VOOR Ml EK 0J18TREEE1
81BEWS- EJi ADVERTENTIEBLAD
Limpy, huwelijksmakelaar.
Republieken.
No. S3,
Zaterdag 15 October 1310.
65e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
i
I
J
i
i
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
kranten niet verkocht worden, en niet-verkochte kranten,
dat beteekende geen ontbijt voor den volgenden morgen.
Tik, tik, tik ging Limpy’s kruk, terwijl zijn bleek
gezichtje angstig uitkeek naar de naderende rijtuigen,
en tik, tik, tik ging ook zijn kleine hartje, terwijl hij
overstak toen hielden hart en kruk plotseling beide
op met tikken: vlak achter hem klonk opeens het waar
schuwende getoeter van een automobiel, het vreeselijk-
ste spook, waarvan Limpy ooit droomde.
Nog een schril geluid, een kreet van angst en toen
lag een mank, klein jongetje in elkaar gedoken op den
grond, een stapel kranten tegen zijn borst geklemd, een
gebroken kruk naast zich.
Arme, kleine bedelaar, zei de eigenaar van de auto,
zich vlug een weg banend door de snel aangroeiende
menigte, en boog zich over Limpy heen. Vlug Alphonse!
tot den chauffeur, we moeten hem naar het hospitaal
brengen zijn hart klopt nog, gelukkig.
Een rij kleine, witte kribben, twee aan twee over
elkaar geplaatst, en in elk een kleine jongen, dat was
het, wat Limpy’s verbaasde blik zag, na wat hem toe
scheen een lange nachtmerrie te zijn van vreemde
geluiden, vreemde geuren en de aanraking van zachte
handen. Nu dommelde hij nog zoo’n beetje in de kin-
derzaal van het hospitaal en toen hij zijn hoofd op het
kussen omdraaide, keek hij eensklaps recht in de
zachtste bruine oogen, die hij ooit gezien had.
Hoe voel je je nu, kleine man vroeg zuster Martin
vriendelijk.
Best, fluisterde Limpy met een zwak stemmetje, na
een oogenblik nadenken, nog maar half overtuigd, dat
hij niet nog droomde.
Zuster Martin glimlachte. Dat is goed zei ze, en
nu moet je stil blijven liggen en probeeren weer te
slapen.
dwong hij zijne gedachten weer in een ar dere richting.
Hij is zoo’n aardige kleine jongen, zei zuster Martin
zachtjes, terwijl ze een bijna onzichtbare plooi uit
Limpy’s kussen streek.
Limpy’s manke beentje, dat, zooals de vriendelijke
dokter hem vertelde, weldra zt o recht en sterk zou zijn
als het andere, zat onbeweeglijk in het gipsverband,
en de dankbare, nooit klagende kleine patient, wiens
vroolijke glimlach en grappige gezegden hem de vriend
schap van het geheele personeel hadden bezorgd, genas
langzaam maar zeker.
Op een dag bukte zuster Martin zich over hem heen,
bewogen door een plotselinge ingeving, en kuste hem.
Dat is heel aardig,stamelde Limpy gelukkig, niemand
heeft mij nog ooit gekust.
Zuster Martin’s bruine oogen werden vochtig en
haar arm om zijn ha's slaande, legde ze haar wang
tegen de zijne.
Arme kleine jongen zei ze zachtjes arme, esnzame,
kleine Limpy
Mijnheer Cochrane, die door al de kinderen van de
ziekenzaal ongeveer werd beschouwd als een vermomde
prins uit het sprookjesland, en wiens komst altijd werd
begroet met uitroepen van blijdschap, verscheen een
oogenblik later en zuster Martin ging zoolang weg.
Nadat hij zijn vracht van prachtig speelgoed en
mooie prenten onder de kinderen had verdeeld, ging
hij naast Limpy’s bed zitten.
Als je weer beter bent, Limpy, zei mijnheer Cochrane,
die nooit halve dingen deed, dan kom je bij mij wonen.
Je zult een ezel en een karretje hebben, en naar school
gaan en bankdirecteur worden of dokter, wat je maar
wilt.
Zoozuchtte Limpy gelukkig, overreden te worden
door een automobiel is iets heerlijks.
een koning, waar zelfs geen
dwang hun een vorst kon op-
Ja, stemde Limpy toe, en sloot gehoorzaam zijn oogen.
