SIM8- EJ ADVERTEJITIEBLA»
VOOR S8EEK El MSTMEl
Blanca’s geheim.
64e Jaargang.
Woensdag 13 October 1909.
No, 89.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsclw Brieven.
Feuilleton.
I
voormali-
*-
X
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
1
-
Bewerkt door AM O.
I
j
H
Ik heb de geheele maand September laten
voorbijgaan, zonder iets over de schouwbur
gen, variété’s, operette’s, enz. te schrijven. En
nu begint het reeds half October te worden,
zoodat ’t haast mosterd na den maaltijd is er
nog een deel van een brief aan te wijden. Na
tuurlijk zijn Frits van Haarlem (Carré) en Flo
ra weer uitstekend aangekleed. Bij Flora
kunnen twee agenten van politie altijd orde
in de menschen houden, die reeds zoo vroeg
tijdig optrekken om een plaats in het schel
linkje (glas bier toe!) machtig te worden. Dat
ligt ’m vooreerst aan de ligging. Flora ligt
in de Amstelstraat, waar heel wat passage is,
telkens de tram van lijn 9 passeert en de
straat niet o verbreed is. De menschen, die
zich een uurtje wachten getroosten om een
goede en goedkoope plaats te krijgen, kunnen
dus niet anders doen dan queue maken op
’t zeer smalle trottoir en de politie heeft slechts
te zorgen, dat er geen brutale menschen ko
men, die tusschen de reeds wachtenden in wil
len dringen. Komen eindelijk de deuren open,
dan moet alleen gezorgd worden, dat er
telkens bakjes van tien tot twintig doorgelaten
worden.
»Is het waar, Martha fluisterde zij.
«Ja, mevrouw antwoordde zij onder het storten van
heete tranen. «Ach, hadden wij mevrouw toch wakker
gemaakt of tenminste het venster gesloten, want van
daar moet de misdadiger den stoot gegeven hebben.
Doctor Nazy zegt, het is slechts een enkele stoot ge
weest, maar deze was direct doodelijk. Maar«, ver
volgde zij fluisterend, »zou mevrouw eens met Johan
na Pool willen spreken Zij durft de afschuwelijkste
toespelingen uitsproken, waaruit ieder kan begrijpen, dat
zij miss Blanca verdenkt*.
»Maitha!« riep de lady onthutst, .Blanca
»0h, mevrouw, neem het mij niet kwalijk; ik zeg
het niet, maar Johanna, die hield zooveel "an mevrouw
de gravin en zij haat miss Blanca. Met hare scherpe
tong zal zij het ongeluk nog grooter maken. Een enkel
woord van u, mylady, zal haar zeker wel tot zwijgen
brengen».
Lady Carley keek trotsch op en sprak
»Dat is onnoodig, Martha, Johanna Pool kan mijne
nicht geen nadeel doen. Een miss Norton is boven
elke verdenking verheven 1 Waar is miss Blanca
»0p hare kamer. Neem mij niet kwalijk, mevrouw,
maar de jonkvrouw is geheel van streek; misschien
vermoedt zij zelf reeds iets. Wil mevrouw niet eerst
bij haar gaan, alvorens naar het lijk te zien
Ontsteld keek lady Carley haar aan, en vroeg
»Is de graaf bij het lijk
»Ja, mevrouw. Het is verschrikkelijk om aan te
zien. Kon hij maar schreien of op wraak zinnen, maar
daar zit hij onbeweeglijk, als ware hij dood, evenals de
gravin».
Lady Carley had moeite om haar zenuwen te be
dwingen.
.Waar is zij vroeg zjj eindelijk zacht, om het be-
Bijen-
dezen zomer een zeer respectabel bod
aan ons gemeentebestuur. Men wilde
den tijd van een jaar een stuk van ’t
Beursterrein (dat nu al zooveel jaren
tot ontsiering der stad daarheen
.Spreek, Harry! Het is te vreeselijk; ik kan het niet
zeggen!» riep de lady iu vertwijfeling uit.
Harry begon stotterend:
.Het is geene goede tijding, mijnheer de graaf. Ik
weet het niet, maar mevrouw de gravin ik
vrees, dat zij dood is!«
.God in den hemel dood en hij staarde Harry
als in een droom aan.
