NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR SNEER EN OMSTREKEN. L Blanca’s geheim. I I IL 64e Jaargang. Woensdag 29 September 1909. No. 78. I I Uitgever: B, FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. I ’t Maar dat Als Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. treedt op Wie zal behooren maar - I Bewerkt door AM O. 5 die tegen het halfduister afstak, trok dadelijk zijn «Je Het putje wordt heiers, metselaars, uwe gewone «Ik dank u recht gevouwen handen zei ze «Ik was een kind, Victor, ik kende hem niet. Ik heb verkeerd gehandeld, ik had je alles moeten zeg gen,maar je bent zoo streng ik vreesde, dat ik je zou moeten missenAls ik je niet zoo lief had gehad, zou het mij lichter gevallen zijn je de waarhèid te zeggen Angstig keek zij hem aan. »Was het alleen liefde, of vreesde je de gravenkroon te verliezen Margaretha wankelde; nog nooit had hij zoo wreed tot haar gesproken. •Ik verdien niet beter*, antwoordde zij, opstaande. »Ik heb je eenmaal misleid, waarom zou je mij nu ge- looven Op je vraag heb ik niets te antwoorden. Je meent, dat een meisje, dat met Juan Norton in kennis was, nooit je vrouw kan zijn. Beslis over mijn lot! Zeg mij, dat ik moet heen gaan, als je wilt en je handelt recht Haar zeggen heen te gaanEer zouden de sterren van den hemel vallen, eer hij over zijn hart zou kun nen krijgen zich van Margaretha te scheiden. Zijn gansche toorn was bij dat woord verdwenen. «Je zeggen weg te gaanherhaalde hij. .Marga retha, mijn geluk en mijn al Hij sloeg zijn armen om haar heen en drukte haar hartstochtelijk aan zijne borst. .Schenk je mij vergiffenis?* fluisterdede jonge vrouw. «Ach, Victor, geloof je, dat ik alleen uit liefde heb ge zwegen Geloof je dat, Victor, en wil je me ’t verge ven Maar ach had ik je er slechts een enkel woord van gezegd Zij leunde met haar hoofd aan zijn schouder. «Een, tweemaal nam ik me voor je alles te zeggen, maar als ik aan je strengheid in verschillende dingen ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. dacht, dan ontzonk mij telkens de moed. Schenk mij deze enkele maal vergiffenis en ik zal nooit meer ge heimen voor je hebben*. De graaf antwoordde haar met een hartelijken kus. Zij was immers toen nog een kind hij vergaf het haar. Was bij hem werkelijk alle twijfel opgeheven Waar om liep haar onwillekeurig eene rilling door de leden, terwijl hij haar kuste Waarom had zij een gevoel, als drong een pijl langzaam, maar doodelijk in haar hart? HOOFDSTUK V. »Je gedrag is door niets te verontschuldigen, Victor. Je bent onredelijk geweest je hoort me toch onredelijk tegenover Blanca 1 Je bent de eerste, die het wapen van onze familie bezoedelt, een wapen, dat menige vorstendochter door huwelijk tot het hare maakteJe hebt het benadeeld in je waardigheid ter wille van een plebejersdochter Met deze woorden begroette Lady Elisabeth Carley haar neef, graaf Victor Norton, nauwelijks veertien da gen na zijne komst in Chesholm. Met verbeten toorn hoorde hij deze woorden aan; het bloed steeg hem naar het hoofd. In de weinige weken, dat hij hier geves tigd was, had Blanca niets onbeproefd gelaten om hem het leven zoo onuitstaanbaar mogelijk te maken. Hij was eindelijk naar zijne tante gegaan, om bij haai troost te zoeken en dit was haar antwoord. «Tante Elisabethzeide hij toornig, »u gaat te ver. Zelfs van u kan ik dit niet met berusting aannemen. Mijne vrouw moge de dochter van een koopman zijn, dat is het eenige, wat men haar verwijten kan. Ik heb haar echter getrouwd en nu is zij gravin Norton. Blanca gelijkt wel een getergde leeuwin; zij kwelt mij genoeg, maar van u, tante, had ik betere verwachtingen*. «Het lag niet in mijne bedoeling je te krenken*, ver klaarde de dame. «Ik klaag je