MEEWE- EJI AIIÏERTEJTlEBLiD ivOli SMEE B MEIWEI KBismnm. I No. 42. Woensdag 25 Mei 1510. 65e Jaargang. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. ’t Amsterdam, Anno 1653. paar regels Ze T~~ in het leven. was een de bazen en andere helpers. Neen, maar 11 karweien, vertelden de an archisten aan de bladen, die ’t op wouden nemen. Natuurlijk vergaderingen dezer laatsten in gezien is den i 2g December des jaers 1652, enz. Hoe de zelve Staert-Sterre tot Am en beschre- den des H. en 14 15 24 25 en Verder: sterdam gheobserveert, gezien waren te vroeg getrouwd, en het ging hun te goed dora k b?ar huweljjk een twintigduizend daal- wannOO gebracht, met het uitzicht op eenzelfde bedrag wanneer hare moeder zou komen te sterven. ten b3 niet bewereu dat jongelui in het huwelijk ten beginnen met armoe te lijden. Maar zeker is het Hoah! f°k er,en heilzamer voor hen, ’t aanvankelijk een vnro-a scbraal en krap te hebben, dan al terstond onbe- wil^ Ji r??a^ er op 1°8 te kunnen leven. Wat het zeggen d»r’ JL ^ul(1 te moeten oefenen en te moeten overleggen, evenmin6n R.Icbard Borg en Anna Klarstedt niet. En sofa mat WI8tea ,/J ,b°e bef eene op de veiling gekochte wannpj een balf dozijn stoelen iemand worden kan, en ar>a men eiön la ïaar 'ang beeft moeten werken vb nn H Om het,.geld er TOOr bijeen te krijgen. Toen dakïp^oe ^aar -Xeri'efden, was het alles van een leien Brns«^o^nanl bruiloft en salonmeubels met Wnen d h!4apüten, en cordbnen van damast, - alles binen den tijd van drie maanden. en-tiinf1ren n°g- alöeen Paar kinderen. Hij was drie ën e-illand en ,ZIJ acbttien jaar oud. Zij liep lachend en gillend rond door den tuin en hij hield hare lange vlecht in de hand en speelde met haar mandje. En bij het croquet kibbelden zij als schooljongens, tot Anna begon te huilen en Richard haren bal Weer uit de heg haalde en haar om vergiffenis bad. Dan gaven zij elkaar een verzoeningskus en lieten zich door den tuinman kersen plukken. Zij waren altijd en altijd samen. Dit is nu ook wel zooals het behoort, wanneer men getrouwd is, en het vrouwtje van een landeige naar behoeft niet als eene stuurmansvrouw te zuchten in eenzaamheid. Maar toch iedereen, die getrouwd is of was, weet hoe aangenaam het is, wanneer men elkaar ontmoet nadat ieder voor zich eenige uren aan het werk is geweest. Ja, wanneer men gedwongen was elkaar in eenige dagen of weken niet te zien, dan gedragen bij het wederzien zelfs oude menschen zich nog als een jong echtpaar. Men kan ook van roomtaart en blanc manger te veel krijgen, hoewel het een en ander lekker smaakt. Met het eeuwigdurende kussen, liefkoozen en stree- len gaat ’t in het huwelijk net zoo. Ook daarin moet, evenals in alle andere dingen, af en toe eens een pauze intreden. Maar de jeugdige heer en mevrouw Borg gingen, speelden, reden, zeilden, roeiden, aten en lazen altijd samen; en wanneer de een zich onwel voelde, dan legde ook de ander zich te bed en jammerde luider nog dan de zieke zelf. Natuurlijk moest dit tot oververzadiging leiden; en nu werden er tot afwisseling overal in de buurt bezoe ken afgelegd. Mevrouw Anna kon het niet helpen, dat zij jong en mooi was, dat hare oogen straalden en haar mond glimlachte, ook wanneer Richard toevallig er eens niet bij was. Dan had men eene scène. Jaloezie, verwijtingen en tranenregens, daarop weer verzoening en, natuurlijk nog grootere liefde en grooter geluk dan ooit tevoren. