ft im s\Hk ES MSTllEkES. s SIEBV8- ES AIIÏERTES'flEBLlö CACAO Trots en Liefde. 66e Jaargang. No. 10. Zaterdag 4 Februari 1911. j DAALDERS Feuilleton. Vervolg Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. en slot van ons vorig artikel. H R COURANT id een n n bewijzen, dat de kosten der ver- van beteekenis zijn. Duitsche sensatieboek gelezen, ten De Duitschers strij- l en Frankrijk te zamen. Het Duitsche leger heeft niet alleen Parijs bezet, maar is reeds tot Brest doorgedrongen, Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sn e e k 10,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. I I tot den en een zoo de gezamenlijke legers ’t niet durven te komen. Wel is ’t groot, maar de oorlog (Slot.) Weinige weken daarna brachten de bladen de tijding, dat Johan Nedin een eervolle benoeming had ontvan gen als professor aan de kunstacademie van een Zuid- Duitsche hofstad. Indien hij deze benoeming aannam, dan zou hij ver weg gaan. Florestine knikte met voldoening. Om haar kon hij gaanDan zou alles weder in orde komen Dan zou de strijd ophouden, de woede die haar verteerde! Langzaam zou zijn beeld in haar geest verblèeken en zijn invloed verdwijnen. Doch voordat daarin een beslissing viel, hoorde zij van zijn plotselinge zware ziekte. Zij wilde niet be kennen, hoe deze mededeeling haar trof en haar de keel dichtsnoerde. Maar maar wat bekommerde zij zich om hem Het was haar immers onverschil lig, of hij ziek was of stierf. Zij klemde de lippen opeen, balde haar vingers krampachtig tot een vuist en spon die wreede gedachte verder uit. Dan zou de gehate man uit haar leven verdwenen zijn en niets zou blijven dan slechts de herinnering aan hem. Slechts de herinnering Is niet de her innering een zeldzame goede fee, die met barmhartige hand al het leelijke en al het booze wegwischt en slechts het schoone, het goede en het aangename laat bestaan F Slechts dat, wat, ook al is het vergaan, zoo onein dig gelukkig kan maken of vreeselijk berouw kan veroorzaken Ontsteld en afwerend strekte Florestine de armen uit. Zij wilde de herinnering niet koesteren. Zij wilde haar verjagen. Telkens kreeg zij hartkloppingen, wanneer zij over zjjn toestand iets hoorde. Natuurlek 1 Het kou haar ie delijke eeuwigheid, gevoelde ik diep medelijden met het arme aardsche schepsel, dat men mensch noemt. Hoe kort is het leven, hoe nabij is ons altijd de dood. Hoe veel moeite doen wij niet om gelukkig te worden, en toch toch in dwaze zelfverblinding, hoogmoedig en ijdel, wisschen wij moedwillig de sporen uit, die ons tot het geluk zouden kunnen leiden. En ik zwoer dat ik, wanneer ik genezen mocht, deze sporen met de grootste zorgvuldigheid zou volgen om mij geduren de dit korte leven het geluk te verzekeren, waarnaar mijn hart verlangt. Door dit voornemen ge dreven sta ik thans voor je, Florestine. Zullen wij alles van ons afwerpen wat ijdele schijn en trotsche waan is Laten wij waar zijn, openhartig en natuur lijk. Het geldt ons geluk 1 Zij zweeg. Hij bleef staan en ging op ernstigen toon voort Ik heb je lief, Florestine, oprecht lief en doe aanzoek bij je als een ernstig man, die zich de groote beteeke nis van dit oogenblik volkomen bewust is 1 Ik smeek je, antwoordt mij eerlijk en openhartig Zij haalde diep adem. En terwijl zij hem de hand reikte, zeide zij eenvoudig met zacht bevende stem: Ik wil je toebehooren, Johan, voor altijd. Hij trok haar naar zich toe en kuste haar, maar niet zoo overmoedig als toen. - Iets goeds heeft mijn ziekte dus ook btj jou uitge werkt. Je trots heeft gezwegen in dit oogenblik! Neen, niet je ziekte heeft dat uitgewerkt, maar Maar wat? De de jaloerschheid! Men heeft mij gezegd, dat een mooi meisje je gedurende