SHOTS- ES AIII EIiTESTIEliLJII 11)01! SJEES BS OilSTHEEEJ. BLOOKER'S I Een verwoest lêFO. F I - w Woe ns da?; 4 Mei 1310» No. 36. 66e Jaargang. Feuilleton. DAALDERS Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. CACAO be- of Belg in ’t ■1^I CE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post fO,5O. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. museum voor op die zooeven Het is met den laster als met valsch geld; ve le menschen, die het niet gaarne zouden vervaardigen, vinden er toch minder bezwaar in, om het verder in omloop te brengen. Leert uw kind wreedheid schuwen en de zwak ken beschermen, en doordringt het van de achting, die het de vrouw verschuldigd is, te beginnen met zijne moeder en zijne zusters. Een jaar later zat Hilda ijverig bezig in een kleine kamer aan de naaimachine. De jonge vrouw zag er zeer ziekelijk uit, alleen de groote oogen, die uit het doodsbleeke gelaat staarden als twee sterren, herin nerden aan bet vroeger zoo knappe gelaat. In de nabijheid der jonge moeder stond een wiegje, waarin de kleine rustig sluimerde, onbewust van het verdriet zijner moeder. Nu en dan wierp deze een teederen blik op haar eenigen schat. George trad binnen. Hij wierp zijn hoed in een hoek van ’t vertrek en viel afgemat in een stoel neer. Ook hij zag er slecht uit; uit zijn oogen, die diep in hun kassen weggezonken waren, straalde wanhoop en verdriet; hij, de fiere jonkman van vroeger, was nu het hem niets kon schelen of zij iets namen of niet. Nadat zij een paar stukken, die hen noodzakelijk toeschenen, hadden uitgezocht, vonden zij toch dat de prijs van 600 mark wat al te hoog was, vooral als men bedacht, dat deze zaken misschien bij een ge wonen handelaar voor de helft te krijgen waren. Het is wel wat veel geld, meneer, zei George, doch wij zullen ze nemen als gij ze ons op afbetaling wilt leveren. Als door den bliksem getroffen, viel de edele hande laar in een voor dergelijke gelegenheden steeds ge- reedstaanden leuningstoel. Nooit zou ik u deze stukken op afbetaling kunnen geven! riep hij, hevig gesticnleerend; hoe komt u er bij? Ik dacht natuurlijk dat u contant zou betalen, omdat u er mij vooruit niets van zei. Afbetaling bij zulke prijzen, daar is geen denken aan. Hoeveel moet er dan nog bij? Wat is u, meneer? Boekhouder. Uw inkomen? Vijftienhonderd mark! Hm, hm, dat is niet veel, dan zal de afbetaling minstens twee jaar duren. Hoeveel kunt ge nu geven? George zweeg, maar Hilda bemerkte zijn verlegen heid. Honderd mark, zeide zij. Goed, antwoordde de verkooper met een lachje, omdat ge zoo’n net paartje zijt en op mij zoo’n solie- den indruk maakt. Ik reken dan nog tien procent er op, u begrijpt me, nietwaar? en binnen twee jaar is n de eigenaar van deze kostbare meubels. Ik geloof, dat u nu wel tevreden zult zijn, ja dat wist ik wel. De man zette zich aan zijn lessenaar, vulde een hier, hier, overal het zelfde. Je ziet, wij hebben dus een groote keus, de menschen willen ons in ’t geluk behulpzaam zijn. Maar die schulden, ik heb nog nooit schuld gemaakt, George; alleen de gedachte er aan vind ik verschrik kelijk; kom laat mij nog wat werken en wacht nog een jaartje. Met een driftig gebaar frommelde hij het blad in elkaar. Je spreekt altijd van wachten, werken en schulden; een mensch, al is hij ook arm als wij, moet in zijn jeugd aan zijn geluk denken, anders vervliegt die gelukkige tijd. Met een boos gezicht keek hij