.Dood, mijnheer de graaf», herhaalde de man. »Ja,
dood vermoord
Als een pijl uit den boog vloog de graaf lady Carley
en zijn bediende voorbij naar buiten.
Zij hoorde hem de trappen afstormen, de gang door
naar buiten. Zijne tante en Harry volgden hem on
middellijk.
De graaf was reeds op Harry’s paard gesprongen en
rende als een waanzinnige in den donkeren nacht voort.
.Harry, dat geldt zijn leven; maak voort zoo vlug je
kan», riep de lady. .Ik volg zoo spoedig mogelijk
Bevend ging zij naar het ziekbed van haar echtge
noot. Er scheen eene kleine verbetering te zijn inge
treden, en daarom durfde zij het wagen hem gedurende
den nacht aan de zorg van een trouwe dienstbode over
te laten. Terwijl zij van kleeding verwisselde, werd
het rijtuig ingespannen.
Op het slot Northminster sloeg de torenklok juist
twee uur, toen lady Carley daar aankwam. De zoele
zomerlucht was met heerlijken bloemengeur bezwan
gerd; terwijl de nacht alle zonde en misdaad onder haar
schaduw bedekte, rustte de aarde in zoeten, vreedza-
men slaap.
Martha, de huishoudster, ontmoette haar in het por
taal; haar oogen waren rood geweend. Nu verdween
bij lady Carley ook de laatste geringe hoop, die zij nog
gekoesterd had.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
ven van hare stem te onderdrukken, »in welke kamer?»
»In de witte kamer, daar hebben de dokters haar
gebracht. Mijnheer de graaf is alleen bij haar».
Lady Carley ging naar de aangewezen kamer, maar
«ij stond voor de deur nog wel eene volle minuut stil
om moed te scheppen, voordat zij binnentrad.
De witte kamer was eene der schoonste van het slot.
De wanden waren met marmeren inlegwerk en ver
guldsel versierd. Op eene lichtblauwe ottomane be
merkte lady Carley het verstijfde lichaam van Marga-
retha, waarover een wit laken lag gespreid.
Er lag eene onuitsprekelijke bekoorlijkheid in haar
gelaat, die nog verhoogd werd door den gloriekrans,
gevormd door de lichtstralen, die in haar goudblonde
haren speelden.
Naast de doode zat haar echtgenoot, even stil, bleek
en koud als zij. Zijne liefde voor haar was grenzenloos,
nam geen einde met den dood. Zijn gevoel streed
tegen zijn verstand, als konde het den dood zijn offer
ontrukken. Werd de deur geopend en trad er iemand
binnen, bij sloeg er geen acht op. Hij keek niet op,
ook niet, toen lady Carley kwam.
Onophoudelijk staarde hij naar Margaretha’s gelaat.
.Victor», riep lady, «houdt toch op met je zoo te
martelen; kijk toch niet zoo aanhoudend naar het lijk!«
Hij sloeg de oogen op.
.Zij is dood«, sprak hij dof, .dood 1 Weinige uren
geleden verliet ik haar gezond en wel, om haar in
zulk een toestand weer te vinden, dood, vermoord
Onder het uiten van deze woorden richtte hij zijn
blik op het lijk en verviel weer in dezelfde stompzin
nigheid.
Lady Carley werd angstig. Bad het treurige voorval
misschien zijn verstand gekrenkt
.Victor», riep zij, »kom, beheersch je als een man 1
Bij Carré is dat anders. Er komen meer
bezoekers en er zijn meerdere ingangen, zoo
dat er op meerdere plaatsen queue gemaakt
wordt. Minstens een tiental brutale opkoo-
pers van kaarten (natuurlijk de lage rangen)
houden u aan, wanneer ge passeert en vaak
hebben een tiental agenten, waaronder een
paar bereden agenten, moeite, ’t publiek tegen
die schreeuwers te beschermen. Onder al wat
gegeven wordt bij Carré is ook Dumas (ge
kent ’m misschien ’t eerst door 't huwelijk van
Jaapie?) een der nummertjes.
Van Lier gaf herhaalde malen »De Blauwe
Muis», waarin mej. Erfmann zeker voor »de
koude muis» wilde spelen; ten minste, ze was
zoo luchtig gekleed, dat een mevrouw, die ’t
stuk met hare kinderen had bijgewoond, er in
het .Handelsblad» schande van sprak.
