NIEUWS- EN APVERTESTIEBLAB VOOR SIM EN OMSTREKEN. BLOOKER’S Ons lezend publiek. Blanca’s geheim. 85e Jaargang. Februari X510. Zaterdag No. 11. DAALDERS CACAO; Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton, bladen, haast ide- Ook «Ik zag - Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor 8 n e e k f 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. CE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. van be- In er- een »0, meene MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN vooral dames, die be- die vreemde ongetwijfeld, die Bertha DarrellHadden zij elkaar weergezien? Men bereikte het modemagazijn. «Graaf Norton, u gaat natuurlijk mee*, beval gravin Portia met een verleidelijk lachje. »Wij zijn spoedig gereed met onze zaken De graaf bood haar den arm en geleidde haar naar binnen. Gravin Portia had verscheidene dingen te bestellen. Aan een avondtoilet moesten eenige veranderingen ge maakt worden, die de winkeljuffrouw nauwkeurig aanteekende. Na het nieuwe garneersel bij elkaar gezocht te hebben, riep zij naar binnen: «Juffrouw Stuart!« Een zacht «ja* was het antwoord, maar graaf Nor ton klonk dit woord als een donderslag in de ooren. Juffrouw Stuart kwam in den winkel en nam van de winkeljuffrouw de japon in ontvangst met de noodige aanwijzing voor het veranderen. Het was vrij donker in het magazijn, slechts een oogenblik viel het heldere daglicht op haar gelaat, voor zij verdween. Graaf Norton stond, als was hij uit een diepen landen slaap ontwaakt. Hij had geen gelaat kunnen zien, alleen had hij een gedaante bemerkt, maar dat «ja* had hem geroerd tot in het diepst van zyn ziel. Zou ’t waar zijn? Of was het een wreede vergissing «Beste vriend», sprak gravin Portia, «hier hebben wij onze zaken afgedaan. Wij kunnen gaan!* De graaf geleidde haar naar het rijtuig. Welke ver ontschuldigingen hij aanvoerde, wist hij zelf niet goed, maar hij zag het rijtuig wegrollen, terwijl hij zelf op den hoek van de straat bleef staan en den uitgang van het modemagazijn scherp in het oog hield. (Wordt vervolgd.) weinig, heel weinig! Ik voor mij deel de alge- opinie, dat hij zwak van hoofd is. Op mijn deelnemende vragen naar zijn lang wegblijven en wat hij al dien tijd gedaan had, antwoordde hij: Ik heb niets gedaan. Denk eens, lady Carley leeft hier in Londen zeer teruggetrokken, God weet waar! Hij vertelde dat als de natuurlijkste zaak ter wereld! Hij kwam volstrekt niet op de gedachte mij te vragen, hoe ik of mijn man het maken, maar nam plotseling zijn hoed voor mij af en weg was hij*. Leonore antwoordde niets, maar op euns boog zij ver vooruit. Zij sloegen de Oxfordstraat in en onder den stroom menschen op het voetpad bemerkte zij de ma gere gedaante van een vrij langen lichtblonden man. »Portia«, riep zij met gedempte stem, «kijk daar eens! Is dat graaf Norton niet?« «Ja, waarlijk, en hij heeft ons ook gezien. Koetsier, stilhouden! Hij moet mee, of hij wil of niet! Mijn waarde graaf Norton, wat een gelukkig toeval! Mijn zuster Leonore sterft bijna van ongeduld u weer te zien. Kom, stap in. Er is nog een plaats open en het doet ons allen veel genoegen u te ontmoeten! Mary, ik stel je voor graaf Norton, een intiemen vriend van ons huis. Miss Howard, mijn nicht Tegenstand was onmogelijk. Het volgende oogenblik reed het rijtuig voort, graaf Norton zat er in. Haar zuster had niet overdreven, dacht Leonore. Zijn blond haar was verbleekt, maar niet van ouderdom; zijn oogen misten den vroegeren glans, hij was bijna niet te herkennen. Voortdurend scheen hij rond te zien naar iets, dat hij zocht of verwachtte te zien. Zijn gelaat stond verstrooid en uit zijn gesprek bleek, dat hij het grootste deel