NIEUWS- EN ADVERTENTIEBUM) ¥0011 SNEES EN MSTEEEEN. 'i Woensdag 3 Augustus 1910. 65e jaargang. No. 62, Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton, Amsterdamsche Brieven. HOOFDSTUK XIII. tenbrak. onder haar Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post fO,5O. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. een van voel en de rechtvaardigheid van zijn grootvader geërfd, twee deugden, die steeds het geslacht von Altenbrak tot sieraad hadden verstrekt. Harry was trotsch op de eer van zijn geslacht en zou elk offer gebracht hebben om die rein en onbevlekt te bewaren. In den roes van het leven in de groote stad fergat hij zeker meermalen, dat het niet voldoende is, de uiterlijke eer van zijn stand op te houden. Hij genoot het leven met volle teugen en dacht daarbij evenmin aan be perking zijner uitgaven als zijn moeder, die zich hoofdzakelijk op Altenbrak teruggetrokken had, om niet door de schoonheid van haar bijna volwassen doch ter Gerda in de schaduw gesneld te worden. Ook het leven op Alten brak was op grooten voet ingericht. Men had een stal met prachtige paarden; jachtpartijen, gezellige avondbijeenkomsten, bals en dure reizen wisselden elkaar onophoudelijk af. De nooit bevredigde genotzucht van Rogalla verslond honderd duizenden, zoodat Willy reeds genoodzaakt was ge worden, een groote hypotheek op zijn goederen te nemen. Intusschen was de barones verstandig genoeg om in te zien, dat er nieuwe hulpbronnen moesten geopend worden, wilde men niet dat de goederen eindelijk zoo zwaar met hypotheek belast werden, dat er van de jaarlijksche opbrengst niets voor den eigenar over bleef. Daarom sprak zij op zekeren dag tot haar man: «Beste Willy, gij hebt me dikwijls beschuldigd, dat ik te veel geld noodig had. Ik zie in dat onze levenswij ze veel geld vordert, maar als we daar verandering inbrachten, zouden we ons niet op ons gemak gevoe len. Wij moeten dus uitzien naar nieuwe hulpbronnen, en ik geloof, dat ik die gevonden heb.« ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. gezelschap alleen uit den baron en zijn echtgenoote, verder barones Gerda, de juffrouw van gezelschap, juf frouw Harder, en den ouden inspecteur. De directeur der fabriek op Neuenbrak, mijnheer Guttmann, was dien morgen wel op het slot geweest om verslag te ge ven, doch hij had niet kunnen blijven wegens dringen de zaken in de fabriek. Zijn verslag was zeker niet gunstig geweestaan het ernstige, bezorgde gelaat van den baron kon men wel zien, dat hij geen goede berichten had gekregen. Dat stilzwijgen drukte loodzwaar op alle aanwezigen, zelfs de vroolijk geluimds barones Gerda kon dat druk kende gevoel niet afschudden. Eindelijk kon de jonge dame dat zwijgen niet langer verdragen. Met een vriendelijken glimlach op het gelaat, zei ze «Weet u reeds, vader, dat ik dezen morgen met ie mand heb kennis gemaakt en dat die kennismaking me vooral om u belangstelling heeft ingeboezemd Het was den baron zeer welkom, dat hij met zijn dochter een onschuldig gesprek kon voeren, en daar om antwoordde hij met een verlicht hart »Hoe zou ik dat weten, kind Was het een heer of een dame «Een heer, en nog wel een knappe, flinke jonkman.» «Maar, Gerda sprak haar moeder vermanend. «Nu, wees maar niet boos er is volstrekt geen ge vaar bij,« zei het meisje lachend. Op mijn morgenrit trof ik den heer aan, terwijl hij aan den zoom van het Neuroder bosch uitrustte. Hij moest naar Neurode het was de nieuwbenoemde ingenieur van de fabriek aldaar.» «Ei zoodus daar begint men nu met het opstellen der nieuwe machines antwoordde de baron met een zucht. «Ja, mijn waarde Feldner, ons zal ook wel niets anders overblijven dan zoo spoedig mogelijk de fabriek van nieuwe machines te voorzien.» «De tijd, dien wij beleven, wordt beheerscht door de nijverheid», vervolgde Rogalla. «Wij moeten ons ook meer op de nijverheid toeleggen. Ik zie bijvoorbeeld welke groote winsten de beetwortelsuikerfabrieken