een anderen kant uit en ging voor het raam staan. Zij kon hem niet boos zien en vloog hem om den hals. Ik wil alles doen wat je wilt, lieve, maar wees nu niet kwaad op me. Het tweetal keuvelde nog wat, daarna begonnen zij onder afbetalingen naar het goedkoopste adres te zoeken. Als wij alles gekocht hebben en den prijs weten, dan zeggen wij pas, dat we het op afbetaling nemen, fluisterde George zijn meisje toe, toen zij den volgen den morgen in den Afbetalings-Bazaar, zooals er met groote letters boven den ingang stond, binnentraden. Meneer Werner, een man van omstreeks veertig jaar, had de zaak reeds begrepen. Lui die dadelijk betaalden, dat was, bij hem tenminste, nog nooit voor gekomen. Hij behandelde het paar met koelheid, en vooral zoodra hij op hun gezichten las, dat de prijs, die hij noemde, hun te hoog voorkwam. Hij behandelde hen op een manier, alsof hij de goederen cadeau gaf en Ik had niet den tijd me Vrijdag jl. te 5 uur 2 minuten aan ’t Centraalstation te be vinden, om de aankomst van den befaamden Theodore Roosevelt, oud-president, rough rider, geweldig jager, journalist, staatsman, geleerde, enz., te zien. Dat is nu eens een man. Keizer Wilhelm II wil ’t doen voorkomen ot hij alles en nog wat weet, maar Roosevelt kan met meer recht een »omnis homo» genoemd wor den. Wat een kracht in dien eenen mensch! Wat een rustelooze werkkracht! Pas heeft hij den zwaren last van ’t Amerikaansch pre sidentschap getorst, of hij gaat, om zich te ontspannen, jagen in de onherbergzaamste dee- len van Afrika. Vrees voor tropenkoortsen bestaat evenmin als die voor wilde dieren en menschen, voor hitte en ontberingen. Tusschen de jachtpartijen door schrijft hij belangrijke artikelen voor de pers. En om van die ver moeienissen uit te rusten, maakt hij een reis door Egypte en Europa, die op zich zelf reeds voor een kranig mensch van hooge ontwikke ling een reuzeninspanning zou zijn. Rusteloos trekt hij van de eene hoofdstad naar de andere, houdt redevoeringen, interesseert zich voor wat er belangwekkends is en gaat weer verder. Overal wordt hij, die eigenlijk niets meer is dan een ambteloos burger, geen anderen adel dan den adel des geestes met zich voerende, contract in en gaf het Gebrge om te onderteekenen, Maar dat is een leen-contract, zei Hilda, die er vlug een blik op had geworpen. Zou ik u soms een koop-contract moeten voorleggen, voor u de meubelen betaald heeft? Gij zoudt ze dan kunnen verkoopen en ik naar mijn geld fluiten, zei hij op ruwen toon. Het contract was gedrukt. George dacht er verder niet aan; allen die hier kwamen, deden immers hetzelfde, waarom zou hij niet teekenen? Te genover dezen menschenvriend kon hij toch geen wan trouwen koesteren! Ik begrijp niet, zei Hilda bij het verlaten van het magazijn, hoe die man zoo’n o^ergroote menigte van gebruikte meubels heeft en die nieuw heetten, kwamen mij ook voor, alsof ze reeds gebruikt en alleen een beetje opgeknapt waren. Er moeten, als men dat alles ziet, toch veel ongelukkige huwelijken gesloten en ont bonden worden. