ft Ml'liWS- ES IIITOWIM VOOR SUM E) 018TW1. BLOOKER’S DAALDERS Blanca’s geheim. F CACAO. Woensdag 16 Maart 1610. NO.E22. 66e Jaargang.- Amsterdamsche Brieven. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton. ■a sa Och, meneer, zet ZOO KRACHTIG ALS een 54). Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. aan de die daar alweer Bewerkt door AM O. GEEN CACAO SMAAKT gaan, voordat met den bouw van ons tweede telefoongebouw begonnen wordt, is een A’dam- sche commissie naar Duitschland geweest. Te München, even volkrijk als A’dam, vonden ze één telefoongebouw voor 13.000 abonné’s, dus heel wat meer dan hier. Maar enfin, er bouw komen. de draad van haar leven worden afgesneden? Vier dagen en vier volle nachten van bange zorg verliepen er, zonder dat er eenige verandering kwam. Toen kwam de reactie en zij geraakte buiten kennis. Zij herkende zelfs de stem van haar geliefden Charles niet meer. Van tijd tot tijd opende zij de halfgebroken oogen, maar ze herkende niemand en niets. Zoo lag zij daar in de macht van den dood. Zou zij nog weer bijkomen? -• Niemand week van haar bed. In bange verwachting volgden allen den strijd tusschen leven en dood. Soms moest men met een spiegel de proef nemen om te zien, of zij nog ademde. Den volgenden morgen bracht de postbode een brief met een rouwrand. Het adres scheen door eene vrouw geschreven. Bij het begin van haar ziekte had Bertha haar nicht verzocht de aankomende brieven te openen en die zoo noodig te beantwoorden. Zij wilde die zaak nu aan haar broeder Charles overdragen, doch hij weerde haar met de hand af. Wat kon het hem schelen, welk nieuws een brief nu nog bracht! Zijn afgetobd gelaat keerde hij geen seconde af van haar, die eindelijk zijn vrouw was. Beatrice opende daarom den brief, die van Blanca Norton kwam en den dood van lady Carley meldde. «Zij is zacht en kalm van ons heengegaan. Haar vermogen heeft zij tusschen u en mij verdeeld. Als het mogelijk is, kom dan spoedig naar Engeland terug. Zoo rijkdom den mensch waarlijk gelukkig kan maken, dan zult gij in volle mate gelukkig zijn, lieve Bertha! Wat mij betreft, ik ga in een liefdegesticht te Londen, om de rest van mijn leven te wijden aan de verple ging van zieken en ongelukkigen. Mocht ge nog be langstelling gevoelen in ’t lot van mijn broeder, ik kan u melden, dat de heerlijkheid Northminster, een goed heer in hem heeft gevonden. Moge hij in zijn nako melingen meer geluk hebben dan de ongelukkige graaf Victor en zijn zoon, het kind van de arme Margaretha. Kom mij eens opzoeken in Londen, daarmee ver schaft gij veel genoegen aan üw toegenegen Blanca Norton*. Alweder erfde Bertha een aanzienlijk vermogen. Zij was nu rijker, dan zij ooit had durven droomen. En metal haar rijkdommen lag zij daar en kon daarmee haar leven geen uur verlengen. Hoe wreed is soms ’s werelds beloop! In den zevenden nacht kwam de crisis. «Deze toestand kan niet voortduren*, sprak de dokter. «Voor de morgen aanbreekt, zullen wij weten, of zij herstellen zal of niet!« «Heeft u nog hoop?* vroeg Beatrice in spanning. De geneesheer hield zich, of hij haar vraag niet hoorde en antwoordde niet. «Het zou goed zijn, als u dien jonkman verbood ’s nachts te waken*, zeide hij, nadat hij met medelijden het oog op Charles had laten rusten. «Kan u hem geen slaapmiddel geven, dokter vroeg Stella. