ft
MMW8- B AIITERTESTIEIILAI)
ÏIIIIR SHEER Ei MSTMi.
Parlementairisme.
Zaterdag 10 December 1910.
65e Jaargang.
Ja Mamaatje.
j
XTo. @9.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
R COURANT,
de hoofdge-
zijn,
antwoordde mevrouw Ei-
zou
I
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
rood en opgewonden geworden en zij begreep niet hoe
een meisje van 20 jaren zoo stijf en stil kon blijven
zitten.
In geen geval gaan we morgen naar het feest, her
haalde zij nu al voor de derde maal. Wij zullen de
menschen eens laten zien hoe weinig wij dien Hans
Eibers noodig hebben. Dat laat ik mij maar eenmaal
door die onbeschofte Eibersen zeggen, dat wij hem zoo
in de wacht willen sleepen. En dat heeft men bijna
tien jaar lang een vriendin genoemd
Het aardige meisjeskopje zonk nog dieper over haar
haakwerk heen, ’t Was alsof er een lange, diepe snik
door haar geheele lichaam ging.
Maar mevrouw Hellmann bespeurde daar niets van.
En wanneer er dan eenige reden tot die praatjes
waren geweest 1 Wanneer de vriendschappelijke ge
voelens, die jullie voor elkaar hebt, uit iets anders voort
sproten dan uit kinderlijke genegenheid ja, dan zou
ik mij er niet zoo over opgewonden hebben. Jullie
hebt met elkaar gespeeld als alle anderen, bent samen
aangenomen, hebt samen wel eens op een bal van Con
cordia gedanst, toen hij als student hier was maar
lieve hemel, die lummel van een Hans heeft wel andere
dingen aan zijn hoofd gehad dan liefde en verliefdheid.
Geloof jij ook niet Lore P
Ja mamaatje.
Je behoeft daarom morgen nog niet thuis te blijven,
vervolgde haar moeder op wat kalmer toon, toen zij
het mooie meisjesgezichtje zonder eenige uitdrukking
zag. Je kunt b.v. den geheelen middag naar de bosch-
hut gaan. Daar zul je nu wel al den nieuwen aardbei-
wrjn kunnen krijgen daarvan kun je mij dan een
flesch halen. En de vrouw van den boschopzichter
zal je dan wel over het gemis van het feest heen hel
pen. Je gaat toch wel gaarne naar haar toe, Lore?
Jammer ook voor de verslaggevers der groote
bladen, die zich moeten aftobben om toch een
eenigszins dragelijk verslag te kunnen samen
stellen, waarin de lezer ten minste nog zoo
veel mogelijk reëele zaken bijeen vergaard
vindt.
In Duitschland heeft de Rijksdag een seni
oren convent; waar in den Rijksdag bijna vier
honderd leden zijn, telt dat senioren convent
slechts de voornaamste leden, de leidende
geesten der verschillende partijen. Die kunnen
veel pasklaar maken, wat anders niet zoo spoe
dig zou gereed komen, wat anders misschien in
den stroom der oraties en onder den last der
amendementen zou kunnen bezwijken.
Zooiets moest ook in onze Kamer kunnen
bestaan. En dan moest er niet zoo veel nut
teloos gesproken worden. Waartoe is ’t noo-
dig, dat sommige leden de vergaderzaal der
Kamer gebruiken om voor de wereld van hun
politieke richting te getuigen. Er wordt veel
te veel gedaan aan algemeene beschouwingen,
die even goed achterwege konden blijven.
Enkelen spreken in de Kamer met de bedoe
ling, door hunne kiezers gelezen te worden.
Waarom beleggen die heeren geen vergade-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Bij de oude Romeinen bestond eerst als re-
geeringslichaam de senaat, een vergadering
van waardige, bezadigde, reeds op leeftijd zijn
de mannen. Wat moet reeds de aanblik van
zoo’n verzameling deftige ouderlingen tot ont
zag gestemd hebben. In zoo’n vergadering
kon alleen ernstig gesproken worden, was tijd-
verbeuzeling ondenkbaar. Die mannen waren
zich hun hooge waardigheid bewust en
toen eens de woeste Galliërs Rome binnen
trokken, zoodat de verdedigers zich op het
Kapitool moesten terugtrekken, bleven de se
natoren achter; zij weigerden naar ’t laatste
toevluchtsoord te snellen, maar tooiden zich in
hun lange tabbaarden en de barbaren vonden
hen, gezeten in hun ruime zetels vóór hunne
woningen. Vol ontzag bleven de woeste man
nen uit 't Noorden staan en ze moesten eerst
die groote onbestemde eerbied overwinnen,
vóór zede eerwaardige mannen durfden dooden.