je ziekte verpleegd heeft en en is dat zoo? Hij lachte. Zeker, dat is waar! Mijn goede zuster heb ik dus nog meer te danken! O, jelui vrouwen! Je hebt je trots doen plaats maken voor jaloerschheid. En dat komt mij ten goede? Neen! Ik heb kwaad met kwaad overwonnen en ge voel nu nog slechts de liefde voor jou. België zich, alweer volgens Reuter, door generaal op de hoogte liet brengen van met dien fortenbouw kan samenhangen, nu nog kunnen zeggen, dat een De onderhandelingen Holland, betreffende de i wantrouwen de verklaringen van Pichon, zaak in een zuiver licht hebben ge- Pichon, die zich beslist vredelievend in dezen op als de kampioen het Europeesch evenwicht. CACAO moet in de fabriek in BUSSEN verpakt worden en in dien vorm de gebruikers be reiken; dan is er waarborg van zuiverheid en kwaliteit. De lage prijzen der bussen BLOOKER’S heeft dus Frankrijk in zijn macht. De Duitsche vloot is totaal vernietigd door de Britsche, doch ook deze heeft zeer zwaar geleden. Gelukkig, dat de echtste jingo’s niet meer in Engeland de lakens uitdeelen; al blijft ’t ook steeds waar, dat de jingo-pers in Engeland zeer machtig blijft en teert op haar verleden, toen menige wereldzaak door de Britsche pers aan ’t rollen gebracht werd. Van beide zijden wordt veel gedaan om toenadering te verkrijgen, niet alleen tusschen de regeeringen, ook tusschen de volken. Nog dezer dagen heeft een Britsch minister de vertegenwoordigers der Engelsche pers op t hart gedrukt, dat de journalisten de goede verstandhouding tusschen Engeland en Duitsch- land moeten bevorderen. De minister ver klaarde, dat weinig zaken aan de tegenwoor dige Engelsche regeering nauwer aan bet hart liggen dan de verbetering der verstandhouding tusschen Duitschland en Engeland. Zie, dat is taal, die we onder vorige con servatieve Britsche ministeries niet konden ver wachten. Het verbaast ons, dat vele Nederlanders niet de aandacht schenken aan zulke woorden, als zij wel, vooral voor ons land, verdienen. Want, ’t is en blijft maar waar, ons landje ligt als een stootkussen tusschen de twee reuzenmachten, waarvan de eene reeds eeu wen machtig was en de andere, Duitschland, nog steeds met ontzagwekkende kracht groeit in kracht en macht. Doch voor ons is ’t vooral opmerkelijk, dat van den Franschen kant de eigenlijk groote trom geroerd werd en dus de Germanen vrees en reeds bijna verouderde revanche-hoop hierbij pakking niet Bussen van 1 Kilogram (2 pond) /I 50 4 O Pond’ °-80 i (4 pond) 0.42) ,1 Hectogr. (1 ons) 0.18 1 (i „0.10 Ongemerkt ging zij naar buiten. Hoe onwel gevoelde zij zich. Johan ver van haar verwijderd dat was niets. Johan dood dat wat was zelfs dat, vergeleken bij de gedachte dat Jo han een andere zou lief hebben en toebehooren Die gedachte deed haar adem stokken, haar bloed langzamer vloeien. Zij kon bijna geen adem meer halen. Zij zuchtte diep. In de grootste opwinding liep zij door de paden van den tuin en bij het omslaan van een hoek ontmoette zij juist den man, met wien haar geest zich zoo zeer bezig hield. Hij stak haar beide handen toe. Ik heb u gevolgd, zeide hij hartelijk. Nog geen woord heb je mij toegesproken, Florestine. Onbeweeglijk als verlamd, bleef zij stil staan en staarde hem aan. Zijn knap gezicht vertoonde nog de sporen van zijn ziekte. Zijn blik was ernstiger en die- per geworden, om den mend was een lichte smarte lijke trek, die sprak van veel nadenken. Haar trots, die bij den klank van zijn stem weer ge heel in opstand kwam, zonk plotseling weg. Het was haar niet mogelijk een woord te spreken. Hij lette er niet op, doch trok haar arm door den zij nen heen en ging met haar verder. Het was lente geworden. De tuin schitterde van kleurige