O fltt 8»I ES ®W1I1 SIEUWS- ES AhVERTEiMIEBLAB BLOOKER’S DAALDERS De mooie vreemdeling. CACAO. G6e Jaargang. Zaterdag 25 Maart 1911. No. 24. Wachter, wat is er van den nacht? Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton. ZOO KRACHTIG ALS ook f spoedig uitbreiden. die niet in de buurt van New-York waren GEEN CACAO SMAAKT Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. vrede en naderen. Spoe- vloten afge- bewinds- De verliet zij op zekeren morgen het huis harer rt zx4 ÏZ J - 1 L -» 1 A V* zs 4 w 1 a v» z I z"\ voegde zich hijgden heer Mayfield, die met een rij- geheime huwelijksplechtigheid zou plaats hebben. kamer van een herberg, en uit de houding en manieren van den predikant maakten zij op, dat zulke huwelijken eiken dag voor kwamen en voor de wet even geldig ste hoofdkerk van het land waren voltrokken. r - bruid, b- huis harer vriendin zou terugbrengen, zooals was afge- Den wel beide Zuid- wor- Engeland, als een der machtigsten, kreeg En niet lang daarna waren honderd stoomers door de Britsche regeering een leger van honderdduizenden sproken, toen twee ruwe mannen plotseling den brui degom aangrepen, verklaarden dat zij dienaren van de wet waren en een bevel hadden om hem te ar resteer en. Hij werd beschuldigd den naatn van lord Andley die toen in West-I.idië was te hebben gebruikt voor een chèque, die hij had gegeven in betaling voor ju- weelen en andere kostbaarheden. Zoodra de jonge man van de eerste verbazing eenigs- zins was bekomen, ontrukte hij zich aan den greep zijner belagers en zijn zwaard trekkende om zich te verdedigen, wondde hij een zijner aanvallers. De menigte, die zich had verzameld, had medelijden met de ongeluk kige bruid, en zich om de dienaren van het gerecht scharend, schonk zij den ongelukkigen bruidegom de gelegenheid een goed heenkomen te zoeken. Hij had geen andere keus, want was hij gebleven, dan zou hij zeker gevangen zijn genomen, terwijl op het vergrijp, waarvan hij werd beschuldigd, de doodstraf stond. Het arme bruidje besefte dadelijk, wat deze gebeur tenis voor haar beteekende. Slechts weinige minuten geleden was zij getrouwd met een man, die zijn mis daad met zijn leven zou moeten boeten, als hij gevan gen werd genomen en zij had hem lief. Zij was het slachtoffer geworden van een man, die haar omtrent zijn positie had bedrogen, maar zij had hem lief en zij zou hem nooit weerzien. Kitty Raeburn, verschrikt en bedroefd als zij was, verloor haar zelfbeheersching niet, nam haar jonge meesteres mee in het rijtuig en bracht haar terug naar het huis van de vriendin. Maar de slag was meer geweest dan het ongelukkige slachtoffer van een geheim huwelijk kon dragen. Zij was als waanzinnig, baron Heathcote werd gewaar schuwd, die zoo spoedig mogelijk kwam, Kitty dwong hem te zeggen wat er gebeurd was en zijn ongelukkig 11 In Londen ontmoette zij een mooien, beschaafden jongen man, die vurig op haar verliefde, en Ellen, in wier leven eindelijk het romantische was gekomen, gaf haar hart over bij den eerstsn aanval. Een toevallige ontmoeting in Hyde Park was het eerste hoofdstuk van den roman. Geheime ontmoetingen volg den en Ellen’s geheele wezen werd doortrild van een nieuwe en lieflijke aandoening. Haar geliefde deelde haar mede, dat hij Harry May- field heette, en een neef van Lord Andley was. Hij smeekte haar toe te stemmen in een geheim huwelijk en overwon al haar bezwaren door den gloed zijner liefde. En zoo verliet zij op zekeren morgen het huis harer vriendin, met Kitty, die veel belang in het plan stelde, en voegde zich bij den heer Mayfield, die met een rij tuig wachtte om hen te brengen naar de plaats, waar de geheime huwelijksplechtigheid zou plaats hebben. Zij werden getrouwd door een dominee, in de achter- 1 van een herberg, en