vrouw niet aan; ik ge loof gaarne, dat zij even schoon als goed is, maar ik protesteer tegen de manier, waarop je gehandeld hebt. Je hebt je nicht slecht behandeld; je hebt haar de ge voeligste vernedering aangedaan, die men een jong meisje kan aandoen. Zij had je woord en je hebt haar versmaad. Ik sta er verbaasd over, Victor, dat zij het met haar vurig temperament nog zoo bedaard opneemt*. «Dat zij het bedaard opneemt*, herhaalde hij spot tend. »U moest maar eens zien, hoe zij het opneemt. Zij martelt mijne vrouw met allerlei stekelige gezegden en geniepige krenkingen. Margaretha heeft nog geen enkel gelukkig uur gehad, sedert haar voet den drem pel van het slot heeft overschreden. Maar laat ze zich in acht nemen 1 Al ware zij nog tienmaal mijne nicht 1 Dat heeft ook zijn grenzen 1* «Victor, je mag er niet aan denken haar uit het slot weg te zenden 1* «Dat zal er van komen. Blanca is mijne nicht, maar Margaretha is mijne vrouw 1 is haar vertrouwde, tante. U zou mij een vriendschapsdienst bewijzen, als u haar bij gelegenheid een wenk wilde geven «Dat zal gebeuren*, verzekerde Lady Carley, «dat arme, jonge schepsel mag niet lijden om hetgeen jij verkorven hebt. Ik zal met Blanca spreken. Ter wille van je mama schenk ik je vergiffenis, Victor, en ook omdat ik reeds van Margaretha houd. Donderdag is mijn ontvangavond, dan kan je haar bij me brengen. Wie in mijn huis wordt toegelaten, wordt overal ont vangen «Uit uwe uitnoodiging spreekt weer goedheid, tante zeide hij bewogen, hartelijk, ik zal met Margaretha komen Zijn toorn was snel verdwenen; hij reikte Lady Car- Alweer een staking! Terwijl de grondwer kers nog steeds het bijltje er bij neerleggen, hebben nu ook de chauffeurs der Atax-maat- schappij het werk opgezegd. Het was al een week of drie aan ’t romme len en wel naar aanleiding van een wijziging in de loonen, die de Atax-maatschappij (ik meen, dat ’t de heeren van de Amsterd. Rij tuig-Maatschappij zijn,) wilde invoeren. Zoodra in ’t begin dezer maand de plannen van de heeren bekend werden, stelden de chauffeurs de federatie der transportwerklieden er mee in kennis en sedert bleef er wrijving. De hoofdkwestie schijnt te zijn, dat de maat schappij ’t vaste loon wil doen verdwijnen. Tot nu toe ontvingen de chauffeurs een vast loon van acht gulden per week en dan een klein percentage van de ontvangsten. Verder moesten ze zelf voor de uniform zorgen. De Atax-maatschappij wilde die acht gulden er afnemen, de kleeding der chauffeurs voor eigen rekening nemen en het percentage van de ont vangsten verhoogen tot vijf percent. Laten we hier nog bij voegen, dat in onze stad na tuurlijk in de allereerste plaats voor wagen- voerders het fooienstelsel bestaat en dat best is na te gaan, dat de Ataxmannetjes juist in de fooien een zeer gewenschte aanvulling van hun loon zien. Het is ook zeer begrijpelijk, dat menschen, die minstens een paar gulden verrijden, niet op een los kwartje zien. De chauffeurs schijnen echter in de loonswij- ziging een vermindering te zien en hechten vooral aan die vaste acht gulden. Nadat ze verleden Woensdag een bespreking hielden met de heeren der Atax-maatschappij en daar bij hunne eischen stelden, werd Woensdag avond het werk gestaakt. Het aantal stakers bedroeg 24. Voor de garage (waarom ge bruiken ze ’t woord autostal niet?) aan de Kei zersgracht is door hen een post geplaatst. Donderdagmorgen zes uur gaf ook de dagploeg het op, zoodat er dien dag geen enkele Atax door onze stad reed. Dienzelfden Donderdag had de directie der Atax reeds de intentie om nieuwe chauffeurs aan te nemen en werd er reeds met het on derrichten van dat personeel begonnen. Het geen bewijst, dat de chauffeurswereld nog niet zoo solidair is als de mannen in andere