r
j
Blanca’s geheim.
VOOR SMH EJ OBSTREKEK.
Woensdag; 1 December ISOS.
64e Jaargang.
No. 96.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
f
Voor huis en hof.
de hand
ver-
zich
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per postf0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Bewerkt door AM O.
HOOFDSTUK XIX.
24). Vervolg.
Plotseling hoorde Bertha dicht bij haar een stem,
die haar deed opschrikken, als ware zij betrapt op een
slechte daad.
«Bertha, wil je met mij varen of met een ander
Het was Charles, die deze woorden uitsprak.
Verrast keek zij haar neef aan. Hoe ernstig stond
zijn gelaat, hoe kalm was zijn oogopslag, die toch zoo
veel indruk op haar maakte.
Tegelijkertijd bezigde Beatrice een kunstgreep en
wel met goed gevolg.
Kapitein Hammond was als toeschouwer bij papa
Stuart gebleven, terwijl Beatrice de diensten van den
graaf had in beslag genomen en reeds met hem was
weggevaren.
»Hoe beleefd is mijn waarde neef op eens geworden»,
antwoordde Bertha op Charles’ vraag. «Welzeker,ik
vaar met jou, al was het alleen uit nieuwsgierigheid
om deze nieuwe eigenschap in je karakter te bestu-
deeren
Hij glimlachte éven, bood haar de hand en hielp haar
in de boot.
«Kom dan«, zei hij, «laten wij dezen laatsten avond
nog samen doorbrengen. Wie weet, of wij nog een
tweeden avond bij elkaar zullen zijn
«Wie weet, of wjj nog een tweeden avond bij elkaar
derde je verstandig overleg. Laten wij ons daaraan
houden Jij en de dochter van Fred Darrell worden
nooit man en vrouw
Haar woorden grepen hem zeer aan.
«Bertha, je weet wei, hoe ik het bedoelde 1 Groote
God, je hebt toch geen oogenblik gedacht, dat ik
«Ik denk nooit iets van je, dat niet edel en goed is!
Ik weet, dat je als een getergde leeuw tegen je papa
zal optreden en met gelatenheid de gevolgen zou dra
gen, als ik je wilde toebehooren, maar ik weet ook,
dat je niet leven kan zonder financiëele hulp van je
papa en met een armen man trouw ik nooit
Een nieuwe hoop vlamde in hem op.
«Ik ben jong en sterk, ik kan werken. Ik heb twee
goede handen, een helder hoofd en invloedrijke vrien
den. Wij zouden geen gebrek behoeven te lijden
«Wij zouden misschien geen gebrek behoeven te lij
den», zeide Bertha met een droefgeestig lachje, «maar
wij zouden toch alles missen, wat ’t leven aangenaam
maakt, en eer een jaar voorbij was, zouden wij ons
ongelukkig gevoelen. Wij behoeven elkander niet te
haten, maar met elkaar trouwen, dat behoeft ook
niet. Je zoudt je toch niet aan den arbeid kunnen
gewennen, Charles en ik kan de schoone leerschool
van thans niet meer vergeten, zelfs niet ter wille
van jou
«Je doet die leerschool alle eer aan antwoordde
hij bitter.
«Wees daar niet boos om«, vervolgde zij met opge-
slagen oogen. «Eenmaal zal je mij daar dankbaar voor
zijn. Het is voor ons beiden beter, dat wij scheiden!»
«Voor jou, dat is zeker zei hij scherp. «Je ziet,
dat je wat beters kunt krijgen, dan een arm man; je
hebt geen ander doel dan den graaf te veroveren. Ja,
laten wjj scheiden voor eeuwig 1 Maar voor wij schei'.
Azijn is een middel, dat men steeds bij
heeft en vaak met nut kan aanwenden. Het mond-
spoelen met water, waarin een paar druppels azijn, is
uitstekend desinfecteerend (zuiverend en bederfwerend);
gorgelen met water, azijn en zout is een middel tegen
heeschheid; compressen met water en azijn helpen
tegen hoofdpijn; wasschen met azijn tegen flauwten;
het verdampen van azijn in kamers, waar kinderen
«rooden hond* hebben, geeft verlichting; als voorloo-
pig tegengif kan azijn dienen bij een aantal vergiften,
als alcoholische loog, potasch, en de narcotische opium,
belladonna, nicotine, bij vele ontbindingsvergiften, als
worst-, vleesch-, vischvergif, en eenige plantaardige,
als scheerling, helleborus, champignons.
Blanke handen. Als een middel om blanke handen
te krijgen beveelt een Duitsch blad aan wat zout op
te lossen in citroensap, daarmee de handen te was
schen en ze niet af te drogen, maar het vocht te laten
intrekken.
