VOOR SVKEk D 01STREKE5. NIEUWS- B AhVERTEKTIEBLA» f» I No. 4. Woe ns da?; 12 Januari 1810. 65e Jaargang. Feuilleton, Blanca’s geheim. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. V een Dit was een nog van Ja, uitverkoop we- des noods ook we- verandering of verplaatsing der zaak, dat is duidelijk; maar als ge grooter ruimte krijgt, is dat nu juist geen reden om ’t publiek te waarschuwen Menschen, koopt toch, want we moeten den voorraad kwijt. Verder hebt ge natuurlijk «inventaris-uitver- koop«, «liquidatie-uit verkoop*, uitverkoop om dat er door toevallige omstandigheden een reu zenvoorraad op ongehoord voordeelige wijze is ingekocht,* en zoo voort, en zoo voort! Enfin, reclame is reclame. Als je de men schen maar trekt, veel verkoopt en van de spullen, liefst ook de antieke spullen, afkomt. Het publiek, dat zijn winkeletalages die gedwongen »andere helften* telkens en tel- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. »Drie weken? Beste tante, waar denkt u aan Wij gaan den eersten September toch trouwen «October, Victor October, geen dag vroeger. Je moet Bertha’s volledig herstel afwachten, er is zoo’n haast niet bij. Bertha gaat in dien tijd niet voor je verloren*. «Wie waarborgt me dat Een uitgesteld huwelyk brengt nooit geluk aan«. Hoe kan je zoo kinderachtig zijn, Victor Men kan geen ijzer met handen breken, en van den beginne was het Bertha’s bedoeling, het huwelijk uit te stellen. Laat haar tijd en overhaast niets. Je geluk zal je niet ontgaan*. Gehoorzaam voegde de graaf zich naar den raad van zijn tante. Hij nam afscheid en' keerde naar Cheshire terug. Hoe pijnlijk hem deze scheiding van Bertha viel, dat kon niemand beseffen, maar hij ging heen en bleef in Cheshire. Met verlicht hart haalde Bertha weer adem, toen hij vertrokken was. Hoe geheel anders was dit afscheid dan het laatste afscheid van Charles Zij deed moeite om die gedachte te verdringen. Wreed en streng voor zich zei ven, trachtte zij zich daarvan los te rukken en zich de plichten in te prenten, die zij tegenover den graaf had op zich genomen. In de eenzaamheid, die haar hier omgaf, wilde zij de liefde barer jeugd vergeten en begraven om voortaan al haar denken en gevoelen te wijden aan den man, wien zij haar woord gegeven had. En gedeeltelijk gelukte haar dit. Op haar wande lingen langs het eenzame strand, met de blauwe ein- delooze zee voor zich en in de versterkende zeelucht, genas zij spoedig naar ziel en lichaam. Haar gang werd weer elastisch, haar oogen kregen weer glans en haar volle schoonheid keerde terug. Zij bewoog zich vroolijk De beste klant van onze overbekende A’dam- sche brandweer is thans wel de firma Koch en Co. Deze firma heeft in de Kalverstraat, tusschen Spui en Heilige weg, een zaak in spiegels, lijsten, gravures en wat daar verder mee annex is. Gewoonlijk trekt de étalage nog al kijkers; heel begrijpelijk: mooie schilde rijen, telkens weer andere, trekken meer de aandacht dan bijv, schoenen of reiskoffers. In een vorigen brief meldde ik nog even aan het slot, dat er een paar dagen vóór Kerstmis een brand gewoed had, zoo ernstig of liever zoo hevig als we in een paar jaren niet gezien hadden. De firma Koch had in de Plantage Fransche laan, vlak bij Artis, een zeer groote spiegel- en lijstenfabriek. Woensdag avond, 22 Dec. brak daar brand uit en men begrijpt, dat ’t in zoo’n fabriek branden wil. Groote massa’s kurkdroog hout, lakken, ver nissen, lijm, enz. De fabriek brandde geheel uit, ofschoon de brandweer met zeer veel ma terieel werkte. Zij, de brandweer, ken niets meer bereiken dan dat naburige panden zoo veel mogelijk gespaard bleven. Alles was verzekerd. Alleen voor de arbeiders was door werken niet zoo goed, verzekerd. Eenige hunner konden werk vinden op een andere werkplaats der firma, 3e Wittenbur- dus op de z.g. de Marinewerf, de grootste «Prinses Ju- Bewerkt door AM0. hoofdstuExxvii. 