VOOR SNEER Ei M8TWES.
BLOOKER’s
DAALDERS
CACAO;
Speelwoede.
Zaterdag; 17 September 1910*
85e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
die
onzer jon-
een volks-
krijgt betere kwaliteit.
10 ets.
18
VRAAG,
ia plaat* van kme cacao
of poederchocolade,
BUSSEN
gij betaalt minder
en
vierkante bussen van ons
m n 1 on»
N N M Vt pond 421/,
M 1 pond
2 pond 150
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
80
♦Wees gerust, vader,sprak hij aangedaan en legde
zijn warme hand in de bevende, ijzig koele rechterhand
van zijn vader. »Uw laatste wil zal mij heilig zijn ik
zal dien uitvoeren, al al zou die mij ook verdrijven
uit het slot mijner voorvaderen..
Vreeselijk zwoegde de borst van den zieke, die met
gesloten oogen in de kussens rustte, nog steeds de
hand van zijn zoon vasthoudende. Gerda knielde bij
haar vader neer en legde schreiend haar hoofd op zijn
knie.
Wat haar vader gedaan mocht hebben, hij was gebukt
gegaan onder den last zijner schuld, dat gevoelden de
kinderen op dit oogenblik, en aan hen stond het
niet, over hun vader een oordeel uit te spreken.
HOOFDSTUK XXII.
Het was nacht. Op hun vaders uitdrukkelijken wensch
hadden Gerda en Harry hem alleen gelaten. En ter
wijl broeder en zuster voor elkaar hun hart uitstortten,
lag de zieke in zijn bed, zonder dat de slaap zijn oogen
sloot. Hij had niet willen toestaan, dat zijn dochter
ook ■’s nachts bij hem waakte een ander mocht dat
veel minder; hij wilde rust hebben, geheele rust
nauwelijks duldde hij, dat in de aangrenzende kamer
een bediende sliep, om in geval van nood bij de hand
te zijn.
Maar ondanks zijn slapeloosheid gevoelde hij heden
een tevredenheid, als hij in langen tijd niet gekend had.
Hij wist nu, dat de verzoening voor zijn euveldaad in
de hand zijns zoons lag, dat deze de verzoening met de
onterfde kinderen zijns broeders tot stand zou brengen.
Zelf te zwak om die verzoening te bewerkstelligen, kon
hjj nu toch gerust uit dit leven scheiden. De duister
nis van den nacht had nu niets verschrikkelijks meer
voor den zieke zijn geweten was tot rust gekomen, en
zijn zenuwen schokten niet meer zoo pijnlijk bij het
minste gedruisch, dat hij hoorde. Wordt vervolgd.
in de kamer, voor Harry bijna te warm.
♦Wat ben ik blij, dat ge gekomen zijt, mijn jongen,
sprak de zieke met holle stem. «Hebt ge mijn wensch
geraden, of heeft Gerda je geschreven, dat ik je gaarne
nog eens zien wilde
Vader, ik hoop dat wij elkaar nog menigmaal zullen
zien. De dokter zal u wel aanraden naar het Zuiden
te gaan, en ik hoop, dat u daar uw gezondheid geheel
zal terugkrijgen.
Zijn vader lachte ongeloovig. «Geloof niet, wat de
dokters zeggen, Harry,» antwoordde hij. »Ik zal het
Zuiden niet meer zien. Ik wil er niet heen ik wil
hier blijven op het stamslot van ons geslacht wil ik
de oogen sluiten.»
Vermoeid zonk hij in zijn zetel terug en lag een poos
bewegingloos. Toen zag men vreemde, zenuwachtige
trekkingen in zijn mager, waskleurig gelaat. Hij sloeg
de oogen weer op, en de hand van zijn zoon grijpende,
zeide hij »Harry, mijn zoon, als ik er niet meer zijn
zal, draag dan zorg voor je zuster Harry, er leven
nog eenige bloedverwanten van ons ik weet niet
waar ge moet ze opzoeken ge moet hen verzoenen
en schadeloos stellen. Beloof me, dat ge mijn testament
nauwkeurig zult uitvoeren. Niemand kent het, niemand
weet daarvan het ligt daar in mijn schrijftafel, daar
uit zult ge alles vernemen, alles 1 Maar vraag mij nu
niets ik kan niets zeggengeef me je woord daarop
dat ge niets zult vragen en niets onderzoeken.»