uit de houding en manieren den predikant maakten zij op, dat zulke huwelijken J 1- ”’j waren, als wanneer zij dooreen bisschop in de statig ste hoofdkerk van het land waren voltrokken. Na de plechtigheid verliet Harry Mayfield met zijn bruid, gevolgd door haar kamenier, de herberg en wilde hen juist naar een rijtuig geleiden, dat haar naar het Hoe lang is het reeds 'geleden, dat Isaac da Costa, de groote leerling van Bilderdijk, een zijner tijdszangen met deze woorden begon! Hij plaatste zich dan op den zienersstoel om als streng geloovige, tegen de revolutie ge kante, van Israëliet tot Protestant geworden dichter, ’t verleden en de toekomst te door schouwen. Wachter, wat is er van den nacht? Niet alleen Da Costa, ook ieder ander zal zich wel eens die vraag stellen. Wat staat er thans het menschdom te wachten Men zou zoo zeggen: We zitten toch thans niet op een vulkaan! Zooals vroeger wel eens. Car lisle, die in forsche, doch niet altijd ware trekken de voorloopers en de tijden der Fransche revolu tie beschrijft, zegt van de laatste jaren van ’t koningschap, dat de wereld was: een pyrami- de op haar spits. Die telkens weer in evenwicht gehouden werd, maar eenmaal moest vallen en dan haar ondersteuners in zijn val moest verpletteren. En de val kwam en had nog vreeselijker gevolgen dan men vooraf gedacht had. En daarna bleef de revolutio naire wereld jaren lang op een vulkaan ge lijken, die elk oogenblik gevaar deed vreezen, ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. en door hoofd- en zijkraters gevaar bracht. Maar nu, zult ge zeggen, zijn we toch in heel andere tijden. De vorsten zijn anders geworden, wijzer geworden door harde lessen, Het volk heeft medezeggingskracht gekregen. We hebben constitutioneele monarchieën of dito republieken, zoodat alles goed kan gaan. 'De wereld is zoo hard vooruitgegaan. Allen zijn broeders geworden. De geheele wereld is omspannen met snelle verbindingswegen; te legraaf en telefoon hebben voor de correspon dentie de afstanden geheel doen verdwijnen. Steeds verder dringt de idee door, dat alle menschen recht hebben op een menschwaardig bestaan. De gevangenissen zijn er nog als een noodzakelijk kwaad, maar de lijfstraffen, en in vele landen ook de doodstraf, zijn afge schaft. Men bouwt nu verbeterhuizen, tucht scholen, bedelaarskoloniën, asyls voor drank zuchtigen, zorgt, dat die verdwaalden het daar goed hebben, tracht ze zoo goed mogelijk le vend en gezond te houden. Bij zware of ook geringere vergrijpen zoekt men eerst, of er ook een soort krankzinnigheid bij den dader te ontdekken is en zoo ja, dan is hij geen dader, doch een lijder, een zieke. Maar op staatkundig gebied, op politiek ter rein, daar zijn we toch heel wat vooruitge gaan, zult ge zeggen. W e zien het duizendjarig rijk van eendracht hoe langer hoe meer dig kunnen de groote legers en schaft. De machtigste vorsten en mannen streven naar den wereldvrede, man, die rijk geworden is door de vinding van het dynamiet, heeft die schatten bestemd om prijzen uit te rijken voor de besten op wetenschappelijk en litterair gebied en prijzen voor hen, die t meest deden ter bevor dering van den wereldvrede. En toch, de twijfel rijst in veler harten op. Zeker, er zullen er zijn, die met oprechtheid naar ontwapening en vrede streven, maar vrede en ontwapening willen nog maar I komen. Toen de eerste vredesconferentie in Haag gehouden werd, wilde Engeland meedoen, maar dan moesten de 1LU Afrikaansche republieken buitengesloten den. zijn zin. groote gecharterd, die kind mee terugnam naar «DeJae.ht*. Toen geschiedde het, dat Ellen Heathcote in haar waanzin over het spoedige en treurige einde van haar liefdesroman, de gelofte deed nooit weer het daglicht te zullen aanschouwen. De dokters, die