VOOR SMiEk EJ HSTHEkEl.
gehsiniê
JIEIWS- ES AHlEüïESÏIEIILIII
Woensdag 20 April 1210.
No. 32.
65e Jaargang.
r
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton,
Amsterdamsche Brieven.
Woensdag een nieuwe
eener groote stad gaan
politieke wegen.
Ook wethouder Zadok
liever ’t heele Dagelijksch
duw.
Spoedig zou dan ook 't Wertheimpark inkrim
pen. Neen, ’t was beter als men van den heer
Van Hall, die te Utrecht woont, de afschuwe
lijke Parkschouwburg-ruïne kocht, om deze mis
geboorte te amoveeren en daarmee ’t open
speel- en sportterrein te vergrooten.
Hoeveel jaren staat daar nu reeds die ver
velende ruïne. Haar koperen teest als ruïne
heeft ze reeds achter den rug. Als ze behoorde
aan iemand met kleine middelen, was haar
reeds lang een andere bestemming gegeven.
Maar och, de heer F. A. van Hall heeft geld
genoeg en kan wachten. In een interview ver
klaarde hij echter, den rommel wel aan de
gemeente te willen verkoopen, als voor den
bouw ook een redelijke prijs betaald wordt.
De meerderheid van den Raad verklaarde
zich tegen verkoop van ’t bedoelde terrein.
Mr. Van den Bergh is den laatsten tijd niet
gelukkig. In’t voorlaatste nummer van de Groe
ne werd hij danig afgeborsteld, omdat hij geen
oog had voor ’t schoon van oud-Amsterdam,
’tgeen bleek uit de verknoeiing van den antie
ken gevel der Agnietenschool (O. Z. Voorburg
wal.)
Nu ik toch op dien burgwal verzeild geraakt
ben, moet ik even melden, dat twee huizen
van niet nader aan te duiden reputatie een
billet met bevel tot sluiting gekregen hebben.
Onze nieuwe burgervader gaat in dezen dus
eenigszins anders te werk dan zijn voorgan
ger. Mr. Van Leeuwen stuurde agenten, die
dag en nacht post vatten voor zoo’n perceel, 't
geen natuurlijk ten gevolge had, dat ’t zaakje
verliep. Jhr. Roëll zegt kortweg: sluiten den
rommel.
Op ’t eerste gezicht zal ieder zedelijk mensch
zeggen, dat dit uitstekend is. Vroeger wist
ieder in de oude stad de verdachte huizen te
vinden en thans zijn ze toch maar verdwenen.
Verdwenen? Och arme! In de plaats van
eenige verdwenen bordeelen, die gereglemen
teerd en gecontroleerd hun werk deden, ver
spreidde de prostitutie zich over de geheele,
vooral over de nieuwe stad, gansche wijken
verpestende. En deze rommel is niet geregle
menteerd.
Is dat verbetering? Neen, luidt hun ant
woord.
Dat de politie op zedelijkheidsgebied werk
zamer is dan vroeger, blijkt uit meer dan één
feit.
Op de etalages wordt gelet en de welbe-
toestand. Ik ren over het gras het paard tegemoet.
Maar ik had even goed kunnen probeeren een orkaan
tot stilstand te brengen als dit razende paard. Het
schudde mij van zich af, alsof ik een lastige mug ge
weest was en holde woest door. Maar deze hindernis,
hoe kort zij ook geduurd had, had het beest genood
zaakt toch een beetje uit den koers te wijken en slechts
de wagenraderen raakten eventjes nog in het voorbij
gaan Helena’s jurk.
Hel is goed afgeloopen, hoop ik? vroeg ik angstig.
Met verschrikte, wijd opengesperde oogen wendde
zij zich tot mij.
Best, dank u, mij scheelt niets, begon zij met beven
de stem. Ik had hier niet moeten komen en moet nu
maar gauw naar mijn oud plaatsje terugkeeren, zeide
ze en strekte beide handen voor zich uit, langzaam, stapje
voor stapje, onzeker voortgaand. Ik zag het: Helena
is blind.
Wat ik toen zeide en deed, weet ik niet meer, wel
weet ik dat mijn hart geweldig klopte en dat mijn
hoofd warm was als vuur. Toen ik haar naar de
bank terug bracht, haar troostte en kalmeerde, had ik
een gevoel alsof ik niet meer op aarde was.