Hij sliep nog toen de dokter, vergezeld van een
breed geschouderd, deftig en vriendelijk uitziend heer,
bij zijn bedje kwam.
De heer Cochrane juffrouw Martin, stelde de
dokter voor. Zuster Martin boog een beetje mioachtend,
mijnheer Cochrane’s buiging getuigde van hoffelijke er
kentelijkheid, zoowel als van eerbiedige bewondering.
Arme, kleine bedelaar zei hij, berouwvol naar Limpy
kijkend. Hij is zoo’n kleine jongen en bovendien nog
kreupel. Ik voel me, alsof ik op een weerloos dier
getrapt heb. Kan hij gauw weer beter zijn, dokter
O ja, antwoordde de dokter. Hij is niet ernstig ge
wond.
Ik ben blij dat te hooren, zei mijnheer Cochrane op
verheugden toon.
Alleen een gebroken rib, vervolgde de dokter. Zijn
mankheid zou hersteld kunnen worden door een een
voudige operatie, voegde hij er in gedachten aan toe,
en bij goede voeding en veel frissche lucht en lichaams
oefening zou hij zoo’n flinke, stevige jongen geworden
zijn, als u ooit gezien heeft.
Doet u het, antwoordde mijnheer Cochrane ernstig.
Spaar geen uitgaven en als hij zoover hersteld is, dat
hij uit mag, dan zal ik hem naar mijn buitenverblijf op
het land sturen met een zuster.
De bruine oogen van zuster Martin kregen steeds
zachter uitdrukking en liefkoozend streek ze over
Limpy’s verward krulhaar. Mijnheer Cochrane’s blik
dwaalde af van het witte bedje en den kleinen jongen
en zoo veranderden ook zijn gedachten van onderwerp.
Als ik ook eens overreden werd door een automobiel,
peinsde hij, en een arm brak of een paar ribben, en hier
ingedragen werd om te genezen, zou ze dan mijn haar
ook zoo streelen, mij op die manier aankijken toen
Voor eenige dagen kwamen de sensatiebren-
gende telegrammen, dat in Portugal de 20 jarige
koning Manuel gevlucht was uit zijn hoofdstad
en land, en de republikeinen er de door hen
gewenschte regeeringsvorm gevestigd haduen.
Een eeuwenoude regeeringsvorm is plotse
ling veranderd, de telg van een eeuwenoud
koningshuis verjaagd. Het huis Braganza heeft
't aantal der rois en exil met ééne vermeer
derd, het aantal kroonpretendenten, hier naar
een kroon, die nu niet meer aanwezig is,
doen toenemen. En van die rois en exil, van
die pretendenten zijn er thans nog al enkele.
Daar heeft men de Fransche; eerst prinsen uit
drie huizen, die elkaar concurrentie trachtten
aan te doen, waar geen van drie veel kans
had; en thans schijnt in Frankrijk, waar de
derde republiek nu reeds veertig jaren achter
een bestaat, de kans voor vorstelijke ambitiën
al zeer gering te zijn. In Duitschland werden
door Pruisen de vorsten van Hannover en
HessenNassau verjaagd. De laatste kregen,
met den dood van onzen koning Willem III,
een vergoeding in Luxemburg; de erfgenamen
van de rechten op den Welfentroon kunnen
toezien, dat de moet-Pruis van Hannover nu
reeds 44 jaren tijd heeft gehad een echte
Pruis te worden. In Spanje heeft men de par
tij der Carlisten, die in de buurt der Pyreneeën
haar aanhangers telt. Eens scheen don Car
los groote kans te hebben den Spaanschen
troon te beklimmen, maar de oorlog werd in
Kranten 1
Limpy schreeuwde met een schorre stem, terwijl de
menigte, die van uit hunne winkels en kantoren huis
waarts keerde, hem voorbij liep.
Kranten Avonduitgave Krantèn
Zijn smal, wit gezichtje keek verlangend naar de
voorbijgangers, of hij ook de menschen kon ontdekken,
die iederen avond een krant bij hem kochten en zijn
kruk tikte in vlugge maat op het plaveisel, terwijl hij
heen en weer liep, om zijn waar aan te prijzen.
Laatste uitgaaf 1 riep hij steeds schor, toen de laatste
achterblijvers hem haastig vooröijliepen. Avonduitgaaf!