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. In een votigen brief noemde ik Amsterdam de stad met de plannen. In dit opzicht te recht de hoofdstad van ’t vaak zoo trage Ne- derlandsche volk, dat meestal niet durft door tasten en al te lang de kat uit den boom kijkt. loch zullen sommige plannen wel moeten doorgaan. Bijv, het bouwen voor rekening der gemeente, waarvan ik een vorige keer zei, dat dit in 1910, als de heeren stakers er niet tegen zijn, wel tot voor een milloen gulden zal zijn. Ik noemde toen verschillen de bouwplannen, maar had er ook het twee de gemeentelijk telefoongebouw bij kunnen noemen. Ons telefoongebouw in de Raadhuisstraat heeft slechts capaciteit tot voor tienduizend abonné’s en deze limiet is thans zoo onge veer bereikt. En nog steeds groeit 't aantal aangeslotenen. Tien duizend is heel wat, zult ge zeggen; vooral daar er vele abonné’s zijn met meer dan één aansluiting, zoodat ’t aantal aansluitingen reeds flink de 10.000 te boven gaat. Tien duizend is heel wat. Maar toch zou ik wel plaatsen kunnen noemen, zelfs in ons land, maar vooral in het buitenland, die rela tief meer aansluitingen hebben. Neem b.v. in ons land Arnhem. Maar vooral in ’t buitenland wordt meer ge bruik van de telefoon gemaakt. Om een verandering in ’t telefoneeren na te moet hier een tweede ge- En als dat er is, zal de stad telefonisch als ’t ware in twee steden verdeeld zijn. De abonné’s van ’t eene deel zullen dan in werkelijkheid intercommunaal met die van ’t andere deel zijn aangesloten. Wil iemand uit ’t eene deel spreken met een persoon uit ’t andere deel, dan zal de juffrouw van ’t eene kantoor eerst de juffrouw van ’t andere moe ten vragen, of deze de aansluiting wil geven. Van plannen gesproken, een paar grootsche plannen worden tegenwoordig druk bediscus sieerd en over ’t algemeen in gunstigen zin. We bedoelen de onteigening van Uilenburg en de grootsche spoorwegviaduct in ’t Oosten der stad. Uilenburg is door u gemakkelijk te vinden. Als ge van de Damzijde door de Jodenbree- straat gaat en neemt den eersten steeg links, n.l. de Uilenburgersteeg, dan komt ge over een brug (over de Houtkoopersburgwal). waar ik u hebben wil. Daar vindt ge de drukke Uilenburger- en Batavierstraten. Op dat eiland moeten 333 huizen onteigend worden, waar een goede 900 gezinnen wonen en aan de zijde der Oudeschans ook vele flinke pakhuizen staan. Meerdere woningen zijn reeds onbe woonbaar verklaard, maar toch zal ’t zaakje der gemeente nog wel een millioentje kosten. Als de zaak doorgaat, moet eerst worden afgebroken, dan de Uilenburgwal gedempt en daarna kan men aan ’t bouwen en planten gaan. Dat zal een gelukkige verandering geven, vooral als de bewoners, die thans van f 1 tot f3 per week huur betalen, (hetgeen er opwijst, dat ’t geen beste woonhuizen zijn,) zich niet op het nog minder, naburig Markeneiland vestigen, om die buurt nog ongezonder uit zicht te geven. En als dit Uilenburg-plan verwezenlijkt is, dan zal men ook wel moeten doorzetten en ook de Markenbuurt raseeren. De menschen, die er nu voor een koopje wonen en er hun zaken drijven, zullen last ondervinden van die onteigening, maar de stad zal er door verbeterd worden. Het plan van den spoorweg-viaduct in ’t Oosten der stad werd het eerst ontvouwd door De Telegraaf. Dat is te zeggen, reeds maanden geleden wisten we, dat deze viaduct overwogen werd. De geneesheer knikte en schreef een recept. »Ik kom morgen vroeg terue-, als zij nog leeft*, zeide hij. »Als zij dood is, laat het mij dan weten!