NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Blanca’s geheim. No. 14. Woensdag 16 Februari 1610. 66e Jaargang. n; 3 Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. de staking, zult ge OOK EEN STOTTERAAR. een I Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. de gemeente Sneek moeten heb- Een man komt in «kentielijken staat* om 'drie uur in den morgen thuis. Zijne vrouw ontvangt hem in nachtgewaad en vraagt dreigend «Jan, hoe laat is ’t De angstige man neemt zijne toevlucht tot eene leu gen en antwoordt: «Pas één uur, lieve Marie*. Daar slaat de klok drie en verraadt den misdadiger. «Marie*, zegt hij deftig, .het is werkelijk pas één uur; ik heb het altijd wel geweten, dat die ellendige klok stottert*. voorwerp van bespotting en verachting Liever leed ik de bitterste armoede, liever ging ik als een arme bedelaarster de straat vegen, liever stierf ik in ellende en armoede Neen, laat mij mijn eigen weg gaan Miss Norton, ge geeft u noodelooze moeite. Het kan niet! Breng mijn hartelijke groeten aan lady Carley over, maar tot haar terugkeeren, neen, dat kan ik niet 1 En graaf Norton laat hij niet wagen bij mij te komen», zei ze en haar oogen schoten vuur. »Ik heb geen medelijden met hem. In mij is elk gevoel voor hem uitgestorven. Al lag hij stervend voor mij, ik zou niet bewogen worden; wat hij mij heeft ge daan, kan ik nooit vergeven Hij is dood voor mij, zooals ik het voor hem ben Vaarwel Zij opende de deur en verdween. Zij was heenge gaan onverzoend Blanca stond als versteend. Haar armen hingen slap, haar oogen rustten op de plek, waar Bertha ge staan had. »A1 lag hij stervend voor me ik kan het hem nimmer vergeven*, herhaalde zij dof. «O, God! dat is zijn dood! dat is zeker zijn dood!* riep zij uit, terwijl zij in tranen uitbarstte en haar gelaat met beide handen bedekte. XXXIII. perlieden te loopen. Wie ’t winnen zal Ja, dat hangt van de - Als er niet, of bijna niet meer de stakers wordt uitgekeerd, zal de drang de staking bij de werklie- En uitvoeringen ten zoo weinig geld, waar wezen. Bertha was in de kamer teruggekeerd, waar zij met andere naaisters werkte. Haar gelaat verried volstrekt geen aandoening. Maandenlang had zij in Londen rondgedwaald, nu dit, dan dat beproevende om haar brood te verdienen. Overal waar zij zich aanbood, vroeg men getuigenissen en aanbevelingen en die had ze niet! Na vijf maanden zoekens stond het gebrek voor de deur en bracht haar bijna tot vertwijfeling. Toevallig zag zij Bewerkt door AMO. HOOFDSTUK XXXII. ^6). Vervolg. »Ja<, sprak zij zacht, »ik ben zijn nicht Blanca en kom hier, omdat hij dit verlangde*. >En wat droeg graaf Norton u op .Bertha, hoe kunt ge dat nog vragen? Dien langen, langen tijd heeft hij te vergeefs naar u gezocht. Het verdriet om u knaagt aan zijn gezondheid, wellicht aan zijn leven. Hij heeft overal naar u gezocht in Amerika, in Londen en in geheel Engeland ♦Waarom getroostte graaf Norton zich die noodelooze moeite, zou ik zeggen «Noodeloos Is het dan noodeloos. dat een man naar zijn vrouw zoekt .Houdt op, miss Norton !«riep Bertha met fonkelende oogen, terwijl zij met de hand een gebiedend gebaar maakte. .Dat is een dwaling Ik ben niet meer de echtgenoote van den graaf dat zal ik nooit worden ook De plechtigheid, die tien maanden geleden heeft plaats gehad, was slechts een bloote formaliteit, die alle rechtskracht miste, doordien de graaf op den dag van het huwelijk mij verliet. Ik wil u wel zeggen, dat hij daardoor mijn wenschen heeft voorkomen; ik ben hem dankbaar, omdat hij mij willens of onwillens niijn vrijheid heeft teruggegeven*. Zonder Blanca tijd te geven haar in de rede te vallen, vervolgde Bertha: .Hij slaakte een band, die me mijn Men zoekt de oorzaken