van zijn afwezigheid in Amerika had doorgebracht. In Amerika? De beide zusters wisselden een blik van verstandhouding. Daar was ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. We durven veronderstellen, dat bijna geheel ’t courantenlezend publiek met belangstelling gezien heeft naar ’t roemruchte eilandenpaar aan de overzijde der Noordzee. Wel wat boud gesproken, zult ge zeggen; en ge hebt in zeker opzicht gelijk. Er zijn nog heel wat menschen, die alleen een week blaadje lezen, dat zorgt voor zooveel mogelijk plaatselijk nieuws; verder zenuwschokkende tijdingen als daar zijn: branden, moordaansla gen, déraillementen, scheepsrampen, vulkani sche uitbarstingen, watersnood, hongersnood. Maar’t zooveel belangrijker staatkundig nieuws, ze begrijpen er niets van; of ’t moet reeds in gewoon opzicht frappant zijn, dan lezen ze ’t. Familie-annonces worden uit ’t hoofd geleerd, maar een rubriek «staatkundig overzicht* wordt met dédain ongelezen gelaten. Er zijn heel wat menschen, die geregeld hun dagblad lezen, vooral voor hun zaken, maar die de buitenlandsche politiek nauwelijks aan kijken. Dan heb je personen, de feuilleton van een blad als hoofdzaak schouwen. En tegenwoordig is vooral de ambitie voor sport reusachtig gegroeid. Vroeger versche nen enkele groote bladen ook nog op Maan dagochtend, vooral in tijden als die van den strijd tusschen Boer en Brit. Maar dit was een danige plaag en stal heel wat Zondagsrust. Het voornaamste, dat dit nummer bevatte, Bewerkt door AM O. HOOFDSTUK XXXI. 43). Vervolg. Op een schoonen zomermiddag zaten twee jonge dames met een boek in de hand aan een venster, dat uitzicht op een der drukste straten van Londen gaf, en keken onverschillig naar de voorbijgangers. Van buiten had dat huis een vuil, ouderwetsch, onvriende lijk voorkomen, dat een scherpe tegenstelling vormde met de pracht en weelde, die daar binnen te vinden was. Het vertrek, dat we binnentreden, is smaakvol ingericht met kostbare meubelen en tapijten, met bloemen en schilderstukken. Beide dames waren in wandeltoilet. De eene was baronesse Leonore Draxel, de andere miss Howard, een meisje, dat weldra in de gezelschappen zou wor den binnengeleid. «Waar Portia toch blijft?* riep barones Leonore. «Wij hadden reeds een half uur op weg moeten zijn*. Miss Howard keek op van haar modejournaal, liet haar blik door het venster over de voorbijgangers wei den en antwoordde «Wees niet zoo ongeduldig, lieve! Daar komt tante Portia!* Een oogenblik later gingen de vleugeldeuren open en trad lady Portia binnen. Zij was even mager als haar zuster en had hetzelfde vlasblonde haar, hetzelfde kleurlooze gelaat. Iets in haar voorkomen wekte de belangstelling der beide jongedames. Voor kwart al een behoorlijk flink bur- Vooreerst door den steeds voortdurenden stroom van telegrammen met verkiezingsuitslagen. Maar dan ook door de geïllustreerde door pakkende reclameplaten. De meesten zijn als de kinderen, die gaarne naar prentjes kijken. Groote menschen zijn in dit opzicht groote kinderen. In de groote steden trekken de plaatjes der kiosken steeds toe schouwers; in café’s grijpt men het eerst naar de illustraties der week- en dagbladen. In variété’s hebben de cinematografen een reuzen succes. Bij verkiezingen is het om pakkende strijdleuzen, maar ook om reclame-achtige tee- keningen te doen. Die brengen vaak heel wat verschil in de uitslagen der stemming, heel wat andere onverschillige kiezers naar de stem bus. Voor dorre beschrijvingen heeft men vaak geen oog. Maar komt de illustratie, de gra vure, of de reclameplaat de verbeelding te hulp, dan worden de oogen geboeid en men leest meteen de korte woordelijke toelichting. Laten we een sterk