S1EBWS- ES 1IIÏEI11WIEIILAD VOOR. WEE Ei MSTHEffi. VOLKSCOflGEKTEK EDUARD VII. Zaterdag 14 Mei 1610. 65e Jaargang. No. 38. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. I ook Plaats. Nummer. Datum. Tijd. uur. Dit blad, verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. werd van en In overleg met den Edelachtbaren Heer Burgemeester dezer gemeente is vastgesteld, dat de openbare uitvoeringen van het SNEEKER MUZIEKCORPS, directeur de heer Paul Gaillard, dit jaar zullen plaats hebben op de volgende tijden en plaatsen 2 8 2 8 8 8 8 8 2 8 2 8 2 Wilhelmina Park. Marktstraat. Wilhelmina Park. Marktstraat. Marktstraat. Marktstraat. Marktstraat. Marktstraat. Wilhelmina Park. Marktstraat. Wilhelmina Park. Marktstraat. Wilhelmina Park. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. ernst van En nu overleden VERGADERING van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Sneek, op Dinsdag, 10 Mei 1910. Aanwezig de heeren P. R. van Haga, voorzitter, W. Nieveen, E. Priester, H. Brenninkmeijer en de secretaris, J. Lindeman. Afwezig met kennisgeving de heeren S. Henstra, R. Gorter en S. vd Meulen Sz. Na het lezen der notulen van de vorige vergadering, die onveranderd werden goedgekeurd, komen de vol gende ingekomen stukken in behandeling: a Afschrift van het Antwoord van de »Vereeniging tot behartiging der Stoomvaart-Belangen in Nederland* aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel op diens vraag«Welke de gevolgen voor handel en scheepvaart zouden zijn, wanneer werd overgegaan tot een meer algemeene toepassing van den voorge nomen maatregel, nl. het sluiten der bruggen en slui zen I Maandag 16 Mei. Donderdag 26 Mei. Zondag 5 Juni. Donderdag 16 Juni. Donderdag 30 Juni. Donderdag Donderdag Donderdag Zondag 31 Donderdag Zondag 21 ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar plaatsruimte. - seerde Dieze en het kanaal door Voorne; derhalve sluiting van den nachtvaart ook op andere kanalen.* In genoemd antwoord toont de Vereeniging van Stoom- vaartbelangen met tal van klemmende redenen aan, hoe het ongemotiveerde verbod van het varen gedu rende den nacht, door het gesloten houden van sluizen en bruggen, groot nadeel zal berokkenen aan de scheep vaart en daardoor mede aan handel en nijverheid. Het vervoer zal daardoor nog meer gedreven worden in de richting der spoorwegen, aan wie dit nu nog door honderden nijvere burgers, werkzaam op de waterwe gen, wordt betwist tot groot gerief en voordeel van het algemeen. De Kamer van oordeel, dat met kracht moet wor den gewaakt tegen iedere belemmering van de scheep vaart, wier bestaan door de groote coneurrentie reeds zoo zeer bedreigd wordt, besluit een adres te richten tot den Minister van L., N. en H., waarin wordt aange drongen tot het openhouden der vaart, ook des nachts. b Afschrift van een schrij ven van den Frieschen Bond van Handelsagenten en Handelsreizigers, aan de Direc tie der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen, te Utrecht, om betere aansluiting van de snel treinen op de lijn LeeuwardenGroningen en de trei nen uit andere richting, met verzoek tot het zenden van een adhaesiebetuiging. Ofschoon overtuigd, dat eene goede aansluiting niet alleen voor de Handelsreizigers, maar in de eerste plaats ook voor de andere reizigers, uit verschillende richtingen komende, van groot belang is, ~en men ook iedere betere aansluiting met Sneek moet toejuichen, besluit de Kamer toch eerst nader te onderzoeken of de Maatschappij de uren van vertrek aldus geregeld heeft met het oog op aansluiting met de treinen naar en van Duitschland. In dat geval zou de oplossing zijn, dat de uren der andere treinen werden gewij. zigd. Wordt besloten dit punt in de volgende ver gadering nader te behandelen. c Afschrift van de beschikking van den Min. van Waterstaat, inhoudende benoeming van het Bestuur en de leden in de Commissie van advies over spoor- wegdienstregelingen voor het tijdvak 1 Mei 1910 tot 30 April 1911. Voor kennisgeving aangenomen. d Rapport van de Grieksche Handelsbank over 1909, met verzoek om recommandatie bij fabrikanten en handeldrijven den hier ter. stede. e Statuten en Reglement van de «Nederlandsche Vereeniging van Exposanten*, opgericht 17 Maart 1910, met verzoek om toe te treden als lid. Wordt besloten de stukken onder d en e, te laten circuleeren. Hierna komt aan de orde de vaststelling van het Verslag van den toestand van Handel, Scheepvaart en Nijverheid in de gemeente Sneek over 1909, mede in houdende de werkzaamheden dezer Kamer in dat jaar. Het verslag, samengesteld door den secretaris en de