t,
VOOR WKK lil «mwj.
Robert’s droom.
TnMëzingfin in nioU.
Zaterdag 16 April 1910.
66e Jaargang.
XTo. 31.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
maar
der
En toch verkiezingen, die ook van be-
ook
opmaken, dat
—o—
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tjjde aangenomen.
voelt
neem i
ken heb.
en Drente zijn
-- Friesland
eigenaardig geval. De geheele
omge-
ten van Zuid-Holland of Overijsel weer om
gaan en dus een liberale meerderheid krijgen,
der Eerste Kamer
Of de regeering
de verschillende provinciën.
Om een voorbeeld te geven: In 1901 gin
gen de Prov. Staten van Zuid-Holland om;
de meerderheid, die steeds links geweest was,
werd toen rechts. Maar voorloopig bleven er
Dauvers, oude beste jongen, dat is fameus hoor.
Dauvers had in zijn zwaarmoedig gepeins in het
geheel niet de komst van den predikant gemerkt. Hij
schrok toen hij den dominee hoorde.
Ik dank u, waarde heer Atherton, zeide hij, zijne
krachten inspannende, ik hoop dat ik nu weer geheel
zal genezen. Ik hoorde dat u steeds zoo veel belang
stelling in mij getoond hebt, ik dank u daarvoor.
O laat dat, zeide de goede oude man, ik heb u ech
ter niet eenmaal mogen zien, die kleine juffrouw Lieske
liet niemand toe. Zij is een uitstekend verpleegster,
een betere hadt u moeilijk kunnen krijgen. Zonder
haar was uw moeder radeloos geweest. Zoo spoedig
u kunt, moet u alles met haar goedmaken, maar juf
frouw Lieske moet dat ook doen met u.
De dominee knipte vergenoegd met de oogen. Meer
dan eens had hij ondervonden, dat een aardige ver
pleegster zich met een patiënt verloofde en het was
hem ondenkbaar, dat een flinke man als Robert Dau
vers aan deze verleiding weerstand zon kunnen bieden.
Dauvers knikte ook. maar droefgeestig. Hij had slechts
een wensch, nl. om zijn ongelukkige geschiedenis aan
den dominéé te vertellen, doch de gedachte aan zijn
moeder weerhield hem.
Atherton vermoedde echter niets van den inwendigen
strijd, dien zijn jonge vriend streed en kalm praatte hij
maar verder.
Uw moeder zal u wel verteld hebben, dat Hendrik
Fnisel bij dat spoorwegongeluk om het leven is ge
komen?
Ja, ze vertelde het mij.
Hij verdronk geloof ik op denzelfden tijd, zoo vervolg
de de dominee. Ik zag hem vijf minuten, voordat hij
in de rivier reed, in een dolle vaart in zijn automobiel
voorbij mjjn pastorie rijden.
Dauvers vloog overeind.
Was hij dan niet bij het spoorwegongeluk dat ik
in België heb meegemaakt? stamelde hij.
Neen mijn jongen, zeide de dominé, hoe kon dat?
Hij is immers denzelfden nacht verdronken.
Maar - wie waren dan de andere reizigers in mijn
waggon? vroeg Dauvers opgewonden. De dominee keek
hem verwonderd aan.
Je waart de eenige reiziger in dien waggon en nie
mand heeft bij het ongeluk zijn leven verloren.
Robert begon te weenen.
Ik dacht, dat ik hem vermoord had. Ik dacht, dat
hij en ik alleen in den waggon waren, dat ik hem
geworgd had.
Niets dan een droom, mijn jongen, antwoordde de
dominee vriendelijk. Toen je je bewustzijn terug
kreeg, heb je je een deel van je ijlen herinnerd en
je dacht dat het waarheid was.
Ik was steeds in de meening
Stil nu maar, ik geloof dat je op den besten weg
bent om een hemel op aarde te krijgen, vervolgde de
dominee, daar komt zij met je moeder.
Geef mij tot steun uw arm, waarde heer, zeide h|j,
ik wil haar zelf tegemoet gaan.
Dat is een belofte voor de toekomst, zeide de dominee
lachend.
En die belofte is vervuld.
I
Veronderstel eens, dat dezen zomer de Sta-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
30 links (waarvan 8 soc.-dem.), in Overijsel
22 links (waarvan 2 soc.-dem.),
42 links (waarvan
links en ten slotte
een geheel vreemd meisje zoo in eens in uwe onmid
dellijke nabijheid te zien.
Was het vroeger niemand anders aangenaam in uwe
omgeving te zijn?
