VOOR EN WTfflES.
MEI WX- ES AIIVERTEÏTIEBL1D
I
Woensdag 26 April 1811.
66e Jaargang.
No. 33.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Amsterdamsche Brieven.
zooveel weken
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t 0,40 per 3 maanden,
franco per postf0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27. cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Vrijdag, den 21 April
1 911,’s namiddags 7l/s uur. L
Tegenwoordig zijn eerst 10, later 11 leden; afwezig j
do heeren Visser, Gorter en Bakker; éen vacature
wegens het overlijden van den heer Jobs. H. Schijfsma.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van behandeling:
1 Lezing van Notulen.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de
notulen der drie voorafgaande vergaderingen, die allen
ter visie hebben gelegen, onveranderd vast te stellen.
2 Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Door den Secretaris wordt mededeeling gedaan van:
a en b Besluiten van Oed. Staten, houdende goed
keuring van het 3e suppletoir kohier van den Hoofde-
lijken Omslag, dienst 1910, en van het primitief kohier
van hondenbelasting, dienst 1911;
c Een idem, houdende beslissing tot verdaging
van het raadsbesluit dd. 9 Februari 11., no. 15, strek
kende tot vaststelling eener verordening, houdende
verbod tot bouwen of herbouwen op grond, welke in
de naaste toekomst is bestemd voor den aanleg van
straten, kade en pleinen;
d Het proces-verbaal van kasopneming bij den
gemeente-ontvanger op 12 April jl.;
e Een schrijven van Burg, en Weth., geleidende
het verslag omtrent den toestand dezer gemeente over
1910;
f Een rapport van den heer L. Dokkum, deskun
dige voor het onderzoek van het water der gemeentel,
waterleiding;
g Een schrijven van Z. E. den Minister van Bin-
nenl. Zaken, berichtende dat de benoeming van den
heer P. Sipma tot leeraar in Nederl. Taal aan het
Gymnasium alhier, wordt goedgekeurd;
h Een idem van den heer P. Sipma te Warffum,
dat hij zijne benoeming tot leeraar in Nederl. Taal en
Letterkunde aan het Gymnasium en de H. B, School
alhier, onder dankbetuiging aanneemt;
i Een idem van Mej. I. Tigler Wijbrandi te Assen,
waarbij zij hare benoeming tot tijdelijk leerares in de
Fransche Taal aan de H. B. School alhier, aanneemt;
j Een idem van den heer T. Hoekstra te Noord-
wijk (Gr.), dat hij zijne benoeming tot onderwijzer aan
school no. 3 aanneemt;
k Een idem van Mej. G. van der Sluis te üreterp,
dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan school
no. 1 onder dankbetuiging aanneemt;
l Het verslag van de Commissie van bijstand voor
het beheerder gemeentelijke wandelplaatsen en plant
soenen over 1910;
m Een schrijven van het Bestuur der Ver. Sneeker
Ambachtsschool, geleidende het verslag en de rekening
en verantwoording dier school over 1910;
n Een adres van Mr. E. P. van Lanschot, burge
meester van Breda, en mede-onderteekenaren, inzake
oprichting eener Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten;
o Een idem van Jac. Kingma e.a., allen huurders
van woningen aan den Leeuwarder straatweg, verzoe
kende om' aanleg van gas- en waterleiding naar die
perceelen;
p Een idem met bijlage van de heeren P. Abbinga
en R. Gorter, resp. voorzitter en secretaris der yeree-
niging .Middenstand» alhier, verzoekende den prijs van
het gas vast te stellen in overeenstemming met andere
steden;
q Een idem van W. J. van der Held te Rotterdam
en H. W. Versteenen te Schoonhoven, resp. voorzitter
en secretaris van het Bestuur der Vereeniging van
Nederlandsche Loodwitfabrikanten te Rotterdam, onder
overlegging van een brochure inzake het loodwitvraag-
stuk verzoekende, bij eventueele aanbestedingen van
verfwerk met de in de bijgaande stukken uitgedrukte
meeningen rekening te willen houden;
r Een rapport van de Commissie voor Openbare
Werken, met teekeningen, inzake stratenplan aan de
Stationsstraat;
s Een schrijven van den heer A. Bakker alhier,
dat hij om gezondheidsredenen ontslag neemt als lid
van den Raad;
t Een adres van de firma Borneman, verzoekende
om gebruik van meerder terrein op de Aschbelt.