Naar een bekend geneesheer mededeelt, moet
warme, doch niet gekookte melk, een uitstekend mid
del zijn voor maagpijnen en kwaadaardige diarrhee. In
Oost-Indië moet ze als zoodanig vaak worden gebruikt
en men geeft den patient dan een kwart liter om de
3 a 4 uur. Ook moet dit middel goede diensten be
wijzen bij dysenterie, typhus en andere koortsen; waar
de lijders geen groote hoeveelheid in eens kunnen
gebruiken, wordt de melk in kleine porties en dan
vaker toegediend.
Wanneer ge per electrische tram naar Haar
lem reist, stapt ge bijv, op ’t Spui in. De tram,
die veel smaller spoorwijdte heeft dan de ge
meentetram, rijdt door Raadhuisstraat, Rozen
gracht en De Clercqstraat en als ze dan over
de brug gaat, is ze ook buiten onze gemeente
en in Sloten. Door een reeks graslanden heeft
ze een aparte baan om bij Sloterdijk weer op
den straatweg naar Haarlem te komen.
Thans is men aan weerszijden dier lijn zeer
druk aan ’t huizen bouwen. Zelfs bouwen de
R. Kath. er een nieuwe kerk, zoodat hier bin
nenkort een heele voorstad ontstaat van nette
burgerhuizen. De woningen zijn lang niet
goedkoop, maar de bewoners betalen weinig
belasting. Er is een uitnemende straatver
lichting, een aerogeengasfabriek is reeds ge
bouwd. De tram rijdt veilig tusschen raster
werk en zorgt, dat de bewoners in een oogen
blik midden in A’dam zijn.
Alweer dus een schadepostje
hoofdstad.
Gelukkig, dat ook op onze gemeentegrond
nog al hier en daar gebouwd wordt.
Zij verbleekte en wendde het gelaat af om haar ge
moedsbeweging te verbergen. Hij roeide niet meer,
maar liet de boot drijven. «Waarom te scheiden
sprak hij. «Moet*ik je eerst nog zeggen, wat je voor
me bent Je weet het, zonder dat ik het zeg en ik
geloof, dat je me ook liefhebt. Wees oprecht tegen
over je zelven, Bertha Je hart behoort mij Kom en
wordt mijn vrouw
«Ik je vrouw vroeg zij met een overmoedig
lachje, hoewel haar hart geweldig klopte. «Ik je
vrouw! Oh, Charles, dat zou heel schoon zijn, maar
het is onmogelijk
«Berthakreet hij.
«Je moet me niet dwingen om te herhalen, wat je
zelf goed weetvervolgde zij onbeschroomd. «Ik ben
altijd oprecht tegenover je geweest; zooals ik me aan
je vertoonde, zoo ben ik werkelijk 1 Ja, als je het
groote vermogen van je papa in eigendom bezat, wat
je later van hem zal erven, dan trouwde ik dadelijk
met je en ik zou gelukkig zijn!»
«Dus om het geld alleen zou je—
«Charles, je moet wel blind zijnJe bent me zoo
dierbaar, dat ik liever stierf, dan dat ik je vrouw werd 1
Als ik je trouwde, stortte ik je in het verderf
«Mijn papa houdt veel van me. Ik ben zijn eenige
zoon; hij zal toegeven
«Hij zal nooit toegeven», antwoordde zij op vasten
toon. «Toen hij te Cork met je sprak, was ik in de
kamer daarnaast; ik heb alles gehoord. Eerst was ik
van plan te voorschijn te komen en je papa verantwoording
te vragen en tevens te verzoeken mij onnrddellijk te
laten terugkeeren. Maar ik bedwong me; ik hoorde,
wat je hem antwoordde en dit gaf me mijn koel over
leg terug. «Wees gerust, papa, ik zal nooit met de
dochter van Fred Darrell trouwen», zei je en ik bewon-
zullen zijnherhaalde zij. «Foei, hoe tragisch I Je hebt
toch geen plannen om naar de andere wereld te ver
huizen
«Alles op zijn tijd«, antwoordde Charles onvast. «La
ten wij van wal steken, Bertha Wil je aan het roer?«
«Ja
«Goed, dan zal ik roeien
De boot vloog licht over het water. Een poosje zaten
zij zwijgend tegenover elkaar. Bertha hield het oog
op den prachtigeu sterrenhemel gevestigd en fluisterde
eindelijk
«Oh, wat een wonderschoone nacht 1 Wat zou het
leven toch heerlijk zijn, hoe gelukkig kon men
toch in deze schoone wereld gevoelen, als
«Als men dertigduizend dollars per jaar te verteren
had», vulde Charles aan.