36). Vervolg. Bijna bewusteloos kwam Bertha in het helder ver lichte salon terug. Graaf Norton zag haar binnentreden en bemerkte, hoe bleek zij was. Zij schreed naar een leunstoel, die in een vensternis stond en zat neer. Graaf Norton was juist in gesprek met barones Leo nore en kon daarom niet dadelijk naar Bertha gaan. Weinige oogenblikken later hoorde men gekerm, gevolgd door een val. Er ontstond verwarring onder de gasten. Miss Darrell was in onmacht gevallen. Graaf Norton knielde bij haar en trachtte haar in zjjn armen op te richten. Haar gelaat was aschgrauw geworden. Met de grootste behoedzaamheid droeg men haar naar haar kamer en daar kwam zij na veel moeite weer tot bezinning. Haar eerste blik viel op den graaf. Zij bedekte haar gelaat met beide handen, als kon zij zjjn aanblik niet verdragen, doch in zijn angst bemerkte hjj dat niet. «Lieveling*, riep hij, «wat scheelt er aan Wat moet ik doen Och, zeg me toch, wat moet ik doen «Ga heen, laat mij alleen; gaat allen heen, meer be hoef ik nietsfluisterde zij zacht. Men wilde haar verstandig toespreken; er moest ie mand bij haar blijven, hetzij lady Carley, hetzij graaf Victor. «Neen, neen 1* riep zij heftig. «Ik heb niemand en niets noodig, ik wil alleen zijn En ’t publiek kijkt, natuurlijk de dames, die alle moeten zien. Arme mannen, of zoo galant zijn om met de mee te gaan. Mevrouw blijft Och, dat begrijpt ge dadelijk, kens en nog eens staan voor de uitgestalde koopjes en manlief mag uit verveling z’n si gaar eens extra een knauw geven. En pappi’s portemonnaie ondergaat extra aderlatingen. Want ’t is toch heusch zóó ge- geschikt, zóó goedkoop, zóó noodig, zóó dit en zóó dat, mevrouw moet ncodzakelijk koopen. Intusschen staat ’t ’s middags en ’s avonds vol voor de winkelkasten. De rolschaatsers, overigens handig genoeg, ze kunnen er haast niet doorkomen. Om van de heeren, die geen dames te begeleiden hebben, maar niet eens te spreken. Uit gewoonte loopen ze over het asphalt der drukke winkelstraten, maar ze kunnen niet geregeld door promeneeren. En druk als ’t in de groote zaken is Han den te kort, of liever gezegd te weinig. En de juffrouwen, die het anders al zoo druk hebben, maar toch nog tijd vinden voor juf frouwelijk gebabbel, weten haast niet, hoe ze overal de klanten, (ze moeten toonen, al de nieuwsgierigen tot klanten te maken en dat is vaak geen gemakkelijk mond- en hoofdwerk zullen bedienen, helpen, raden, passen, enz. Ik veronderstel, dat vele mannelijke ega’s blij zijn, als de uitverkoop-epidemie weer doorgestreden is. Zij trilde over het geheele lichaam; men vreesde voor een aanval van zenuwachtige kwaadaardigheid, als men niet aan haar verlangen voldeed en liet haar alleen. De kamenier zou in de kamer daarnaast de wacht houden. Bertha was nu alleen. Zij lag met losgemaakt haar te bed en staarde wezenloos naar den muur. Hoe lang ze daar lag zonder een lid te verroeren, wist ze later zelf niet. Zij was verstijfd en toch bonsde haar hart, als zou het bersten. De dag brak aan, toen zij uit een lichte sluimering ontwaakte. Zij had hevige koorts en hoofdpijn. De huisdokter kwam, voelde haar den pols, vroeg wat haar overkomen was en schudde het hoofd. Haar zenuwstelsel was zwaar gestoord, doch zorgvuldige verpleging en algeheeie rust konden haar in eenige weken herstellen. Br was geen gevaar; haar onge steldheid was alleen het gevolg van geestelijke over spanning. Verandering van lucht en omgeving, het verblijf in een zeebadplaats waren vooral aan te