geconsulteerd werden, rieden aan haar besluit voorloopig te eerbiedigen. Tegenwerking zou haar ziekte verergeren. En zoo stonden de zaken op «De Jacht* vijf jaren, nadat de tragische bruid was thuisgekomen. Ellen bleef in haar verduisterde kamers, alleen bediend door de huishoudster, Tabitha Penticross. De baron had medelijden met zijn dochter. Al zijn woede keerde zich tegen den avonturier, die, een ach- tenswaardigen naam aannemend, Ellen tot een geheim huwelijk had verlokt, waarschijnlijk vermoedende, dat zij een dame van fortuin was. Hij deed geen onder zoek naar het lot van den boosdoener en behoefde dat ook niet te doen. Het huwelijk had misschien nietig verklaard kunnen worden, maar de baron wenschtede geschiedenis van z’n dochter niet te maken tot het onderwerp van algemeen gebabbel, daar in haar tegen- woordigen toestand publiciteit nutteloos zou zijn. John Penticross, gezeten bij het vlammend vuur in de gezellige huiskamer van de hoeve, vertelde aan Kitty, dat hij tante Tabitha naar «De Jacht* had gereden en dat zij op een middag vóór Kerstmis zou komen. En toen moest Kitty alles weten. Hoe ging het met de freule John vertelde wat hij had gehoord, Mijn arme jonge meesteres 1 zuchtte Kitty. O John, ik zal mijzelf nooit vergeven, dat ik de brieven heb weggebracht en dien slechten man heb geholpen haar te ontmoeten. Maar hij was zoo knap en vriendelijk, dat ik in hem allerminst een schurk kon vermoeden Het helpt niets of je daarover peinst, Kitty, zei John. Kom bij mij zitten, dan zullen we over iets vroolijkers praten. Toen vertelde John zijn mooi vrouwtje van den mooi en vreemdeling in «De Groene 'Draak*, die bij Tom Crichet had geïnformeerd naar den adel in den om trek. En toen bedacht hij, dat de vrouw van Crichet hem had gevraagd, Kitty mee naar «De Groene Draak* te ne- men, als hij weer naar Clavering kwam rijden. Juf frouw Crichet moest nieuwe jurken laten maken voor haar meisjes tegen Kerstmis, en zij had Kitty’s raad noodig. Kitty, die kamenier was geweest en een season in Londen had doorgebracht, werd beschouwd als een autoriteit op het gebied van «prullen*, zooals de goede John het noemde. Kitty knikte. Ik zal graag meegaan, John, zeide zij met een vroolijken lach, maar je moet je beurs meene men, want ik heb voor Kerstmis ook een paar «prullen* noodig. En misschien, voegde zij er bij met een veelbeteeken- den blik naar John, mag ik bij juffrouw Crichet dien mooien vreemdeling eens even zien Ik heb een goe den kijk op een knap gezicht, dat weet je wel, John. En John, die volstrekt niet jaloersch was, kneep haar in haar blozende wang, terwijl hij lachend zeide Ja, ja, mijn liefje. Dat zei iedereen, toen je mij trouwde I Twee dagen later reed John Penticross met Kitty naar Clavering om de beloofde visite aan juffrouw Cri chet te brengen en werden beiden hartelijk welkom geheeten in de gezellige, kleine zitkamer «an de Crichet's. John en Tom Crichet gingen de stad in voor zaken, die zij samen hadden ondernomen, terwijl Kitty en Juffrouw Crichet over «prullen* praatten bij een kop en de tegenwoordige president heeft ’t land tot ontwikkeling gebracht. Doch Oom Sam is niet bang en weet het juiste tijdstip af te wachten. Hij heeft den tijd, kan wachten. Geen andere kapers zullen er op de kust komen. En och, die overige kleine republiekjes van Mid- den-Amerika, die beurtelings in revolutie-toe- stand verkeeren, zullen niet veel moeite ver oorzaken. Ook bij de groote Europeesche staten gaat ’t eigenaardig. Engeland heeft eerst ge tracht, den groeten concurrent Duitschland te isoleeren. Met Frankrijk sloot ’t een overeen komst, waarover de Franschen zich misschien eenigszins verbaasd zullen hebben; zóo toe schietelijk waren die Britten. Frankrijk er kende Egypte als Britsch, gaf