Vergelijk daar eens mede de vergaderingen
der tegenwoordige regeeringslichamen! En ’t
eigenaardigste is, dat juist de hoogste verga
deringen, de minst deftige zijn. In sommige
raadsvergaderingen kan ’t nog behoorlijk net
jes toegaan, (al is ’t in sommige plaatsen ook
meermalen een janboel,) maar neem bijv, de
Tweede Kamer. Het voornaamste regeerings-
lichaam van de kalme Nederlanders.
mervergadering uit den tegenwoordigen tijd!
Het is waar, in Rome ging ’t ook niet altijd
even kalm, want later kwam nevens dén Senaat
de volksvergadering, waar ’t heel wat minder
deftig kon toegaan. En ook in den Senaat
werd ’t wel eensdruk. Denk er bijv, aan dat
Julius Cesar, toen hij op het toppunt van
zijn macht gekomen was en zich imperator
kon noemen, in den vollen Senaat vermoord
werd; door talrijke dolksteken getroffen, neer
viel aan den voet van ’t standbeeld van Pom-
pejus, die eens door hem verslagen en van alle
macht beroofd werd. Toen viel de man, die
allen en alles aan zich onderworpen had, ge
troffen door mannen, die weer de oude vrij
heid wilden herstellen, dus voor een hoog doel
streden, maar die toch van een deftige
vergadering een bloedig tooneel maakten.
We zouden hier kunnen spreken over ver
schillende vergaderingen van rijksdagen en
parlementen in de middeleeuwen, van de volks
vergaderingen der oude Germanen, van de
zittingen der Fransche nationale vergaderingen
tijdens de Groote Revolutie.
Doch laten we niet te uitvoerig worden en
allen vinden, dat de man, van wiens ergernis
we zooeven gewaagden, toch maar deugdelijk
gelijk heeft. Het lijkt daar werkelijk maar
al te vaak een janboel in onze Tweede Kamer.
Het is net, alsof die honderd slechts bijeen
komen, om elkaar het leven zuur te maken,
om af te breken in plaats van op te bouwen.
Er wordt door sommigen te veel gesproken,
niet in ’t belang der landszaken, maar om door
de kiezers gelezen te kunnen worden. De
nationale tijd wordt verknoeid door haarklove
rijen, door replieken en duplieken, door ellen
lange redevoeringen, die even goed achterwege
hadden kunnen blijven, door interrupties, vit
terijen en in den laatsten tijd ook door per
soonlijke feiten. Een jaar geleden kwam dr.
Kuyper plotseling op den president der Kamer
toe met: «Mijnheer de voorzitter, ik vraag het
woord voor een persoonlijk feit!« En thans
’t regent persoonlijke feiten, waarvoor ’t woord
gevraagd wordt. En dan, in plaats van tijdig
ter vergadering te zijn, schitteren vele leden
telkens door afwezigheid, zoodat wegens on-
voltalligheid niet gewerkt kan worden. Op
die wijze loopt de regeeringsmachine maar al
te traag, schijnt dikwijls heelemaal stil te staan.
Jammer voor de stenografen, die zich moei
pennen aan zoo’n massa onnoodig gehaspel.
Ja mamaatje.
ellmann was nu volkomen gerust gesteld.
t en
wreef zich de oogen uit.
Naar ik gehoord heb, zeide zij na een paar minuten,
blijft die dokter maar drie dagen hier. Gisteren is hij
---:j
wel weer weggaan. Je behoeft die paar dagen nu niet
Naar het bosch kun je achterom
wel heerljjk zijn. Zoo’n dag als vandaag mocht men
niet thuis blijven zitten.
Mevrouw Hellman zette haar hoed op en wandelde
naar een bank bij het gedenkteeken in het park. Toen
zij langzaam en waardig langs den goed onderhouden
weg liep, wandelde een dame voor haar uit en juist
toen zij op de bank wilde gaan zitten, deed ook de
andere dame dat. Beide dames keken elkaar aan en
de een werd nog rooder dan de andere.
