10011SNEER ES MSMEN.
Blanca’s geheim.
NIEUÏÏS- ES ADÏERTESTIEliLAI)
64e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
Bewerkt door AM O.
HOOFDSTUK XVI.
20). Vervolg.
«Twee walsen, een galop, een quadrille, een polka
en den cotillon, dat is zes! Zesmaal met den graaf
gedanst, Bertha'» riep Beatrice triomfeerend. «Dat wil
nog al iets zeggen, vindt je ook niet? Denk eens, zes
maal!*
Bertha’s eenig antwoord was een raadselachtige glim
lach. De meisjes zaten samen in de woonsalon.
Beatrice in een prachtig toilet met een borduurwerkje
op haar schoot, Bertha in eenvoudige kleedij, maar
beminnelijk en schoon.
«Natuurlijk was de graaf wel eenigszins verplicht
aan de dochter des huizes eenige oplettendheid te too-
nen, wegens de reden, waarom het feest gegeven werd*,
vervolgde Beatrice, terwijl zij aan het handwerkje
voortging, «maar ik geloof toch niet, dat hij zesmaal
met me gedanst zou hebben, alsZeg eens, Bertha,
hoeveel maal heb jij met hem gedanst?*
«Hoeveel maal? Wel, dat weet ik zoo precies niet
meer. Ik geloof viermaal! Ja, viermaal! Waarom vraag
je dat zoo?*
»Ik zesmaal. Mama gelooft, dat hij plannen heeft.
Bij het souper sprak hij veel over zijn vaderland. Ach,
Bertha, de gedachte gravin Norton te worden, maakt
mij bijna gek!*
«Denk er dan niet aan!« luidde de verstandige raad
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Er zijn van die gelukkige menschen maar ze
zijn zeldzaam -, door wier gansche leven weerklinkt
de melodie hunner jeugd.
Waar liefde voor bloemen gevonden wordt in
den huiselijken kring, daar is goede harmonie en on
der de huisgenooten is het leven aangenaam. De vrouw,
die ’t best voor haar bloemen zorgt, zorgt ook ’t beste
voor kind en huis.
Wie zijn hoed al te diep afneemt, dien moet
het niet verwonderen, als men hem voor een bede
laar houdt.
meer practische Rotterdammers kunnen leeren
Maar och, de menschen zijn zoo hardleersch.
We hebben thans een begrooting, die sluit
zonder dat de belastingschroef nog weer een
slagje aangedraaid is. Maar, alles is zoo zui
nig mogelijk berekend. Verbeteringen zijn
achterwege gelaten en er is slechts een post
van f 10,000 voor onvoorziene uitgaven; het
geen zeker heel weinig is voor een begrooting
van in de dertig millioen.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zacht, zegt ’t spreekwoord. Kijken we
eens over de grenzen bij onze oostelijke buren,
dan is ’t daar ook misère. De verbruiksarti-
kelen zijn er enorm duur door de verhoogde
belastingen en de zware invoerrechten en nog
schijnt de Duitsche rijksregeering voor een
groot tekort te zitten.
De Duitsche rijksschuld begint al aardig op
te loopen. Wel is ze lang niet zoo hoog als
bijv, de Fransche staatsschuld. Maar men moet
niet vergeten, dat in Duitschland de afzon
derlijke staten ook nog hunne staatsschulden
hebben en dat de Duitsche rijksschuld eerst
van 1871 dateert.
Onze Amsterdamsche stadsschuld vertegen
woordigt ook een respectabel sommetje, wat
jaarlijks heel wat aan rente en aflossing vor
dert. Dit bedrag van ééne jaarlijksche rente
-j~ aflossing zou voldoende zijn om een stad
als Sneek meer dan tien jaren aan de gemeen-
tebegrooting te helpen.
Gelukkig dat de misère der allerlaatste ja
ren niet gedrongen heeft tot vermeerdering on
zer gemeenteschuld.
Nu moet men hierbij in ’t oog houden, dat
een deel dier schuld is aangegaan om renda
bele werken tot stand of in gemeentebeheer
te brengen. Zoodat men gedeeltelijk waar
voor z’n geld heeft. Neem bijv, de geheele
inrichting der gemeentetram.