In Rembrandt geeft men reeds een tijd lang
»De gescheiden Vrouw», operette van Leo Fall,
van wiens stukken reeds een paar andere met
succes door ’t zelfde gezelschap in dit theater
gegeven werden.
In dea Stadsschouwburg heeft men meerdere
stukken, waarorder ook weer »de Dollarprin-
ses (in ’t Duitsch).
Zoo zou ik meer schouwburgen kunnen noe
men, doch laat ik eindigen met te zeggen, dat
Louis Bouwmeester, die naar Indië gaat en
voor zijn vertrek nog eenige gastvoorstellin-
gen wenschte te geven, hiermede in den Stads
schouwburg niet klaar kon komen, omdat men
hem voor elk der zes voorstellingen slechts
7 5 gld. wilde geven, thans in de Reguliersbree-
straat (Bioscope) speelt.
En verder.dat men in het Paleis voor Volks
vlijt twee dingen kan bij wonen. »Het Tooneel»
van Willem Royaards geeft verschillende
stukken. Eerst werd nog eens .Adamin Bal
lingschap» van Vondel gegeven en nu onder
anderen »De Lustige Vrouwtjes van Windsor*,
van Shakespeare.
Merkwaardig als ge daarover de uiteenloo-
pende recenties leest. Neem bv. .Het Nieuws
van den Dag» van 5 Oct. en ook andere bla
den, die vol lof zijn, terwijl ’t Groene Week
blad van begin October z’n best doet om te
smalen.
We meenen, dat »Het Nieuws van den Dag*
meer gelijk heeft dan de Groene, die schijn
baar een zwarten bril heeft opgezet.
Doch laat ik afstappen van dit chapiter en
de stad eens doorwandelen.
HOOFDSTUK VIII.
10). Vervolg.
In een half uur rijdens was Harry op Powsys. Het
slot lag in duisternis gehuld; slechts een venster was
verlicht en daar lag graaf Victor in eene causeuse en
sliep. Nadat hij omstreeks twee uren bij zijn oom ge
waakt had, had lady Carley hem overreed om wat
rust te nemen.
«Je hebt zelf rust noodig; je ziet er vreeselijk bleek
uit,« had zij gezegd. «Zoodra ik je noodig heb, zal ik
je laten roepen.»
Hij gaf toe; hij was vermoeid en de slaap sloot wel
dra zijn oogen. Plotseling werd hij geroepen.
.Victor, Victor, wordt wakker!»
Slaapdronken richtte hij zich op. Was het zjjne
tante, die hem geroepen had. Stond die daar zoo ver
slagen voor hem?
.Victor!* riep zij weer. »’t Is om het te besterven.
O, waarom moest ik je juist van avond hier ontbieden?
Margaretha verder kon zij niet.
Met één sprong stond hij op zijn voeten en verslond
lady Carley met zijn oogen.
.Margaretha? Wat is er met Margaretha?» vroeg
hjj ontsteld.
Een stroom van heete tranen was het antwoord.
Harry, die bij de deur gestaan had, kwam nader.
Vooreerst treft u, dat ’t diabolo spel weer
druk beoefend wordt. Voor een paar jaar
kwam ’t in den smaak ook in ons land, voor
al omdat koning Alfons van Spanje ’t zoo
gaarne heette te spelen. Toen zag men kin
deren, die bepaald hun best deden, ’t spel goed
te kennen.
Thans ziet men weer overal de speeltuigjes
in zandloopervorm, maar ze zijn spoedig mis
vormd, omdat de constructie wel wat al te
goedkoop is.
Dezer dagen zag ik zoowaar ook een paar
jongens op rolschaatsen. Ge weet wel, dat
men daar te Berlijn zeer veel gebruik van maakte
en dat men ’t spel daar Hol! andern» noemde,
gedachtig aan de Hollandsche schaatsenrij
ders. Maar in Holland deed men er niet aan.
Nu, alle straten zijn er ook niet geschikt
voor. Het moet al asphalt, hout of zoo iets
zijn; de straten moeten goed vlak zijn, anders
willen die vier kleine rolletjes er niet over.