voorbeeld nemen. Ver onderstel, er is midden op den wijden oceaan, ver van de kusten verwijderd, een steamer met man en muis vergaan; in de groote, zoowel als in de volksillustraties tuurt men met aan dacht naar de desbetreffende platen; men ziet er naar, alsof er werkelijk een photografie van de ramp genomen is; terwijl toch ieder begrijpen moet, dat hier de fantasie van een min of meer handig teekenaar aan het werk geweest is. Zie eens, wat een hoop kijkers de bekende gekleurde gravures, liefst met veel rood, liefst van dolle moordaanslagen of tragische voor vallen, van een algemeen verspreid goedkoope Fransche illustratie, altijd door trekken, de ontwikkelde blijft er voor staan. Ja, ons publiek wordt door prenten, gravu res, reclames ingepalmd. Dit is eigenlijk de kwade zijde van onzen tijd, de wufte zijde van ons groote publiek. Maar wie er niet gebruik van maakt van lijnen en kleuren, hij raakt achterop in den wedstrijd der principes, der meeningen. Zelfs het ernstige dagblad der groote pers, dat zich het meest zelf respecteert, doet aan geïllustreerde Zondagsbladen en politieke prenten. Wat zou bijv, de grootste attractie zijn van, om maar een sprekend voorbeeld te noemen, het bekende «Groene Weekblad*? De meesten kijken hootdzakelijk of uitsluitend naar de plaat van Brakensiek. waren telegrammen van Reuter, en dan sport uitslagen. Thans zijn er volksbladen, die in de plaats van uitgifte ook tweemaal per dag be zorgd worden. De Zondagochtend vervalt echter en daarvoor komt de Maandagochtend- edi’ie in de plaats. Ge moet eens zien, hoe ’t jongere geslacht op dat Maandagochtendnum- mer aast. Dadelijk naar de sportrubriek en die verge leken met de dito rubriek uit andere bladen. Zware discussies, vooral als de berichten eens niet kloppen. Natuurlijk bedoelen we hier in hoofdzaak het voetbalspel, waarvoor oudere menschen te vroeg in de wereld gekomen zijn, om ’t ale van dit spel te begrijpen. Maar ook er zijn nog zooveel takken sport, die ook voor vele grooteren van lang zijn. Vooral als er kansjes op winst of verlies aan verbonden zijn, zooals bij vele wedrennen, staats- en andere loterijen. Maar er zijn, vooral in de steden, nog zoo- velen, voor wie de Reuter-telegrammen no. één zijn, die niets van ’t «buitenlandsch over zicht* ongelezen laten en voor wie de uitwerking en verklaring van de kortgestelde telegram men door handige, veelwetende redacteuren, gedeeltelijk overbodig is. Er zijn er zeer velen, die de vaak interessante buitenlandsche cor respondenties der groote bladen aandachtig doorlezen. Nu zijn deze vaak wel de moeite waard om gelezen te worden. Sommige groote bladen hebben in de hoofdsteden der wereld, op groote tentoonstellingen, voor ande re machtige gebeurtenissen zeer bekwame cor respondenten, die academisch ontwikkeld zijn, relaties onderhouden met mannen, die achter de schermen kunnen of moeten kijken, den toon van sommige correspondenties kent ge meermalen, dat de schrijver tot gezantschap of ander hoog college behoort. Langzamerhand krijgt de behoorlijk ontwik kelde, aanleg bezittende krantenlezer een steeds uitgebreider kijk op het groote wereld- tooneel. Volkscouranten, zooals er verschillende zijn, die over ’t geheele land gelezen worden door de kleine luyden, bewijzen door haar inhoud, dat ook een deel des «volks* belang stelt in de buitenlansche staatkunde. Ook een flink deel van ’t «kleine* volk volgt de verslagen omtrent de binnenlandsche politiek. Machtig heeft daartoe bijgedragen, vooreerst de groote algemeene ontwikkeling, die de la- »Lore«, riep zij, wien denk je, dat ik ontmoet heb Dat kan je niet raden!