Dat er tijdens de behandeling der begrooting
ook wel een woordje over ’t onderwijs gespro
ken is, laat zich begrijpen. Vooral nu de
anti-revolntionaire heer De Vries, oud-Kamer-
lid voor Sneek, met veel moeite tot wethouder
van onderwijs herkozen is, zeer tegen den zin
van de democratische leden, waarvan onze
Raad er zeer vele telt. Opgemerkt werd ook,
dat er alweer scholen der eerste klasse (voor
min- en onvermogenden) in de oude stad ver
dwijnen. Ditmaal om ruimte te krijgen voor ’t
gemeentelijk voorbereidend onderwijs. Enkele
Nu heet het weer, dat onze burgemeester
niet reeds met 1 Januari, maar eerst met 1
Mei af zal treden. Wat daarvan aan is, durf
ik niet uitmaken; want al wat er omtrent ’t
heengaan des heeren Van Leeuwen gezegd en
geschreven wordt, kan men nog niet dadelijk
voor waarheid houden. Zoo vertelde een der
groote bladen verleden week, dat de burge
meester Donderdag jl. naar ’t Loo zou gaan
om met de Koningin te spreken, natuurlijk
over de ontslag-aanvrage en de redenen daar
voor. Alle hoop, dat we hem zouden moeten
missen, heette zelfs nog niet verdwenen te zijn.
En het bleek, dat papa Van Leeuwen heel
gewoon de vergadering der Eerste Kamer op
dien dag bij woonde. Ook moeten de bestu
ren der drie rechtsche kiesvereenigingen met
den burgemeester geconfereerd hebben.
Natuurlijk waren ook de weekbladen er als
de kippen bij, om een quasi-politieke prent aan
’t geval te wijden. De eene stelde ’t Am
sterdamsche Koggeschip voor met een groot
financieel lek in den boeg. De Amsterdam
sche stedemaagd bemerkt vol angst, dat de
burgemeester het schip verlaat, om zich door
een vletterman naar den wal te laten roeien.
Dat de plaat van «Het Volk* het minst van
waardeering en respect zou spreken, was voor
af te denken. Zooals die plaat «De Leeuw
gaat heen< geteekend is, riekt ’t een beetje
onaangenaam.
Doch, voorloopig basta hierover. We zullen
nog dikwijls genoeg over ’t vertrek van den
burgemeester iets moeten hoorenlezen en
zien.
Een der verkeerde gewoonten, die hoe lan
ger zoo meer de gemeenteraden der groote
steden binnensluipen is, dat men te veel poli
tiseert, redeneert, of kletst, als ge ’t zoo wilt noe
men. En dan liefst bij de behandeling der
begrooting. Bovendien doet men dan te veel
aan ’t uitpluizen van kleinigheden, die even
goed aan ’t Dagelijksch Bestuur konden over
gelaten worden. Voor verslaggevers is ’t dan
ook een baantje, waar ze tegen opzien. De
algemeene behandeling der begrooting vor
derde te ’s-Gravenhage een half dozijn, doch
hier een heel dozijn zittingen. Het is dus te
begrijpen, dat men met een zucht van ver
lichting de slotzitting ziet eindigen. Hoofd
en hofstad zouden in dezen wel iets van de
inderdaad zijn woord had gebroken en haar vreesde.
Eindelijk trok hij toch naar het stamslot met zijn
vrouw en den jongen erfgenaam, dien zij hem geschon
ken had, en die gebeurtenis veroorzaakte een waren
storm. Van het eerste oogenblik af aan waren de jonge
vrouw en Blanca Norton verklaarde vijandinnen. Óp
een schoonen avond vond men de jonge vrouw in de
kinderkamer vermoord. Door dit voorval verloor de
graaf zijn verstand en Blanca werd, als verdacht van
moord, in de gevangenis gezet. Toen vernam men,
dat Blanca nog een broeder had, een echte deugniet,
die zich als de vroegere echtgenoot van de vermoorde
gravin had aangemeld. Men schreef nu den moord aan
hem toe, maar zijn spoor kon niet ontdekt worden.
Blanca Norton zou echter de straf niet ondergaan. Zij
ontvluchtte uit de gevangenis en sedert heeft men
niets meer van haar gehoord, evenmin als van haar
mooien broeder*.
Bertha had opmerkzaam geluisterd.
«Dat is werkelijk al heel treurig*, zei ze. «Maar
hoe weet je dat zoo, «Beatrice?*
«Wel, Hampton, de vader van vrouw Martin, is uit
Cheshire afkomstig en kende de papa van dezen graaf.
Hij bleef jarenlang door Engelsche couranten op de
hoogte van hetgeen in Engeland voorviel en hij stelde
veel belang in dit treurige voorval in eene familie, die
hij kende*.
«En die couranten?*
«Die heb ik! Met je permissie, een oogenblik, ik zal
ze halen voor je*.