O, dat weet ik niet, ik heb daarover nooit gedacht.
U zei toch, dat het mij niet aangenaam zou zijn
geweest.
Hij bemerkte hoe zij bloosde, wat haar lief stond.
Ik dacht dat ik dood was, in den hemel was ont
waakt en u waart een engel, fluisterde hij.
Ik heb anders weinig engelachtigs over mij, zeide
zij bedaard.
Uwe moeder en de heer Atherton hebben mij dik
wijls verteld, dat gij zelf steeds goed en vriendelijk
tegen iedereen geweest zijt.
Wanneer u wist-zei hij somber.
u op het oogenblik weer niet zoo goed,
me niet kwalijk, dat ik zoo lang met u gespro-
Laat u me maar een paar minuten alleen, dan zal
het wel weer beter worden, zeide hij zacht.
Zij stond op en ging.
Hij zag haar rijzige gestalte en bemerkte hoe zijn
hart klopte. Hij beminde haar, dat gevoelde hij nu
reeds, maar de gedachte aan die liefde was hem on
aangenaam. Hij leed verschrikkelijk in dit kwartiertje.
Zijne daad, ook al zou zij nooit ruchtbaar worden, zou
de poorten van dit liefdesparadijs toch voor altijd voor
hem gesloten houden. Hij gevoelde hoe zijne moeder
in haar waarachtige liefde hem dezen beschermengel
gaarne toedacht en hij doorzag haar goed in elkaar
gezet plan och, als het zoo eens had kunnen
worden!
(Slot.)
Och toe, laat u dat toch, zeide zij met een afwerend
gebaar. Maar och, ik ben zoo blij dat u alweer zoo
ver genezen bent.
Zij hield den kop met bouillon aan zijne lippen en
hand6611 P OtSellnge ingeving bevangen,'kuste hij haar
bang V°°I me? vr°eg hij vriendelijk, toen hij
zag hoe zij bloosde.
*1 bang voor u kunnen zÖn. antwoordde
J zacht, ik, die u zoo heb zien lijden en mij nu zoo
uw beterschap verheug. Wij uwe moeder en
8 A W1J waren zoo bang
Dat ik niet meer beter zou kunnen worden, hé?
Dat u ons niet meer zoudt kennen, zeide zti en hii
5e*°elde hoe zij beefde.
-toe, drink den kop leeg, zeide zij bevelend en hij
gehoorzaamde.
En nadat hij gedronken had, zeide hij: u komt mij
8in6ri ,aal niet vreemd voor, het is alsof ik u reeds
s lang ken. Waarom waart ge zoo ver van mij
af toen ik ontwaakte?
Ja, ziet u, antwoordde zij bedeesd, de dokter zei
danht-J ^,e.u7r bewustzijn zoudt terugkrijgen en nu
1 ik dat het dan voor u niet aangenaam zou wezen
Eerste Kamerleden voor Zuid-
Daarvan
rechtsche leden, Leeuwarden, Heerenveen
Franeker linksche. Doch bij die 30 leden der
linkerzijde zijn niet minder dan 8 soc.-democra-
ten en de kerkdijken doen steeds hun uiterste
best om het Franeker’ bolwerk te bestormen,
wat hun wel eens met een enkel lid (Kamstra)
gelukt is.
N. Brabant en Limburg zijn natuurlijk vaste
katholieke provinciën; doch ook in Utrecht,
Gelderland en Zeeland was geregeld de meer
derheid rechts. Overijsel is de provincie, waar
het ’t meest spant en eerst bij de laatste ver
kiezingen in 1907 kreeg rechtsch een kleine
meerderheid. Dat kan bij elke volgende ver
kiezing anders worden.
Zuid-Holland lijkt een goede burcht voor de
rechterzijde. Immers 51 rechtsche tegen 31
linksche Statenleden; een meerderheid van 20.
Maar Zuid-Holland was vóór 1901 steeds
liberaal en vele van de 51 rechtsche zetels zijn
ver van zeker. Dus ook Z. Holland is geen
vaste provincie voor de rechterzijde.
We zullen ons er niet
’t volgende opmerken:
Noord-Holland, Groningen
vaste burchten voor de liberalen,
verkeert in een
provincie is voor de Prov. Staten in 5 districten
verdeeld, die ieder 10 Statenleden kiezen.
kiezen Sneek en Dokkum steeds
en
Pardon, verontrust u niet, waarde lezer, we
bedoelen niet, dat er dezen zomer weer een
zwaar verkiezingstijdperk zal komen, zooals
we in 1909 pas gehad hebben. De Tweede
Kamer wordt niet ontbonden, zoodat het ge-
heelé land weer op stelten gezet wordt en fel
de partijen elkaar de zege zullen betwisten.