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. is er slechts weinig veranderd in de stoffee- ring. Ik wed, dat de meesten er niets van be merken. Dus de Nachtwacht, de Staalmeesters en de kleinere stukjes, die zoo een schuilplaats ge vonden hadden in de zaal met de schutters- en regentenstukken, hebben weer hun speciale ver blijfplaats teruggevonden. Dezen zomer zal men de vreemdelingen en de Nederlandsche bezoekers weer met een idee van »nu komen we in ’t heilige der heiligen van de kunst», de enkele trapjes op zien gaan naar de puist, vol ontzag starende naar de mooi belichte Nacht wacht, iets korter vertoevende in ’t kleiner zaal tje van de staalmeesters (de 5 keurmeesters van de geweven stoffen met hun bediende; die 5 heeren zien er wel naar uit om te logenstraf fen, dat onze roemruchte voorvaderen geheel onthouders waren!) En toch was dezer dagen het laatste stuk al weer naar de zaal der doelenstukken ver plaatst. In dat kleine zaaltje is geen ruimte, cm de tegenwoordige schilders gelegenheid te geven, een goede copie van het meesterwerk te maken. Doch laat ik eindigen over ’t Rijksmuseum en u alleen nog eens op’t hart drukken: Bezoek, als ge in de hoofdstad komt en van schilderijen houdt, ook het sedert enkele maanden geopende nieuwe gedeelte, ingang apart aan de Hobbe- mastraat (Museumplein), waar de collecties- Drucker, Westerwoudt, enz. (moderne schilde- en stukken uit de 18e eeuw) geplaatst Het is de moeite waard. ben eigenlijk blij, dat ik geen ruimte heb om over de staking te schrijven. doen meerdere rijen zijn. Ik meer Degenen, die begonnen zijn, pogingen om tot een vergelijk te komen, maar de patroons staan op hun stuk. De steenhou wers schijnen nu ook vies van «besmette» werken te zijn. Intusschen kan men opmerken, dat er aan meer nieuw werk begonnen is, steeds onder politietoezicht. En de politie brengt ze (meest per tram) thuis. MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, I HOUDT VAST AAN ,^rari.6rl stonden in Hilda’s groote heldere oogen en rolden langzaam over haar bleeke wangen. Ik houd zooveel van je en ik zou zoo graag met je trouwen, George, maar we kunnen ons huwelijk toch niet met schulden aanvangen, we moeten dus nog maar wat geduld hebben. Het gegons van de naaimachine verstomde en treu rig keek ’t jonge meisje naar haar verloofde, die met ongeduldige stappen de kamer op en neer liep. ïk zie det einde van dien proeftijd nog niet, over een jaar zijn wij net zoo ver als nu; voor een bruid schat kan ik niet zorgen, vooral niet met een salaris van vijftienhonderd mark. Maar ik, George; dag en nacht zal ik werken Lief kind, je zou voor je trouwdag dood zijn; wat zie je er nu al niet slecht uit! Er is geen andere weg op te vinden, ik moet zelf voor mijn uitzet zorgen; moeder kan niets voor me doen; het kleine pensioen is nauwelijks voldoende voor haar en mijn zuster. De jonge man haalde een courant uit zijn zak te voorschijn. Hier, meubelen op afbetaling, spotgoedkoop, en hier, meubelen en geheele uitzet voor jonggehuwden op afbetaling, dezelfde prijzen als bij anderen a contant, nopticum en misschien Carré of Flora. De meer bereisde man uit de provincie, die zich hier ongeveer even goed beweegt als de Amster- dammer-zelf, wil meer zien. De vreemdeling komt om Rijksmuseum en Artis, om onze grachten (wat heeft de eenvou dige provincieman, die zelf aan ’t water woont, daar nu aan?) en om Marken en Volendam. Als er hoog-officieele of vorstelijke personen uit den vreemde komen, maakt de burgemees ter met hen een tochtje door onze grachten en havens; ’t politiebootje is daar goed voor. Maar ook, alle hooge personages gaan naar ’t Rijksmuseum. En ’t eereboek in de groote eerezaal, die door den bouwmeester Cuypers voor ’t groote meesterwerk van Rembrandt bestemd was, ’t eereboek