vooral in 't vol gende: De Israëlieten gebruiken en misbruiken relatief veel minder drank dan de andere menschen. /oor het geld, dat anderen aan drank uitgeven, koopen zij vruchten en visch. En ieder zal toestemmen, dat zulks voor het lichaam heel wat gezonder is. Het Uilenburger plan zal echter voorloopig nog wel een plan blijven. Zooals we hier zoo vele plannen hebben. En hoe gaat het met vragen. Daar zal ik niet veel van zeggen. De sta king van de niet-gecontracteerde arbeiders in de bouwvakken duurt voort en daardoor zijn ook vele wel gecontracteerde metselaars, op perlieden en timmerlieden gedwongen om ledig ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters nasr plaatsruimte. Concurrentie bestaat toch maar op elk ge bied. Pas heeft het Rijk automaten voor postzegels en briefkaarten aan de buitenmuur van ’t hoofdpostkantoor geplaatst, of daar komt een particulier, die er een op ’t Sophiaplein plaatst. Nu is dit voor ’t Rijk geen nadeel, want ze ontvangt toch evenveel port en de particulier moet maar zien, dat hij door ’t aanbrengen van reclame-annonces de kosten van den auto maat en die van reparatie der door de zoo beminnelijke straatjeugd aangebrachte schade vergoed krijgt. Zoo heeft ’t Rijk nog op een andere wijze mededinging, die weinig deert. Nog maar en kele weken ziet men op eenige plaatsen (siga renwinkels schijnen uitsluitend de uitverkore nen te mogen zijn!) uithangbordjes met: Pu blieke telefoon a 10 cent, of er komen nu ook reeds bordjes metPublieke telefoon gratis. De gemeente Amsterdam heeft ook eigen aardige concurrenten op politie-terrein, die haar zelfs geld in den zak bespaart. Reeds jaren bestaat hier eene «Gecontr. Particuliere Nacht- veiligheidsdienst*. Zeer velen zijn daarbij aan gesloten; ik zou zeggen, ’t loopt bepaald in de duizenden. In sommige straten ziet men haast huis aan huis de ovale geëmailleerde plaatjes, waarop men den naam dezer particulie re dienst leest, ’s Avonds en ’s nachts kan men de door dezen dienst aangestelde mannen ontmoeten, stok in de hand, herkenningstee- Het zijn mannen, die ’t aller- reeds achter den rug hebben en, meen, twaalt gld. per week ver- Als onze nieuwe burgemeester jhr. A. Roëll, wiens sympathiek portret in de boekwinkels voor een dubbeltje te koop is, zijn nieuw ambt be gint, zal hij wel niet voor een uitt;emaakte Dam-Raadhuis-kwestie komen te staan. Er zijn ook zooveel verschillende meenin- gen. Velen, waaronder de voornaamste per sonen uit onze handelswereld, willen op de plaats van en achter het leelijke Komman- dantshuis, tegenover ’t Paleis, een nieuw stad huis bouwen. Anderen meenen, dat men moet trachten van de Koningin het vroegere stad huis, thans Paleis (dat in 1808 aan Koning Lodewijk Napoleon als woning werd afge staan), terug te krijgen en dan ten zuiden der stad een nieuw koninklijk paleis bouwen; maar dan op rijkskosten, zeggen sommigen. Nog anderen willen het Prinsenhof vergrooten naar de zijde der Oude Hoogstraat. Met andere woorden, men heeft hier geen vaste richting, en dat zal zoo nog wel een poosje duren; zooals men dat in Nederland ge woon is. Voor den nieuwen burgervader zal dus dit moeilijk zaakje ook nog wel hoofdbreken geven. Wat hem-zelf betreft, deProvinciale Staten Van Noord-Holland zijn hem financieel aardig tegemoet getreden. Onlangs verhoogde de Raad van A’dam het burgemeesterssalaris van f 8000 tot f 15.000 en men gaf duidelijk te kennen, dat men nog wel hcoger wilde gaan. In overeenstemming met deze raadsgevoelens heeft het bestuur onzer provincie thans bepaald, dat ’t salaris zal zijn f 15.000 per jaar plus f 5000 per jaar voor een ambtswoning. Nu, voor die laatste som behoef je geen woning in de Spaarndammerbuurt of op Uilenburg