Hij bracht haar echter niet in verwarring.
«Zeker», zei ze. «Waarom is ons leven niet alle
dagen hetzelfde
«Bertha, ik twijfel dikwijls of je nog genegenheid
kan koesteren voor iemand anders dan je zelven!»
«Dank je wel voor het complimentIk wil ook vol
strekt niet erkennen, dat ik in de eerste plaats me
zelf liefheb. Dan volgt
«Ga verder
«Dan volg jij En dat is natuurlijk; eerstens beu
je mijn neet en tweedens heb je me goeds gedaan.
Alles wat ik geniet, heb ik aan jou te danken! Char
les, ik zegen het uur, dat ik je inde sneeuw heb ge
vonden; dat was het gelukkigste in mijn leven
«En het ongelukkigste in het mijne
«Charles riep zij verwijtend uit.
«Ach, Bertha, laten we openhartig met elkaar spre
ken en dan voor altijd scheiden, als het zijn moet.«
«Is het dan noodzakeljjk, dat.wij scheiden?»
Wij, Nederlanders, zijn toch vaak zeer klein.
We kunnen ons warm maken en redeneeren over
nietigheden, alsof daarvan nu toch heusch het
welzijn van heel de natie afhangt.
En meen niet, dat men alleen zoo is op
de kleine plaatsen en op 't platteland, dat bijv,
de Amsterdammers van een heel andere na
tuur zijn. Zijt gij nieuwsgierig in heel veel
kleine zaken, och, we zijn ’t hier evenzeer.
Zelfs in onzen gemeenteraad doet men soms
klein. Men schrijft herhaaldelijk, dat de bur
gemeester o. a. ook aftreedt, omdat het peil der
Amsterdamsche raad steeds minder wordt.
Nu, men zou het j.l. Woensdag, de raads
zitting bij wonende, grif toegegeven hebben.
Toen heeft men meer dan twee uren lang van
den kostelijken tijd zoek gebracht met ’t onder
werp «een tuinhuisje.» Lieve lezer, ge herinnert u
nog uit de schooljaren, hoe er in taal- en re
kenboeken telkens bepalingen, definities voor
kwamen. Bijv. Een zelfstandig naamwoord
is een produkt is een repeteeren-
de breuk is enz.vul u zelf maar in.
Nu, zoo kregen we hier ook een definitie van
een tuinhuisje. Ten minste, men trachtte
er een bepaling van te geven; zelfs professo
rale hersenen spanden zich daartoe in.
Eilieve, wat is een tuinhuisje? Te onnoozel
om over te spreken, zult ge zeggen. Ieder,
zelfs een kind, weet toch wat dat is. Zeker,
zeker, maar een bepaling er van geven, dat
is niet zoo gemakkelijk.
Een huisje in den tuin. Ja, spot de
verslaggever van een der bladen, dan zou
men een zeker gebouwtje op een boerenerf,
half over de sloot uitgebouwd, waarvan de deur
een allersierlijkste hartvormige uitsnijding ver
toont, ook een tuinhuisje kunnen noemen. En
met eenigen goeden wil kon men ook kip
pen- en hondenhok daaronder begrijpen.
Kijk eens, hoe men zich daarover zoo druk
maakte.
De Amsterdamsche Bank, een onzer voor
naamste bankgebouwen, heeft haar hoofdkan
toor op de Heerengracht, dichtbij den Amstel.
De aandeelen dezer groote bankinstelling
staan gewoonlijk ongeveer even hoog als die van
de Nederlandsche bank, hetgeen zeker getuigt,
dat deze bank op uitstekenden financiëelen
grondslag gevestigd is. Doch hierover basta;
financiëele beschouwingen laten we aan heeren
financiers over. En bovendien, daar gaat ’t
thans niet over.
De Amst, Bank had aan Burg, en Weth.
verlof gevraagd om achter in den tuin, die bij
’t groote gebouw behoort, een tuinhuisje te
mogen plaatsen. De teekening bewees echter,
dat het tuinhuisje eigenlijk wel een gewoon
gebouw, een huis of woning zou mogen hee-
ten. Nu zou men zoo zeggen: A la bonne
heure, dat gebouw op eigen terrein, geheel
niet aan de straat, zal toch geen boer in ’t
venster, geen burger in den weg staan.
Mis, man! Een oude wet van ’t jaar zes
tienhonderd en zooveel bepaalde reeds, dat
de tuinen achter de perceelen aan onze deftig
ste grachten niet bebouwd mogen worden met
huizen.
