MAS- BS ARTERTESTIEBLA» VOOR SIM EJ OSSTREüEA. 4 Woensdag; 7 September 1910. 65e Jaargang. No. 7a Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. waar- HOOFDSTUK XIX. x/ Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. thans roode Het was den eerlijken Hendrik Tiedemann niet licht gevallen, den noodlottigen brief te schrijven, die den vrede in het stille landhuis aan de Elbe zou verstoren. Toen hij den brief reeds verzonden had, was hij het nog met zichzelven oneens, of bij wel goed gehandeld had. Maar dan herinnerde hij zich weer, hoe het arme, ongelukkige meisje sedert weken gekniesd had, hoe zij stil en stom neergezeten had en op al zijn vragen slechts met een zwijgend hoofdschudden antwoordde, en dan kwam hij weer tot het inzicht, dat aan de kwellingen van dat jonge hart een einde moest komen en dat haar gemoed alleen weer tot rust zou komen, als zij in den schoot van haar familie «ras teruggekeerd. Hendrik Tiedemann had heel wat moeite met den brief gehad hij was geen .schriftgeleerde*, en dit mocht wel de reden zijn, waarom hij de gebeurtenissen met maar al te donkere kleuren had geschilderd. Zijn le vendige verbeelding hield van overdrijven, dat wist Eduard nog wel uit de oorlogsverhalen van den ouden garde-dragonder. Dit bracht Eduard’s gemoed ook eenigzins tot rust, toen hij gedurende zijn nachtelijke spoorwegreis naar Berlijn de woorden van den brief nog eens in zijn geheugen terugriep. Oom Hendrik had gesproken van een ongeluk, dat Greta getroffen had. Zij had liefdesbetrekkingen aangeknoopt met een luite nant von Altenbrak, die haar bij elke schrede vervolgde en aan wiens vleiende woordjes zij geen weerstand had kunnen bieden. Zoo luidde de brief, en dat klonk zeker erg verontrustend. Maar gedurende de reis werd Eduard kalmer. Het eentonige, geregelde geluid der wielen, die op de rails voortrolden, had een ontspannenden invloed op zijn zenuwen hij had nu «Moeder moet er toch van weten, als de eer van onze familie op het spel staat. Zeg, oom, hoe staat het met Greta «Nu, het meisje heeft een liefdesbetrekking aange knoopt met een luitenant von Altenbrak, zooals ik reeds schreef. En korten tijd geleden hebben ze el kaar in het Grünewald aangetroffen. Sedert dien dag is Greta geheel veranderd ze is niet meer het huis uit te krijgen en loopt rond als een levend spook. Toen dacht ik, dat het’t beste zou zijn, als ge het meisje kwaamt halen thuis bij moeder zal zij den knappen huzaar wel vergeten.* Eduard gevoelde zijn hart verlichtuit oom Hendriks woorden begreep hij, dat hjj nog te rechter tijd kwam. Hij begon weer te vertrouwen, dat alles nog goed ge maakt kon worden. Zoo diep kon de liefde nog niet in het hart zijner zuster geworteld zijn, dat zij de kracht zou missen om die liefde te vergeten, wanneer zij de waarheid vernam omtrent de betrekking, die tussehen haar eigen familie en de Altenbraks bestond. Doch plotseling kwam hem Gerda’s beeld voor den geest. De liefde tot iemand van dat geslacht was im mers ook in zijn hart ontloken, ofschoon hij toch nauwkeurig van alle omstandigheden onderricht was. Hij loosde een diepen zucht, en liet het hoofd op de borst zinken. Zijn opgewondenheid en toorn waren vervlogen slechts diep medelijden gevoelde hij voor zijn zuster, en dit nam nog toe, toen hij weinige oogenblikken later het hevig snikkend meisje in zijn armen hield. «Jelui zult elkaar wel veel te vertellen hebben, nadat ge elkaar in zoo langen tijd niet gezien hebt,* sprak oom Hendrik, die zich gaarne wilde terugtrekken, omdat hij niet op zijn gemak was. «Ik zal jelui daarom alleen latenals ge mij noodig hebt, laat mjj dan maar roe- even een slippertje maken naar toch eens heerlijk te varen of HOOFDSTUK XVIII. 30). Vervolg.) ’Eduard, het was wreed en harteloos, haar dat te zeggen*, zei mevrouw Montelli. «Ik antwoordde slechts op haar vraag! Maar moe der, er moet een einde komen aan dien twijfel, aan die onzekerheid, die ons allen nog ten gronde zal rich- «Wat wilt ge doen «Ik neem den strijd voor ons recht weer op.