daarvoor benoemde commissie, wordt voorgelezen en na enkele wijzigingen en aanvullingen vastgesteld. Het zal worden toegezonden aan alle Kamers van Koophandel in Nederland en aan autoriteiten. Na dankzegging aan de heeren commissie-leden en ou ui. uol aiuivcu uvi cu aiui- den secretaris voor hunne uitgebreide werkzaamheden, bij nacht op de Zuid Willemsvaart, de gekanali- I sluit de Voorzitter de vergadering. kan, heeft Eduard VII zoo overtuigend moge lijk bewezen. Toevallig kreeg ik een «Sneeker Courant* in de hand uit den tijd van den Zuid-Afrikaan- schen oorlog. In een artikel over den toestand schreef de courant, vol hoop nog in een over winning van ’t recht, dat aan de zijde der Boeren was, vol minachting over den man, die zoo lange jaren kroonprins was geweest, als kroonprins was grijs geworden en de zes kruis jes had gehaald; over den man, die thuis be hoorde in de Parijsche salons, waar alles nu juist niet gaat volgens burgerlijk degelijke ideeën. Zeker, ook als kroonprins toonde Edward, dat hij zich als edelman van den eersten rang kon bewegen, maar wie had toen gedacht, dat hij als regeerend vorst zoodanig zou uitblinken, dat de Britten in hun droefenis over zijn ster ven, hem den grootsten vorst noemen, dien En geland ooit gehad heeft, hem betitelen als den grootsten vredevorst, vredemaker, die er ooit was, en die dus beter dan alle reeds bekroon den, den Nobelprijs voor den vrede waard was, ja, eigenlijk boven ’t ontvangen van zoo’n prijs verheven was. Wie had dit voor negen jaar kunnen voor spellen? Het is gewoonlijk niet raadzaam, reeds bij iemands leven of onmiddellijk na zijn afster ven, zijn plaats in de historie vast te stellen. De latere historieschrijvers kunnen eerst lang zamerhand die plaats bepalen. Maar glorievol is ’t voor een vorst, dat er onmiddellijk na zijn verscheiden zoo edel over hem gedacht wordt. Laat er naderhand eenige overdrijving in de oogenblikkelijke appreciatie blijken, al leen een groot vorst wordt dadelijk zóó gewaar deerd. Wat Eduard gedaan heeft, hij, die als En- gelsch constitutioneel vorst slechts de eerste dienaar zijns rijks mocht zijn en die toch door zijn persoonlijkheid meer invloed op den gang der zaken uitoefende dan een Nicola as II, die toch alleenheerscher der Russen is? Hij heeftEngeland weggerukt uit zijn splendid isolement en door verbonden en ententes ver- eenigd met andere landen. En met welke landen! Wie had voor tien jaar durven be weren, dat deze verbonden en ententes zelfs mogelijk konden zijn? En toen Edward den troon besteeg, Engeland gedrukt onder de misprijzing allen in de wereld, die voelden voor recht billijkheid, vooral tegenover den dapperen zwakkere. De oorlog in Zuid-Afrika, door En geland gewonnen, maar hoe, met welke unfai re middelen en ten koste van hoeveel geld en bloed, was nog niet geëindigd. De moordaan slag van Sipido, op Belgisch grondgebied ge pleegd, toen Edward dit land doorreisde, be wees wat er omging in de harten. Maar koning Edward bleef de kalme, po litieke edelman, door zijn voorkomende wel willendheid en bonhommie ieder aantrekkende. Eerst werd een entente met Frankrijk ge sloten. Wie zou dat voorspellen? Frankrijk was nog niet lang geleden op smartelijke wijze gekrenkt in zijn eer, te Fashoda, aan den Op- per-Nijl. Op de meest vernederende wijze had ’t zijn kapitein-pionier moeten terugroepen, want de Britsche vloot werd in gereedheid gebracht. En Edward wist, langzaam aan, de stemming der Franschen te veranderen en deze, met Marokko als lokaas, als zeer begeerlijk lokaas, sloten zich aan bij den vijand, die eeuwen lang hun vijand geweest was. Natuurlijk is er een reden voor te vinden. Frankrijk was vernederd door Bismarck, meende eerst zelf, geheel alleen wraak te kunnen ne men, zocht na veel moeite een bondgenoot in Rusland, dat heel veel Fransche millioenen kon gebruiken, en had toch weinig voordeel van dit bondgenootschap. Engeland bood hulp, die aanvaard werd. Frankrijk is wel ver van zijn hoogen rang gedaald, dat ’t zooveel hulp noodig heeft. Met Japan werd, reeds vóór den Russisch Japanschen oorlog, een verbond gesloten, dat velen misschien een aanslag zullen noemen op het prestige van ’t blanke ras. Maar ook met Rusland werd Edward het eens. De Fransche vriendschap diende als aanknoopingspunt. We herinneren ons nog uit onze studiejaren, dat in een groot leerboek der aardrijkskunde een geweldige botsing tusschen Rusland en Engeland, naar aanleiding van beider voort dringen in Midden-Azië, als zeker voorspeld werd. (Schreven we niet, dat eerst in de toekomst historie is te schrijven!) Italië