toe in de vis- scherijzaken van New-Foundland, kreeg daar voor, eenigszins in verbond met Spanje, (waar een Britsch Koningsdochter Koningin werd), de vrije hand in Marokko. Italië werd halfte vreden gesteld door ’t mogelijke uitzicht op Tripolis, dat Frankrijk beloofde onaangetast te laten. Duitschland kwam voor zijn belangen in Marokko op, doch werd op de conferentie van Algeciras alleen gesteund door Oostenrijk. Het was bijna tot een oorlog gekomen; doch de vrees voor het dragen der reusachtige verant woordelijkheid heeft den vrede bewaard en nu zal Frankrijk (met eenig voorbehoud voor den Spaanschen invloedssfeer) vreedzaam in Marokko kunnen doordringen, als het de Duit- sche en andere handelsbelangen maar onaan getast laat. De zaken op het Balkan-schiereiland hebben doen zien, dat Duitschland en Oostenrijk te sterk zijn om op eigen terrein of omgeving vrees te moeten krijgen. En Rusland, dat nog niet geheel hersteld is van de gevolgen van den zwaren strijd met Japan, Rusland wilde wel optreden, doch kon niet. Zijn boos heid, gedreven door trots en Panslavisme, ver keerde in gunstiger gedachten. Na de bijeen komst van Potsdam is gebleken, dat Rusland zijn Europeesche politiek verzacht heeft en zich weer naar Azië keert. En thans schijnt ’t bijna, of China en Per- zië er aan moeten. In Perzië revolutie. Rus land trad in het Noorden op en Engeland in ’t Zuiden. Doch de Perzen zijn Mohammeda nen en Turkije, verjongd door revolutie, is in de buurt, terwijl Duitschland, de vriend van den naar Zuid-Afrika brachten en zorgden voor de behoeften van dat leger. De gevolgen zijn be kend; de republieken werden ingepalmd en thans, nu het te verwachten is, dat in geheel Zuid-Afrika de Britsche heerschappij zal be houden blijven, vooral ook omdat de Britsche taal de eerste plaats zal innemen en de Afri kaansche steeds meer een tweede plaats gaat innemen, thans is Engeland royaal en geeft een vereenigd Zuid-Afrika zelfbestuur. De tweede conferentie voor den vrede kon niet zoo spoedig bijeen geroepen worden, om dat het initiatief toch wel van den Czaar moest uitgaan en Rusland juist in een gewel digen oorlog gewikkeld was met Japan om de suprematie in ’t Noordoosten van Azië. Over de Vereenigde Staten van Noord- Amerika mag men ook niet vleiend spreken. Eerst hebben ze aan Spanje al, of bijna al z’n koloniën ontnomen. De Philippijnen en Portorico werden bezittingen van the United States, die zich op slinksche wijze reeds van de Hawaï-archipel, midden in de Stille Zuid zee, hadden meester gemaakt. Cuba werd vrij verklaard, maar dat blijft een eiland onder Uncle Sam’s hoede; niemand anders zal er zich mee durven bemoeien en het blijft a prendre. Daarna kwam er een eigenaardige revolutie in Columbia en de republiek Panama scheidde zich af, terwijl ze de landstrook, waardoor het Panamakanaal moest loopen, aan Amerika afstond. En men zal zorgen, dat het kanaal, beveiligd door Amerikaansche forten, gereed is, vóór het over ’t paard getilde Japan het wagen zal den strijd met den Yankee om de suprematie in den Grooten Oceaan, aan te binden. Intusschen gaat ’t ook eigenaardig in Mexico; de ijzeren president dier republiek wordt oud, zal zijn einde naderen. Telkens opstanden in Noord-Mexico, die van uit Amerika ondersteund worden. En men moet niet vergeten, dat Amerika voor zestig jaren reeds het groote Noordelijk deel van Mexico (Texas) heeft af genomen. Nu leest men van Amerikaansche legertjes en oorlogsschepen Mexico en de burgers van geestdriftig, toen zij die troepen uitgeleide deden. Och, zoo’n revolutie kan zich in Mexico zoo spoedig uitbreiden. Het is wel wat een groot brok te verslinden, het volk spreekt er Spaansch NEEKER COURANT 1- - -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1