MMS- ES AWERTEJT1EBLAII
VOOR SJEEk SA MSTIMB.
BLOOKER’S
Blanca’s geheim.
Q4& Jaargang.
No. 88.
DAALDERS
CACAO;
Woensdag 3 November 1903.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel,
Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
4
4
dat
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor S n e e k f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
MEN MOGE U NAMAAK
OPDRINGEN,
HOUDT VAST AAN
GE WEET DAT DIE
UITSTEKEND IS.
i
Bewerkt door AMO.
De gioote gebeurtenis der laatste dagen
is natuurlijk de ontslagaanvrage van onzen
burgemeester. Wie had dat kunnen denken?
moogt ge niet vragen. Beter is ’t te zeggen:
Wie had dat nü kunnen denken?
Het is reeds bijna drie jaren geleden, dat
ik een deel mijner brief aan de plannen van
den heer Van Leeuwen weidde, plannen om
af te treden, om beslist geen nieuwe zesjarige
periode in te gaan. Want in 1907 zouden de
eerste zes jaren om zijn en de burgervader
wenschte niet opnieuw benoemd te worden.
Ik schreef toen nog schertsend: Kijk, Am
sterdam heeft 560 duizend inwoners en daar
van stemmen 559 duizend 999 voor ’t behoud
van papa Van Leeuwen. Daarmee wilde ik,
zij ’t met eenige overdrijving, uitdrukking
geven aan ’t volgende: Onze tegenwoordige
burgemeester is onmisbaar voor ons; niemand
is er aan te wijzen, geheel capabel om hem
te vervangen, zonder dat de stad er schade bij
lijdt.
Nadat vooral van de hoogste hooger hand
alles beproefd werd om hem van zijn bepaald
voornemen af te brengen, heeft mr. Van Leeu
wen aan dien drang toegegeven, maar er bij
gezegd, dat hij er volstrekt niet aan dacht de
volle zes jaren in beslag te nemen.
ver-
He,
Maar:
zonde schreit ten hemel tot aan de vergelding, die het
slachtoffer door een rechtvaardige boete moet verzoenen.
HOOFDSTUK XII.
Een regen, die weken lang duurde, had de aarde door
weekt. Het was Maart. De grauwe wolken deden
weer een langdurigen regen verwachten. Wie de kust
van Maine tot Florida volgt, kan in geen naargeestiger
stadje zijn voet zetten, dan in Sandypoint in Massa
chusetts. Een half dozijn magazijnen, een schoolge
bouw, een raadhuis, twee kerken en drie hotels vor
men de openbare gebouwen. Aan de landzijde vindt
men dichte bosschen, aan de andere zijde ligt de groote
zee als schoonste en eenigst sierraad.
Het sloeg zes uur op den toren van het raadhuis.
De inwoners van Sandypoint hadden evengoed dood
en begraven kunnen zijn, zoo weinig leven en bewe
ging heerschte er in de straten. Daardoor viel de aan
dacht te meer op een slank meisje, dat nu uit een huis
buiten de stad kwam, om zonder parapluie in den
regen een tocht te ondernemen. Naast haar liep een
groote zwartharige hond, haar trouwe gezel.
Het meisje kon omstreeks achttien jaren tellen; haar
gelaat stond treurig. Een merino japon, daarover een
schotsche doek en vilten hoed met dikwijls gewasschen
banden, waaraan niets meer te bederven viel, ziedaar
haar kleeding.
Toch was zij mooi te noemen. Zij was slank, zij
bewoog zich met jeugdige bevalligheid; haar handen
en voeten waren fraai gevormd. Zonder haar lachen
te kennen, ried men, dat haar roode lippen twee rijen
witte tanden verborgen, al deed de uitdrukking van
haar gelaat neen lach verwachten. Met vaste schreden
ging zij op haar doel af; zij ging naar het postkantoor.
Waren er brieven voor haar Ja De postbeambte
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/« cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
zer stad worden door ’t Rotterd. blad zooda
nig behandeld, dat ook wij rekening houden
met wat dit blad schrijft.
De N. Rott. Crt. schrijft dan: Geheel onver
wacht komt dit, voor de hoofdstad zeer be-
treurenswaardig besluit van haar burgemees
ter niet. Imtners, het was een publiek geheim,
en mr. Van Leeuwen sprak in dezen ook meer
malen uit, dat hij zeer teleurgesteld was over
den gang van zaken in onze gemeente, en sinds
lang wanhoopte aan de verbetering er van.