is Engeland’s vriend en Frankrijk’s vriend, al is het ook door den Driebond aan Duitschland en Oostenrijk gehecht. Spanje’s koning zocht een Britsche prinses als echtgenoote, wat Manuel van Portugal zal navolgen. Maar Portugal is reeds zoc lang onder Britschen invloed. Ja, zelfs Turkije, waar Duitschland zoolang de eerste viool speelde, is thans meer op de hand van Engeland. En Duitschland moest dat alles machteloos aanzien en zich alleen op Oostenrijk verlaten. Dit alles is ’t werk van Edward. Zal zijn opvolger ’t kunnen in stand houden en voort zetten? Le roi est mort! Vive le roi! Zoo klinkt het bij ’t sterven van een vorst en verleden Za terdag konden de Engelschen dien dubbelen kreet uitroepen. Toch geeft hij niet weer, wat een volk voelt, denkt en uitroept bij het sterven van een vorst. De rouw over den dooden vorst zou te huichelachtig zijn, zoo hij dadelijk ver vangen kon worden, of, wil men liever, ver gezeld kon gaan met de blijdschap over de verheffing van een nieuwen monarch. Zeker, er kunnen zich gevallen voordoen, dat een geheele natie, zuchtend jarenlang onder het wanbeheer, de tyrannie van een wreedaard, een zelfzuchtige, een onmensch, een welluste ling, van iemand, die zich niet bekommert om de nooden en belangen van zijne onderdanen, van iemand, die de krachten van zijn land uit buit voor eigen genoegens, dat een geheele natie met verlangen den dood van zoo’n vorst, die niet de vorst, de voorste zijner natie is, tegemoet ziet en bij zijn dood een oef slaakt als zucht van verlichting; daarbij misschien wetende, dat de regeering van den opvolger in elk geval een betere zal zijn. Maar zelfs dan nog brengt de majesteit van den dood de menschen tot ernstige gedachten. Als een ellendig misdadiger, niet waard den naam van mensch te dragen, onder den val bijl ’t leven verliest, mag dat een opluchting heeten, een weldaad voor de maatschappij; de menschen, die getuige zijn van ’t ellendig uit einde, voelen zich toch aangegrepen door de groote ernst van den dood. Al is een vorst ook een Nero of Caligula, een Bodewijk XI of wie dan ook, die thans leeft, in de herinnering der menschen, onder de verachting der historie, toch stemt hun dood tot ernst. De dood blijft altijd een majesteit. Maar wanneer een vorst sterft, wiens wer ken en streven door heel een volk als nobel, als vorstelijk erkend en geëerd wordt, dan treedt de dood in al zijn majesteit voor ieders oogen. En dan vooral de dubbele cri, die we aan ’t begin van ons opstel neerschreven, ze wil niet uit de keel, omdat het hart vol is van wat de dood ontnam. Zoo ging Iv t verleden Zaterdag te Londen, in Engeland, in geheel het reusachtige Britsche wereldrijk. Ja, heel de wereld kwam tot na denken bij ’t vernemen van Eduard’s dood. En dit afsterven kwam zoo schielijk, zoo onverwacht. Nu ja, men wist, dat de koning naar Biarritz, in het Zuiden van Frankrijk, vlak bij de Spaansche grens, was geweest voor zijn gezondheid. Maar och, de koning ging immers alle jaren om gelijke reden naar een badplaats op het continent. Een Oostenrijksche badplaats kon den Britschen vorst haast als inwoner beschouwen. Een enkel blad had, tijdens 's konings kuur te Biarritz, gewaagd van Edward’s slechten toestand, maar dit werd weersproken, vond geen geloof. De koning was immers nog de zelfde first gentlemen van Engeland geble ven. En nog geen 48 uren voor zijn afsterven kwamen telegrammen, die nog weinig ergs deden vermoeden. In de laatste 24 uren deed de koning nog staatszaken af, zittende in zijn kamer en 12 uren later was hij dood. Ja, na zijn sterven, merkte men op, dat al leen de naaste familieleden en de doktoren aan t ziekbed kwamen, zoodat dezen zeker wel den den toestand begrepen. is Edward VII, geboren in 1841, en George V, ongeveer 45 jaar oud, koning en keizer van ’t Britsche wereldrijk. Men is gewoonlijk gerechtigd, uit iemands jeugd en jongelingsjaren zijn later leven te verklaren, te voorspellen. Dat dit niet altijd 7 Juli. 14 Juli. 21 Juli. Juli. 11 Augustus. Augustus. Woensdag 31 Augustus. Zondag 11 September. Bij ongunstig weder wordt de uitvoering afgelast door het uitsteken van roode vlagjes op den St. Martinitoren voor de middagconcerten na 12 uur, voor de avondconcerten na 5 uur ’s middags. Het publiek wordt dringend verzocht mede te werken voor de goede orde en tijdens het spelen der muziek op de Marktstraat niette loopen, waardoor aan belangstellende hoorders het genot van ’t luisteren wordt ontnomen. Sneek, 12 Mei 1910. J. LINDEMAN, Commissaris van 't Muziekcorps. OURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1