Het kon niet anders, men moest elkaar groeten, en
bij elkaar gaan zitten, wilde men niet onbeleefd worden
of zich door een vlucht belachelijk maken.
Ik dacht dat n op het feest van Concordia zou zjjn,
mevrouw Eibers, begon Lore’s moeder op een toon zoo
koel als mogelijk was.
Dat dacht ik van u ook,
bers, precies even koel.
Mevrouw Hellmann zat kaarsrecht. Nu kon zij haar
groote troef uitspelen.
Neen, toen wij hoorden dat uw zoon het feest
meemaken, had Lore geen zin er heen te gaan.
Mevrouw Eibers was wel een beetje bleek geworden,
maar zij wist zich te beheerschen.
Dan is juffrouw Lore wel veranderd dat moetik
zeggen. Voor twee jaren heeft zij nog bijna dagelijks
met mijn zoon in het stadspark gewandeld ik heb an
sichtkaarten gevonden en brieven van uw dochter
nu, u zult het begrijpelijk vinden, dat ik aan een der
gelijke kalverliefde paal en perk stelde en heelemaal
niet gesteld was op bezoeken van mijn zoon hier in de
stad. Hoe veel ik ook van Lore houd mevrouw
Hellmann ging met een boos gezicht nog wat verder
van de spreekster af zitten een meisje zonder eenig
vermogen, neen, daarvoor heeft dan toch de studie van
mijn zoon mij te veel geld gekost.
Ja mamaatje.
Mevrouw Hf
Zij legde haar handwerk neer, zette haar bril af
wreef zich de oogen uit.
Naar ik gehoord heb, zeide zij na een paar minuten.
J-Liji__-
gekomen, morgen is het feest en overmorgen zal hij
de stad in te gaan,
langs de wei gaan.
Ja mamaatje.
Mevrouw Hellmann stond op, keek toen naar ’t blond
gelokte meisjeshoofd en zuchtte.
Als je maar niet altijd zoo teruggetrokken tegenover
alle mannen was, Lore. De laatste paar jaren ken ik
je niet meer. Hans Hoffmann, mijnheer von Lemke
wel, jij behoeft maar één woord te zeggen, zoo verliefd
als die twee op jou zijn.
Ditmaal zeide Lize niet ja zij haakte en haakte
maar en was blij dat haar moeder eindelijk zweeg en de
kamer verliet. Nu behoefde zij tenminste geen moeite
meer te doen, haar tranen in te houden en haar verlan
gen naar Hans te onderdrukken
Den volgenden dag was het warm en zonnigeen
echte dag om buiten feest te vieren.
Des middags tusschen vier en vijf uur was de hoofd
straat, die naar een groote uitspanning leidde, als be
zaaid met feestelijk gekleede menschen, in lichte kleeren,
de dames met groote hoeden vol bloemen.
Mevrouw Hellmann, die de drukte uit haar raam.had
aangezien, was heel blij haar dochter zoo rustig en
stil in de boschhut te weten, en nu hadden de menschen
niets te praten en mevrouw Eibers zou zich van er
gernis niet weten te bergen.
Vanavond zou het in het natuurlijk leege stadspark
ringen in hun kiesdistrict, al of niet met de
bat? En bovendien, men weet immers van
ieder Kamerlid de richting en t
dachten. Waarom moeten die telkens herhaald
worden?
Zeker, een Tweede Kamer van den tegen
woordigen tijd is geen vereeniging van ouder
lingen, geen bijeenkomst van uitsluitend aristo
craten. Het volk, in al zijn lagen, is er ver
tegenwoordigd en dat blijkt uit spreken en
handelen. Maar toch, er moest wat minder
georeerd, wat meer gehandeld worden. Dat
herhaaldelijk getuigenis afleggen van reeds
lang bekende beginselen dient nergens toe en
dat opeen stapelen van persoonlijke feiten
brengt de wetten niet nader bij haar oplossing.
Persoonlijke feiten moest men maar buiten de
Kamer afmaken. Men moest ook alle zaken
niet even uitvoerig behandelen. Het gaat te
veel op z’n elf en dertigst.
Parlementairisme is een prachtig ding, dat
te veel ontaardt en daardoor reeds lang een
ongunstige beteekenis heeft gekregen.