« «Eduard!* «Ja moeder, ik ben nu man geworden. Lang genoeg heeft uw invloed mij weerhouden, nu niet meer. U ziet zelf, hoeveel onheil die onzekerheid kan teweeg brengen. Als Greta de waarheid had geweten, zou in haar hart nooit liefde voor dien man ontstaan zijn.* «En gij dan Wist gij dan ons geheim niet en b0I1iindet ge Gerda von Altenbrak.* «Erg genoeg, dat ik het deed. Maar die liefde zal mrj met terughouden om mijn plicht te vervuilen Vaarwel, moeder, u houdt mij nu niet meer terug.* ’Ik ga mee naar Berlijn.* «Neen, binnen twee of drie dagen kom ik met Greta terug. Blijf hier, om alles voor haar ontvangst gereed te maken. Vaarwel zoeken en Zaandam, om 1 om ’t Tzaar-Peter-huisje te zien. Eveneens zeer druk hebben ’t de booten op Velzen en IJmuiden. Nu, vooral de nieuwste IJmuider boot, de «Prins Hendrik*, die des noods twee duizend passagiers kan bergen, lokt tot een tochtje uit en het kost een schijntje. Wie de groote havenwerken, sluizen, hoofden, vuurtorens en visscherijbeweging van IJmuiden wil zien, of even aan ’t strand van Wijk aan Zee wil vertoeven, kan ik gerust zoo’n reisje naar Velzen of IJmuiden aanbevelen. Duurder is een reisje naar Marken en Volen dam. Ge kunt dit echter nog op meer dan één wijze maken. Bijv, per Noord-Hollandsche tram. Ge stapt, bij ’t Centraalstation, vlak tegenover de St. Nicolaaskerk, op een der tram- bootjes, die u spoedig naar de overzijde van ’t IJ brengen; daar in de tram en vervolgens met motorboot en ook met zeer antieke vaar tuigen naar Monnikendam, Volendam en Mar ken. Antiek! Want ge kunt per botter reizen en ook plaats nemen in een ouderwetsche trekschuit, die door mannen in Volendammer costuum getrokken en geduwd wordt. Doch door de vreemdelingen wordt meest ge bruik gemaakt van de mooie stoombootjes, drie in getal, die alle dagen gelegenheid geven om te half tien, tien uur en half elf’t reisje te maken, heen binnendoor langs Broek in Waterland, ’t zindelijkste plaatsje der geheele wereld, en terug over de. Zuiderzee door de Oranjesluizen; het bootje van half tien doet de reis juist omgekeerd, gaat dus eerst over de Zuiderzee. Die bootjes zijn de laatste dagen gewoon weg vol passagiers. Vele A’dammers gingen den vorigen Zondag eens op de De Ruyterkade kijken, waar toen een buis van binnenwerks 50 cM. door ’t IJ gelegd werd. Er waren reeds buizen voor de water leiding, maar deze hebben geen voldoende capaciteit en vooral ook, door de eene buis, (IJkade—-Vogelwijkslanden) maakt ’t duinwater een te grooten omweg door een te enge buis en komt daardoor te dood aan. Dus een buis van 430 Meter horizontale lengte (hadt ge wel gedacht dat ’t IJ zoo breed is?) met aan de einden twee verticale stukken, elk meer dan 12 M. lang. Nu is 't IJ ongeveer tien meter diep, natuurlijk in ’t midden en vóór de stad ten behoeve van de groote vaart! en daar de reuzenschepen geen last van die buis moeten De man met de roode pet! Ge hebt er zeker reeds meer dan eens van gelezen, hoe schuldinvorderingskantoren te werk gaan om wanbetalers tot ’t betalen van ver schuldigde geldsommen te dwingen. Ze heb ben in hun dienst mannen, die netjes gekleed zijn, zooals iemand, kantoorlooper, of zoo iets, die misschien twaalf gulden per week verdient, en daarmee moet rondkomen, gekleed kan gaan. Maar ’t kenmerkende van ’s mans klee- ding is: een vrij hooge vuurroode pet. Wan neer nu iemand van een debiteur geen geld kan loskrijgen, wendt hij zich in ’t uiterste geval tot zoo’n schuldinvorderingskantoor, dat door ’t uitzenden van den bediende met een roode pet tracht het geld binnen te krijgen; voor de moeite wordt ongeveer 10 pct. van de te innen gelden berekend plus 10 pct. van ’tgeen bin nenkomt. Heel begrijpelijk werkt zoo’n roode pet zeer onaangenaam voor wanbetalers. Want al is bijv. Amsterdam een groote stad en al zouden de menschen