bloemen, die een bedwelmenden geur verspreidden, een lijster zong zacht tusschen het jonge groen. Johan sprak met gedempte stem en Florestine ging naast hem als in een droom. Waarom trok zij haar arm met terug Waarom riep zij hem niet toe Je bent mij geheel onverschil lig Waarom ging zij zoo geduldig naast hem voort alsof dit geheel natuurlijk was en zij bij hem behoorde? Waarom voelde zij zich thans zoo gelukkig, zoo onuit sprekelijk gelukkig j Het duurde geruimen tijd voor zij de beteekenis der woorden begreep, die hij tot haar sprak. Toen ik op den drempel des doods lag, Florestine, vanwaar ik kon zien in ’t donkere rijk der ondoorgron- In ’t vorige Vrijdagnummer schreven we een kort artikeltje naar aanleiding van de drukte, die er in de Fransche, Engelsche en Waalsch-Belgische pers gemaakt werd, nu er in ons land een flink minister van Oorlog over een nietige bijzaak, tijdens de behandeling van onze defensiezaken gevallen is. Drukte over de Vlissinger forten. We schreven daarin over den grooten naijver tusschen Brit en Germaan. De Brit, die reeds zoo lang zingt en droomt: Rule, Brittannia, the waves!, die meent, dat zijn wereldrijk, een wonder van den tegenwoor- digen tijd, altijd recht geeft op brutaal op treden, die meent, dat zijn heerschappij ter zee, die, naar ’t scheen, voor goed gevestigd werd, nadat de tijd der Trompen en De Ruy- ADVERTENTIëN 4 cent- per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/. cent. Groote letters naar plaatsruimte. toch niet onverschillig zijn of haar vijand stierf of beter werd. Hij bleef in leven. Met een spottenden glimlach en de bekende opmerking, dat onkruid niet vergaat, nam zij kennis van dit feit. Op eene afternoontea bij een bekende familie zag zij hem voor de eerste maal weder. Er werd een ge weldige ophef van zijn genezing gemaakt. Iedereen wenschte hem geluk, iedereen vond, dat hij de ziekte zoo goed was te boven gekomen. De dames fluisterden elkaar toe NedinZie je den beroemden Nedin Hij is zoo ziek geweest, de arme jongenWat is hij nog bleek Dat staat hem goed. Dat rekken der halzen, dat verdraaien der oogen, amuseerde Florestine in hooge mateDie kunstenaars! Hoe zwak zijn de vrouwen tegenover henZij dankte den hemel, dat zij zelf, ofschoon niet geheel vrij van deze zwakheid, toch de kracht bezat, daarvan niets te laten blijken. Zij had trouwens vorderingen gemaakt. Hoe onver schillig was haar nu reeds die Nedin Niet een en kele maal gevoelde zij lust naar hem te zien. Wat haar betrof, mocht hij bleek of rood, krom of recht zijn. Opnieuw dat gefluister Het is toch een interes sante verschijning. Een wondermooi meisje moet hem gedurende zijn ziekte hebben opgepast 1 Wie zou dat geweest zijn Niemand wist het. Misschien zijn verloofdeZie eens naar zijn ringvinger Nog niets? Nu, dan kan het nog komen. Zoo iets gebeurt meer Voor zulk gebabbel was Florestine anders doof. Maar deze woorden troffen haar toch diep. Hoe drukkend was het daar binnen. Bijna om te stikken. De halsboord van haar japon benauwde haar. Zij maakte haar boord een weinig los, maar het werd i iet. beter. Zij wilde weg uit deze omgeving. Naar buiten in de frisscae lucht. De halcondeur in het zijvertrek stond open. Een kleine steenen trap leidde naar den tuin. 4 O Pond’ 4 (4 POnd) 1 Hectogr. (1 ons) 4 n (4 ters voor ons land voorbij was, dat die heer schappij onaantastbaar is, diezelfde trotsche Brit ziet andere rijken met verbazende snel heid opkomen en zijn concurrenten worden op nijverheids- en handelsgebied en ook ter zee. Reeds waren er pessimisten, die een zeer nabij- zijnden reuzenstrijd voorspelden. Ge hebt mis schien ’t L- minste er over gelezen: dende tegen Engeland de hoofdoorzaken