Als Harry door zijn zuster en Eduard Montelli niet
met het familiegeheim bekend was gemaakt, zou hij
de woorden van zijn vader aan een ijlkoorts toege
schreven hebben. Nu echter begreep hij den verholen
zin dier woorden wel en zijn ziel werd vervuld met
medelijden voor zijn ongelukkigen vader, die zulk een
zware schuld op zich geladen had. Hij wist nu alles:
hij wist, dat Eduard Montelli de waarheid had gezegd.
den en toch drinken we minder alcoholische
dranken. Dat is dus een sterke vooruitgang.
Maar we mogen minder drankzuchtig,
meer ontwikkeld, welvarender zijn dan voor
heen, in één opzicht zijn we
vooruitgegaan.
Onze speelzucht! In de boeken
gensjaren werd ze niet eens als
kwaal aangemerkt.
Nu ja, men
er niet op
zij nu en dan een zacht gekerm of een krampachtig
hoesten.
«Vader zit in zijn leuningstoel te slapen,» fluisterde
Gerda »ge zult er van schrikken, als ge hem ziet
zijn lange gestalte is gebogen, en hij is vreeselijk mager
geworden. Ach, Harry, als ik hem zoo afgemat en stil
daar zie liggen, denk ik dikwijls, dat hij reeds dood
is! Het is ontzettend en nu die vreeselijke ver
denking
Heeft vader daar nooit op de eene of andere manier
op gezinspeeld
Gerda rilde, als onder den indruk van een vreeselijke
gedachte. Zij liet het hoofd op de borst zinken en
fluisterde, bijna onhoorbaar «Neen, Harry, dat heeft
hij niet gedaan! Maar in ijlkoortsen heeft hij om
Eduard von Altenbrak geroepen, en hem om vergiffenis
gesmeekt. Hij wilde weer goedmaken, wat hij misdaan
had. O, Harry, het is vreeselijk Daarom heb ik dag
en nacht bij hem gewaakt, dat geen vreemde ooren dié
onvrijwillige bekentenis zouden hooren Maar hij
is wakker geworden hij roept me
Bereid hem voorop mijn komst, Gerda.«
Gerda snelde naar haar vader, maar weinige oogen-
blikken later kwam zij terug en zeide tot Harry: «Vader
wil je dadelijk zien hij was zeer verheugd, toen ik
hem vertelde, dat ge hier zijt.«
Harry moest zich geweld aandoen om niet in tranen
uit te barsten, toen zijn vader hem de vermagerde hand
toestak. Als een zieke, wiens laatste uur nabij is,
rustte Willy von Altenbrak in zijn leuningstoel, tot aan
de borst bedekt met dekens, ofschoon een flink vuur
in den haard brandde.
Buiten scheen de zon heerlijk warm, maar de boomen
in het park beschaduwden de kamer, zoodat er eene
voor den ziekeonbehagelijke koelte zou geheersoht heb
ben. Zoo echter was het aangenaam van temperatuur
In onze jongensjaren leerden we in lees- en
leerboeken de verschillende deugden kennen
van ’t Nederlandsche volk en als tegenhanger
werd dan genoemd: onze kleinheid, zich uiten
de in verbazende nieuwsgierigheid: Een nieuws
gierigheid, die zich vooral in ééne richting
uitte: Men was niet eer tevreden, vóór men
van de menschen, die men op zijn levensweg
ontmoette, alles en nog wat wist; hoe hij ’t zelt
had, hoe zwaar hij financieel woog, maar voor
al ook de geheele beschrijving van z’n familie.
Klein nieuwsgierig dus. Maar bovendien werd
als grootste volksondeugd genoemd: de drank
zucht.
Nu, we moeten eerlijk zeggen, dat er in dit
opzicht beterschap valt waar te nemen. We
zijn iets meer wereldburger geworden en ook,
we drinken niet zooveel sterke dranken. Dit
laatste vooral wil heelwat zeggen. Want we
mogen ronduit verklaren, dat de welvaart er
in de laatste kwarteeuw heel wat op vooruit
ging, zoodat er dus eigenlijk meer geld be
steed zou kunnen worden aan Schiedam. Bo
vendien is ’t uitgaan er veel sterker op gewor-
HOOFDSTÜK XXL
33). (Vervolg.)