Het bedrijf van een groote stad als A’dam
wordt meer en meer gecompliceerd, vooral
waar men zucht onder den druk van een staag
vermeerderenden financiëelen last, zonder dat
de regeering voldoende doorzettingsvermogen
schijnt te hebben om verbetering te doen aan
brengen.
Ten overvloede komt daarbij de veelmaals
geconstateerde vermindering in qualiteit van
den gemeenteraad en het daaruit voortkomen
de gebrek aan veelzijdig ontwikkelde mannen,
geschikt voor het ambt van wethouder.
Burg. Van Leeuwen heeft in 15 jaar, dat hij,
eerst wethouder van financiën en bedrijven,
later burgemeester der gemeente was, veel met
haar doorgemaakt. Als geen ander kende hij
het raderwerk der gemeente en voor A’dam
beteekent zijn heengaan dan ook een groot
verlies.
«Maar waarom gaat gij juist thans heen?«
mochten wij zoo vragen, toen we door mr. Van
Leeuwen in de burgemeesterskamer ontvangen
werden. «Is er een bijzondere aanleiding voor
uw besluit, genomen zoo kort nadat gij in het
land zijt teruggekeerd van een reis naar Ame
rika, die ongetwijfeld verfrisschend op uw
lichaam en geest heeft gewerkt?*
Burg. Van Leeuwen knikte ontkennend. Neen,
een bijzondere aanleiding was er op dit ©ogen
blik niet. Principiëele redenen, welke hij bij
zijn afscheid aan den Raad zal mededeelen.
dreven er hem toe, om eindelijk gevolg te ge
ven aan een voornemen, dat sinds lang bij
hem vaststond. Er is, laat ons zeggen, geen
wolkje aan de lucht, maar daarom heeft hij nu
dan ook zijn ontslag aan H. M. gevraagd, en
niet willen wachten tot er zich een conflict
van grooteren of kleineren omvang voordoet,
dat als reden zou kunnen worden genoemd.
Over zijn toekomstplannen wilde hij zich
niet uitlaten. Wel ontkende hij, dat zijn ont
slagaanvrage verband houdt met een wensch
Hij stak haar de hand toe en zeide vastbesloten «Ik
zal het doen, mevrouw! Er moge van komen, wat wil
Vier dagen later las men in de «Chesholmer Cou
rant* het volgende opschrift
»Vlucht van miss Blanca Norton uit de gevangenis
te Chesholm Vermoeden van omkooping --Alge-
meene verontwaardiging tegen den cipier
Er volgde nu eene korte beschrijving van de vlucht.
De ijzeren staven van het venster waren doorgevijld.
Een touwladder en de behulpzame hand van een vriend
moesten liet overige gedaan hebben. Den volgenden
morgen vond men de cel ledig. Er werd alarm ge
maakt. De cipier scheen niet minder verrast, dan het
andere personeel, maar daar hij vroeger bij de familie
Powsys op het slot gediend had, beschuldigde men
hem van betrokken te zjjn bij de ontvluchting. Hij
werd dadelijk ontslagen.
Die ontvluchting wekte bijna nog meer opzien, dan
de moord zelf. Tevergeefs 1 De ontvluchting was nu
eenmaal een feit en kon niet meer verhinderd worden.
Er verliepen weer drie weken. Ondanks de ijverigste
nasporingen was de vluchtelinge niet ontdekt. In het
begin van November verliet graaf Victor het vaderland
met zijn kind, en in gezelschap van lady Carley en
den ouden lord Godfried. Hij wilde in zachter klimaat
onder een zuidelijken hemel, volkomen herstel van zijn
gezondheid zoeken.
Het slot Northminster verzonk weder in stille een
zaamheid. Hooper en Martha bleven met twee vrou
welijke dienstboden op het kasteel achter als huisbe
waarders. Er viel een dichte sluier over het treur
spel in de familie Norton. De broeder en de zuster
waren, met schuld beladen, aan de gerechtigheid ont
vloden. Margaretha Norton rustte in den dompigen
grafkelder, maar, al bedekt het lijkkleed de baar, de
peinzen trad lady Carley voor hare nicht en wees op
den brief in hare hand.
