NIEUWS- ES ADVERTENTIEBLAD
VOOR SSEEk ES HSTREEEJ.
Bittere Amandelen
No. 26.
Woonsdae; 30 Maart 1910.
65e Jaargang.
Uitgever: B, FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
Amsterdamsche Brieven.
weer-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
jenius (waar
havanna van
toor. Ge
komen was, was hij niet zoo opgewekt als anders. Hij
ging dadelijk naar bed, maar den heelen nacht had
hij geen oog dicht gedaan. Hij, Mischke, had gezien,
dat heel den nacht het licht in de slaapkamer van z(jn
kapitein had gebrand en daarom had hijzelf ook geen
oog dichtgedaan. Nu en dan hoorde hij hem zachtjes
in zichzelf praten en het leek wel of hij bromde! Af
en toe had hij hem ook hooren kreunen, duidelijk
hooren kreunen!
Kurdloff wierp zijn lichtzinnige zuster een veelbe-
teekenenden blik toe, die de kleine, bleeke zondares
deed sidderen.
Van morgen, aldus zette Mischke zijn mede-
deelingen voort, zat de kap’tein in z’n bureaustoel en
z'n hoofd steunde in z’n hand en hij drukte de andere
hand tegen z’n voorhoofd! En ’n kwartier geleden
beval hij me de juffrouw te gaan zeggen, dat hij niet
goed was en niet kon komen en hij heeft zich opge
sloten en niemand mag hem storen!
De dokter schudde ’t hoofd. En heeft de kap’tein
niet om een dokter gestuurd? Moest je mij niet roe
pen, MischkeP
Om u te dienen, neen, dokter.
Je kunt gaan, Mischke.
Maar Mischke ging niet. Hij scheen nog iets te
willen zeggen, maar niet recht te durven.
Kurdloff bemerkte het. Wat nog meer I donderde
hij den oppasser toe. Vooruit, vertel op.
De kap’tein heeft zijn bureau opengesloten en
er een klein fleschje uitgenomen. Hij heeft er eerst
een tijd naar zitten kijken en toen hij het open maakte
rook het zoo sterk.
De dokter schrok. Waar rook het naar? vroeg hjj
hij driftig.
Mischke raakte in verlegenheid. Hij opende wel
men reeds i
ruimte vol water.
liers
Paleis voor Volksvlijt voor
dorp, zeer, zeer druk bezocht was en
pan uitliep; dat ook de redevoeringen
Kamerleden Schaper en
uitloopen op
gezorgd hadden,
Plancius, dat
meer was.
een half uur voor de opening der vergadering.
Met de staking gaat ’t nog steeds erger.
Opstootjes. Politiehulp te voet en te paard
voor de werkwilligen. Vergaderingen. Nog
meer uitbreiding der staking in zicht. Scha
delijk voor velen. Kijk eens in de Dapper-
straat, de drukste winkelstraat buiten de Mui-
derpoort. Het midden der geheele straat was
juist diep uitgegraven voor ’t leggen van een
nieuw riool, toen de staking begon. Nu ziet
meer dan 4 mnd. de uitgegraven
Prettig voor de winke-
Alle gasten waren vertrokken, ook kapitein Erich
Wilkens was met de anderen meegegaan en dus had
den broer en zuster weer het veld alleen.
Luister eens, Ella, zeide de militaire dokter
Kurdloff ernstig. Je handelwijze van vanavond is mij
absoluut met bevallen! Als ik in Erich z’n plaats was,
zou ik je dat toch eens duidelijk onder ’t oog brengen.
Je bent verloofd en voor een bruid is de tijd van het
flirten voorbij.
Dokter Kurdloff had het recht zoo te spreken. Hij
was veel ouder dan zijn zuster en nam al sedert jaren
de plaats van vader en moeder bij haar in.
Ella wierp koppig het aardige hoofdje met de
barstige krullen achterover.
?en je „uitgePraat, Eugen? Je kunt nog maar
altijd niet begrijpen, dat ik niet meer het dwaze bak-
a e Laat de verantwoordelijkheid voor hetgeen
doe maar gerust aan mij over!
,°en ziJ zag dat hij werkelijk ontstemd was, trachtte
zij t weer goed te maken.