Voor het eerst in mijn leven vergat ik mijn misvormd
lichaam, ademde en bewoog me als een vrij man. Voor
het eerst liet ik mijn verstand en mijn fantasie den
vrijen loop en hield haar zoo goed bezig, dat zij het
gebeurde geheel vergat.
Toen kwam Helena’s vriendin en toen merkte ik
plotseling dat mijn kleeren stoffig en stuk waren,
mijn hoed gedeukt was en, waaraan ik in mijn
vreugde heelemaal niet had gedacht, dat mijn hand
slap naar beneden hing en verbazend pijnlijk was. De
vriendin legde beschermend haar arm om Helena’s
schouders.
Verleden Woensdag presideerde onze nieuwe
burgemeester, jhr. mr. A. Roëll, een raads
zitting, die niet voor alle leden even prettig was.
Doch laat ik eerst even melden, dat jhr.
Roëll van den Duitschen keizer de onderschei-
dingsteekenen ontvangen heeft van eereridder
der Johanniter Orde. Jammer, dat deze onder
scheiding niet eventjes eerder gekomen is,
dan had de nieuwe ridder de pelgrimsreis per
stoomschip Statendam, onder leiding van ’s
keizers tweeden zoon Eitel Fritz, naar Palestina
kunnen meemaken.
Doch keeren we terug tot de laatste raads
zitting. Deze was vooral voor twee der wet
houders minder aangenaam. Vooreerst Del-
prat, die onlangs als oudste wethouder eenige
weken waarnemend burgemeester was. Zooals
ge weet, heeft ’t niet-op-verzoek gegeven eer
vol ontslag van dr. De Gelder, onder-directeur
der gemeentelijke electrische centrale, heel wat
stof opgewaaid. Tegen den zin van ’t dage
lijksch bestuur benoemde de raad een commis
sie van onderzoek en in die commissie werd
noch Delprat noch een der andere wethouders
toegelaten.
Delprat heeft toen ontslag gevraagd als wet
houder van publieke werken.
Intusschen vat de commissie, onder voorzit
terschap van mr. Van Gich, haar taak zeer ern
stig op en zoo uitgebreid wordt ’t onderzoek,
dat er Woensdag niet meer of minder dan
3000 gld. door haar werd aangevraagd, ten
einde een stenografisch verslag van de enquête
te kunnen uitbrengen.
Deze 3000 gld. werden door den raad toe-
Een oogenblikje later kwam een jong meisje op haar
toe en zeide
Kom ik te laat? Heb je al lang gewacht, Leentje?
In mijn werkkamer ben ik nu terug en het is me,
alsof het hier somberder en eenzamer is dan ooit te
voren.
kende August Koster, die nu van Hartenstraat
3 naar Kloveniersburgwal 45 verhuist, heeft
reeds een vonnis opgeloopen wegens uitstalling
van zeker soort prenten en platen. Z’n uit
stalling, des Maandags, op ’t Amstelveld, zal
ook nog wel eens in den kijk loopen.
Doch er is meer. Voor meer dan drie jaren
schreef ik u reeds in een A’damschen brief,
dat sommige straatmeiden een heelen morgen
en middag de draaiorgels volgden en dan dans
ten op een manier, die alles behalve netjes
kon genoemd worden. Ge begrijpt. Zoo’n
meid ging met verschillende kerels de kroegen
in, die ’t orgel passeerde en werd er daardoor
steeds wulpscher op in haar evoluties.
Ook kinderen dansen nog steeds op de maat
der orgelmuziek. En toch hoort men meer
malen uit zoo’n kindermond: Neen, ik dans
niet, ik mag niet van m’n moeder.
Maar als grootere meiden ’t nog probeeren,
dan houdt tegenwoordig de orgelman dadelijk
op met draaien en met z’n geldophalers tracht
hij, woedend, omdat z’n broodwinning gehin
derd wordt, het gore stel te verjagen.
Waarom De politie heeft uitdrukkelijk in
last, het orgeldraaien te verbieden, als er zoo
gedanst wordt.