>Blanca, je toegevendheid tegenover zoo’n schurk is
zinneloos en onnatuurlijk Je moet spreken, ik beveel
het je I Zoo’n mensch verdient ellende, jij niet
Doch Blanca antwoordde vastberaden
«Tante, voor de rechtbank heb ik gesproken en meer
zeg ik niet. Het is vergeefs, daar nog woorden aan
te verspillen. Laat komen wat wil, ik blijf bij hetgeen
ik daar verklaard heb«.
De strenge gelaatstrekken van het meisje gaven dui
delijk te kennnen, dat haar voornemen onwankelbaar
was.
Toen scheurde lady Carley den brief tot snippers en
zeide «Dan schrap ik zijn naam voor immer uit mijn
geheugen 1» Zij liet haar stem dalen en vervolgde
zacht«Jij moet gered worden, want de jury zal je
niet vrijspreken.*
Twee dagen later zaten lady Carley en de cipier bij
elkaar. Op de tafel tusschen hen lag een wissel van
vijf duizend pond sterling. Bezorgd zat de cipier naar
den grond te staren. Hij had eene zieke vrouw en
een groot gezin; die vijfduizend pond waren zeker aan
lokkelijk. Zij maakten hem een rijk man.
«Ge waagt er niets bij en ge wint veel!* zei lady
Carley opgewonden. «Hoogstens zal men u wegens
nalatigheid aanklagen en uit uw ambt ontslaan. Maar
verlies in God’s naam liever uw betrekking, die toch
niet ruim betaald wordt. Ge ontvangt voor uw mede
werking eene groote som geld en bovendien zal ik mijn
invloed aanwenden om u in Londen eene betere betrek
king te bezorgen. En dan denk eens aan dat arme
onschuldige schepselDenk eens welk lot haar wacht!
Hebt ge zelf geen dochters, waarvan ge hoopt
bijna zeker
wezen.
Maar ’t eigenaardigste van de Raadsver
kiezing was, dat er van een deel der S.
D. A. Peesche zijde geschreven durfde wor
den: Gulden er in, dat beteekent: Van Leeu
wen er uit.
Van verschillende zijden werd hierop geant
woord: Wie zoo iets denkt, die kent onzen
burgemeester niet.
Ook ik meen dan ook thans zoo vrij te
mogen zijn met te zeggen: Dit is niet de re
den, dat de heer Van Leeuwen heen gaat. Al
zijn ’t eigenaardige verhoudingen van den te-
genwoordigen tijd, dat 't mogelijk is een per
soon, die ondergeschikte, niet eens van den al-
lerhoogsten rang, was van B. en. W. en die
na ernstig wikken en wegen gestraft werd
met ontslag, dat ’t thans mogelijk is (en met
opzet gedaan wordt) zoo iemand in den Raad
te brengen, burgemeester van Leeuwen staat
hoog genoeg om boven zoo iets te staan.
Dus basta daarover. Ook zijn de verschil
lende groote bladen kiesch genoeg om dit punt
niet eens aan te roeren, en ik roer ’t alleen aan,
in elkaar en stapte in opgewonden stemming de kamer
op en neer.
Blanca moest gered worden 1 Maar hoe Na lang
dus niet te zeggen, dat de
den heer Gulden een zeer
en bepaald tegen het ge
burgerlijk gezag gericht scheen van
HOOFDSTUK XI.
16). Vervolg.
Tante Elisabeth las nu het volgende
«Plymouth, a/boord van «De Zwaluw*.
Lieve
Zooals je ziet, was ik al weder de slimste Ik
kocht eene vermomming en nu ben ik hierBinnen
twintig minuten wordt het anker gelicht en zetten
wij koers naar West-lndië. Ik las in de couraut,
dat de verdenking op jou is gevallen, dat spijt me.
Gelukkig kunnen ze je niet veroordeelen, anders, op
mijn,woord, kwam ik terug om me te laten vatten.
Ik bèn een schoft, maar dat neen, zoo ver is het
nog niet met me. Ik las ook, dat de graaf ziek is
geworden Als hij kapot gaat, staat het kind alleen
me nog in den weg voor de erfenis. Neem eens
aan, dat hij om zeep gaat, dan ben ik alleen over.