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Devgelijke verzoeningstooneelen zijn werkelijk zalig, en wanneer een rood, beschreid gezichtje zich teeder aan de wang van den man vleit en de baardstoppels met zilte tranen besproeit, dan vergoedt dit ruimschoots de onaangename gewaarwordingen van een kleine ruzie. Maar het komt ook voor, dat de band tusschen de beide harten door de vele vochtigheid verslapt, en dat de gewisselde woorden bij elke nieuwe scène scherper en krenkender worden. Zoo brak er dan ook werkelijk een dag aan op wel ken het woord «scheiding» viel. Ik geloof dat de kleine mevrouw het was, die het gedachtenloos uitsprak; en beiden schrikten er zóo van, dat zij zonder de gewone praeludiën elkaar om den hals vielen en snikkend om vergiffenis smeekten. Evenwel, er zijn dingen, met welke men niet spelen mag. Het eenmaal gevallen woord herhaalde zich en anderhalf jaar later hadden beiden, van schaamte bevend, de «waarschuwing® ontvangen en zetten nu de treurige procedure, welker bloote naam reeds hen vroeger met ontzetting vervulde, bij het kantongerecht in gang. Het was hun zelf volslagen onbegrijpelijk hoe zij er toe hadden kunnen komen. Toen zij van elkaar ge- loopen waren, Anna naar hare moeder, terwijl Richard alleen achterbleef, overviel hen een onuitsprekelijke angst, en in lange, slapelooze nachten peinsden en tobden zij er over, of en hoe alles misschien nog weer goed te maken was. Maar dit ging zoo gemakkelijk niet. Want ook de schande voor de wereld en de trots en de koppigheid waren mee in het spel getreden. Op een frisschen Octoberdag reed de eerbiedwaardige equipage van de oude mevrouw Klarstedt langs den straatweg. Het doel van den tocht was het logement dat naast het gerechtshof stond. In den linker hoek vraag: Dat zijn myn zaken! Daar laat ik debat over toe). Dus, scheldpartij in Plancius laksche interpelleeren Natuurlijk, dat die moest dus Door twee om negen uyren voor de middagh, een seer schrickelijcke Duysternisse sal ontstaen, saoda- nigh dat de Menschen sonder Lichten niet sullen sien konnen, dan in den bovensten Graed des Hemels, des Mars, des Son en Maens. Regulus, 1 een kleynen Sterre, die maer alleen alle hondert aren eenen Graed voort gaet, den Draecken-Sterre ende Saturnus om deselve tijdt sullen t’ samen komen, dergelijke conjunctie niet geschiet is, soo langhe Hemel ende Aerde ghestaen hebben; Oock sal dese Duysternisse de geheele Werrelt door gesien worden; De beduydenisse hier van wordt ge nomen te zijn, dat bij soo verre Godt de Heere met sijnen Jonghsten dagh niet verschijne, so sal doch sijne Godlijcke Majesteyt niet over 2 Jaren daer mede uyt blijven, dan gelijk de eerste werelt in ’t jaar 1656 is ondergaen, also is men nu oock van dit ghevoelen, dat in dit teghenwordigh Seculo 1656 Jaers, dese He mel en de Aerde in ’t Vuyr sullen vergaen; en insonderheydt daerom, dewijle men na dit 1636 Jaer niet een eenigh teken aen den He mel uyt gewisse narichting heeft speuren konnen, d’ overige 2 Jaren (na de voorsz. duysternisse) sulle met alle rampsaligheden en Pestilentiale sieckten gepasseert werden; Ja, dat bijkans geen Regent ofte Overigheyt van de Onderdanen sal geleden werden. En alsoo sal het Duytsche Keyserdom gantsch en gaer daer mede vallen, ende komen in de handen van den Turck; waarop dan Godt met synen jonghsten dagh eyndelijcken, ten voorschijn komen sal. de politie geraden. Na afloop hield men een optocht, groote omweg, door de hoofdstraten, ondanks politie- verbod, onderwijl uitschelden van de politie, die zich buitengewoon kalm hield. Alleen, de politie had de oogen open, want ze heeft de wetenschap, dat de anarchisten tot alles in slaat en niet vies van wapens, ook vuurwapens zijn. Eindelijk, na een reuzenomweg, bereikte een afdeeling betoogers de Ceintuurbaan, waar agent Witteveen op z’n eentje waakte voor ’t huis van den voorzitter der patroons. Toen deed men dapper. Met z’n allen los op den eenen agent, die zich kloek hield, maar natuur lijk tegen een heele compagnie niet bestand was en dus zwaar mishandeld werd. Zoo eindigde dus de vergadering, belegd