bevelen. Met somber gelaat luisterde graaf Norton naar de woorden van den dokter. Hij had kennis gekregen van het korte bezoek van Charles en wist, dat zij hem ge sproken had. Was dat geen zonderling samenstellen? Zijn kortstondig bezoek, zijn heengaan zonder de familie te begroeten en weinige oogenblikken later Bertha’s onmacht. Wat kwam hij doen Wat hadden die twee besproken? De jaloezie martelde zijn verbeelding met de ontzettendste tooueelen. Zoodra hem geoorloofd werd, de kamer van zijn ver loofde te betreden, keek hij onderzoekend naar de trek ken van haar gelaat. Als hij haar eens verloor 1 Hij waagde het niet haar te spreken. Onverschillig zag zij hem komen en gaan. Haar bleek, mat gelaat toonde geen spoor van belang- wegens uitbreiding*, of wegens «enorme uit breiding*. Een firma, die bijv, meerdere win kels heeft, waarvan er eene wordt uitgebreid, houdt natuurlijk ook in de winkels, die niet veranderd worden, uitverkoop wegens uit breiding. Een leek zou zeggen: gens opheffing der zaak, gens Doch daarover basta. Durf ik u nog te spreken van de 9e tien- jaarlijksche volkstelling? Ook bij u en overal in den lande heerscht die drukte. Ook bij u hebben de tellers nu weer hier, dan weer daar moeite, om de menscheri redelijk te maken en de telkaarten met niet al te veel tijdverspilling ingevuld te krijgen. Maar in een groote stad is die bemoeiing toch wel het lastigst. Ge hebt de kaarten gebracht »huis« (de beneden verdieping), éën-, twee-, drie hoog, voor en achter, en treft enkele zelf-invullers, die het er goed afgebracht hebben (ik bedoel natuurlijk de volkswijken), anderen, die de kaarten onbewust zeer vindingrijk verbroddeld hebben, gezinnen, waar men geen bal geeft om de bedreiging van «invullen op poene van één tot driehonderd gulden*, en zoo voort. Ik moest verleden week toevallig zijn in ’t kantoor van de stedelijke inrichting voor Huiszittende armen, enz. Een zeer groot ge bouw. Vele menschen uit de arme volks klasse wachtten er hun beurt om geholpen te worden. En ’t was verleden Vrijdag daar kwam zoo waar ook een man en vader, die ergens (’k weet de straat niet meer, maar ’t was niet in «de Bocht*) 3-hoog-achter woon de en al z’n volkstellingskaarten oningevuld meebracht. «Of ze op ’t kantoor de kaarten even wilden invullen!* Ik meen gelezen te hebben, dat er met de vorige, de 8ste tienjarige volkstelling, een verschil van 35,000 menschen bestond met de uit de gewone gegevens op te maken getal len. Ditmaal zal, daar men al doende leert, dit cijfer wel geslonken zijn, maar boek dat klopt, neen, dat komt er nooit. Intusschen schrijf ik zoo druk over alles en nog wat, dat ik geen ruimte overhoud, om de belangrijkste kwestie, die thans onze hoofdstad in beroering kan brengen, te bespreken. Par donneer me echter. Om de stakings- en uit- sluitingsplannen in de bouwvakken, want deze bedoel ik, eenigszins grondig te bespreken, daarvoor zou ik best een achttal kolommen van de «Sneeker Courant* kunnen moeten vragen. Laat ik ’t heel, heel kort maken. Zooals ik reeds eerder schreef, het is thans druk, vooral voor den tijd des jaars, in de bouwvakken. Langen tijd, jaren was ’t slapjes, soms meer dan slapjes, en thans, midden inden winter is ’t druk. Er wordt heel wat gebouwd en er moet nog heel wat gebouwd worden. aan duizenden werklieden, ongeveer allen ook bewoners van de eilanden, zich bevinden. Het was een nog al groot pand met maar ééne verdieping. Onder had de firma J. A. Wol- ders hare machinerieën en metalen, boven la gen groote massa’s hout, die door kachels kurkdroog gemaakt werden. Verleden Woens dagavond, ’s nachts 12 uur werd brand ont dekt op de bovenverdieping; de brandweer was kwart over twaalf