vormen. Reuter, die ook niet lijdt aan al te groote Germanenliefde, seinde, ietwat aangedikt, de gebeurtenissen in de Fransche Kamer en de woorden van minis ter Pichon over. Engelsche Jingobladen dachten aan hun John-Buil verleden en de Nederland- sche minister van Buitenlandsche zaken was misschien wat haastig met zijn antwoord, dat een antwoord moest beteekenen op scherpe woorden van inmenging, die Pichon later zei, niet gesproken te hebben. De Duitschers maakten terstond bekend, dat zij zich niet hadden te bemoeien met de wijze, waarop een vrij land zijn vrijheid meent te moeten verze keren. Oostenrijk antwoordde natuurlijk het zelfde en Rusland bewandelde den middenweg, door te verklaren, dat, als het traktaat van 1839 (waarbij eindelijk de verhouding tusschen Nederland en België geregeld werd) iets be vatte dat Vlissinger vestingwerken verbood, men zulks zeker zou moeten onderzoeken. Maar de Britsche regeering zei niets. We hebben in ons vorig artikel niet aan gestipt, dat er in de wereldpers reeds gedoeld werd op een conferentie, alleen tusschen Ne derland en België; ook niet, dat koning Albert van een I wat We zouden Italiaansch blad weet: tusschen België en Vlissingsche kwestie, zullen geen wekken, vooral na die de plaatst, betoonde, trad voorl... Met andere woorden, hier treedt de vriend van Frankrijk op, om een geringe retirade van Fransche zijde goed te praten. We hebben niet ’t voorrecht, de juiste be palingen van ’t traktaat van 1839 uit t hoofd te kennen, maar uit alles wat er nii geschre ven en gesproken is, mag men opmaken dat Nederland door dit traktaat wel gehouden is de vrije vaart voor handelsschepen onbelem merd te laten, maar als dit traktaat ook maar eenigszins een hinderpaal was voor ’t bouwen van Nederlandsche forten door de Nederlandsche regeering op Nederlandsch grondgebied, dan zouden de Franschen en Waalsch-Belgen en Engelschen dit wel drie dubbel aangedikt en zesdubbel gecommenteerd hebben. Let ook op de korte wijze, waarop Duitsch land en Oostenrijk zich van de zaak afmaken en die tot een privaatzaak voor Nederland- al'een maken. Men kan alleen hieruit heel wat leering trekken. Sedert de officiëele annexatie van Bosnië en Montenegro door Oostenrijk Hongarije (de feitelijke was reeds lang geschied en immers door ’t Berlijnsch congres van 1878 zoo voor bereid!) is er iets veranderd in Europa. Ook toen was Engeland dadelijk brutaal in zijn optreden. De Malta-vloot werd uitgezonden met ge heime orders. In vroeger dagen beteekende dat heel wat en nu maakte die vloot slechts een snoepreis in zee en keerde toen naar zijn basis, Malta, terug. Het Engelsche geschetter heeft niets geholpen. Ook het gebrom van den Russischen beer werkte niets uit. En van de Fransche en Britsche eischen, dat een nieuw congres de wettigheid der annexatie moest onderzoeken, kwam ook niets. Oostenrijk hield zich kalm, maar had zijn kruit droog en ’t ge weer bij den voet. Van uit Berlijn kwam een gewichtig woord: Duitschland zou met al zijn macht het recht van Oostenrijk ondersteunen; let op, niet met diplomatische redenen, doch met zijn krijgsmacht. En de triple entente (Engeland, Rusland, Frankrijk) retireerde. Toen bleek, hoe in ’t hart van Europa twee groote staten liggen, die vol maakt samengaan, geheel gereed zijn t— d— krijg, dien zij echter niet zoeken, solide macht vormen, dat Russische en Fransche wagen, daartegen op Russische leger zeer met Japan heeft veel geleerd. Toen Edward VII langzamerhand een net om Duitschland scheen te spannen, waardoor Engeland uit zijn splendid isolement te voorschijn trad als ’t hoofd der anti-Duitschers, dacht men dadelijk

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1