Als er niets in den weg komt, zullen we met
de verkiezingen en stemmingen voor de Kamer
van honderd moeten wachten tot 1913. Nog
drie jaren kunnen de vroede heeren van ons
voornaamste regeeringslichaam met elkaar re-
deneeren en kibbelen, voor ze naar huis ge
zonden worden, de meesten slechts om een
nieuw 4-jarig mandaat te aanvaarden, enkelen
of misschien verscheidene heeren om voor
goed den bons te krijgen. Dus geen verkiezin
gen om de verhouding 6040 te wijzigen.
En toch verkiezingen, die ook van be
lang zijn.
Binnen enkele weken treedt de helft van de
leden der Provinciale Staten in de verschillen
de provinciën af en moet daar weer in voorzien
worden.
Nu zijn dit voor een goed deel geen natio
nale, algemeene belangen. Ieder heeft slechts
met z’n eigen Provinciale Staten te doen en ’t
belangt bijv, een Fries bitter weinig, welke
mannen door de Limburgers of de Zeeuwen naar
hunne Staten afgevaardigd worden. Wat kan
’t een Groninger schelen, of ze in Brabant al
lemaal ervaren of minder knappe lui aan ’t
provinciaal roer plaatsen.
Maar de leden der Provinciale Staten kie
zen op hunne beurt de vijftig leden van ons
Hoogerhuis. En daar dit Hoogerhuis een be
langrijken invloed heeft op ’s lands zaken, vor
men in dit opzicht ook de verkiezingen der
Prov. Staten niet slechts een provinciaal, maar
ook een nationaal belang.
Laten we hier even opmerken, dat de leden
der Eerste Kamer niet gelijktijdig met die der
Prov. Staten aftreden. Ook treedt van ons
Hoogerhuis om de twee jaren slechts een der
de deel af. Zoo kan ’t dus gebeuren, dat de
meerderheid der Eerste Kamer geen getrouw
beeld geeft van de som der meerderheden in
meer Statenleden genomen. Deze getallen
veranderen niet met den loop der bevolking,
maar zijn eenmaal vastgesteld in verband met
den toenmaligen stand der bevolking.
Dit blijkt duidelijk uit ’t lijstje. N.-Brabant
bijv, heeft 64 Statenleden tegen Gelderland
62, terwijl thans de bevolking van Gelderland
talrijker is dan die van Brabant. Friesland
heeft meer Statenleden dan Overijsel, terwijl
thans in Overijsel meermenschen wonen dan in
Friesland. Zeeland heeft meer Statenleden dan
Utrecht, terwijl deze laatste provincie meer
zielen telt dan Zeeland.
Verder zien we uit dit lijstje, dat de rech
terzijde de meerderheid heeft in de Staten van
Noord-Brabant, Gelderland, Zuid-Holland, Zee
land, Utrecht, Overijsel en Limburg; de linker
zijde heeft de meerderheid in Noord-Holland,
Friesland, Groningen en Drente.
Hieruit is af te leiden, dat de zeven eerste
provinciën rechtsche, de vier laatstgenoemde
linksche Eerste-Kamerleden kiezen.
Laten we alleen opmerken, dat voor Over
ijsel ook één liberaal lid, namelijk de heer Stork,
in ons Hoogerhuis zetelt.
Geven wij thans het aantal leden der Eerste
Kamer.
In dit hooge college zitten 19 liberalen, 18
katholieken, 10 anti-revolutionairen en 3 chr.-
historischen, waarvan aftreden 7 liberalen, 7
katholieken, 2 anti-rev. en 1 chr.-hist.
Nu ook ’t aantal Eerste-Kamerleden ge
noemd, dat elke provincie kiest. Zuid-Holland
10, N.-Holland 9, N.-Brabant 6, Gelderland 6,
Friesland 4, Overijsel 3, Groningen 3, Limburg
3, Utrecht 2, Zeeland 2 en ook Drente 2 Ka
merleden.
We zouden hieruit de gevolgtrekking kun
nenmaken, dat Frieslanden Drente een schreefje
vóór hebben. Friesland heeft thans minder
inwoners dan Overijsel en zendt één lid meer
naar de Eerste Kamer. En als Drente 2 Ka
merleden kiest, zou Zuid-Holland, naar even
redigheid der bevolking, er minstens 16 of
17 moeten kiezen.
