwacht zeker ook geen
spannende momenten, al is ’t zoo zoetjes aan de
tijd voor de begrooting. Er is toch geen geld
om bokkesprongen te maken. Het onvermij
delijke moet uitgegeven worden, maar meer
ook niet. We worden zelfs krenterig als een
oud besje, dat een beetje oplappen goedkooper
en even netjes vindt als een nieuw kleed. Kijk,
op de ontwerpbegrooting was reeds 63,000
gld. uitgetrokken voor een nieuwen brug over
de Nieuwe Prinsengracht aan den Amstel,
vlak bij Carré.
Dan zou die brug een draagvermogen krij
gen van 10,000 KG. Wat tegenwoordig wel
mag. Want de vrachtwagens worden steeds
grooter, de lasten zwaarder en als een paar
van die reusachtige Ardenner paarden het niet
meer kunnen doen, dan moet de machine hel
pen. Hoeveel zou zoo’n auto-vrachtwagen,
met meer dan honderd volle biervaten er
wel niet wegen?
Men zou dus
bestuur van een
is een brug te vernieuwen,
groote-stadsbeweeg steeds
Wanneer iemand voor ’t eerst in een groo-
ten bazar komt, dan vraagt hij zich af: Het
kan niet anders, of hier moet veel gestolen
worden. Vrij entrée ook voor de schunnigste
karakters en houdt er dan eens toezicht op.
Nu, we gelooven, dat er werkelijk wel eens
iets op ongeoorloofde wijze van die gemakke
lijke étalages verdwijnt in de zakken van dief
achtige rondslenteraars.
Dan komt er in groote zaken nog bij: Vol
doend toezicht op ’t personeel en dit vereischt
ook een uitnemende Organisatie en goede ad
ministratie.
En dan kan ’t nog misloopen, zooals on
langs in een der grootste Haagsche affaires
bleek en zooals ’t dezer dagen in .Maison de
Bonnetterie* uitkwam.
Op 't gebied van damesconfectie in haar
uitgebreidste beteekenis is dit zeker een der
mooiste zaken van de hoofdstad. Was Bon
netterie vroeger reeds groot en viel des avonds
dadelijk het oog er op, als men van de Leid-
sche straat door den Heiligenweg naar de Kal-
verstraat ging, verleden jaar is de onderne
ming nog verbazend uitgebreid en de archi
tect heeft daarbij een der allergrootste Parij-
sche magazijnen tot voorbeeld genomen.
Thans is ’t van Kalverstraat tot Rokin één
groote ruimte. Overdag is alles licht, doordat
er overal glas is en de wanden zeer licht van
tint zijn, maar kom ’s avonds eens kijken.
Met die kunstverlichting is een burgerbestaan-
tje gemoeid.
zoo zeggen: Het gemeente-
groote stad, dat gedwongen
dat ziet, hoe ’t
zwaarder vormen
aanneemt, zal van de gelegenheid gebruik ma
ken, om den boel flink aan te pakken. Boven
dien, wat is 63,000 pop voor een huishouding,
welker jaarrekening flink boven de 30 millioen
uitkomt? Het is net als een fatsoenlijk arbei
der, die van z’n weekloon een cent aan een
arme geeft.
Maar neen hoor. Er is wat op gevonden.
Als we f 14,000 besteden voor reparatie, dan
kan de brug 5.000 KG dragen en dan moe
ten de vrachtrijders, die zoo’n gewicht kin
derachtig vinden, maar een anderen koers
nemen.
Dus net als vroeger de Chinees zei tot den
blanke, die verzocht om dieper havens en uit
dieping van riviermonding; Wij maken onze
rivieren niet voor uwe schepen, doch bouw
uwe schepen naar onze havens en rivieren.
Erg krenterig, zeggen ze op het platteland.
Nu gaat ’t in bazars en andere groote za
ken gewoonlijk aldus toe, dat de verkoopers
of verkoopsters zelf geen geld ontvangen.
Hebben ze iets verkocht, dan wordt een bon
netje afgegeven, waarop de te betalen som
vermeld staat en de kooper of koopster gaat
met dat papiertje naar een der cassa’s. Een
der bedienden uit de zaak wist echter juist zulke
bonboekjes machtig te worden, als de firma
Bonnetterie gebruikte en daarvan is misschien
heel wat misbruik gemaakt.
Reeds eerder maakte ik de opmerking, dat,
terwijl sommige straten der oude stad in aan
zien eer achteruit dan vooruit gaan, de Kalver
straat nog steeds de voornaamste, in elk ge
val een der voornaamste winkelstraten blijft.
Ja, de Leidsche straat is er steeds deftiger op
geworden, omdat daar ’t Vondel- en Museum
kwartier achter ligt. Maar let eens alleen op
de verbeteringen, die aangebracht worden,
weet heel niets van wat er bij ieder koopman
in de lade komt, dan zult ge toch moeten oor-
deelen: De zaken in de Kalverstraat gaan er
niet op achteruit, anders zouden verschillen
de magazijnen niet al door op verfraaiing be
dacht zijn.
Om van iets anders te spreken: Wat zitten
we dit jaar lang in de verkiezingsdrukte.
Thans moet district II nog weer eens in actie
treden. Voor dit district werd dit jaar een
christelijk-historische naar de Tweede Kamer
afgevaardigd in stede van den liberaal, die er
voor zat. Even na de Kamerverkiezingen ko
men die voor den Raad en nu is ’t net, of de
wind weer gedraaid is. De heer Smit, werk
zaam op de eilanden (de groote werf of de
groote fabriek, daar wil ik af zijn) en Voorzit
ter van den Ned. R. K. Volksbond, zat reeds
jaren voor district II.
zittend lid, volksman, iemand met een
hoofd en toch werd hij niet herkozen,
stemming, toen herstemming tusschen Smit
(R.-K.) en Sleef (S. D.) Beiden kregen even
veel stemmen en Smit werd als oudste in ja
ren verkozen verklaard. Dadelijk werd ge
protesteerd en in de eerstvolgende raadszitting
werd nieuwe telling der briefjes bevolen,
waarbij bleek, dat een der bureaux werkelijk
vijf Sleef-stemmen vergeten had. Dus Smit
er uit en Sleef er in, dat zou billijk zijn. Ja,
maar de wet eischt een geheel nieuwe, vrije
verkiezing en stemming.
In de rechtsche partijen gingen nu stemmen
op, om, als alleen de heer Sleef gecandideerd
werd, geen tegencandidaat te stellen. Doch
I
II
A
j
l