* «Dan was het verstandig, als je het ons dadelijk maar zei, dan stappen we dadelijk op«, antwoordde Leonore in slechten luim. Lady Portia sloeg daar geen acht op. «Nu, luister dan en sta verbaasd*, zei ze. graaf Victor Norton!* «Portia!* «Ik wist wel, dat je verbaasd zou zijn. Ik zag graaf Norton heel toevallig bij den ingang van het hotel «Fenton*. In het eerste oogenblik durfde ik mijn oogen niet vertrouwen, ik moest tweemaal kijken om me te overtuigen, dat ik me niet vergiste. Hij is nog slechts een schaduw van vroeger. Hij is in tien maanden wel tien jaren verouderd. Je vondt hem mooi, Lore, maar je moest hem nu zien. De oogen liggen diep in hun kassen en zijn trekken staan ziekelijk. Sedert zijn huwelijk is hij dezelfde niet meer. Ik geloof, dat dit zijn ongeluk is*. «Ieder moet de gevolgen van zijn daden dragen*, sprak Leonore koel. «Ik heb geen medelijden met hem* en haar hoekige trekken Werden nog scherper. Gravin Portia knoopte langzaam de linten van haar hoed samen en lachte boosaardig. «Ik denk toch, dat je nog wel een woord van me delijden voor hem zou hebben, als je hem zag*, zei ze. «Maar laten wij daarover zwijgen en liever naar het modemagazijn van Morabeau gaan; het is meer dan tijd*. Weinige oogenblikken later rolde het rijtuig der gravin met de drie dames weg. «Wat heb je met graaf Norton gepraat, Portia?» vroeg Leonore, nu wat lager van toon. «Wat heeft hij je gezegd?* gere school geeft, ten tweede de grooter wor dende sociale beweging, ten derde het veel meer uitgebreide kiesrecht, ten vierde de grooter weelde van ’t algemeen, de grooter behoefte aan weelde en de grooter gemakkelijkheid waarmee men zich beweegt. Verklaring van deze vier punten is overbodig. Neem bijv, het kies- en stemrecht! een kwart eeuw en thans. Voor een eeuw moest men ger zijn, om mede te mogen stemmen voor de Tweede Kamer. In een stad als Sneek bijv, kon ’t best gebeuren, dat geen enkel school hoofd kiezer voor de Tweede Kamer was. 't I Aehoeft dus geen betoog, dat dé geheele ar beidersstand buitengesloten was voor ’t ver biezen van de 86 leden van ons Lagerhuis. Kom thans eens kijken. Eigenlijk kan ieder mannelijk Nederlander kiezer worden. Lees de voorwaarden na, die op gezette tijden in de bladen opgenomen worden onder de officieele berichten. Heeft ieder, ook de arbeider, er thans geen belang bij, hoe het land geregeerd wordt, hoe overal de oeconomische toestanden zijn. Neem ook de sociale beweging, steeds grooter en algemeener wordende. Ge staat er vaak verbaasd over, hoe eenvoudige arbeiders kunnen meespreken over hoogdravende on derwerpen, hoe zich onder die kleine luy den, vroeger gedeeltelijk niet eens met de belangrijke kunst van lezen vertrouwd, thans oordeelen velen over zware dag- of vakblad- artikelen, als sprekers en debaters optreden in vergaderingen Hoort de steeds luider stemmen, die alge meen kiesrecht en ook vrouwenkiesrecht eischen. En toch is er nog veel oppervlakkigheid onder het groote publiek, zelfs onder hen, die flink boven den arbeidersstand uitsteken. Het tooneelen de schouwburgen bewijzen het. Degelijke, ernstige stukken trekken vaak zoo weinig publiek. De menschen moeten lachen, laat het tooneelstuk overigens ook een eerste- klas-draak zijn. De groote massa trekt naar luchtige operettes, met vroolijke wijsjes, soms schuine toestanden, naar variété en bioscoop. De ernst, steeds der Nederlandsche natie toegeschreven (we zijn immers in dit opzicht de antipoden van Franschen en Belgen!), be gint te wijken voor zuidelijker wuftheid. Een groot bewijs hiertoe is het volgende We begonnen met te schrijven, dat ongeveer ieder krantenlezer zich zoowat op de hoogte gehouden heeft met de Britsche verkiezingen. I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1