T,~ H?usch’ Eugen, ’t was zoo kwaad niet bedoeld,
t be“ n!et z0° slecht als je wel denkt. Ik houd veel
hu*1 iJj maar het heeft me een beetje geërgerd, dat
aij altijd zoo kalm, zoo verstandig, zoo zeker is, nooit
eens jaloersch, hartstochtelijk, kortom zij lachte
rooljjk en schalks ik wilde alleen maar eens pro-
studeerkamer van haar broer binnenstormen. Zij zag
doodsbleek. Eugen, hij kan niet komen, hij is niet
heel lekker.
De dokter ergerde zich over de storing.
Nu, wat zou dat? Dat kan iedereen overkomen!
Ja, maar Mischke weet niet wat hem scheelt.
En Mischke z:et er zoo angstig uit, hij doet zoo
vreemd!
Nu stond de dokter van zijn schrijftafel op; hij keek
het mooie meisje ernstig aan.
Zie je nu wel! was al wat hij zei.
Toe, Eugen, help rail, toe, ik smeek het je!
antwoordde zij op vleienden toon.
De dokter opende de deur. Mischke! riep hij luid.
Mischke struikelde over den drempel, een dikke sol
daat met een dom goed gezicht, wien het buis te nauw
aan ’t lijf zat. Met kracht sloeg hij de hakken tegen
elkaar, terwijl hij de muts krampachtig tegen den naad
van zijn broek drukte. Werkelijk lag er een vreemde,
schuwe, angstige trek op het gelaat van den goeden
jongen.
Hoe is ’t er mee Mischke informeerde de
dokter.
Ik weet het niet, dokter! antwoordde de oppas
ser aarzelend.
Vertel op!
Maar de oppasser zweeg, hij kon geen woord uit
brengen.
Vertel op! Heb je geen ooren? herhaalde Kurd
loff, ditmaal zoo luid alsof hij tot een doove sprak.
Mischke kromp ineen, daarna raapte hij al zijn moed
bij elkaar en begon te vertellen, eerst langzaam en
aarzelend, dan steeds duidelijker en vlotter, want de
angst voor zijn kapitein gaf hem de woorden in den
mond. Reeds toen de kapitein gisteravond thuis ge-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
In een groote stad zijn vele menschen, die
aan den kost komen op een wijze, in kleine
steden en dorpen minder bekend. Loop bijv,
op een Woensdag of Donderdag eens naar ’t
Prinsenhof, het stadhuis op den Oude Zijds
Voorburgwal. Ge bemerkt vooral des Don
derdags heel wat andere drukte op de hout-
bestrating dan de overige werkdagen. Loopt
het steeds nog al druk naar het Prinsenhof,
op de genoemde dagen ziet ge files van rij
tuigen. De politie zorgt goed voor de orde;
de rijtuigen moeten een vastgestelde route
volgen en van elkaar voorbij rijden is geen
sprake. Men zou zeggen: queue maken, als
de voetgangers doen voor Carré, Flora, Rem-
brandt-theater, loterijkantoren, loketten van ’t
hoofd-postkantoor. Voor die kantoren der
staatsloterij, zelfs van lotisico, kan ’t soms heel
druk zijn.
Mijnheer de debiteur of collectant doet pre
cies op het vastgesteld uur open en bekom
mert er zich niet om, dat de menschen meer
dan een uur te vroeg voor zijn deur een
plaatsje innemen, om toch maar een tientje of
twintigje te kunnen bemachtigen. Op den
Dam, dicht bij den bekenden winkel van Ha
men immers voor 3 cent een
12 stuiver koopt!), is zoo’n kan-
ziet een driedubbele file van ver
Nu, dat is heel goed, zult ge zeggen. Ieder
is vrij om te geven of niet te geven. En in
een groote stad is het niet zoo’n verplichte
nering.
Maar niet van alle erkende vereenigingen
is het liefdadigheidsdoel zoo klaarblijkelijk.
Onlangs zijn er door het gemeentebestuur nog
een drietal vereenigingen van de lijst geschrapt.