Laten we hierbij opmerken, dat ’t lastig was
het bepaalde getal van 50 Kamerleden zoo
billijk mogelijk over de elf provinciën te ver
deden, terwijl de traditie maakte, dat Friesland,
’twelk in de vroegere Kamer van 39 ook een
lid meer koos dan Overijsel, bij de nieuwe re
geling voor 50 Kamerleden, dit voorrecht
heeft behouden. (Friesland had vroeger een
talrijker bevolking dan Overijsel.)
Merkt ook nog op ’t groote gewicht, dat Zuid-
tien liberale Eerste Kamerleden voor Zuid-
Holland zetelen, zoodat de meerderheid der
Eerste Kamer links bleef. Eerst langzamer-
hand, als er om een of andere reden een nieuw
Kamerlid voor Zuid-Holland gekozen moest
worden, werd natuurlijk het liberale lid door
een van de rechterzijde vervangen.
Holland in de schaal legt.
Ge zult zeggen: N.-Holland kiest toch
één Kamerlid minder dan Z.-Holland.
Ge hebt gelijk, maar zie eens naar ons eerste
lijstje. Noord-Holland is een vaste liberale
burcht en kiest dus vast en zeker 9 liberale
Senatoren. Zuid-Holland is in 1901 c~
gaan, hetgeen dus beteekent: 10 rechtsche
de plaats van 10 linksche leden.
Z.-Holland beslist, hoe de meerderheid
Eerste Kamer zal zijn.
Nu geven we nog het lijstje der aftredende
Kamerleden. Dit is: voor N. Brabant 2 recht
sche, Gelderland 2 rechtsche, Z. Holland 3
rechtsche, N. Holland 3 linksche, Zeeland 1
rechtsch, Utrecht 1 rechtsch, Friesland 1 linksch,
Overijsel 1 linksch, Groningen 1 linksch,
Drente 1 linksch en Limburg 1 rechtsch lid.
Merkt hierbij op, dat voor Overijsel juist
het ééne liberale lid Stork moet aftreden.
Zal de lezer nu van ons verwachten, dat
we voor hem de horoscoop trekken en uitleg
gen, hoe t zal gaan als over eenige weken
de verkiezingen voor de Prov. Staten (om
de drie jaren treedt de helft af) plaats hebben?
We zullen ons er niet aan wagen en alleen
dan blijft de meerderheid
voorloopig nog rechts.
zou de Eerste Kamer moeten ontbinden.
Dit is echter hier te lande geen usance. Zelfs
ontbinding van de Tweede Kamer behoort hier
tot de zeldzaamheden.
Onze Tweede Kamer is zoozeer het wetge
vend lichaam en de Eerste Kamer slechts ’t
controleer end, dat zelfs, wanneer de meerder
heid van ons Hoogerhuis een andere kleur
heeft dan die van ’t Lagerhuis, dit niet van
beslissenden invloed is op den aard der nieuw
te maken wetten. Niet van beslissenden in
vloed. Maar toch van eenigen invloed. Stel,
dat de meerderheid der Eerste Kamer eens
links was, dan zou een rechtsch ministerie en
een rechtsche meerderheid der Tweede Kamer
zich wel wachten, wetten te maken, die al te
zeer den partijstempel droegen.
In dit opzicht beschouwd, is dus de keuze
der Eerste Kamerleden en daarom ook van
de leden der Prov. Staten, van groot belang.
Laten we nu eerst eens nagaan, hoe thans
de verschillende Prov. Staten zijn samenge
steld.
In Noord-Brabant heeft men 64 leden der
rechterzijde, in Gelderland 39 rechts en 23
links, in Zuid-Holland 51 rechts en 31 links,
in Noord-Holland 23 rechts en 54 links (waar
van 4 soc.-dernocraten,) in Zeeland 26 rechts
en 16 links, in Utrecht 29 rechts en 12 links
(waarvan 1 soc.-dem.), in Friesland 20 rechts
en r~
25 rechts en f"
in Groningen 3 rechts en
4 soc.-dem.), in Drente 42
in Limburg 45 rechts.
Uit dit lijstje kan men
aantal leden der Prov. Staten der verschillende
provinciën niet precies evenredig is met de
grootte der bevolking. De wetgever heeft
indertijd gezegd: We nemen voorde provincie
met de dunste bevolking een vast aantal Sta
tenleden; en toen heeft men voor de overige
provinciën, al naar de bevolking grooter was,
raws- us iiimmiBUD
’t
l.
...j in