af werpen. Waarom richt ge ook niet zoon fabriek op, evenals andere groote landheeren?» Dat plan beviel Willy: hij zou er Feldner over raad plegen. De oude inspecteur verklaarde brommend, dat hij van suikerfabrieken geen verstand had; als men zoo’n fabriek wilde oprichten, moest men naar een geschikt persoon omzien. En zoo gebeurde het. Rogalla hield voet bij stuk, totdat op Neuenbrak een groote beetwortelsuikerfabriek stond, die van de nieuwste machines was voorzien. Een directeur werd benoemd, en deze man wist in de eerste jaren de grootst mogelijke voordeelen te behalen. Langzamerhand werd echter de concurrentie te groot en de fabriek te Neuenbrak kon slechts met moeite blijven bestaan, daar het geld ontbrak om met andere fabrieken gelijken tred te houden in het aanschaffen van nieuwe en betere machines. Nu moest op andere wijze bezuinigd worden; de loonen van het werkvolk werden aanmerkelijk verlaagd, en daar de arme werklieden meest allen op de uitgestrekte bezittin gen van het slot Altenbrak woonden, schikten zij zich in dezen maatregel, waarvan zij de onrecht vaardigheid echter zeer goed gevoelden. Reeds meermalen waren oneenigheden en werkstakingen op kleine schaal voorgekomen, en zoo veroorzaakte Neuenbrak met zijn fabriek ten laatste den baron de zwaarste zorgen. Rogalla hoopte echter nog steeds op groote winsten van de fabriek, die zij onder haar bijzondere hoede genomen had. Heden heerschte aan den maaltijd een ontevreden zwijgen. Daar er geen gasten waren, bestond het aal aan de Prins Hendrikkade (Oosterdok; in de zelfde buurt dus, waar ook de gebrs. Boots, een oude Sneeker firma, naar ik meen, haar zaken drijft). En nu ik van weelderige kantoorpaleizen spreek, waarvan er steeds meer aan onze hoofdgrachten komen, wil ik nog even vermelden, dat ’t zeer weelderig gebouw de huis van den Indischen heer Nienhuis, schertsend wel eens ’t huis met de duizend hoofden genoemd, en dat wel eens geschikt genoemd werd om als paleis voor Prins Hen drik te dienen, sedert enkele weken ook al voor kantoren gebruikt wordt. Zonde voor ’t weelderig gebouw, zal mis schien een enkele zeggen. De gemeente is druk bezig haar riolenstelsel te verbeteren, zoodat 't vuile water in ’t doode deel van ’t open IJ, ten Zuidoosten van de Oranjesluizen kan geloosd worden. Zoo’n rioolwerk is geen kinderwerk. Gaat maar eens kijken aan den Zeeburgerdijk bij de Wielerbaan. Wat reuzen buizen! Nu ik toch in die buurt ben, wil ik even ver tellen, dat ik voor drie weken ook bij de aan komst tegenwoordig was van de wielrenners, die den toer A’dam MaastrichtGroningen A’dam, maakten. Of liever, grootendeels maakten; want ge weet nog hoe ’t erbarmelijk weer de renners dwong een deel van den grooten middenmoot Maastricht Groningen per spoor te maken. Het bestuur der wieler baan had gezorgd voor wedstrijden op de baan, maar reeds vóór vieren keken velen, die 'zitplaats hadden, over de hooge schutting de baan, of er nog niets kwam. En op den Zeeburgerdijk liep ’t vol nieuwsgierigen, ter wijl tal van amateur-fietsers de renners tege moet peddelden. Men moest geduld oefenen, want eerst na 5 uur werd de vlag op den toren van ’t wielrijdershötel geh'eschen, ten tee- ken dat de eerste rijders in zicht waren. En ja hoor, daar kwam er een aan met z’n groot nummer op den rug en voorafgegaan en ge volgd door heel wat amateurs. Spoedig een tweede en een derde, daarna ’n vierde. Een dezer vier was zoo bek-af, dat hij ’t moeilijk berijdbaar laatste eindje, binnen’t hek der wieler baan, maar per pedes apostolorum nam; hij viel haast van z’n kar, meer dan hij er afstap te. Nu, hij mocht, want wel zouden ze nog een eererondje rijden op de wielerbaan, waar de finis was geplaatst aan de andere zijde van ’t Merwede kanaal. 