Niemand zal kunnen beweren, dat men de
parlementen maar weer moest afschaffen; maar
de werkwijze moet veranderd worden, opdat
men meer kan afdoen en het niet jaren en
Hans Eibers was weer in de stad. Dokter Hans Eibers,
zeiden de menschen met veel respect, die het verder
vertelden. Hij had gestudeerd, was gepromoveerd, had
zich een half jaar geleden als dokter te Berlijn gevesti/d
en nu was hij ongeveer twee jaren weggeweest van het
kleine plaatsje, waar hij vroeger gewoond had.
Zijn moedei, weduwe van den postdirecteur, was
herhaalde malen bij haar dochter in de keizerstad ge
weest, had natuurlijk haar zoon gezien en vertelde
zeel van dien zoon, maar deze zelf scheen nooit tijd
gehad te hebben voor zoo’n verre reis. Tot men plot
seling tijdens de laatste mooie dagen van dezen zomer
hoorde Hans Eibers is er
Vreugde was er inde families, waar huwbare doch
ters waren. De meesten hadden als kind met den aar-
digen, vroolijken jongen gespeeld en daar het herinne-
ricgsfeest van de stichting van Concordia, de voornaam
ste vereeniging in het stadje, juist in deze dagen viel,
verheugden de jonge meisjes zich dubbel op den wei
bomen danser.
Lore Hellmann verheugde zich niet.
Met groote verschrikte oogen zat zij in de huiskamer
Daast haar moederen hield haar haarnaalden vast alsof
die kapot moesten.
Mevrouw Heilmann, de weduwe van den inspecteur
der telegrafie, had al ruim een kwartier tegen haar
dochter gepraat en zij praatte nog. Zij was warm en
We hoorden eens een man, die uit een der
Friesche dorpjes voor’t eerst Den Haag bezocht
en toen ook een vergadering van de Tweede
Kamer bij woonde. De. man schrok van ergernis
en zei: Voor zoo’n stel wil ik nooit weer de
moeite doen, te gaan stemmen. De goede,
eenvoudige ziel had zich een voorstelling ge
vormd van de Tweede Kamer, zooals voor
heen zeker de Romeinsche Senaat kon geven
en hij vond daar mannen, die elkaar plaag
den, uitlachten, in de rede vielen, die heen
en weer liepen onder de ernstigste rede, die
interrumpeerden, waar ’t heel geen pas gaf,
die lui in de koffiekamer zaten, als ze in de
zaal der Kamer moesten zijn, die als zoutzak
ken tegen of in hun banken hingen, die den
nationalen tijd op de ergerlijkste wijze verbeu
zelden en bij wien een totaal gemis aan ernst
viel te constateeren; hij meende in een plaats
te zullen komen, waar de ernst op allen en
alles te zien was, omdat er het wel en wee
van een geheel volk behandeld werd en hij
vond een troep onruststokers, die geen oogen-
blik rustig hunne plaatsen konden innemen,
die spotten als ernst te pas kwam en op de
onbehoorlijkste wijze ernstige woorden weg
lachten, die elkaar uitmaakten, zooals ’t alleen
op de vischmarkt scheen thuis te behooren,
die ieder oogenblik op 't punt stonden, elkaar
in de haren te vliegen. Neen, daar moest on
ze Fries niets van hebben en hij nam ’t vaste
besluit, nooit weer een stap in die zaal te zet
ten en niet de geringste moeite te doen om me
de te werken tot de verkiezing van een
honderdtal, die alles zoo in ’t honderd lieten
loopen.
Jammer, dat de man ook niet even onze
Eerste Kamer had zien vergaderen. Want
dan was zeker weer eenigszins 't respect bij
hem teruggekeerd; omdat daar ten minste nog
eenigszins ernstig gehandeld werd en de aan
blik van mannen, die meest alle een behoor
lijken leeftijd bereikt hebben, tot meer eer
bied stemt.
Maar neen, de Tweede Kamer had hem
zoodanig ontstemd, dat was hem reeds te veel.
En dat in ’t kalme Nederland! zal hij ge
peinsd hebben.
Hoe moet ’t dan wel in landen gaan, waar
de menschen door zuidelijker bloed spoediger
verhit worden en heftiger uit kunnen varen.
Nu, ’t is wel een groot verschil tusschen
dien ouden Romeinschen Senaat en een Ka-