reeds druk aan ’t spuiten en om half drie werden nog steeds groote massa’s water in den vuurpoel gespoten. De brandweermannen, anders voor geen klein tje vervaard, poogden maar niet eens toegang tot ’t inwendige van ’t gebouw te krijgen; het ware roekeloosheid geweest. Den geheelen nacht bleven er spuiten bij, tot eindelijk in den ochtend van Donderdag ’t vuur gebluscht was. De firma’s Wolders en Koch en ook de bewoner waren verzekerd. Het zal zeker moeilijk zijn al de werklieden thans geregeld aan ’t werk te zetten; werk plaatsen verwoest, werkmaterieel verbrand. Doch laten we ophouden met die branden en wandelen we de drukke winkelstraten eens door. Druk, zeer druk is ’t er. Waarom? Ook bij u te Sneek zal ’t wel in vele zaken uitverkoop zijn. Nu, hier is ook de algemeene uitverkoop begonnen op den 3en Januari. Enkele kleine zaken doen reeds eerder aan uitverkoop en vroeger begonnen de groote zaken er ook eerder mee; de een trachtte den ander den loef af te steken in ’t zoo gauw mogelijk met uitverkoop beginnen. Dat werd haast onhoudbare toestand. Op ’t laatst zou ’t zoover komen, dat men reeds in ’t begin ’t winterseizoen met uitverkoopen begon. Toen zijn de groote zakenmenschen bijeen gekomen en sloten een formeel contract, niet eerder dan na Nieuwjaar met uitverkoopen te beginnen. Als leek moet men eigenlijk wel eens glim lachen om de zeer verschillende reclame, die bij die uitverkoopen gemaakt wordt. De een herinnert zich dat er immers een firmant overleden is, reeds een tijdje geleden, en lokt de menschen met «uitverkoop wegens sterfgeval*. Een ander gaat verbouwen en heeft «algeheelen uitverkoop wegens verbou wing». Al beteekent die verbouwing soms heel weinig. Weer een ander heeft «uitverkoop stelling: hij gevoelde maar al te duidelijk voor hoe weinig hij bij haar gold. Tante Elisabeth was minder bang en vroeg Bertha flinkweg naar de reden van haar in onmacht vallen en ook waarom haar neef zoo plotseling gekomen was. Heel gevat antwoordde Bertha, dat papa Stuart door een bankroet geruïneerd was, dat haar neef haar deze jobstijding wilde brengen en een laatst afscheid nam. Lady Carley’s hart was getroffen. «Maar waarom viel jij in onmacht vroeg de dame ronduit. «Dat weet ik zelf niet», antwoordde Bertha. «In den laatsten tijd gevoel ik mij dikwijls onwel. Toen ik het salon binnentrad, voelde ik een duizeling opkomen. Met inspanning sleepte ik me voort tot de vensternis, en daar verloor ik het bewustzijn en viel. Meer weet ik me niet te herinneren «Wij zullen je naar Torquay brengen, lief kind«, sprak lady Carley bemoedigend. «De frissche zeelucht zal je goed doen en je spoedig herstellen*. Omstreeks half Juli werd dit plan ten uitvoer ge bracht. Men telegrapheerde om een kleine villa; eenige bedienden werden vooruitgezonden en toen geleidde graaf Victor de dames er heen. Op uitdrukkelijk ver langen van zijn tante keerde hij echter alleen naar het slot Northminster terug. «Mijn zoon«, sprak ze, «dring voorloopig je gezelschap niet aan Bertha op. Ik begrijp een jong meisje beter dan jij, geloof me. Zelfs als zij je liefhad, zou je voort durend samenzijn haar vermoeien. Dat kan een meisje niet verdragen. Als je haar gunstig voor je wil stem men, moet je voor een poos van haar scheiden. Je mag haar schrijven, alle dagen als je wilt, maar altijd in den vroolijken toon. Over drie weken mag je ons komen halen*. Graaf Victor’s gelaat betrok. gerdwarsstraat 3. eilanden, waar particuliere werf (waar thans de liana* voor de Mij Nederland op stapel staat), meerdere kleine werven, de Koninklijke fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriëel, enz. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1