Maar je begrijpt wel, dat doet hij toch niet. Ik blijf
eeuwig zoo’n ongeluksvogel, zoo lang ik leef. Je kan
me schrijven naar Martinique en me melden, als
er wat nieuws is bij jelui
Lady Carley was woedend. Zij frommelde het papier
Zco stonden dus de zaken, en die verande
ren niet als de wind of ’t weerglas bij iemand,
die in de eerste plaats een persoonlijkheid, een
man is, iemand van groote bekwaamheid, van
buitengewone werkkracht, iemand die alleen
werkt voor de eer zijner goede stad, die hem
hooger gaat dan al ’t andere, en dan iemand,
die een man was.
Dezen zomer werden de verkiezingen voor
den Raad gehouden, bij ons, bij u, heel ’t land
door. Toen werd o. a. door de S. D. Arb.
Partij als nieuwe candidaat gesteld de heer Z.
Gulden. Zooals algemeen bekend mag worden
verondersteld, was de heer Gulden een der
twee door Burg, en Weth. ontslagen gemeen
te-ambtenaren.
Dat ontslag heeft toen heel wat stof opge
worpen van socialistische zijde, maar B. en W.
bleven bij hun eens genomen besluit.
We behoeven
candidatuur van
eigenaardige was,
wocn
B. en W.
De heer Gulden kwam in den Raad, want
district III is reeds een tijd lang een vast
sociaal district. Troelstra behoefde niet eens
de groote voorman zijner partij te zijn, om
van zijn Kamerzetel te kunnen
om u duidelijk te maken, waarom ze
niet doen.
Uit alles echter begrijpt ge, dat niet als
wonderende vraag moet gesteld worden;
waarom bedankt mr. Van Leeuwen?
Waarom bedankt hij juist nu?
Het leek alsof er geen wolkje aan den ge
meentelijken horizon te bespeuren was. De heer
Van Leeuwen, als vertegenwoordiger van de
stad Amsterdam, ging met zijn familie, met
vertegenwoordigers der Nederlandsche regee
ring en met andere eminente Nederlanders op
reis om de grootsche feesten van Nieuw-Am-
sterdam bij te wonen. Die feesten waren een
eere voor New-York en werden tot een groote
eere voor Nederland en Amsterdam, die er zich
ook voor gekleed hadden om 't zoo eens uit
te drukken. De reis was in alle opzichten voor
spoedig. De familie Van Leeuwen, die met
een boot der HollandAmerika-lijn vertrok
ken was, keerde met een snelstoomer der
Norddeutsche Lloyd terug over Bremen, wordt
reeds in den trein van Bremen naar Amster
dam door reporters aangeklampt, die hem
reeds weer midden in regeeringsstukken der
hoofdstad bezig vinden. En daar komt
plotseling het onaangenaam-verrassend nieuws.
»De Telegraaf* bracht dit nieuws ’t eerst
in z’n ochtendblad en «Het Handelsblad* schreef
er in z’n middag-editie over, wat «De Tele
graaf* aanleiding gaf om te durven zeggen,
dat ’t Handelsblad altijd enkele edities ten
achter is. (Hetgeen we, tusschen haakjes ge
zegd, wel wat klein vinden voor een blad als
de Telegraaf, dat werkelijk groot wil heeten
te doen.)
Wat de groote bladen er van zeggen? Ne
men we als voorbeeld de N. Rott. Crt. Par
don, dat is geen orgaan der hoofdstad, wilt ge
zeggen?
Ge hebt ’t mis, mijnheer, «Het Handelsblad* is
niet speciaal een blad voor Rotterdam te
noemen, al zorgt dit .blad natuurlijk wel, dat
zijn lezers uit de Rottestad eerstehands-nieuws
krijgen. Maar de »N. Rott. Crt.« is wèl een
orgaan ook voor de hoofdstad. Het Rotter-
damsche blad heeft mannen van beteekenis,
die als Amsterdamsche redacteurs voor ’t
nieuws der hoofdstad zorgen; niet zoo maar
alleen ’t ordinaire nieuws omtrent ongeluk
ken, branden, diefstallen, enz.; dus niet zoo
maar alleen ’t keukenmeiden-nieuws. De ern
stige stukken over de belangrijkste zaken on-
NEEKER COURANT.
k1
1