JIE1W8- ES AlimfflEBLU
fm 81EÏ ES MSTIIEKEJ.
EDUARD VII.
HAAR ROMAN.
No. 41.
Zaterdae; 21 Mei 1210.
65e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
der 19e eeuw, kwamen
plaa
tot den böom
Noorsche fjorden
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tjjde aangenomen.
Belgen koloniën in
trachtte Engeland
na den
zochten
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
het gesprek in de gewenschte richting te leiden.
Voor de Zuidelijke Staten was de oorlog een
vreeselijk iets.
Waarom? zeide zij verbaasd. Ik dacht, dat hij
in menig opzicht juist heilzaam, gewerkt heeft. Het
heeft de vereeniging van het geheele land bevorderd.
De oorlog met Spanje ja, zei Parker haastig.
Maar ik dacht aan den Vrijheidsoorlog.
Daar weet ik weinig van. U moet denken,
mijn vader was uit het Noorden en kon nu natuurlijk
niet tegen de landgenooten mijner moeder optrekken,
want die zou dat niet overleefd hebben en daarom zijn
zij toen dadelijk bij de eerste teekenen van oneenigheid
naar Londen gegaan en daar ben ik toen geboren.
Parker sloeg zich eens gevoelig met den stok
tegen de beenen. Zooals de meeste menschen had hij
bij ’t spreken over den oorlog, niet aan een datum
gedacht, maar als iets, dat alles in het Zuiden ver
klaarde, wat verklaring behoefde. Natuurlijk zij was
niet ouder dan een zes-en-dertig of zeven-en-dertig
jaar. Het moest dus het spoorwegongeluk zijn. Hij
vond zichzelf verbazend knap, dat hij dadelijk een ge-
schikten aanloop vond.
Den dood in het gevecht te vinden, is nog niet
het ergste. Wanneer onze belden dan vallen, sterven
zij tenminste roemrijk in dienst van het vaderland.
Maar anders is het, wanneer zij bij een of ander on
geluk omkomen. Zoo iets schijnt ons, achterblijvenden,
dan nog ontzettender toe. Parker werd zelf ontroerd
door zijn woorden. Zijne stem trilde zoo, dat juffrouw
Marsh opkeek en hem meewarig in de oogen staarde.
Ja, dat moet iets hartbrekends zijn, zeide zij.
Maar al mijn vrienden zijn in hoogen ouderdom ge
storven. Ik heb nooit zoo’n vreeselijken schok zelve
medegemaakt.
allebei getrouwd geweest. To'en hij juffrouw Marsh
ontmoette, begon hij haar dadelijk op de vastberaden
manier, waarop hij alles deed, ’t hof te maken. Maar
zooals de anderen gedaan hadden, vroeg ook hij het,
waarom Niemand kon ’t waarom ooit over ’t hoofd
zien. En toen kreeg ook hij alle geschiedenissen te
hooren.
Mijnheer Timothy lag er verscheidene nachten van
wakker en dacht over zijn groote onwaardigheid na, wat
heel geschikt voor hem was. Hij wist natuurlijk wel,
wat hij als partij beteekende, maar wat kon hij in ruil
van een roman aanbieden Hij had niets romantisch
over zich. Hij was gezond en vroolijk, had steeds een
goed humeur en veel zin voor humor en ten laatste
verklaarde hij dan ook, dat een dood man nu eenmaal
dood was.
Tot zijn groote verbazing en blijdschap bemerkte hij
al spoedig, dat ’t hofmaken veel gemakkelijker ging, dan
hij gedacht had. Zij ging zeer kameraadschappelijk met
hem om, bijna even gemoedelijk als met de jongens,
die haar hunne hartsgeheimen bloot kwamen leggen.
Hij vatte dan ook het plan op om ’t gesprek bij gele
genheid op haar roman te brengen en haar te vragen,
hem alles te vertellen, om haar daarna te kunnen ver
zekeren, dat haar hartsgeheim bij hem veilig zou zijn
en zij nooit bang behoefde te zijn, dat, als ze hem huwde,
haar gevoel ooit in eenige mate gekwetst zou worden;
hij zou oude herinneringen eerbiedigen, maar haar
plicht was ’t om te trachten in ’t werkelijke leven mee
te leven.