En dan nog iets. Voor de helft is het
minstens een gepatenteerde bedelarij en bede
larij is immers bij de wet verboden. Als de
collectant zijn bus weer terug brengt, wordt
deze geopend en hij krijgt precies de helft
van den inhoud.
Meen nu niet, dat die inhoud zoo groot is.
Als de collectant aan bijv. 300 huizen z’n bus
.gepresenteerd heeft, kan ’t best zijn, dat er
nog geen 40 cent in zit.
De Amsterdammer weet heel goed,
wat voor menschen die collectanten zijn en dat
er 50 percent afgaat voor den collectant.
Voor de ramen van zeer vele nette huizen
staat een kartonnetje met: Aan de deur wordt
niet gegeven, enz. Daar is aanbellen dus over
bodig.
De collectant komt ook winkels, herbergen
en andere zaken binnen en hoort dan bijv.: Aan
bedelaars geven we niet; of: D nder op,
schorum; of: ga je weg, schooiert. Enz.
Ge begrijpt dus, dat dit vak z’n onaangena
me zijde heeft.
Soms loopt ’t liefdadig publiek er ook wel
eens in. Zoo zag ik eens een collectant aan
bellen bij een Zwitser, hier pas gevestigd om
een werk, dat jaren duurde, uit te voeren. De
heer, die van die rijke Hollanders toch
dik geld verdiende, was toevallig aan de deur
en gaf royaal 2 duppies. Hij gaf ze toevallig
den collectant in de hand, ook al omdat deze
de bus wat achteraf hield en de hand voor
uitstak. Ge kunt begrijpen dat de 2 duppies
in den zak en niet in de bus van den bedelaar
verdwenen.
Ik zag ’t toevallig eens; maar zoo zal 't wel
eens vaker gaan.
Van ouds bekende eigenaardige beroepen
zijn die van hobbelaars en uitsmijters.
Het eerste beroep is hard achteruitgegaan,
sedert de vischhandel zich gewijzigd heeft.
Wat had zoo’n hobbelaar te doen? Wel,
’s avonds zag men bij de vischmarkt schuitjes,
die de buns vol levende visch hadden. Die
visch moest levend blijven om er den volgen
den dag hooger prijs voor te kunnen bedingen.
Maar de bun zat zoo vol. En om nu telkens
zooveel mogelijk versch water in ’t ding te
krijgen, zag men ’s nachts op elk schuitje
een man niets anders doende dan hobbelen,
hobbelen.
Van de uitsmijters in Zeedijk en Nes wil ik
liever maar niets zeggen. Ge kunt zelf be
grijpen in welk soort van café’s dit nachtelijk
bedrijf wordt uitgeoefend.
Want och, ’s nachts gaat er nog al wat
om. Zooals ge weet, is ’t hier om 2 uur slui
tingsuur en nog niet eens voor alle gelegen
heden. Een nieuw koffiehuis-, bar- of herberg-
houder moet eerst een half jaar lang reeds
om twaalf uur sluiten. Is hij in dat half jaar
niet bij de politie in opspraak gekomen, dan
mag hij tot 2 uur openblijven.
Maar ook na 2 uur zijn er nog heel wat »so-
cieteitenc open. Kom bijv, ’s nachts eens in
de Warmoesstraat.
Daar ziet ge voor een paar sociëteiten aap
jes voor de deur stationneeren. Zelfs hebben
sommige koetsiers een helper voor enkele dub
beltjes op den bok zitten en zelf staan ze aan
de deur der inrichting, om beter een vrachtje
te kunnen snappen. Het helpertje kan er ge
woonlijk wel af; want nachtraven zijn royaal.
Doch laat ik hierover verder zwijgen, even
vertellen, dat de burgemeesters-audienties, ver
leden Woensdag en Donderdag, zeer druk be
zocht werden, dat de groote vergadering in *t
de redeÓssen
op een
van de
Duys hadden kunnen
heibel, als de S. D. A. P.’ers niet
zoo tijdig aanwezig te zijn in
er voor de S. D. P’ers geen plaats
En deze laatsten kwamen toch
over de honderd personen. Netjes gerang
schikt vanaf de deur tot diep in de Krom-
elleboogsteeg op. De politie zorgt, dat op die
wijze het drukke verkeer op den Dam niet
gehinderd wordt.