bevat reeds tal van vorstelijke namen. Ook van buiten Europa. Keizer Wilhelm en koningin-moeder Marga- retha van Italië, een aantal Duitsche prinsen. Choelalongkorn, koning van Siam. Vier Ja- pansche vorstelijke namen. Deze laatsten zijn natuurlijk van recenten datum, zooals ’t modernisme van Japan van den nieuwsten tijd is. Verleden jaar bezocht een Japansch prinsenpaar Europa en ook Ne derland en ik vind in ’t eereboek van ’t Rijks museum: Kuni, prinz von Japan, d. 28 Juni 1909. Chikako, Princess Kuni. Dezer dagen werd ons land bezocht door een ander keizerlijk Japansch prinsenpaar, dat ontvangen werd op ’t Loo door onze konink lijke familie, Amsterdam bezocht en in ’t Amstelhótel logeerde, waar ze onzen burge meester aan tafel noodigden, terwijl ze weder - keerig in Bracks Doelenhotel de gasten waren van den burgemeester. Natuurlijk werd ook ’t Rijksmuseum zocht en geteekend in ’t eereboek. Ik las in dit boek, thans opzettelijk pagina opengeslagen, juist onder de genoemde Japansche namen: Tsuncko Fushimi, 25 April 1910. H. Royasu Fushimi, 25 April 1910. Nu ik toch eenmaal met u ben, wil ik even zeggen, dat eindelijk, een paar weken, de Rembrandtzaal, de puist, weer geopend is. Ruim elf maanden was ’t er verboden toe gang. Voor den oppervlakkigen toeschouwer als een vorst geëerd: keizers en koningen gaan als gelijken met hem om, het volk jubelt bij zijn doortocht zooals ’t een groot koning toe juicht. Rusteloos gaat ’t door. Vrijdagmiddag 5 uur 2 min. aankomst aan ’t Centraal-Station, rijtoer, om iets van de stad te zien, kennismaking met de voornaamsten der stad, bezoek aan de model- diamantslijperij van Asscher aan de Tolstraat, diner in den huize Couturier (een welbe kend dicht huis voor fijne partijen aan ’t def tigste gedeelte der Keizersgracht, nl. no. 674), enz.; en dan nog gauw ’s avonds naar Den Haag. Bezoeken in den omtrek der hofstad, bezoek aan de bloemententoonstelling te Haar lem, vertrek per auto naar A’dam en van daar naar de Scandinavische rijken. Zooals ik zei, ik heb den grooten man niet kunnen zien. Dan was de Brusselsche correspondent van »De Telegraaf» gelukkiger. Vrijdagochtend stond z’n interview met Roosevelt in dit blad. Zoo’n gelukzak. Alleen stond er stellig een drukfoutje in ’t stukje, (de oud-president was in ’t rijtuig en in ’t salon!) maar och, dat neemt men zoo gauw niet kwalijk. Wie zou den ijverigen correspondent er van durven ver denken, ’t heele interview uit zijn duim te heb ben gezogen?! Spotters beweren, dat er niets in dit inter view stond, zoodat ze ’t best in de St. Nico- laasstraat te A’dam konden hebben geschreven. Foei, zoo’n argwaan! Toch wil ik iets zeggen van ’t hooge be zoek. In Parijs, Brussel en elders werd Roosevelt als een monarch door de groote menschenmas- sa toegejuicht en wij, wij doen zoo kalm. En dat, terwijl we er op kunnen stoffen, dat de oud-president, als zoovele beroemde en bekende Amerikanen, van Hollandschen oorsprong is. Zcodat tvij juist de meeste redenen zouden hebben den energieken man te eeren. Wij, Nederlanders, blijven kalm. Suf, lijkerig, zou een Franschman zeggen. Roosevelt zal dus ook geen tijd hebben ge had, zijn naam te schrijven in ’t eereboek des Rijksmuseums. Hoe ik daar zoo op kom? Wel, heel natuurlijk. Het Rijksmuseum is een der gloriepunten van onze stad. De provinciaal komt hier om Artis en Pa- I I Il M l'. 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1