Eens op een mooien dag maakten zij samen een
wandeling naar de baai. Het was wat vorstig; maar
lucht en zee waren diepblauw en het zand was door
de hooge herfstvloeden hard en daardoor uiterst ge
schikt voor een wandeling. Parker trachtte al spoedig
Zij had hoegenaamd niets over zich van een oude
vrijster. Het gaf den vreemdeling steeds een schok, als
ij hoorde, dat zij noch getrouwd, noch weduwe was
n alle dienstboden betitelden haar als mevrouw. Zij
o.as i®’ 'lac^ een 8lank> doch gevuld figuur, ging
e<ts elegant gekleed, had een zachten, rooden mond,
aann prachtige, witte tanden blonken, grijze versian-
?e °i°?.erl’ waar'n steeds lachende humor school en
g ivena haar, dat alleen aan de slapen een weinig grijs
begon te worden.
Zij was zóó gezien, dat zij bepaald met haren tijd
est woekeren, om nog gelegenheid voor ’t beoefenen
van haar liefhebberijen te vinden.
Vais0 meisjes wijdden haar in, in haaringewik-
d ae,.!jarts8eheimen en de jonge mannen vroegen in
rgelijke aangelegenheden ook altijd haar oordeel en
re bemiddeling, ofschoon zij onder elkander hadden
gemaakt, dat zij als jong meisje verbazend koel moest
yn geweest en zeker menigen man den genadestoot
a gegeven. Het was immers een schande Als er
n geschikt was om getrouwd te zyn en moeder te
ezen, dan was zij het. Maar ieder jong meisje kon
juffrouw waarom juffrouw Marsh, nog steeds
in ^ee*' u f nog ulet konden zij het dan met tranen
in de oogen vragen. Haar verloofde is in den oorlog
gesneuveld. En zij behoort nog tot die werkelijk trouwe,
opotterende vrouwen, die maar eens in haar leven gun
nen beminnen. Zij heeft sinds dien tijd nooit weer
aan een anderen man willen denken.
Drommels, zei dan soms de jonge man, wanneer
hij de zaak wat luchtig opvatte, maar ook wel om z’n
groote ontroering te verbergen, ik was juist van plan
haar hart en hand aan te bieden. Somtijds was hij er
geheel van streek van.
Het gebeurde ook eens, dat een jongmensch op aan
dringen van zijn vader, die zelf reeds jaren weduwnaar
was en nu hoopte dat zijn zoon een geschikte partij zou
doen, met ’t zelfde doel juffrouw Marsh naderde; maar
toen hij de geschiedenis hoorde, zette ook hij niet ver
der door. Het was niet altijd hetzelfde verhaal, dat
gedaan werd, maar er waren verscheidene variatie’s op.
Zij was op 't punt te trouwen, luidde een er van, en
toen is haar bruidegom, op weg naar haar toe, uit de
coupé gevallen en door den trein overreden, ’t Is een
droevige geschiedenis en zij is daar nooit geheel en al
overheen gekomen. Of een vroolijk meisje bleef eens
klaps staan om bij ’t hooren van den naam van juffrouw
Marsh uit te roepen
Ja, dat is me een geschiedenis. Zij is eene van de
edelste vrouwen, die er bestaan. Toen zij bemerkte,
dat haar verloofde een ander beminde, offerde zij zich
op en gaf hem haar woord terug. Maar zij is na dien
tijd nooit meer in staat geweest te beminnen.
Zoo waren er nog meer verhalen, maar deze drie le
zingen waren toch de meest gangbare.
Het was October, toen mijnheer Timothy Parker te
Virginia Beach aann.wam, waar de groote wereld uit ’t
Zuiden nog steeds verblijf hield. Hij was een zeer
prachtisch zakenman uit New-York en was nooit ge
trouwd geweest, omdat hij, zooals hij steeds openhartig
verklaarde, maar twee vrouwen had ontmoet, die indruk
op hem hadden gemaakt en deze beide dames waren
Noren.
Edward echter is zeer na verwant aan het
met Zweden is ’t voor de Duitschers botertje
tot den böom en door zijn reizen langs de
i en krachtige hulp bij den
ramp te Bergen, won de keizer het hart der
Wij, Nederlanders, meenden te zeer, dat alle
Afrikaanders geheel en al Afrikaansche Ne
derlanders konden worden, meenden ook te
ernstig, dat al die Afrikaners even vurig
wenschten zulke Nederlanders te worden na
’t verjagen van de Britten, meenden te ernstig,
dat al de Afrikaanders als één man zouden
opstaan regen Britsch geweld en zich daarbij
de geschiedenis van Majuba (4000 Boeren te
gen een 10-voudige overmacht) op tienvoudige
schaal herhalen zou.