te huren. Dit laatste zou op den duur ook wel eens onmogelijk kunnen worden. Want er bestaan reeds half toekomstplannen om die Uilenbur- gerbuurt af te breken, ten einde daar betere woningtoestanden te kunnen scheppen. Het is daar eng en vuil en zal dus wel zeer ongezond zijn, zult ge zeggen. Natuurlijk. En toch, de statistiek wijst op een merkwaardige tegenspraak. In de buurten achter den Jodenbreedstraat wonen meest kleinhandel-drijvende Israëlieten en de statistiek wijst uit, dat van de be woners van Amsterdam juist de Israëlieten gemiddeld langer leven dan Protestanten en Katholieken. den man, voor wien je alles bent. Zie, ik kniel voor je neder Zooals je eenmaal hoopt op de ontferming van onzen Vader in den Hemel zoo ontferm je nu over Victor Blanca was voor haar op de knieën gezonken en vatte met bevende handen den zoom van haar kleed, terwijl de tranen haar langs de wangen rolden. «Heb medelijden, Bertha, luister naar de stem van je hart*, smeekte zij. «Beproef het, ons geloof te schen ken, al begrijp je niet alles! Bij alles, wat heilig is, zweer ik, dat zijn liefde inniger is, dan je vermoedt. Zijn groote liefde doet hem wegkwijnen. Zijn wij niet allen zondaren En toch hopen wij op vergiffenis 1 Schenk hem dan ook vergiffenis, o, vergiffenis Reeds had Bertha den deurknop in de hand, toen zij haar oog liet rusten op de diepbedroefde, die voor baar geknield lag. Zij bleef staan. «Sta op, miss Norton*, sprak ze, »u behoeft niet voor mij te knielenWat verlangt u van mij Al haar krachten verzamelende, stond Blanca op. »Ik smeek u, geef deze levenswijze op en kom met mij meenaar lady Carley*, stamelde zij. «Zij hoopt op je Kom bij ons wonen, neem datgene, waarop je recht hebt. Voer zijn naam, hij heeft hem je gege ven en wacht met geduld op zijn dood. Die zal niet lang uitblijven Haar stem begaf haar; men hoorde slechts een dof gekerm meer. Maar niets verzachtte de strenge trek ken van Bertha’s gelaat. «Wat u verlangt, miss Norton, is onmogelijk, volstrekt onmogelijkantwoordde zij met vaste stem. «De handelwijze van graaf Norton is en blijft voor mij een raadsel, maar zelfs de oplossing daarvan zou niets aan mijn besluit veranderen. Zou ik de weldaden aanne men van een man, die mij gemaakt heeft tot ben, en die zullen er wel niet zijn. Gij zoudt zco zeggen, dat onze hoofdstad een lastig operatie-terrein voor inbrekers en dieven moet zijn. Maar och arme, ook deze worden er steeds slimmer op; men staat meermalen verbaasd over hunne vindingrijkheid, een betere zaak waardig. Ze moeten ook wel vindingrijk zijn, want de zaken, die veel waarden bevatten, zijn ’s nachts ter dege gesloten. Ijzeren rol luiken voor de ruiten of de geheele beneden- pui; deuren met ijzeren platen aan de binnen zijde, enz. En toch komen de inbrekers nog wel eens hun slag slaan. En toch werd er onlangs in de Eerste Ka mer beweerd, dat te A’dam per jaar wel 5,000 proces-verbalen zonder eenig gevolg blijven. Zijn er veel linke jongens onder degenen, die de strafwetten overtreden, toch zijn er ook sukkels onder, die zonder mis tegen de lamp loopen. Zooals verleden week nog een persoon, die op de Nieuwe brug, bij ’t Damrak, dus niet op een eenzame plaats, twee dames achterna liep, waarvan eene ’n taschje in de hand droeg. De man wilde haar ’t taschje uit de hand rukken, maar de dame hield stevig vast. Het taschje brak, viel op den grond, maar de man maakte zich zonder buit uit de voeten. «Houdt hem werd geroepen en hij kwam in ’t politie-bureiu van de Warmoes- straat terecht. Hij bleek een verongelukte in de maat schappij te zijn, was vroeger als koloniaal in de West, wegens dronkenschap, uit den dienst gejaagd, had reeds een dozijn jaren te Veen- huizeh doorgebracht, was