Weinige oogenblikken later keerde zij terug met
een pak oude couranten.
«Hier zijn ze«, sprak Beatrice. «Het geheele drama
van het slot Northminster! Hier heb je het begin. Ik
ben al aan nommer vier*.
ben, maar voor hen, die aan een of een paar
zegels genoeg hebben en aan de loketten
in ’t kantoor is’t ook gemakkelijk. Intusschen
mag’t nu nog heeten: Meer kijkers dan koopers.
Ik ga nog even met u de stad door. Ge
merkt op, dat voor verscheidene winkelruiten
een uitnoodiging geplaatst is om een adres
van hulde aan onzen burgemeester te teeke-
nen. In alle negen districten is voldoende ge
legenheid.
Verleden Donderdag liep ’t aantal handtee-
keningen reeds in de duizenden.
Dit adres ligt o, a. ook ter teekening bij
Adams Co., die, naar ze voorgeven, zaken
hebben in Berlijn, Londen en nog een paar
zulke dorpen en te Amsterdam o. a. op den
Nieuwendijk, hoek Passage, hunne heeren-
confectie etaleeren. Zoo’n adresbeweging kan
immers bevorderlijk zijn, ook voor de win
kelzaak.
In elk geval meer bevorderlijk voor den
bloei der firma dan wat er verleden Donder
dag gebeurde. In de buurt van de zaak
liep een man met een bord, dat tegen zwen-
delfirmanten waarschuwde. Verder deelde die
man gedrukte papieren uit, waarop ’t nieuws
gierig publiek kon lezen, dat de confectiezaak
Adams Co. wordt gedreven door I. Frank,
zich noemende Directeur van den Algemeenen
Effectenhandel Aldefons, en Sally Frank, vroe
ger handelende onder de firma Jac. Bos. Ge
weet, dat deze effectenfirma in korten tijd tot
grooten bloei scheen te komen en hare kan
toren had in verschillende plaatsen des lands.
Te Amsterdam was men nog bezig op ’t Dam
rak, vlak bij den Dam, een geheel nieuw kan
toor voor de groote zaak te bouwen. Nog was
’t huis niet gereed, of de firma Jac. Bos was
gefailleerd.
Niet prettig, als een of ander goeie vrind ’t
publiek zoo secuur op de hoogte stelt.
leden waren bevreesd, dat ’t onderwijs daar
door benadeeld werd en de wethouder van
onderwijs toonde nog eens aan, dat men niet
bevreesd behoeft te zijn, dat later weer school
gebouwen in de oude stad gesticht moeten
worden. De bevolking in de binnenstad
neemt geregeld af en dat is een vast door
gaand verschijnsel. Als men denkt aan de
oorzaken, die vooral de kleinere luyden naar
de buitenstad drijven, als daar zijn straten-
verbreeding, onbewoonbaarverklaring van wo
ningen, betere woningen in de buitenstad,
vergrooting van magazijnen en winkels, ver
meerdering van kantoorlokalen, dan zal ieder
moeten begrijpen, dat er nooit van terugkeer
uit de nieuwe stad of uit de provincie naar
de oude stad sprake kan zijn.
Natuurlijk is er over schoolvoeding, school-
kleeding en schoolbaden gesproken. De heeren,
die dit punt willen uitbreiden tot het eigenlijk
wordt: De kinderen geheel door de gemeen
schap onderhouden! ze hebben hun zin niet
gekregen,
Burg, en Weth. schijnen meer heil te zien in
subsidieering van particulier initiatief. Nu, wat
de «Vereeniging Kindervoeding* doet, is geen
kleinigheid. Verleden jaar heeft ze 37,999 gld.
uitgegeven, waarvan 33,882 gld. voor kinder-
maaltijden; elke portie kwam op.7 cent en ge
middeld ontvingen per dag 3896 kinderen een
portie. De gemeente gaf hiertoe 19 duizend
gld. subsidie.
Kijk, dat is nog niet zoo dom van de ge
meente. De dames en heeren dezer vereeni
ging werken gratis en, als de gemeente ’t zelf
zou doen, gebeurde er niets gratis.
Als men naar 't hoofdpostkantoor gaat,
ziet men in de laatste dagen geregeld nieuws
gierigen voor den hoek van ’t groote gebouw.
Nieuwsgierigen, want och, een Amsterdammer
is ook al even nieuwsgierig als een Edammer
of Volendammer. ’t Scheelt ten minste niet
veel.