20). Vervolg.) Verheugd, bijna aangedaan, had baron Willy zijn vrouw de hand gekust. Reeds lang had hij den wensch gekoesterd den krijgsdienst te verlaten en op Al tenbrak te gaan wonen. Sedert jaren reeds had hij geen smaak meer in het woelige leven der voorname wereld of het schitterende spel der wapenen. Hij was een stille, zenuwachtige, sukkelende man geworden, wiens schuwe oogopslag nauwelijks meer den trotschen Uk van zijn vrouw kon verdragen. Zijn bekenden verwonderden zich over deze verandering van den vroeger zoo vroolijken officier zij schreven die toe 1 Z'ver'wonding in den oorlog van 1870 en be- aagden hem oprecht. Niemand wist echter, welke orm in het geheim aan het leven van den vroeger zoo sterken, levenslustigeri man knaagde. r„°ar,on Whly nam zijn ontslag, kreeg een hoogeren t.nnk^„Kne7ens een h°°ge ridderorde, en trok naar Al- all A Daardoor verminderden de uitgaven echter “‘ecats weinig, want omtrent dezen tijd werd Willy’s Harry, als officier bij het garde-regiment hu- 1 waQ^ -teP-aa*:S*:’ en ..Harry von Altenbrak dacht er I de n,f?t aan> zÜn uitgaven te bekrimpen. Hij had o -----o cntzinnigheid van zjjn vader, maar ook het eerge- Verrast keek Willy zijn Wil men in ’t saison hier vreemdelingen zien, dan moet men de hoofdstraten houden. Ge behoeft niet te gaan naar de nieuwe buurten, waar over ’t algemeen zoo weinig te obser- veeren valt, weinig in ongeveer alle opzichten; en ook in de oude stad zoekt ge ze op de hoofdroutes en natuurlijk de enkele voornaam ste attracties, Rijksmuseum en Artis, in de eer ste plaats. Ge kunt de vreemdelingen al heel spoedig onderscheiden van de provincialen, ten minste in ’t generaal. De taal, nu ja, dat spreekt van zelf. Ge hoort weer veel En- gelsch en Duitsch. Maar och, kleeding, hou ding, manieren, physionomie, alles te zamen bepaalt het onderscheid. Natuurlijk trekken Panopticum en Panoramo en ook het Paleis, ja ook de Nieuwe Kerk bezoekers. Het Pa leis wordt bepaald druk bezocht en hier komen niet alleen of hoofdzakelijk auslander met bae- deker en kodac, neen, de provincie levert een groot contingent en nu en dan ziet men heele gezelschappen van meerdere tientallen tegelijk het grcotsche gebouw aan de achterzijde, dus tegenover ’t Postkantoor, binnengaan. Ouderen, die in de Plantage- Middenlaan nog eens het Panorama willen bezoeken, zullen daar sedert eenige weken een goede bekende aantrefïen. Want «Jeruzalem» is weer opgevolgd door «Het beleg van Haarlem», dat ook voor eenige jaren te zien was. De tram heeft ’t natuurlijk druk, al zijn vele provincialen nog al schuchter in ’t tramrijden; ze weten geen richting, usances, enz. De tram is hun nog vreemder dan de stad. De nieuwe lijn XIV, DamVan Hallstraat, die op den eersten dag der Julianaweek begon te rijden, zal toch wel heel weinig klandisie on der provincialen en auslander hebben. Het is niet een der grootste lijnen, maar ze heeft ’t vrij druk, al zijn er op de drukke uren nog geen volgwagens noodig geweest. Maar ik zou niet weten, wat de saison-reizigers met lijn XIV zouden moeten bereiken. Het is een lijn voor de stedelingen zelf en voor de staats liedenwijk een opheffing uit het isolement, waaruit de stedelijke autobus, die zulke stoffe- rige herinneringen heeft nagelaten, die wijk en de Jordaan niet kon trekken. Wie weet, als eenmaal de Admiraal De Ruyterbuurt meer volgebouwd is en de Haarlemmerweg ook, of dan lijn XIV niet veel grooter zal worden Ik noemde zoo even den naam van onzen Prins-Gemaal. Nu, die komt hier nog al eens. Het was verleden week reeds de derde maal, dat Z.K.H. een vergadering van ’t Witte Kruis in ’t Kon. Paleis presideerde. En ook kwam de Prins nog wel eens om andere redenen onze hoofdstad bezoeken. Tweemaal heeft hij bij zoo’n bezoek geluncht in ’t Amstelhötel. Doch verleden week nam hij als gast van den burgemeester, met de hoofdbestuurders van ’t W. Kruis, de lunch in Bracks Doelen Hótel, wat als ons fijnste hotel gerenommeerd staat en waar de burgemeester sedert zijn intrede in de hoofdstad verblijf houdt. Sedert de burgervader er resideert, waait er steeds de A’damsche vlag uit (met de welbekende drie kruisen), maar