Met ’t bouwen gaat ’t weer geregeld door,
nadat de grondwerkers zoolang in oppositie
verkeerd hadden. Een der vrij kostbare wer
ken in de stad, die daaronder leden, is bijv, ’t
nieuwe gebouw voor kunstveilingen en -ex
posities van de firma Roos. Voor dit gebouw
zijn enkele oude huizen, begin Rokin (stille
zijde) en Nes, aangekocht voor een paar hon
derd duizend gulden en na afbraak moet hier
nu een kostbaar gebouw opgetrokken worden.
Terwijl ik dit schrijf, is men druk bezig de
laatste hand te leggen aan ’t hulpgebouw van
»De Bijenkorf.»
Deze zaak heeft op den Nieuwendijk steeds
een drietal winkels gehad en is nu reeds bezig
één groot gebouw op den Nieuwendijk te plaat
sen. Het werk vordert overigens niet snel.
Verleden week lag het heiwerk stil; ’t schijnt,
dat men in proces ligt met den naastleger,
wiens huis door de afbraak der »Bijenkorf«-
perceelen haast onbewoonbaar geworden is.
Ik heb u reeds geschreven, dat de
korf*
deed
voor
oude
renteloos en
ligt,) huren, om daar tijdelijk een verkooplo-
kaal op te plaatsen. Ik meen dat de huurprijs
20 duizend guldentjes was. Nu, in korten
tijd is hier een groot houten gebouw verrezen
en terwijl ik dit schrijf, is men bezig de laat
ste hand aan de installatie te leggen. Een zee
van licht is aangebracht en overal worden de
étalages in orde gebracht. Op verschillende
plaatsen ziet men de bekende peperhuisje-vor-
mige brandblusschers hangen, om een moge-
lijken brand in z’n begin te kunnen stuiten.
Geregeld hoort men de toeschouwers uitroe
pen: Hoe is ’t mogelijk, dat zoo iets uit kan!
Wat moet daar wat op die kleine artikelen
verdiend worden!
Met den bouw op ’t terrein der
ge Nieuwe Zijds Kapel in de Kalverstraat vor
dert ’t wel, ofschoon voor een leek niet heel
snel. Doch ’t is ook een heel stuk werk.
Een firma, die ook druk aan ’t bouwen en
uitbreiden zal, is de bekende firma Hirsch en
Cie., hoek Leidsche pleinWeteringschans. De
firma had voor haar winkel ’t grootste front aan
het Leidsche plein. Er naastaan dat plein,
behoorde reeds een flink pand aan de firma;
beneden in dat pand werd lange jaren ’t beken
de »Café Hollandais» gehouden, vis-a-vis »Amé-
ricain.« Nu, Hollandais is reeds verdwenen en
waar vroeger de bezoekers hun bier of drank
gebruikten, etaleert Hirsch nu reeds dames-
confectie. Jammer, want ’t Leidsche plein was
des zomers zoo levendig aan die zijde, als er ook
voor Hollandais heel wat tafeltjes bezet waren.
Aan de zijde Weteringschans kocht de firma
een huis en een oude gemeenteschool, welke
panden nu bij ’t bestaande aangetrokken zul
len worden.
Bovendien kocht ze een stuk gemeente
grond (en water) waarop plantsoen zal komen.
Doch laten we afwachten, hoe grootsch ’t
aspect van de nieuwe zaak zal worden. Intus-
schen verkondigen groote reclameborden, wat
de firma van plan is en wordt er, natuurlijk,
uitverkoop gehouden.
Op te merken is 't volgende: Gewoonlijk
adverteert Hirsch in de groote bladen geheel
in ’t Franscfr. Maar nu ze liefst een reuzen
uitverkoop houden wil, worden de reclames in
’t Hollandsch gesteld.
Ze moesten met dat Fransch en in 't alge
meen met die vreemde talen niet zoo wegloo-
pen. Laat ’t voor den vreemdeling al mooi
genoeg zijn te bemerken, dat we nog al met
vreemde talen op de hoogte zijn; hij zal er
respect voor hebben en zal ons niet minder
respecteeren als we onze waardigheid niet te
grabbel gooien, door eigen taal minder te
achten dan de vreemde.
i
I
l'
'y