Wat trekt daar de attentie? Och, daar zijn
drie postautomaten geplaatst en wel voor 1-
cents zegels, 5-cents zegels en 2-cents briefkaar
ten (briefkaarten in de stad.) Het gaat als
met een gewone automaat; ge werpt uw geld
in ’t sleufje, drukt op een knopje en ’t ge-
wenschte komt voor den dag. Als deze dingen
goed blijven werken, zullen ze een wezenlijk
gemak geven; niet voor de velen, die veel
zegels tegelijk of andere zegels moeten heb-
van hare nicht. «Overigens zie ik niet in, waarom je
je doel niet zou bereiken. Je bent van denzelfden rang
als hij en graaf Victor is eigen heer en meester, voor
zoover ik weet*.
«Ach, ik weet het toch niet recht*, antwoordde Bea
trice met een zucht. «Hij is graaf en die Engelschen
hechten veel aan adeldom, terwijl ik eenvoudig miss
Stuart ben. En dan er is iets vreemds in hem.
Heb je zijn oogen gezien? Ze hebben eene matte, treu
rige uitdrukking
In gedachten verdiept, knikte Bertha toestemmend
en zei: «Misschien bloedt zijn hart om eene ongeluk
kige liefde! Waarom schudt je het hoofd met zoo’n
besliste zekerheid?*
«Dat is het niet, daar ben ik van overtuigd*, zeide
Beatrice ernstig. «Het is veel erger!*
«Nog erger?* vroeg Bertha verwonderd. «Wat moet
dat dan zijn?*
«Het is met een enkel klein woordje gezegd, maar
het knaagt aan zijn leven het is een moord!*
Bertha zette groote oogen op.
«Beatrice! om ’s Hemels wil, wat wil je daarmee
zeggen?*
«Niets dan de waarheid*, antwoordde Beatrice.
«Er is in zijne familie een moord gepleegd, toen
deze graaf nog in de wieg lag. Zijne mama werd
vermoord en tot heden is de dader niet ontdekt!*
«Ontzettend*, riep Bertha uit.
»Ja«, zei Beatrice. «Het is ontzettend! Het is een
volmaakt familiedrama! De vader van graaf Victor was
met eene Spaansche verloofd, maar hij trouwde een
meisje, dat slechts de dochter van een koopman was.
Maar daar vraagt de liefde niet naar! Hij stelde het
telkens uit, zijn vrouw naar het stamslot der familie
te brengen, daar hij tegenover zijn nicht Blanca Norton
Het borduurwerk werd neergelegd en de beide
meisjes verdiepten zich in het verslag van de «Ches-
holmer Courant*, die drie-en-twintig jaar oud was. Het
was eenige minuten doodstil. Beiden gingen geheel
op in de lectuur; met koortsachtige belangstelling wa
ren haar oogen gericht op het door ouderdom geel
geworden papier, toen eensklaps graaf Victor, onmid
dellijk na het aankloppen, binnentrad.
Beide meisjes sprongen op en kleurden vreeselijk,
als waren zij op eene misdaad betrapt.
In voorname houding trad de graaf glimlachend
nader en richtte zich allereerst tot Beatrice. In hare
verwarring hield zij nog altijd de courant vast, waarop
zijn oog met verbazing rustte. Met dikke letters stond
daar: «Chesholmer Courant*, en verder: «Het drama
van het slot Northminster*. De glimlach bestierf op
zijn lippen en hij verbleekte. Langzaam sloeg hij het
oog op en liet zijn blik op Beatrice rusten.
«Mag ik vragen, hoe deze courant in uw handen
komt?* vroeg hij ernstig.
«Ach, het doet mij veel leed, waarde graaf, dat u
juist die courant in mijn handen moest zien,* stamelde
Beatrice.
«Dat geloof ik wel*, zeide hij zacht. «Dat kan mij
niet anders dan smartelijk aandoen. Mag ik u nog
maals vragen, hoe u daaraan komt?*
«Ach men heeft ze ons geleend: ik zou mijn
halve leven willen geven om dit ongedaan te maken!*
«Liet is niet noodig u te verontschuldigen, miss
Stuart. Niemand kan u daarvan een verwijt maken.
Ik hoop, dat de dames hersteld zijn van de vermoeie
nissen van gisteren. Wezenlijk, het was ’t schoonste
feest van het seizoen. Dat wordt algemeen erkend*.
Hij nam plaats op een tabouret en allengs verdween
I de bleeke kleur van zijn gelaat. Terwijl hij sprak,
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post fO,5O.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
A\
L