En met een huivering van angst bij de gedachte aan
het moeilijke werk, dat hij giag ondernemen, bereidde
hij zich voor het drukke plein over te steken. Zijn
tasch met kranten stevig onder den arm geklemd, en
steunend op zijn kruk, keek hij angstig in alle richtingen,
om zich te kunnen overtuigen, dat de weg vrij was
®n hij zijn gevaarlijke reis kon voortzetten.
lederen dag opnieuw vervulde deze tocht in de
eerste schemering Limpy’s ziel met angst. Hij was er
vast van overtuigd, dat er eens een tijd zou komen,
dat hij niet flink genoeg meer zou zijn om zich een
weg te kunnen banen tusschen de voortsnellende rij
tuigen en automobielen, die onophoudelijk dreigden
het kleine, manke jongetje een ongeluk te bezorgen.
Maar hij moest oversteken om zijn gewone plaatsje te
bereiken voor het groote restaurant, anders zouden alle
bewoonde deel der wereld menschen wonen,
een republiek geweest.^Men zou al moeten
teruggaan tot den zeer ouden’ tijd, toen Israël
nog bezig was zich in Kanaan in te burgeren.
Maar dit is ook haast ’t eenige voorbeeld uit
een historie, die over duizenden jaren loopt.
Het groote, jonge Amerika is republikeinsch
gezind. Nu ja, Canada is nog een deel van ’t
Britsche vorstelijk rijk.
En dan hebben Engeland, Nederland, Frank
rijk en Denemarken nog Amerikaansche be
zittingen. Maar in de United States werd de
Britsche heerschappij reeds voor meer dan 130
jaren vernietigd. Voor een eeuw werd Spanje
van zijn groote macht in Zuid- en Midden-
Amerika beroofd, terwijl ook Cuba en Portorico
zich onttrokken aan de Spaansche heerschappij.
De heerschzuchtige fantasie van Napoleon III
schiep voor korten tijd een keizerrijk Mexico,
maar de Habsburger werd, na een korte en
woelige regeering, gevangen genomen en ge
fusilleerd.
Het huis van Braganza, dat zich voor een
eeuw verdeelde in een Portugeeschen en een
Braziliaanschen tak, werd, we schreven ’t zoo-
even, voor twintig jaren uit Brazilië ver
dreven.
Van al de Germaansche volken zijn alleen
Zwitserland en de Vereenigde Staten republi
keinsch, maar overigens is men er vast mo
narchaal. Doch de volken zijn er meestal vrijer
dan in de republieken van ’t Latijnsche ras,
zoodat de Germaansche monarchiën meer gelij
ken op republieken, die haar presidenten den
titel van koning geven en ze steeds uit een
zelfde familie kiezen. In Duitschland, ja, daar
is de keizer nog vervuld met alleenheerschers-
gedachten, daar kunnen groothertoogjes van
Mecklenburg zich niet aanpassen bij con-
stitutioneele vormen.
Doch hoezeer de vrije Germaan, die toch 't
hoogst staat op den beschavingsladder, aan
monarchale vormen gewend is, blijkt uit Noor
wegen. Als er één volk republikeinsch voelt
en denkt, dan is ’t toch wel ’t Noorsche; en
toch, daar verjoeg men voor een paar jaren
de Zweedsche Bernadottes. Maar dit was al
leen, omdat men vrij wilde zijn van de Zweed
sche hegemonie. De Noren vroegen zelfs aan
den ouden Zweedschen vorst een jongeren
zoon voor den nieuwen Noorschen troon af te
staan en na weigering koos men een Deenschen
prins. De vrijheidlievende Noren wenschten
bloed gesmoord en sedert veertig jaren hebben
geen don Carlos of don Jaime kans gezien,
den Spaanschen bodem te betreden om een
nieuwe kans te wagen. De sultans van Turkije,
Perzië en Marokko werden afgezet; de eerste
kan in gevangenschap in het eigen land na
denken over de wisselvalligheden der fortuin,
de tweede leeft in Zuid-Rusland, de derde in
Egypte. De keizerlijke familie van Korea zal
haar kans op den ouden troon wel voor al
tijd verloren hebben aan de brutale Japanners.