daar voor drie maan den met een uitgaanskas van veertig gld. uit ontslagen en had op 't oogenblik, dat hij gevat werd, nog twee centen op zak en geen nachtverblijf. Nachtverblijf is echter wel gratis te ver krijgen, niet alleen bij de politie, maar ook bij ’t Leger des Heils en in ’t »oude< Buiten- gasthuis, dat dient als toevlucht voor onbe- huisden. Ik zou thans minstens een geheelen brief moeten wijden aan de eeuwige Damkwestie. Verleden Woensdag werd ze alweer door den Raad behandeld en, natuurlijk, niet afgehan deld. De Raad, onder presidium van Wethouder (loco-burgemeester) Delprat, redevoerde er wijd en breed over, en kwam geen stap verder, leren lang gebonden zou hebben aan een man, dien ik nooit zou kunnen liefgehad hebben. Dit erkennende, veracht ik hem een weinig minder dan mijzelve; ik verlang nooit meer zijn naam te hooren. Onze wegen blijven gescheiden. Hij moge trachten mijn weg te kruisen, zooveel hij wil ik wijk geen haarbreedte van den mijne. Graaf Norton is mij geheel vreemd; als ik dood was, kon ik niet minder voor hem zijn, dan ik nu ben. Ik begrijp niet, hoe hij den moed heeft mij te vol gen en u naar mij toe te zenden. Maar nu ge eenmaal hier zij t, wil ik u een raad geven Kom hier nimmer terug! Laat graaf Norton voor zichtig zijn, dat hij me niet op straat nasluipt. Ik heb nooit veel geduld gehad, in den laatsten tijd is dat nog minder geworden. Ik ben slechts een arm, alleenstaand meisje maar laat hij zich voor gewaar schuwd houden*, zei ze dreigend. Blanca beefde; dat had ze niet verwacht. Bertha liet haar geen tijd om te antwoorden en ver volgde «Zooals ik reeds gezegd hebik heb slechts weinig tijd. Madame Morabeau veroorlooft ons niet bezoeken te ontvangen gedurende den werktijd. Miss Norton, ik heb de eer u te groeten «Bertha, blijf nog een enkele minuut smeekte Blanca. «Ach, waarmee zal ik uw hart verteederen Ik mag niet verraden, waarom Victor u moest verla ten. O, Bertha, ik bezweer je, alleen de innigste liefde joeg hem weg van je zijde. Hij verloor alles alles. Weet je wel, dat zijn einde nabij is? Eerst in zijn stervensuur mag hij je alles zeggen Daarom smeekt hij dagelijks, dat dit uur spoedig komen moge. Hij verlangt daar naar, omdat hij zoo lijdt, nu hij je ver loren heeft. O, Bertha, Bertha, heb medelijden met financiën af. aan naar ’t einde van den wel grooter worden, bate der stakers brengen elke week zooveel moet Jammer, dubbel jammer. Neen, waarde lezer, ik blijf neutraal en kies geen partij. Maar ik bedoel, dat het zoo jammer is. Er is werk in overvloed en dat in den winter, wanneer er gewoonlijk zoo weinig te doen is. Boven dien is er voor het aanstaande voorjaar nog een massa werk in uitzicht en nu juist sta king. Zooals «ik onlangs reeds schreef; niet overal ligt ’t metselwerk stil, maar toch zeker wel het grootste deel. Van de Atax-staking zal ik weinig zeggen. De dienst gaat nog met halve kracht, omdat de nieuwe chauffeurs nog niet voldoende ge oefend zijn. Meestal' ziet men op elke atax tegenwoordig twee chauffeurs: een oude, die het vak kent, en een nieuwe, die het nog lee- ren moet. ken aan de pet. jongste naar ik dienen. In den laatsten tijd is nog zoo’n maatschappij opgetreden, nl. de «Nederlandsche Bewakings- Maatschappij*, maar de bordjes dezer maat schappij, die haar bureau in de Spuistraat heeft, ziet men nog niet zooveel, Ge zoudt zoo zeggen: Wat zal ’t daar in A’dam veilig wonen zijn. Want de gemeente-zelf heeft een respectabel aantal politie-agenten in haar dienst. Ik zal ’t getal niet juist kunnen zeggen, maar dit is zeker: Nummers boven de 1140 ben ik wel eens tegengekomen. Naar verhouding zou er 26 stedelijke politie-agenten 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1