♦Als er onrecht is gepleegd, zal ik dat weer goed
maken sprak Harry vastbesloten tot ziohzelven. »0p
de nagedachtenis van u, mijne voorvaderen, zal geen
vlek rusten Rein en onbevlekt zijn ons wapenschild
en onze eerDat beloof ik u
Na deze belofte schreed Harry verder. Hij gevoelde
zich krachtiger, nu hij den voet in het ouderlijke huis
had. Hij gevoelde zich één met die marrnen, wier
portretten hem van den muur schenen toe te knikken
en wier eer ook zijn eer was. Nog geloofde hij niet
aan een misdaad van zijn ouders, maar hij gevoelde,
dat het noodzakelijkheid was, de zaak volledig op te
helderen.
In deze stemming kwam hij bij Gerda. Maar wat
verschrikte hij, toen hij de verandering bemerkte, die
in de laatste dagen bij zijn zuster had plaats gegrepen.
Schreiende sloeg zij de armen om haars broeders hals
en verborg haar bleek gelaat aan zijn borst. Haar slanke
gestalte trilde het duurde geruimen tijd, eer zij zoo
veel kalmte had herkregen, dat zij haar broeder alles
in goeden samenbang kon vertellen.
Broeder en zuster zaten in de kamer naast het schrijf
vertrek van hun vader. De deur van het schrijfvertrek
was door een zwaar gordijn afgesloten toch hoorden
Voor eenige jaren heette ’t, dat de staatslo
terij zou worden afgeschaft. Er werden wet
ten gemaakt om dobbel- en kienspel uit de
herbergen te weren, om particuliere verlotingen
te beletten. Men deed daar goed aan, maar ’t
waren slechts kleinigheden.
Die eenvoudige spelen en loterijen blijven
verboden, maar de staatsloterij is er nog. Ziet,
hoe de menschen zich haasten, telkens als
weer een nieuwe trekking zal beginnen, om
toch maar een briefje in handen te krijgen.
Ziet in Amsterdam, Potterdam, Den Haag.
Daar valt ’t zooveel beter op, omdat er zoo
veel menschen wonen. Op tien en meer plaat
sen maakt men queue voor de kantoortjes der
debitanten en collectanten; de politie moet er
bijkomen om de orde te bewaren. Het is net
of daar vast en zeker geld is te verdienen.
Maar naast de Staatsloterij trekken ook Lo-
tisico en Tijdgeest de spelers bij tienduizen
den. Aan één serie heeft men niet genoeg.
Voor eenige maanden moest de rechter reeds
een veroordeelend vonnis uitspreken, omdat
er zooveel series kwamen en de wet dat niet
toelaat. Maar’t is moeilijk om wetten tema
ken, waarin geen mazen kunnen ontdekt wor
den, waar men doorheen kruipt.
De grootste speelwoede heerscht aan de Am-
sterdamsche beurs, die als een pool de harts
tochten van heel ’t land opwekt en aantrekt.
Die beurs is voor eenige jaren vergroot en
toch weer veel te klein geworden, zoodat er
een groot gebouw bij zal worden geplaatst.
Welke Hercules zal dezen Augiasstal reinigen?
Wie zal met reuzenzweep de dobbelaars uit
eendrijven, met reuzenbezem ’t Damrak schoon
vegen?
Voor een paar jaren kwam er een reuzen-
Het verlies, in Amerikaansche waar-
beliep honderden millioenen.
bladen beweerden zelfs, dat Ne-
dan de helft van zijn kapitaal
krach.
den geleden,
Buitenlandsche
derland meer
verloren had.
Maar ook die krach, die debacle kon de
menschen niet van hun speculatiewoede ge
nezen. Integendeel, het is er nog weer erger
op geworden.
Reeds jaren bestaat de speelbank van Mo
naco, die de rijke reizigers lokt door overda
dige weelde. De Duitsche speelholen werden
verboden, opgeheven door de wet. Maar Mo
naco is een vrij vorstendom en de maatschap
pij, waarin de vorst van dit lilliputterslandje
stand te kunnen houden en duurde dan ook
geen jaren.
Toen ons land een koninkrijk werd, meende
de landsregeering er goed aan te doen, een
staatsloterij in te richten. De menschen wil
den toch een kansje wagen, ’t zaakje ging in
rijkshanden nog 't eerlijkst toe en ,’t bracht
geld in de schatkist; geld, dat de regeering nu
niet en toen ook volstrekt niet van onpas
kwam.