De Voorzitter stelt voor de stukken, genoemd onder
a tot en met d, tot en met k, m en q, voor kennis
geving aan te nemen; van sub e aan de leden ieder
een exemplaar van bedoeld verslag in druk te ver
strekken; het verslag sub l in het te drukken officieel
verslag op te nemen; sub n te stellen in handen van
Burg, en Weth. ter voorbereiding; sub o te behandelen
bij punt 14 der agenda; sub p te stellen in handen
der gascommissie om prae-advies; sub r nader aan de
orde te stellen; sub s voor kennisgeving aan te nemen
de allereerste specialiteiten. Onze specialiteiten
directies doen echter hun uiterste best en,
roeiende met de riemen, die zij ter beschikking
hebben, zorgen zij, dat in ons land het best-
mogelijke komt. Gelukkig is elke variété-
onderneming geen zaak op zich zelf; Flora is
niet enkel in A’dam, in Den Haag heb je
geregelde concurrentie tusschen Flora en Scala;
Rotterdam doet ook mee, en verder Utrecht,
Arnhem. Gewoonlijk worden pakkende en
natuurlijk zeer kostbare revues op meer dan
eene plaats gespeeld). Henri ter Hall, die in
Rotterdam minstens even inheemsch is als in
A’dam, die verder de tusschenruimten aanvult
met het bezoeken van de provincie, onze
Henri ter Hall had weer voor de revue gezorgd.
Verg nu niet van mij, dat ik deze revue
ontleden zal; dat is werk voor degenen, die
gezamenlijk zoo iets in elkaar brengen. Een
revue moet men als toeschouwer in haar geheel
nemen en dan zeggen: De algemeene indruk
is zóo of zóo. Aan jeugdiger broekjes laten
en sub t ter nadere voorbereiding te stellen in handen
van het Dagel. Bestuur.
Naar aanleiding van het adres sub p merkt de heer
Blok op, dat het door hem in de vorige vergadering
gesprokene gebleken is onjuist te zijn. De eerste
onderteekenaars van een vorig verzoek om verlaging
van gasprijs, waarvan in de vergadering van Midden
stand werd gezegd, dat zij geen antwoord hadden be
komen, hebben wel bericht ontvangen; de afwijzende
beschikking is nl. ontvangen door de firma Tonnema.
Door den Secretaris is hem een en ander opgehelderd.
De Voorzitter dankt den heer Blok voor zijne me
dedeeling en geeft in overweging, als er weer klachten
van dien aard mochten zijn, deze hier ter tafel te
brengen.
3 Benoeming van een Onderwijzeres in de nuttige hand
werken aan School no. 2.
Daar het advies van den arrond.-schoolopziener nog
niet is ingekomen, wordt op voorstel van den Voor
zitter besloten, dit punt van de agenda af te voeren.
4 Benoeming van een vader en moeder in het Old Bur
ger Weeshuis.
Door heeren Regenten is het volgend tweetal ter
benoeming opgemaakt, onder opmerking dat de aanbe
veling niet alphabetisch is:
1 J. A. K. Jouvenar en zijne echtgenoote Mina
Petronella van Kleef, te Winterswijk;
2 A. Th. van Raukema en zijne echtgenoote Antje
Doorenbos, te Amsterdam.
De uitslag der gehouden stemming is dat eerstge
noemd echtpaar is benoemd met 9 stemmen, terwijl 1
stem op het andere was uitgebracht.