tegen het optreden der anarchie, pardon der politie. En dan moet je het gewone publiek hooren. Door ’t optreden der stakers (eigenlijk zijn ’t anderen, die niet bij ’t bouwvak en bij geen enkel vak behooren, en ze weten, gesteund te worden door de straat en de duisternis) en ook door de weifelende houding der dag bladen, interpellatie in den Raad, enz., terwijl ze van andere zijde niet iets hooren en zelf niet voelen, dat de huishouding armoe lijdt, raakt het gewone publiek van de wijs. De politie, ja, die heeft het gedaan. O, Londensche politie, ze moesten de heltt minder man heb ben, maar dan beschaafd, zei ’n klein, zwak kereltje; dan zou ’t goed gaan; niet van die ruwe bonken. Ik zei zoo bij m’n neus langs, nadat ik opmerkte, dat eenige lichaamskracht toch niet overbodig was: Zeg, wou u dan een Handwerkers Vriendenkring. Maar typisch was de groote bijeenkomst in Plancius over het op treden der politie. Ha, nu kon ’t lijden. Een der parlem. soc. had in den Raad den burge meester geïnterpelleerd over het snoodé optre den der politie en de nieuwe burgervader had geantwoord, dat alles zou onderzocht wor den. (Burgemeester Vening Meinesz met z’n stoeren Frieschen kop zei indertijd op zoo’n geen nu kon ’t lijden. Groote en minachting van het van genoemd Raadslid, maar ’n S. D. A. P.’er, veeg uit de pan hebben, sprekers werd op diplomatieke wijze gewoonweg tot straatoproer en optreden tegen van het rijtuig zat de zenuwachtig snikkende Anna. Kalmeer je toch, kind, kalmeer je toch! vermaande de moeder, terwijl zij trachtte haar den zakdoek van het gezicht te trekken. Och, laat mij maar, mama! Het zal toch mijn dood wezen! snikte Anna en drukte hare handen krampach tig tegen haar bleek, vermagerd gelaat. Op Je plaats van bestemming gekomen, het logement, verdrong zich een hoop menschen, en anderen kwamen haastig aange- loopen. Een paar briesende, met zweet bedekte vossen, nog half gespannen aan een gebroken lemoen, werden door eenige sterke mannen vastgehouden en de waard zelf hielp een postiljon op zijn snelste paard, waarbij hij riep De dokter moet dadelijk komen Een blik op de vossen zeide Anna genoeg. Met een gil sprong zij uit het rijtuig en snelde, buiten zichzelf van angst, het huis in. Richard I Richard 1 Is hij dood Dood was hij nietmaar in de kleine kamer achter het postkantoor lag hij bleek en bewusteloos. Een gapen de wonde aan het voorhoofd on een natte handdoek om den linker schouder deden Anna begrijpen wat er ge beurd was. Zij wierp zich over hem heen en riep hem bij den naam. Zij bezwoer hem weenend, toch een enkel woord te zeggen. Maar hij kreunde slechts zachtjes, toen zij het kompres op den schouder aanraakte. Middelerwijl nam daar boven in de gerechtszaal alles den regelmatiger! loop. Anna Borg, geboren Klar stedt, contra Richard Borg, wegens oneenigheid in het huwelijk zoo dreunde de stem van den jongen kan tonrechter. Het was de formule. En toch ging het den jongen ambtenaar aan het hart, want hij en Richard Borg waren van school af vrienden geweest. ven is. (Te A’dam gezien in de 2e helft van Dec. 1652, 22—30 Dec.) Aan ’t slot luidt het: Wat voor een beduydenisse dit magh heb ben, laten wij andere prognosticeren; dan het is seecker, dat Godt sijn teyckenen laet sien, om ons te waerschouwen, en tot beteringe te bewegen, ’t Is oock aenmerckelijck, dat dese Comeet sich heeft vertoont een Jaer na het visioen van het Zee-gevecht, daer de Vis- schers van Schiedam, op die tijdt, getuygenis van gaven. j p g. Verder lees ik: Copye van een Missive uyt de Graefschap van der Marck, den eersten Januarij 1653, over de Comeet-Sterre, welcke aldaer gesien wert. Men siet alhier en elders een nieuwen Sterre, s avondts van sessen tot negen uyren, alder- naest by de Seven-Sterre, de Geluck genaemt, zijnde een donckere Sterre. De beduydenisse sal den tijdt leeren. Een voorname Astronomus schrijft, dat in t Jaer 1654, den tweden Augusti Ouden Stijl, ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27. cent. Groote letters naar plaatsruimte. dronken polderwerker opbrengen? 