hier ook niet zoo aarts nieuwsgierig zijn, toch weet ieder wat die pet beteekent en men begrijpt, dat degene, die bezoek van den man met de roode pet krijgt, z’n naam als solied zakenmensch verliest. Nu, voor enkele weken werd per advertentie iemand gevraagd, genegen om voor een pas opgericht invorderingsbureau met genoemde pet te loopen en sedert enkele dagen kan men den man in de straten ontmoeten. Mocht echter de een of ander nog niets van dit hoofddeksel afwe ten, dan licht een enkele blik hem dadelijk in; want op de pet staat met duidelijke letters te lezen: Wanbetaling. Over ’t nut van zoo’n roode pet zullen we hier niet uitvoerig spreken. Zooals met alle dingen is er een vóór en een tegen. Zijn ’t werkelijk onbetrouwbare, perfide, flesschen- trekkende personen, die er dus op uit zijn an deren af te zetten, en zulke menschen zijn er, helaas! zoovele, dan moet men ’t toejuichen, als ze door die roode pet met ’t duidelijke woord: «wanbetaling*, gedwongen worden, hun schul den te betalen. Maar! in plaats van bij op lichters en afzetters kan de man met de roode pet ook bezoeken moeten afleggen bij eerlijke personen, die buiten hun schuld in moeielijk- heden zijn geraakt en oogenblikkelijk niet in staat zijn te betalen, of bij solide personen, die voldoende kredietwaardig zijn, maar op een ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2X/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. dag- en nachtdienst. En al hebben de spoor wegen ook goedkoope tarieven, zoodat men bijv, per Holl. spoor voor f 3,38 een retourtje A’dam Leeuwarden kan maken, toch zorgen de stoombootmaatschappijen, dat ze nog goed- kooper zijn. En velen houden van een zeereisje. Vele anderen, die vast en zeker weten, dat ze heel spoedig last van zeeziekte krijgen, maken, alleen om enkele dubbeltjes uit te sparen, toch de reis over zee. En dan zijn er ook nog, voor wie de nachtdienst zeer geschikt is en een halven dag uitwint of een nacht logies in een hotel bespaart. Er zijn menschen genoeg, die er niet tegen opzien, eerst eenige uren op de boot te zitten en daarna (of daarvóór) nog eenige dito in de Friesche tram mee te schommelen, als dat ook maar iets voordeeliger uitkomt. Ja, er zijn ook nog menschen, die van al die goedkoope spoor wegtarieven met algemeene en bijzondere en nog weer andere vacantiekaarten, niet ’t rechte verstand hebben en dus maar met tram en boot gaan. Domme reizigers, juist degenen, die zeer weinig bereisd zijn, ze waren er stéeds en zullen er wel altijd blijven. Dezer dagen zat ik met een bijzondere vacantiekaart in den trein naar Nijmegen; ik had voor m'n fl.10 zelfs tot Hen- geloo kunnen reizen. Een eenvoudig vrouwtje stapte aan ’t Centraalstation in den wagon. Ze was door de controle gekomen en had dus een kaartje, maar neen, nu kon ze de halve retour maar niet vinden. Het mensch moest naar Doetinchem en ’t bleek me, dat ze over Utrecht, Arnhem, Zevenaar reisde en van treinverbin- dingen al even weinig verstand had als van goedkoop reizen. Ze had een gewoon retour- kaartje voor ruim vier gulden. En toen ik er haar op wees, dat ze voor een rijksdaalder ook DoetinchemA’dam had kunnen gaan (bijz. vacantiekaart A’damDoesburg en dan een retourtje DoesburgDoetinchem), kon ik wel eenigszins bemerken, dat ’t vrouwtje er spijt van had, twee gulden te veel te hebben uitgegeven, maar ik kreeg toch royaal ten antwoord: Ja, die heeren rekenen dat allemaal ook zoo uit, pluizen alles zoo na, maar ik neem maar gewoon een kaartje, dan heb ik met al die drukte niets te maken. Druk hebben het natuurlijk de Zaandammer booten. De meeste passagiers zijn de gewone A’dammers en Zaankanters, maar tegenwoordig gaan er ook velen mee, die de hoofdstad be- gegeven moment geen kasgeld hebben, of bij personen die, door zachten drang, wel tot een accoord te brengen zijn; het kan zijn, dat de debiteur met den crediteur in kwestie is om trent het al of niet rechtmatige