* De avond viel. Beatrice en Stella namen haar plaatsen aan het ziekbed in. Het was aandoénlijk en tevens hartverscheurend om te zien, hoe Charles’ blik aanhoudend op het vervallen gelaat van Bertha rustte, zonder dat hij zich gereed maakte om heen te gaan. Bedaard legde Stella haar hand op zijn schouder en zei: »Kom, Charles, je moet wat gaan rusten. Je mag hier niet langer zoo blijven zitten*. Hij schudde het hoofd. «Zou ik heengaan? Den laatsten nacht? Neen!* «Juist, omdat het de laatste kan zijn, heb je kracht noodig. Kom, neem een teugje wijn, je doet me daar mee een genoegen en rust dan een poosje, ik zal je wel weer roepen!* Eindelijk haalde zij hem over; hij stond op, ledigde het glas wijn, dat Stella hem aanbood en waggelde de kamer uit. De beide meisjes luisterden naar zijn voet stappen, tot hij in zijn kamer was en de deur sloot. «Goddank!* sprak Beatrice. «Als hij vannacht hier bleef en zien moest, hoe zij misschien in angst sterft*. Zij bleef steken, haar lippen beefden. Ook Stella’s gelaat werd somberder. Het eene uur verliep na het andere ontzettend langzaam voor de meisjes, die aan het ziekbed waakten en bijna geen woord wisselden. Slot volgt. zooveel nieuw werk onafgedaan of onbegonnen is. En als alle ongeorganiseerden en werkwilli gen nog maar dóórwerkten; maar uit taktiek gebeurt dat niet. De ongeorganiseerde stakers worden boos en beginnen lastig te worden. Men post niet alleen en gaat door met hinderlijk volgen, neen, men dreigt en gaat over tot daden. Men slaat ruiten stuk bij werkwilligen, dringt hunne hui zen binnen, houdt rumoerige straatbetoogingen, die de politie slechts met kracht en overleg weet te beheerschen. Bladen van rechts vragen reeds, of dat zoo door moet gaan. Voor ruim drie maanden, toen de staking pas begonnen was, werd een metselaar, van de Kon. Fabriek op Wittenburg komende, door een groot aantal stakers op ern stige wijze gemolesteerd en nog steeds loopen de daders vrij rond. En op het hin derlijk volgen staan immers ook straffen. Bij Becht en Dyserinck op de Stadhouders kade doet men anders. Daar heeft men accoord getroffen; de stakers kregen grootendeels ge lijk en de fabriek is weer in vollen gang. Heeft men den ganschen dag op het kantoor geze ten, dan moet men ’s avonds geen afleiding zoeken, waarbij de zenuwen worden ingespannen, waarbij veel alcohol gedronken wordt of waardoor men laat naar bed gaat. Na geestelijke inspanning heeft men meer rust en slaap noodig dan na lichamelijken arbeid. Klant: Zeg eens barbier, je hebt me gesneden; ik betaal maar half, hoor! Barbier: Goed dat u het nü zegt, meneer; ik heb u ook juist half geschoren. zoo’n vrouwtje te hooren: je paraplu op! De lieve dienstmeisjes van de Kalverstraat trekken met haar vele kleeden, loopers, kleed jes en matten naarde N. Z. Voorburgwal, zoo dat de voetgangers en de kwartiertje-houden- de schoolklassen verstandig doen een kant uit te gaan. Het is toch een eigenaardige karaktertrek van ons volk al kan men het geschikt doen, dan doet men toch niets om een ander even ter wille te zijn. Een koetsier, voerman of karrijder meent, dat alles maar voor hem wij ken moet. Alleen voor het sterkere wijkt hij, dus voor tram en auto. Voor de tram, omdat dit moet bij wettelijk voorschrift; voor de auto, omdat deze zwaarder is en de chauffeur min stens even brutaal als hij. En reken daarbij nog eens de fietsers, die voor