Nog wat anders. Voor enkele weken hebben
de meeste urinoirs bordjes gekregen met: «Ver
zoeke uw kleeding in orde te brengen, voor ’t
verlaten dezer inrichting.* Zulke bordjes heeft
men in den Haag en Arnhem, om maar twee
steden te noemen, waarvan ik ’t zeker weet,
reeds jaren. Nu, om de waarheid te zeggen,
is dit niet overbodig en ’t is te wenschen, dat
er nog meerdere lugubre gelegenheden ver
beterd worden.
Doch genoeg hierover.
Laat ik eerst melden, dat de commissie voor
de slachtoffers der «Prins Willem II« succes
heeft. Het is waar, de directie der W. Indische
Mail zal zelf de nagelaten betrekkingen hel
pen, maar ieder begrijpt, dat er nog best een
flink beetje financiëele hulp bij kan. De West-
indische is een maatschappij met acht behoor
lijke, maar toch voor de groote vaart niet zeer
groote booten. De aandeelen staan gewoonlijk
iets beneden pari, ’t geen dus aanduidt, dat 't
dividend niet hoog is.
In vergelijking met de Holland—Amerika-
lijn, de Mij Nederland en de Rotterdamsche
Lloyd is de W. Indische dus een kleine maat
schappij.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
gestaan en we hebben dus een zeer lijvig ver
slag in ’t verschiet.
Intusschen moest er
wethouder benoemd worden.
De heer Delprat, die zich vóór ’t begin der
stemming geabsenteerd had, werd gekozen,
maar hoe?
De liberalen en vrijz. democraten brachten
20 stemmen uit op Delprat, de sociaal-demo-
craten 8 st. op een der hunnen, verder was
er nog een stem verdwaald op den katholieken
bouwpatroon en aannemer Hendrix, terwijl de
13 kerkelijke leden blanco stemden. Delprat
was dus gekozen met 20 van de 29 geldige
stemmen. Maar men kan ook zeggen, dat van
de 45 raadsleden, waarvan 42 aan de stem
ming deelnamen, slechts 20 op Delprat stemden.
Geen wonder, dat deze voor de eer bedankte.
Zoodat er binnenkort opnieuw gestemd moet
worden.
Waarom de kerkdijken blanco stemden?
Men beweert dat ze met de liberale partijen
geconfereerd hadden, ten einde voor den eenen
wethouder twee in de plaats te stellen, zoodat
er dan vijf wethouders zouden zijn.
Dan zou Delprat ook door rechtsch gestemd
worden.
De liberalen wilden daar echter niet aan en
dit zou de reden zijn, waarom in een vergade
ring der drie rechtsche partijen met één stem
meerderheid besloten werd blanco briefjes in
te leveren.
Waarmede natuurlijk den val van Delprat
een feit zou worden; want deze zou zich mis
schien alleen door een overgroote meerderheid
tot aanblijven laten bewegen.
En toch was men aan kerkelijke zijde niet
tegen Delprat.
Ja, ja, ook de handelingen van raadsleden
vaak langs duistere
Het is nu Juni. Helena is sinds eenige weken op
reis. Vandaag kreeg ik dezen briefLieveling, ik heb
heel belangrijk nieuws voor je. Ik ben hier onder
Twee weken woon ik in de groote, vreemde stad,
en richt langzamerhand mijn kamer in. Zoo kocht ik
de vorige week bij een uitdrager een merkwaardige,
oude schrijftafel. Toen ik mijn schat nog denzelfden
avond onderzocht, vond ik daarin een geheim vakje,
waarin een manuscript lag. Het papier was dichtbe
schreven en doormidden gescheurd. Natuurlijk ont
maakte mijn nieuwsgierigheid, zorgvuldig legde ik
^ee^en t’D elkaar en las daarna het volgende:
Wat was het, dat mij voor de eerste maal heeft
gezegd, dat ik niet was zoo als andere knapen? Was
bet de groote spiegel in de kamer van mijn moeder,
me mij de bittere waarheid vertelde, dat ik een stum
perige kleine jongen was, wiens gebogen hoofd op
booge spitse schouders zat en wiens rug zich onder
oen nek tot een grooten bochel vormde? Eenzaam was
s, steeds eenzaam in de dagen van mijn jeugd. Slechts
D.oens de schooluren onderscheidde ik mij. Later
wijdde ik mij aan de rechten en werkte van den vroegen
morgen tot den laten avond. Thans is mijn eenige
hetp8^11^ 6en wan(^e^ng’ ’8 middags om vier uur in
En op de wandeling zag ik vanmiddag Helena. Zij
a alleon op een bank, en ik stond op eenigen afstand
n keek naar haar. Heur bruin haar glansde als goud
m den zonneschijn.