Is ’t nu nog noodig, aan tetoonen, dat we toen
illusies koesterden, die niet met de werkelijkheid
overeenkwamen?
Nu was er nog iets.
Omdat Duitschers en
Afrika wilden verkrijgen,
in den wedstrijd om landbezit vooraan testaan.
Mannen als Rhodes dreven ’t jingoïsme tot
verovering van de landen ten Westen en ten
Noorden der vrije republieken.
En nu was er nog een zeer belangrijk iets.
Zuid-Afrika bezat goud en diamanten en na
tuurlijk waren de Britten degenen, die zich hier
voor ’t meest interesseerden. Johannesburg
werd de goudstad en Britsch was er de taal.
Toen kwam de strijd van duizend dagen,
die Engeland moest en wilde winnen, zij ’t ook
ten koste van zeer veel.
Een half jaar lang hadden we toen een
schoonen droom: Heel Zuid-Afrika Afrikaans
en dan ook ’t Nederlandsch als de taal.
De groote massa Afrikaners deed niet mee
en de Engelschen profiteerden zelfs van Kaf-
ferhulp.
Toen kwam in 1902 de vrede van Vereeni
ging, waarbij de Boeren gewoonweg loyale
onderdanen van Hare Britsche Majesteit wer
den met toekomstbeloften van zelfbestuur.
Men zou zeggen: De Boeren, de eigenlijke
strijders, die alles verdragen hadden, de hitte
van den strijd, afstand van hun gezin, ’t ster
ven in de vrouwen- en kinderkampen, verban
ning naar St. Helena en Voor-Indië, zij moesten
gezworen vijanden blijven van Engeland.
Maar de mannen, die aan ’t hoofd der Afri
kaanse beweging stonden, vooral Botha, die
begreep, dat een Hollandsch Afrika, ja zelfs
een onafhankelijk Afrika een droombeeld
moest blijven; deze mannen stuurden aan op
een Afrikaans Zuid-Afrika als deel van ’t groote
Britsche rijk.
En nu komt de groote verdienste van ko-
van de Duitschers en Franschen, die zich in
Zuid-Afrika vestigden, veranderde eenigszins
van de Hollandsche, omdat vooreerst de ont
wikkeling van de taal in Holland en Kaapland
niet vereenigd ging, ten tweede de Maleische
woorden, die de zeelieden uit de Ocst mee
brachten, en voor een deeltje ingang vonden,
en dan ook de taal der inboorlingen haar in
vloed deed gelden.
Toen, in ’t begin
de Britten, die niet de gewoonte hebben de
taai van anderen aan te leeren, maar wel
hun taal aan anderen op te dringen. Mochten
ook de Boeren in ’t binnenland, die hoe langer
hoe verder zich van de kust verwijderden,
hun AfrikaansHollandsch als moedertaal
behouden, in de havensteden werd ’t Engelsch
de taal en dit werd ook de regeeringstaal.
Het gevolg was, dat de Boeren, die met
Britten in aanraking kwamen, dus zij, die in
en bij de haven- en regeeringssteden woonden,
langzamerhand ’t Britsch even goed spreken
als hun moedertaal.
Men zou een vergelijking tusschen Zuid-
Afrika en België kunnen opbouwen, die slechts
in enkele opzichten mank gaat.
In België kan men zich ongeveer overal
mei Fransch, in ’t halve land uitsluitend met
Fransch redden. Zelfs in echt-Vlaamsche
steden als bijv. Hasselt, de hoofdstad van Bel
gisch Limburg, komt men met uitsluitend
Fransch verder dan met uitsluitend Vlaamsch.
De Walen beschouwen ’t Vlaamsch als een
minderwaardige taal.
Nu, op gelijke wijze ging en gaat ’t ook on
geveer in Zuid-Afrika. Het Engelsch is de
officiëele en de voorname taal, ’t Afrikaans
meer ’n minderwaardig dialekt, dat geen Brit
zich in ’t hoofd zal halen om aan te leeren.
Toen kwam de Pretorius-Kruger periode in
de beide staten Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
En in Kaapland werkte de partij van Jan Hof-
meyer, van onze Jan.