niets, vooral voor geen voetganger, staan. Met de werkstaking gaat het treurig. De staking gaat maar al door, zoodat nog steeds Maar De Telegraaf kwam verleden Dinsdag met ’t nieuwste nieuws: De landsregeering, de stedelijke regeering en de Hollandsche Sp. Mij waren 't eens geworden. Rijk en stad zouden voor de millioenen zorgen en de H. IJ, S. M. ’t werk uitvoeren. De millioenenVerscheidene millioenen. Een spoorweg-viaduct langs Weesperzijde, langs de Vrolikstraat en ’t Muiderpoortstation tot aan de groote Nederl. scheepsbouwwerf. Het station-Weespetpoort zou vervallen en in de buurt, maar op de viaduct, een station ge bouwd worden als ’t station-Beurs te Rotter dam, maar dan op moderne wijze. A/at zouden de menschen, die thans dage lijks bij duizenden moeten wachten aan de Lin- naeusstraat en de Oosterparkstraat, juichen; en ook de geheele Indische buurt en allen, die daar moeten zijn en thans voor de keuze staan: wachten en nog eens wachten, tot de boomen in de hoogte gaan of trappen klimmen. Verdwijnen zouden de verlangens naar ondergrondschen tunnel. Heel de Indische buurt en Watergraafsmeer zouden de vlaggen mogen uitsteken, alsof er een Prins gebo ren ware. Maar, De Telegraaf, die gaarne zoo vlug wil zijn en daardoor wel eens wat te vlug is, schijnt ook hier te voorbarig geschreven te hebben. Maar zeker is, als die groote viaduct er komt, krijgen de landen daar achter een ver hoogde waarde als bouwgrond. Een ander nieuwtje, dat echter reeds meer dan twee jaren oud is, ging dezer dagen rond. De Boom, de bekende R. K. kerk in de Kalverstraat en aan 't Rokin, vlak bij ’t Sophiaplein, ter grootte van ruim 900 M2, zou voor drie ton verkocht zijn aan de bekende firma Vroom Dreesmann, een magazijn zou plaatsen. Alweer! Want deze firma, die in verschil lende steden van ons land hare zaken drijft, heeft in Amsterdam reeds een zestal winkels. Bij 't Uilenburg-plan is hygiëne de drijfveer. Och, of men ook eens sanitaire maatregelen wist te nemen tegen het kleedkloppen. Kijk eens, het stuift hier al genoeg. Ja, al schuift ge maar ééns de zoo zindelijke Kalverstraat op en neer, op een der drukste uren, dan kunt ge, ten minste bij droog weer, er zeker van zijn, eenigszins onder het stof te zitten. Maar dat hatelijke kleedkloppen! Loop*’s mor gens bij toeval door een steeg. Denk niet, dat men even ophoudt met kloppen, tot ge ge passeerd zijt. Neen, als ge blijkbaar haast toont uit vrees voor al dat stof, krijgt ge van HOOFDSTUK XXXVI11. Vervolg. Daar trad de bruidegom met eenige bloedverwanten binnen, de geestelijke begon aan de plechtigheid. Zeker een zeldzame huwelijksvoltrekking. Bruid eu bruidegom reikten elkaar de hand; haar oogen bleven aanhoudend op den beminden man ge vestigd, helder klonk het «ja* van haar lippen. Diepgevoelde smart stond op zijn aangezicht te lezen. Nu glansde de gouden ring aan haar vingerzij was zijn vrouw! Charles boog over haar heen en sloot haar zacht in zijn armen.. Met de laatste krachten eener stervende richtte ze zich op om zijn omhelzing te beantwoorden. Daar klonk een benauwd rochelen uit haar borst en zij zonk in haar kussens terug. Een kreet van angst kwam over aller lippen. Was dat de dood of alleen een bezwijming? Neen, zij leefde nog! Vele, vele uren verliepen er, voordat zij uit dien toestand ontwaakte! Wanneer zou 1URANT 1 r rn I iiaaMl,.-■■■■ .11 r, - J ’>.•7

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1