be- hoor! Wel, zoo’n smeris! besmet verklaard en dus, enz. blijven er van daan. Een aannemer van een nieuw gebouw in ’t Museumkwartier heeft er wat op gevonden. Geen menschen te vinden, die putten willen graven? Goed, dan doen we het zonder putten. De man heeft ze niet noodig. Het is daar natuurlijk bouwterrein, dat met zand op de hoogte gebracht is. De aannemer laat gewoon weg de heimachine beginnen. De lange palen worden zoo in den grond geslagen. Zit het bovenstuk der heipaal gelijk met den grond, dan wordt er een korter stuk paal op geplaatst en dreunend valt weer het zware heiblok neer, tot de eigenlijke heipaal de gewensche diepte bereikt heelt. Je moet je maar weten te redden. Misschien is, als deze brief in de krant staat, de staking reeds afgeloopen; hetgeen ik van harte wensch. Want heusch, het is niet meer de centenkwestie, maar alleen: We willen het winnen! Verleden Woensdag hebben mannen van naam, van de meest uiteenloopende rich tingen (Wibout is bijv, soc.-dem. en Wierdels is r.k.) een schrijven gezonden naar het be stuur van «Helpt elkander*, natuurlijk met de bedoeling een einde aan de staking te maken. Iets, wat zeker door de stakers ook wel ge- wenscht wordt, want ze krijgen geregeld een wekelijksche uitkeering, maar och, wat is drie gulden per week en dan nog wat extra geld volgens het aantal kinderen? De bestuurders van «Helpt Elkander* heb ben vergaderd met de heeren, die den verzoe- ningsbrief onderteekenden. We hopen er het beste van. Intusschen scheen er ook reeds eenige ver slapping in den toestand te komen Men zag verleden week ten minste reeds eenige grond werkers aan den arbeid, terwijl ruim vijftig stakers de arbeidswilligen begonnen te posten. Natuurlijk was de politie er als de kippen bij om relletjes te voorkomen. Nu ik toch in m’n brief aan het staken ben, of liever in de stakingen verdiept schijn, wil ik er nog een staking bij voegen, is een, waarbij niet gepost werd. Zooals ik reeds eerder schreef, is in district II, waartoe de eilanden en de buurten om ’t Rapenburg behooren, bij de gemeenteraads verkiezingen een klein stommiteitje begaan. Herstemming was er tusschen J. W. Smit en J. W. Sleef. Het werd dus altijd J. W. Een der stembureaux ging zich vijf vergissen met het tellen; daardoor kwam ’t juist zoo, dat beide J. W’s evenveel stemmen hadden, en de eer ste gekozen verklaard werd als oudste in jaren. De Raad beval nieuwe telling. Het gevolg was dat werkelijk bleek: Er zijn vijf stemmen op Sleef vergeten. Stemming ongeldig ver klaard; hetgeen nu eenmaal volgens de wet is, maar niet volgens 't billijksheidsgevoel. Nieuwe verkiezing. Twee candidaten: de beide J. W’s. Het had bij de partijgenooten van den heer Smit een punt van overweging uitgemaakt, of men al of niet candidaat zou stellen. De andere rechtsche partijen vonden beter geen candidaat te stellen, doch toen be kend werd, dat de heer Sleef misschien spoe dig een rijksbetrekking zou krijgen, meenden de partijgangers van den heer Smit, dat het nu wel geschikt er mee door kon. Twee J. W’s dus tot candidaat. Maar gelijk ieder begrijpen kon, de heer Sleef moest ’t winnen en hij won ’t ook met een vijfhonderd tal stemmen. Een gemotiveerde staking dus van een deel der rechtsche kiezers. Doch laten we ophouden met al die stakin gen en hopen, dat de gedwongen staking in de bouw- en aanverwante vakken dezen winter niet al te groot moge zijn. Terwijl we met ’t aanstaande voorjaar weer eens een nieuwen opbloei van onze goede Amstelstad hopen te beleven. Want zoo als 't nu gaat met de bevolking, een doorloopende afname, is er ook geen actie in de bouwwereld mogelijk. We moeten eens van die vervelen de 565 duizend af en zien, de 600 duizend te krijgen. HOOFDSTUK IV. 