't Nietig ventje scheen zulks erg ongezond te vinden. De helft minder, man! Zeg, moeten er dan nog minder agenten zijn? Te Londen, te Parijs, ook in Den Haag, zijn naar verhou ding heel wat meer. Intusschen heeft de politie moeielijke dagen gehad met ’t begeleiden der werkwilligen en agent Bilders werd in de Staatsliedenbuurt zwaar mishandeld. Als de stakers (of die dan in de herrie meedoen) in ’n tram een paar werkwilligenzagen, holden ze mee en schreeuw den ze: Slaper. Er behoorde dus moed toe om te durven werken, want ook in huis of op de wandeling waren ze niet veilig. In de Pinksterdagen is ’t gebeurd, dat werkwilligen even een uitstapje wilden maken met boot, tram of trein; de po litie bracht ze van en naar huis. Intusschen nam ’t aantal werkwilligen de vorige week hand over hand toe en steeds meer werken werden weer begonnen. Ook van buiten kwamen metselaars. Het stakingscomité schreef, begin vorige week, weer een vergadering uit. Besloten werd: Vol energie zal de staking doorgezet worden, maar toch ’t bestuur kreeg machtiging om te trachten met de patroons te confereeren. Commentaar overbodig. Intusschen heeft ook de politie vergaderd en besloten, enkele grieven, zooals over te spoedig straffen zonder appel, en ook over onvoldoende bewapening en verkeerde uitrus ting, bekend te maken. De politie wil de dreg, die nu kan dienen tegen hen, missen en een revolver bezitten. Want de anarchisten hebben ook revolvers. Verleden Donderdag kwamen er 52 rijks- veldwachters, speciaal tot begeleiding der werk willigen. De veldwachters kwamen met ka rabijnen de stad binnen en hebben revolvers. Als er meer noodig zijn, komen er meer. Nu, ’t is wel noodig. De politie heeft ’t reeds zoo zwaar en druk gehad met de staking en straks de Koninginneweek, die hun zeei veel arbeid geeft. Overal zijn ze nu aan ’t versieren. De tim merlieden treffen ’t. Velen hunner wachten nog steeds op werk, omdat de metselaars niet gereed kwamen en voor ’t in orde brengen der versieringen zijn er dus handen genoeg. Het zal een feestweek worden en mocht ge plan hebben, eens in dehootdstad te komen, ik In mijn vorigen haalde ik, naar aanleiding van de verschijning van de komeet van Halley, een heel brok oud-Amsterdamsch aan. Heusch, ik weet, dat m’n lezers boven kometenvrees verheven zijn, en daarom schreef ik af, wat me onder de oogen kwam van voor 250 jaren. Om nog eens duidelijker te doen blijken, hoe dik die vrees er destijds in zat, vertel ik nog even, wat ik uit dien ouden tijd nog meer te zien kreeg. Het stuk is nog even ouder dan t pas genoemde en ook alhier gedrukt en ge- houtgravuurd. (Ik vraag excuus voor dit lee- lijk woord.) Het stuk bevat: Afbeelding en Situacie des Nieuwen Ongewoon- Wonderlijcke Staert-Sterre. Hoe de zelve tot Regenspurg, en andere Oor- --- Roomschen Rijk, gheobserveert Een vorige keer schreef ik een i om ’t begin (van ’t einde?) der staking in de bouwvakken aan te kondigen. We willen er niet over uitweiden, hoe de strijd door de anarchisten, die tot nu toe door brutaal geweld en vreesaanjaging de staking zoo lang in dit stadium gehouden hadden, weer op hun manier gestreden werd, ge steund ook dcordat de parlementaire socialen zich zeer verdekt hielden en eerst zoo’n beetje rechtuit spraken, toen ze zagen, dat ’t werken weer hervat werd. Den 5en Mei werd op 17 karweien met 70 werkwilligen begonnen, buiten '-•’«na r’

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1