In Portugal had de thans afgezette vorst een
familielid, dus ook uit het huis Braganza, dat
meende even geldige rechten als hij-zelf op
den troon van Lusitanië te kunnen doen gel
den. En diezelfde vorsten uit het huis Bra
ganza mogen met weemoed zien naar ’t groote
Brazilië, waar ze eens een keizerstroon bezet
ten, maar waar thans de republikeinsche re
geeringsvorm voor goed gevestigd schijnt. De
arme koning Manuel werd geboren op den
dag, dat in het groote Brazilië keizer Pedro
werd verjaagd en thans zaten de jonge koning
en de nieuwgekozen president van het rijk
van den Maranhon vreedzaam aan een banket,
terwijl de revolutie haar haastig werk ver
richtte. Het noodlot kan wel wreed zijn.
Voor enkele vorstelijke personen zal deze
laatste omwenteling onaangename gevoelens
gebracht hebben, zal het oude woord in den
geest doorgedrongen zijn: Heden ik, morgen
gij-
Het aantal republieken is dus weer met een
vermeerderd. In Europa is de republikeinsche
regeeringsvorm nog niet overwegend. Men
heeft er van ouds het vrije Zwitserland, dat
eens de Oostenrijkers verdreef uit zijn berg
land en het geluk geniet, nooit een vorsten
huis te hebben gehad, zoodat ook geen pre
tendenten kunnen streven naar een troon. En
dan heeft men Frankrijk, waar sedert de groote
revolutie de republiek afwisselde met konink
rijken en keizerrijken, totdat in 1870 de derde
republiek een onzeker bestaan begon, maar
sedert dat bestaan hoe langer hoe beter be
vestigd werd. En dan, o ja, heeft men nog
een paar miniatuur-republiekjes, Andorra en
San Marino.
Het groote Azië zag nooit den republikein-
schen regeeringsvorm; nergens in dit wereld
deel, dat toch bijna vijf maal zoo groot is als
Europa, is een republiek, en, merkwaardig,
ongeveer nergens is ooit, zoolang in dit eerst
en verkregen
schijn van
dringen.
Behoeven we nog op ons land te wijzen,
waar eeuwen de republiek bestond, maar een
republiek, waarin de Oranjes eerste staatsdie
naren waren, die zich geheel als regeerende
vorsten konden beschouwen en ook door 't
eigen republikeinsche volk en door de overige
wereld vorsten genoemd werden. Sedert den
val van Napoleon werden Oranje en Nederland
weer één, maar van despotisme of alleenheer
schappij is hier geen sprake; wij zijn hier vrij
er dan elders in een republiek en onze monar
chie heeft zich als zoodanig sedert 1813 zonder
groote schokken ontwikkeld, de grootste volks
vrijheid vestigend, zonder dat revolutie de vor
sten daartoe dwong.
De slaven zijn oprechte koningsgezinden. In
't groote Rusland laat de alleenheerschende
czaar de teugels van ’t rijk maar al te veel in
andere handen.
In Bulgarije en Servië heeft men vorsten,
ofschoon Bulgarije niet door traditie hiertoe
kwam. Geen afstammelingen van de oude
roemruchte Bulgaarsche czaren konden zich
Bulgaarsche kroonpretendenten noemen, ‘maar
na hun bevrijding kozen deze flinke Slaven
eerst den Battenberger en later den sluwen
Coburger.
Maar bij de Romaansche volken is de re
publikeinsche regeeringsvorm in de meerder
heid. Heel Zuid- en Midden-Amerika zijn Ro-
maansch; men spreekt er Spaansch- Portu-
geesch en heel die wereld doet ’t zonder vor
sten. En toch, juist daar zou een vorstenfa-
milie stabiliteit kunnen brengen, die er maar
al te vaak ontbreekt. In die woelige repu
blieken en republiekjes volgen presidenten
elkaar op en verdrijven elkaar, die despotischer
regeeren dan de czaar van Rusland.
In Europa hebben Frankrijk en Portugal
(Andorra en San Marino zullen we maar niet
apart noemen) de republiek. Alleen Italië en
Spanje zijn monarchieën,
Italië is één geworden door ’t drijven der
republikeinen, maar de vorsten uit het huis van
Savoye hebben handig van die republ-’keinsche
drijvers gebruik gemaakt om zich tot koningen
van geheel Italië op te werken. In Italië
heeft men nog te veel moeite om zich op
te werken tot de rang-hoogte van groote mo
gendheid, zoodat men er nog geen tijd toe had,
I
I