Zoo’n kantoor vindt ge bijv, ook in de War
moesstraat, waar eveneens een heele file kan
staan opgesteld.
Doch ik dwaal af en breng u weer naar het
stadhuis. Ge ziet natuurlijk terstond, dat het
trouwdag is voor velen. Bij u is het vooral
trouwdag tegen den 12 Mei, ook verhuisdag.
Hier is het alle dagen des jaars, Zondagen
uitgesloten (of liever in de Jodenbuurt ook op
Zondagen), verhuisdag en alle weken trouwen
er paartjes.
Natuurlijk staan er steeds een twintigtal
nieuwsgierigen. Maar behalve dezen vindt ge
er ook menschen, die hun vak uitoefenen, of
trachten uit te oefenen. Ge kunt zien, ’t zijn
mannen, eenigszins op leeftijd. Sommigen
hebben hun teeken van zoo- en zoovele jaren
militairen dienst op de jas.
Allen zijn ongeveer gekleed als een ver
armd groote-stadsman op z’n Zondagsch.
Wat doen zij daar? Wel, er komen ook
paartjes naar het stadhuis, die van al die for
maliteiten, noodig voor het aangaan van een
wettig huwelijk, zoo geen verstand hebben en
ook niet trachten te krijgen. Er wordt ver
geten getuigen mede te nemen. Enfin, de
straks bedoelde mannen leenen zich daarvoor
tegen een prijsje.
Het is een beroep, waarbij geduld de voor
naamste capaciteit is; want geregeld werk geeft
het niet.
Een ander eigenaardig beroep is dat van
collectant voor erkende armbesturen en lief
dadigheids vereenigingen.
O, zult ge zeggen, die zijn hier in Friesland
ook wel.
Ik geef u gelijk, maar hier gaat het toch
anders. Ledigloopers, verongelukten in den
strijd om het maatschappelijk bestaan, maar
die toch heel wat netter gekleed zijn dan de
zooeven bedoelde getuigen en van netter kom
af lijken te zijn, gaan ’s morgens op ’t vast
gestelde uur naar een bureau van een der
bedoelde besturen en halen een bus met van
boven een nauw sjeufje en door een klein
hangslot goed gesloten. De woorden op de
bus duiden aan, waarvoor gecollecteerd mag
worden en in welke wijk.
beeren, of hij niet een beetje jaloersch te maken is.
De dokter had naar buiten staan kijken, maar nu
draaide hij zich driftig om.
Ella, dat is gevaarlijk spel! Erich is iemand, die
niets licht opneemt! Dat bevalt me juist zoo in hem,
zijn ernst, zijn degelijkheid. Ik houd hem voor een
door en door braaf mensch; maar ik geloof, dat er in
sommige gevallen niet met hem te spotten valt! Heb je
niet gezien, hoe hij er uitzag, toen hij heenging? Zijn
gezicht beviel mij heelemaal niet.
Ella lachtte hartelij'r. 0, het gaat prachtig, hij
was werkelijk jaloerscn! Och, Eugen, jij bent een uit
gedroogde ouwe jongeheer, wat weet jij nu van ver
liefde luitjes! Als Erich morgen komt, dan vraag ik
hem lief om vergiffenis en alles is weer goed! Doch
wees maar gerust, Eugen, ik heb nu de proef geno
men en ik zal het niet weer doen.
In uitgelaten stemming ging zij voor de piano zit
ten en speelde een vroolrjk wijsje.
Ella zag er eenigszins mat uit. Zij had een slech
ten nacht gehad, vreeselijk gedroomd. Alles de schuld
van haar brommigen broer, die haar gisteravond de
les bad voorgelezen. Zij boog zich ver uit het raam.
Dat hij nog steeds niet kwam en ’t was toch al over
elven! Zoo veel over tijd was hij nog nooit geweest en
dat nog wel op Zondag nu hij geen dienst had!
Ha, eindelijk een uniform! Neen, ’t was Mischke maar,
zijn oppasser; hij kwam recht op het huis aan, plot
seling kromp haar hart van angst te zamen. Waarom
Mischke Zij dacht aan de woorden van baar
broer!
Een paar minuten later kwam Ella opgewonden de