of billijke der rekening; het kan ook zijn, dat juist de cre diteur er flesschentrekkersmanieren op nahoudt en op bedriegelijke wijze anderen er in heeft laten loopen; er kunnen in zaken nog zooveel gevallen zich voordoen. En dan moet men het betreuren en afkeuren, dat iemands krediet of aanzien als zakenmensch door zoo’n roode pet een knak krijgt. Debiteuren kunnen op die wijze zelfs de slachtoffers worden van lage, niet te kwatificeeren handelingen en drijfvee- ren. De chantage gaat tegenwoordig zoo ver; list en bedrog, die niet door ’t gerecht achter haald kunnen worden, zijn zoo groot in de we reld. Voor een paar jaren werd daarvan in een der A’damsche brieven van de «Snee- ker Courant* eens een opmerkelijk staaltje ge noteerd. Bovendien zijn er nog andere middelen om aan z’n geld te komen, middelen, die minder kwetsend zijn. En ook, sommige zakenmen- schen geven wel eens wat al te lichtvaardig kre diet of te veel krediet en mogen ’t dus aan eigen onvoorzichtigheid wijten, dat ze een kwaden post krijgen. De middenstanders heb ben een vereeniging om hun financiëele belan gen te behartigen en er zijn ook informatiebu- reaux, waarbij men inlichtingen kan krijgen, die tegen ’t doen van zaken met een niet ge noegzaam bekend persoon kunnen schuwen. Doch genoeg hierover. We hebben in onze goede stad de man met de pet, die voor velen een schrik kan worden. Laat ik liever met u nog eens de stad door wandelen om te zien naar al de drukte, naar ’t grootestads-vertier. Op de De Ruyterkade, achter ’t Centraalstation, blijft ’t steeds een ge zellige drukte. De Augustusmaand hield zich over ’t algemeen boven verwachting en ’t was ook op de De Ruyterkade merkbaar aan ’t groote vertier, dat daar heerschte. De booten naar zoovele plaatsen in ons land, die daar hun aanlegsteigers hebben, vervoerden veel meer passagiers dan anders. Neem bijv, de Holland- Frieslandlijn, die er op roemt, de mooiste Zui- derzeebooten te bezitten. Van 13 tot en met 17 Mei (Pinksterdagen) en sedert 20 Juni (tot en met 17 September aanstaande) is er weer hij zich opeens omstrengeld door twee krachtige armen en een welbekende stem zei vroolijk «Ben je daar jongen Ik dank je, dat ge zoo dadelijk gekomen zijt! Het was oom Hendrik, die van Eduard een telegram •Ei zoo, het is goed, dat u hier zijt, oom Nu kun- bespreken Kom, laten wij een rijtuig nemen bijna berouw, dat hij in de eerste opwelling van zijn hart zoo koud tegen zijn moeder had gesproken. Was het dan wezenlijk wel zoo erg, als hij in het eerste oogen- blik bij het lezen van den brief gedacht had En had Harry von Altenbrak zich inderdaad wel aan een eerlooze daad schuldig gemaakt Kon het toeval hen niet samen gebracht hebben? zooals hem en Gerda en had oom Hendrik het geval niet overdreven voorgesteld? Vóórdat hij Greta gesproken had, durfde hij in geen geval een oordeel vellen. Door overijling en heftigheid werd misschien alles bedorven zijn eigen geluk, de vrede in zijn leven, Gerda’s liefde en vertrouwen alles stond op het spel. Dus kalmte, bezonnenheid Hij sloot de oogen en drukte zich in den hoek van den waggon. Zoo zat hij in gepeins verzonken, toen de sneltrein aan het Postdammer station te Berlijn stil hield. Eduard nam zijn bagage op en stapte uit. Daar voelde en een welbekende stem zei vroolijk «Ben je daar i Nu zullen we die zaak wel spoedig in orde brengen. I' -- had^ontvangen dat hij met den eersten trein kwam. nen wij op weg naar huis alles bedaard met elkaar bespreken Kom, laten wij een rijtuig nemen Het rijtuig rolde langzaam voort door de Leipziger straat. «Zeg mjj nu eens, mijn jongen, wat denkt ge van die geschiedenis Ik heb je mooi doen schrikken, niet waar Maar ik wist niet, hoe ik «het anders moest aanleggen. Ge hebt toch niets aan je moeder gezegd «Natuurlijk wel, oom.* «Verduiveld dat was niet slim van je.* Adeltrots ei Misdaal

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1910 | | pagina 1