Het is nu een maand geleden, dat ik haar het eerst
heb gezien en eiken middag hen ik in die vier weken
nabij deze bank in het park geweest. Dikwijls zie ik
haar. Ik wacht, totdat haar vriendin komt en haar
haalt en als ze weg is, neem ik een oogenblik plaats
op de bank, waarop zij gezeten en gedroomd heeft.
Voor niets ter wereld zou ik me daarheen begeven als
zij er zich nog bevond; dan toch zou ik moeten zien,
hoe hare heldere oogen zich met afschuw en medelijden
op mij zouden richten. Neen, voor niets ter wereld!
Mijn hoofd gloeit, mijn handen beven, ik kan nau
welijks ademen, maar ik moet schrijven, hoewel ik
gedwongen ben de linkerhand te gebruiken ik heb
vandaag mijn rechterpols gebroken.
Toen ik vandaag in het park kwam, was Helena er
al en speelde met een jong katje. Plotseling pakte
het beestje haar kluwen garen met de tanden beet en
liep daarmede over het pad en het gras naar den hoofd
weg. Helena stond op en liep het lachend achterna;
terwijl zij het garen om haar hand wikkelde, bereikte
zij deu kleinen misdadiger spoedig en boog zich om
het kluwen op te rapen.
Op hetzelfde oogenblik hoorde ik klakkende paarden
hoeven en zag een woest paard voor een leegen wagen
hollen. Helena slaakte een kreet van angst en ging
staan. De kat rende de boschjes in, het jonge meisje
echter bleef aarzelend staan.
In een kort maar moeielijk oogenblik overzie ik den
Leentje, Leentje, zeide zij verbaasd en verwijtend
tevens, terwijl ze mij wantrouwend aankeek.
O, Marie, het is maar goed dat je er bent. Hier is
iets ernstigs gebeurd. Een hollend paard heeft me
doen schrikken, toen ik het katje naliep, en deze heer
heeft me naar de bank teruggebracht.
Het jonge meisje kwam naar me toe. Al haar wan
trouwen was verdwenen, slechts medelijden lag er in
haar blik.
Maar uw hand is gekwetst, zeide zij.
Gekwetsten daarvan zegt u mij geen woord! riep
Helena op zoo vriendelijken toon, dat het bloed mij
naar het hoofd steeg. Ik kalmeerde haar zoo goed ik
kou en zeide de beide dames goeden dag. Maar mijn
hart klopte nog steeds van louter vreugde, ondanks de
pijnlijke pols.
Nu is het winter. Het park is stil en kaal. Ik be
hoef nu niet meer er naar toe te gaan om de bank te
zien. Nu is er een mooie, warme kamer met een ge
zellig knappend haardvuur, waar ik altijd welkom ben
en dagelijks Helena kan zien.
Ik heb veel van haar geleerd. Eu ik ben kalm en
tevreden, want Helena wordt mijn vrouw. Ik wil haar
leven gelukkig maken, eiken steen zal ik haar uit den
weg ruimen. Haar lieve, blinde oogen zien immers
niet den armen misvormde, die haar tij den dag meer
lief krijgt.
En nu ben ik blij dat ik geestelijk goed ontwikkeld
ben en gezond verstand bezit, want dit zal Helena’s
leven vermooien. In Juli zal ons huwelijk plaats
hebben.
van den Bergh, of
bestuur kreeg een
Burg, en Weth. stelden voor, ’t terrein
tusschen ’t Wertheimpark en de Parkschouw
burg-ruïne te verkoopen aan buitenlandsche
ondernemers, die er een rolschaatspaleis wil
den bouwen. Verschillende raadsleden vonden,
dat ’t zonde en jammer zou zijn gemeentegrond
in ’t hart der stad te verhuren of te verkoopen
voor bouwterrein. Ze vonden 't gladverkeerd
van mr. Van den Bergh, onze stad van een der
longen of een stuk der longen te berooven.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post fO,5O.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
9