Een uitstekende bepaling, die bewijst, dat
onze kloeke vroede vaderen van voor twee
en een halve eeuw reeds aan sanitaire maat
regelen deden, dachten aan licht en lucht als
twee der voornaamste levensbehoeften.
Nu is een tuinhuisje in een Hinken tuin na
tuurlijk wel geoorloofd. Dat is duidelijk. Maar
de directie der A’damsche bank liet een gebouw
ontwerpen, waarin de klerken hunne jassen
en hoeden zouden kunnen bergen, het koffie-
uurtje passeeren, enz.
En daarom werd door B. en W. geen
gunning tot den bouw gegeven.
Meer dan twee uren besteedde onze Raad
van 45 heeren aan deze zaak en, als ge al
dien tijd geluisterd hadt naar de sprekers, die
een definitie van een tuinhuisje trachtten te
geven, dan zoudt ge ze nu nog niet kunnen
geven.
Voor eenige weken schreef ik, dat men hier
al eens een enkele rolschaatser ziet. Pardon
neer me dit eigengemaakte woord, waarvoor
ik toch niet van plan ben ’t auteursrecht aan
te vragen. In meerdere winkels, o. a. bij Per
ry Co. in de Kalverstraat, liggen die rol
schaatsen te koop en Perry etaleerde zelfs
voor de curiositeit een paar zwaar houten
rolschaatsen, elk slechts op twee rollen, die er
uitzien alsof ze eeuwen oud zijn. De nieuwere
rolschaatsen zijn geheel van ijzer met een paar
hakleeren en vier kleine rolletjes.
Nu las ik in een A’damsche brief van de
«Leeuwarder Courant», dat er reeds heel wat
gerolschaatst werd, zoodat men bv. in de Am-
stelstraat heele kunststukken per rolschaats op
’t asphalt zag vertoonen.
Ik geloof, dat die briefschrijver daar nog al
iets overdrijft. Als ge eens een paar dagen
door de voornaamste asphaltstraten flaneert en
denkt telkens voor eenige rolschaatsers te zul
len moeten uitwijken, hebt ge ’t mis. Het kan
best gebeuren, dat ge dan nog niet één zoo’n
acrobaat ontmoet hebt.
Wilt ge me nu vragen, of ’t een moeilijk
aan te leeren amusement is? Heusch, wie
goed kan schaatsrijden (scheuvelloopen, zeggen
de Groningers), is ook in een minimum van
tijd een goed rolschaatser.
Maar zooals men niet kan schaatsrijden
zonder ijsbaan, zoo kan men niet rolschaat
sen zonder een geheel vlakke weg.
Laat ik nu ook nog opmerken, dat er, ik
meen in de Nes en ergens in Watergraafsmeer,
reeds een paar zalen zijn, waar men kan rol
schaatsen.
Van Watergraafsmeer gesproken, ge weet
zeker wel, dat dit geheel aan Amsterdam grenst,
eigenlijk een stuk Amsterdam is, dat niet tot
de gemeente A’dam behoort. Velen, die hun
zaken in de stad hebben, trammen ’s avonds
met de gemeentetram naar Weesperpoort en
nemen dan de Gooische stoomtram, die aan
station Weesperpoort begint. Reeds eenigen
tijd was er echter strubbeling ontstaan en
scheelde ’t maar heel weinig, of de Gooische
tram had haar drukke locaaldienst A’dam
Watergraafsmeer opgeheven.
Intusschen is men nog steeds druk aan het
plannen maken om door een tunnel onder de
spoorlijn bij de Linnaeusstraat een betere ver
binding met «de Meer« te krijgen. Eiken dag
moeten er nu duizenden menschen wachten
voor de gesloten sluitboomen en als de
tunnel er was, breed aangelegd, zouden men
schen en voertuigen geregeld door kunnen
gaan en ook zou de electrische tram (lijn 9)
door kunnen rijden. Maar plannen en daden,
dat zijn twee; vooral in ons landje van trek-
schuitnaturen.
Nu ik toch over bouwen spreek, ga ik even
daarmee door. Watergraafsmeer met z’n 1
pCt. hoofd, omslag, tegen 5*^ pCt. in de hoofd
stad, groeit ten koste van onze stad.
Bij de stad inlijven, zult ge zeggen.
O, als ze dat doen, gaan velen nog een eindje
verder wonen.
Maar ook aan de andere zijde der stad groeit
tegenwoordig een aangrenzende gemeente ten
koste van de hoofdstad.
voor de
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
melws- e« Aiimiwmui)