De Boeren der beide vrije republieken
(Transvaal werd ongeveer geheel vrij
heldenstrijd van de tachtiger jaren)
in de Hollandsche taal steun tegen ’t veren-
gelschen hunner landen. De hoefden der Boe
ren kwamen in Nederland en de Nederlanders,
vooral geholpen door de Ned. Zuid-Afrikaan
sche spoorwegmaatschappij, trachtten het Eu-
ropeesch-Nederlandsch tot de boeken-, schooi
en officiëele taal der Krugerpartij te maken.
Deensche huis en kwam er veel, terwijl zijn
dochter huwde met den Deenschen prins, die
koning van Noorwegen werd.
De grootste handigheid als diplomaat toonde
Edward echter ten opzichte van Zuid-Afrika.
Wij, Nederlanders, hebben voor tien jaren
een schoonen droom gedroomd. Jammer, dat
het slechts een droom bleek te zijn. Wij
droomden van een Grooter-Nederland.
Zeker, ons land is reeds vrij belangrijk. Niet
als staat in Europa. Het land is te klein en
ziet hoe langer hoe duidelijker, dat zijn leger
en vloot, vooral de laatste, niets beteekenen
bij die der groote mogendheden. Maar zijne
bezittingen beteekenen zeer veel en nemen nog
steeds toe in belangrijkheid.
Hoe langer hoe meer blijkt echter ook de
waarheid van ’t oude spreekwoord: De taal is
gansch het volk.
En in Oost-Indie is de taal niet het Neder
landsch, dat er alleen dient voor de Neder
landers; zelfs niet eens voor alle blanken, die
er wonen.
Gaat nu eens rondkijken in de wereld. Wat
is het, dat hoofdzakelijk de staten groepeerde
en vormde tot groote geheelen? Is 't niet
de gemeenschappelijke taal?
Engeland is in dit opzicht de groote bevoor
rechte. Ja, het heeft te kwader ure de Ver-
eenigde Staten verloren en dit reuzenland is
alleen nog in zooverre voor de Engelschen van
beteekenis, dat er, ondanks den stroom van
Duitschers, Ieren, Polen, Italianen, enz., de
Britsche taal de overheerschende, de taal is
gebleven.
Maar in Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en
nog meer deelen der aarde is ’t Engelsch de
taal. Zelfs in Canada, waar toch de halve
bevolking van Fransche origine is en vooral
in de laatste jaren zooveel niet-Engelsche
immigranten de bevolking kwamen vermeer
deren.
Verder is ’t reeds lange jaren een vaststaand
feit, dat men op de geheele wereld in de
havensteden met Engelsch ’t best, soms alleen
terecht kan.
En hoe ging ’t in Zuid Afrika
Daar was een kern van Afrikaanders, af
stammelingen van de mannen, die met en na
Van Riebeek deze streken tot woonplaats
kozen. Kaapland bleef een Hollandsche kolonie
tot ’t begin der 19e eeuw. De Hollandsche
taal, ook aangenomen door de afstammelingen
(S'ZöZ).
Terwijl dit slotartikel in de »Sneeker Cou
rant* wordt afgedrukt, heeft de slotplechtigheid
van Edward’s begrafenis plaats, onder deelname
van een groot volk en van hooge vertegen
woordigers van heel de wereld.
In ons vorig artikel herinnerden we aan wat
Edward deed, ten einde Engeland, uit ’t isole
ment, waarop ’t zoolang grootsch ging, te
brengen in verbond of entente met Frankrijk,
Rusland, Japan, Spanje, Portugal, Italië, Turkije.
Doch onder Edward’s regeering gebeurde
nog meer.
Ook met Noorwegen en Denemarken staat
Engeland thans op den besten voet. Denemar
ken heeft oude veeten tegen Engeland (denk
aan de vernietiging der Deensche vloot in
Napoleon’s tijd), en jongere tegen Pruisen. (In
den oorlog van ’64 verloor ’t Sleeswijk-Hol
stein en Pruisen vergat nog steeds in deze ge
westen door een volksstemming te laten be
slissen, waar of de inwoners dezer gewesten
nu eigenlijk toe willen behooren, tot Denemar
ken of Pruisen). Maar keizer Wilhelm deed
alles om Denemarken te vriend te houden en
de Deensche Koning heeft den keizer bezocht;
.4