6). Vervolg. Wat er volgde, hoe zij de zaal verlaten had, Marga retha had het niet kunnen zeggen. Zij wist ook niet, hoe lang zij in haar geliefd vertrek aan het venster gezeten had, geheel overgegeven aan haar grenzelooze vertwijfeling. Eerst door het openen van de deur werd zij opge schrikt. Graaf Victor trad binnen. Margaretha’s lichte gestalte, c” - ‘-L -*=- blikken. «Margaretha, is dat venster open vroeg hij. mag niet in den tocht zitten, kom er van daan*. Die woorden klonken vriéndelijk, maar koel, eene willooze volgde zij zijn gebod op. «Victor, vergeef het mij, vergeef het mij was alles, wat zij met moeite uitbracht. Haar tranen veroorzaakten hem hartepijn. Hij kon haar niet zien lijden. «Margaretha, waarom ben je niet openhartig geweest? Ik zou gezworen hebben op je onschuld, je waarheids liefde en je engelachtige reinheid. De gedachte, dat een andere man, en vooral deze Groote Godhet is om er het verstand bij te verliezen Margaretha zonk voor hem op de knieëen en met Altijd dexelfde. Iemand, die een aanzoek komt doen: Meneer Meier, ik ben zoo vrij om de hand van uw Koopman (die het zeer druk heeft): Schriftelijk aan melden, levensloop, getuigschrift Bonjour! Ook een opschrift. Een winkel had eenige por tretten van vermaarde personen in lijstjes voor de ra men staan, met het nog al vreemde opschrift: «Alle dezen zijn uitmuntend geschikt om opgehan gen te worden*. Dikwijls leeren wij een fout dan eerst af, als wij haar bij anderen opgemerkt hebben. Het is moeielijk om liefde, nog moeielij- ker om haat, het rnoeielijkst om onverschilligheid te verbergen. drijven, als bijv, de grondwerkers, die nu reeds zoovele weken staken. De grondwerkers, pootige kerels met ge spierde armen; werkmenschen, geen denkmen- schen. Ze zijn in een bond véreenigd en la ten de leiding daarvan aan anderen over, die voor hen denken en oordeelen. Het is tus schen hen en de patroons natuurlijk ook een dubbeltjeskwestie. Maar toch ook den voorgrond: Wie zal ’t winnen? moeten toegeven? Een deel van de grondwerkers niet tot den bond «Helpt Elkander*, vormt een onderafdeeling van den Katholieken Volksbond. Dit deeltje schijnt echter maar klein, hetgeen uit de feiten blijkt. Immers, voor bijna twee weken, hadden zij, nadat «Helpt Elkander* niet mee wou doen, een accoord getroffen met de patroons en zoo wat precies ’t loon bedongen, waarom gevraagd wordt (28 centen per uur). En toch durfden ze den volgenden dag niet aan ’t werk te gaan, uit vrees voor hun veel talrijker vak- genooten. Verleden week begon op een en kele plaats ’t grondwerk en dit geeft aan de politie nog al wat zorg. Zoo is er bijv, een kerk in aanbouw buiten de Haarlemmerpoort, zoo ongeveer tusschen den Haarlemmerweg en de aparte electrische tramlijn. Juist op ’t ge bied der gemeente Sloten. Nu zit een gemeen te als Sloten niet zoo ruim in de politie, zoo dat daar hulp van rijkspolitie en militairen noo dig was. Een eigenaardige uitdrukking, die men voor al bij deze staking veel hoort, is deze: Die put is besmet. De bedoeling is overduidelijk. De grond werkers graven eerst de kuilen (putten) in den grond. Dan kunnen de heiers beginnen en daarna de metselaars en timmerlieden. Maar nu staken de grondwerkers. Andere mannen maken den put even gereed. Mis hoor! Helpt geen steek. Die put is besmet, en de heiers, metselaars, timmerlieden, enz. willen er niet werken. Op een paar karweien gingen de aannemers met hun zoons aan den put en maakten, dat de heiers konden beginnen. Die put was niet besmet. Want de aanne mer en zijn kroost behooren niet tot het ras der onderkruipers. Op een ander karweitje hielp even een agent van politie bij ’t uitpompen van een put. Mis 1 DJ I I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1