verleden Dinsdag was deze, ter eere van den Prins, door de Ned. driekleur vervangen. Een vorige maal had ik het ook over con currentie tusschen de maatschappijen van huur auto’s en zei: Het komen der Taxi bewijst, dat het de Atax goed gaat. Nu, al is de zo mer zeer ongeschikt, als het in dezen druksten tijd niet komt, wanneer moet het dan druk worden? Ofschoon, in de Juliana-week, toen het hier soms drukker was als het misschien ooit op Oranjedagen geweest is, toen het aan de Weesperzijde, grondgebied van Watergraafs meer, weer vol van die bekende wagens stond, waarvan de bewoners als muzikanten, zangers, verkoopers van allerlei prullen en als bedelaars, in de drukte een ruim bestaan zien te vinden, bezoekers dus, die men liever ziet gaan dan komen, toen kregen ook onze A’damsche koet siers concurrentie van Haagsche collega’s, die met hun urbaines op het Damrak en elders een vrachtje zochten. Nu ik toch weer onwillekeurig op deze druk ke feesten uitgekomen ben,, wil ik opmerken, dat men nog al dikwijls vaderlandsche liederen hoorde, ook door hossend volk, dat men niet zooveel dronkenschap zag als vroeger. Zonder dat de politie de beschonken zwaaiers oppakt, komt er dus toch verbetering. Maar waf den zang betreft, de Jordaansche hossende menigte zingt nog geen vaderlandsche liederen. Zoodat men tot vervelens toe kon hooren van Ko- bussie, alhoewel dit schoone lied reeds twee maanden lang door straatzangers, met bege leiding van harmonica en onder te koop aan bieding van de edele coupletten, avond aan avond was uitgegalmd. Het vervelende ding en ook ons eenigst paardekarretje, alias lijn XII (men veronderstelt ten minste, dat deze karre tjes lijn XII moeten voorstellen, daar dit num mer in de tramlijnenreeks ontbreekt,) in een fatsoenlijke electrische zal veranderen. Voor de bewoners van de Adm. de Ruyterweg zorgt overigens de tram A’damHaarlem op vol doende wijze. Dezen winter schreef ik eens, dat die werk staking in de bouwbedrijven zoo te bejamme ren was, omdat er juist zooveel werk aan den winkel, of liever nieuw werk op verschillende bouwterreinen was, als in geen jaren 't geval geweest was. Nu, dit vele nieuw-bouwen kan men vrij wel overal opmerken. Gaat, waar ge wilt, in de nieuwe stad. Niet 't minst achter ’t Rijksmuseum, waar, op de plaats der oude kaarsenfabriek en elders, openbare en particu liere bouwwerken verrijzen. Kom in de Va- leriusstraat, Borgerstraat, Boerhavestraat, in de nieuwe Transvaalbuurt aan de buitenzijde van de spoorlijn, die daar aan de binnenzijde de lange Vrolikstraat heeft, in de buurt van ’t Concertgebouw, in de staatsliedenbuurt, bij de Frederik Hendrikstraat, bij de Langendijkstraat, enz. Straks begint men aan de overijde van ’t IJ. En ook aan de Adm. de Ruyterweg (gem. Sloten, maar net zoo goed als ’n stuk Amsterdam) wordt nog gebouwd. De nieuwe brug over de Wetering (Ruysdaelkade)is bijna gereed. Het tweede telefoongebouw, achter ’t Rijks museum, schiet snel in de hoogte; en dit wordt tijd ook, want, waar ’t oude telefoongebouw slechts ruimte heeft voor ongeveer tienduizend abonné’s en de nummers nu reeds over de tienduizend reiken, wordt er hoe langer hoe dringender behoefte gevoeld aan ’t in gebruik nemen van dat tweede gebouw. In de oude stad wordt ook nog wel getimmerd en gemetseld, geheid en geijzerbetond (ver geef me dit woord). Ik had ’t een vorige maal over kantoorgebouwen. Laat ik nu ook de Twentsche Bank noemen, die haar hoofd kantoor aan de Spuistraat heeft, onmiddellijk achter ’t postkantoor. Het gebouw heeft aan de Spuistraat een frontbreedte van 50 me ter en ook aan den Singel ziet men de gevel lijn. De Twentsche Bank wil echter uitbrei den en zal ’t gebouw aan den Singel, waar nu een groote fabriek van suikerwerken (snoep goed) is, met nog een paar panden er bij trek ken. De zelfde bank heeft ook nog een fili- Adslti’ots ei MisM. I TT-iu urn,vrouw aan.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1