De menschen mogen gaarne een kansje
wagen en men neemt een tientje of een twin
tigje. Je bent er niet mee om zeep en er kan
een aardig sommetje mee gewonnen worden.
Dan heeft men steeds gehad de gewone,
kleine loterijen met en tegen Sinterklaas: ieder
weet nog uit eigen omgeving, hoe bijv, te
Sneek die hartstocht in den Sinterklaastijd hoog
tij vierde, hoe zelfs arbeiders in een paar dagen
tijds meer dan hun weekloon er aan waagden
om ’t geluk te forceeren.
Dan heeft men al zoo lang gehad de loterij
en om paarden en rijtuigen, koeien, varkens,
enz. Liefdadigheidsverlotingen brachten steeds
een aardig stuivertje zuivere winst op; men
keek niet zoo nauw naar de waarde der prij
zen, want ’t was immers voor een liefdadig
doel.
De laatste zaken zijn echter maar kleinig
heden.
Maar in ’t groot werd er al lang gedobbeld
in handelskringen. Men speculeerde aan de
beurs en reeds lang vindt men ’t veel ge
makkelijker in Amerikaansche sporen, in
granen, mijnwaarden, enz. te speculeeren, dan
z’n geld in handels- of nijverheidsondernemin-
gen te steken.
Velen maken en maakten zich daardoor on
gelukkig.
Doch in de laatste jaren is de speelzucht in
alle lagen der maatschappij doorgedrongen en
tot een jammerlijke speelwoede geworden. In
’t buitenland, maar ook hier, in ons kleine
Nederland.
Het is een rage geworden, die steeds verder
om zich heen grijpt, steeds meer slachtoffers
maakt. Die menschen van den welstand tot
den bedelstaf brengt; die huisgezinnen van ’t
noodige berooft; die de energie voor goede be
drijven doodt; die velen in schulden doet ste
ken; die dienstbaren zich doet vergrijpen aan
geld en goed der patroons en daardoor in han
den van den strafrechter voert.
mocht gaarne eens loten, men
deed mee in de Staatsloterij. Maar overdrij
ving viel niet te constateeren. Het ging zoo’n
gewoon gangetje en daarom viel er de aan
dacht niet op.
En thans! De speelzucht is steeds erger
geworden, tot speelwoede gestegen, brengt
verderf in vele lagen der maatschappij en wel
zoodanig, dat sedert enkele jaren de klachten
daarover steeds ernstiger worden, de eischen
tot bestrijding dier woede, dier hartstocht
steeds luider. Van alle zijden klinkt de roep:
Mannen van de regeering, verlos ons Neder-
landsch volk van die zooveel jammer en el
lende veroorzakende speelzucht.
We zeiden ’t reeds: Die speelzucht is niet
een modeziekte van de laatste jaren. O neen!
Gaat de geschiedenis maar eens na.
Van onze eerste stamvaders, de Germanen,
wordt al een leelijk boekje opengedaan. Ze
waren krachtig en gezond, gastvrij en eerlijk,
gehard en dapper, maar ze hielden zeer veel
van gerstebier en ook van dobbelspel. Als ze
bijeengekomen waren, werd er stevig gegeten
en nog duchtiger gepooid en als dan ’t zware
bier begon te werken, trad de speelduivel in
aller harten en zoozeer beheerschte die hen,
dat ze niet alleen hun vee en graan en rijk
dommen, maar ook hun slaven, vrouw en
kinderen, ja zich zelven, eigen vrijheid er aan
waagden.
Erger kon ’t al niet.
Maar kom ook eens in den bloeitijd onzer
republiek. Iedere schooljongen kent uit z’n
tijdtafel het beruchte jaartal van den dwazen
windhandel. Tulpenbollen werden tot fabel
achtige prijzen verhandeld en een zeerob, die
pas een Indische reis had gemaakt en van
die rage nog geen besef had, at bij vergissing,
daar hij veel van uien hield en op de tafel
van zijn reeder een zoodanig ding zag liggen,
met één zoo’n bol een heel kapitaal zijns mees
ters op.
Die tulpenhandel was te dwaas, om lang
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per postf0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
99
MelMs 81 MisM.
mws- ES iDmiWBLIl)