5 Rekening van het Old Burger Weeshuis, dienst 1910.'
De commissie voor het nazien van begroetingen en
rekeningen brengt bij monde van den heer Zelvelder
rapport uit en stelt voor ovengenoemde rekening, be
dragende in ontvang en uitgaat f 161.543 716 en met een
I batig saldo van 19956.29, goed te keuren.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form de conclusie der commissie besloten.
6 Rekening der Gezondheidscommissie, dienst 1910.
Dezelfde commissie stelt voor ook deze rekening,
groot in ontvang en uitgaaf f 816.59, goed te keuren.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
7 Adres van Joh. Faber, om vermindering van school
geld H. B. School.
Met het oog op de desbetreffende verordening, die
voorschrijft dat voor vakonderwijs ten volle in eens
betaald moet worden, en er alzoo geen termen aanwezig
I zijn om het verzoek in te willigen, stellen Burg, en
Weth. voor, afwijzend op het adres te beschikken.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt alzoo
besloten.
8 Adres van het bestuur van den Bond van Af cl. der
Geref. Vereeniging van Drankbestrijding in Friesland, in
zake instellen eener Commissie als bedoeld bij art. 49 der
Drankwet.
Burg, en Weth. stellen voor, daar bedoelde commis
sie h.i. voor deze gemeente niet noodig wordt geacht,
afwijzend op het verzoek te beschikken.
De Voorzitter zegt dat dit verzoek in de vorige verga
dering werd aangehouden en thans weer ter visie is
gelegd met de Drankwet er bij. Bedoelde commissie kan
misschien nuttig zijn voor groote plaatsen, voor een
betrekkelijk kleine plaats als hier wordt het nut er
niet van ingezien door het Dagel. Bestuur.
De heer Blok kan zich met het prae-advies van het
Dagel. Bestuur niet vereenigen en betoogt dat die com
missie eerst werkzaam moet zijn om te zien of ze
nuttig werkt. Alle richtingen alhier zijn werkzaam
om de verkeerdheden van drankgebruik en -misbruik
tegen te gaan en bestrijden met succes de ellende, die
er uit gebruik en misbruik van drank voortvloeit. Veel
is op dat gebied gedaan maar er kan nog meer ge
beuren. Hier zou een commissie, waarin alle richtingen
zijn vertegenwoordigd, z.i. nuttig werkzaam kunnen
zijn en den Raad kunnen dienen van advies inzake te
nemen maatregelen ter bestrijding der drankellende.
Spr. is er voor een verzoek te dezer zake te richten
tot H. M. de Koningin; mocht er op worden ingegaan
dan zal een instructie voor de commissie noodig zijn;
de kosten zijn z.i. niet onoverkomelijk en als vergader
plaats zou wel een lokaal in het gemeentehuis kunnen
worden aangewezen.
De heer Zelvelder is in ’t algemeen niet voor com-
missieën; de heer Blok heeft gezegd dat hij voor be
doelde commissie is in de hoop dat deze goed zal
werken; ’t wil spr. voorkomen dat men overtuigd
moet zijn dat een dergelijke commissie hier noodig
is; ’t noodzakelijke er van is door den vorigen spreker
1 niet aangetoond. De commissie zal werkzaam zijn om
ge- en misbruik van drank tegen te gaan, is er gezegd;
’t wil spr. voorkomen dat bestrijding van drankgebruik
I niet is het standpunt der wet, wel om het misbruik
tegen te gaan. Door een commissie uit verschillende
richtingen samen te stellen, zullen, naar spr.’s meening,
de zaken langer loopen, waarom hij in dezen huiverig
van een commissie is.
De heer Blok vindt dat hetgeen hij heeft beweerd,
allerminst door den heer Zelvelder is bestreden; spr.
heeft er op gewezen dat de verkeerdheden van drank
gebruik en -misbruik door verschillende richtingen
Men kan niet zeggen, dat A’dam reeds in
den komkommertijd leeft. Wel is de winter
voorbij, zult ge zeggen. Al denkt ge daarbij
ook: Mag ik dit zoo wel zeggen, zonder geat
taqueerd te worden? Want winter hebben we
dezen winter niet gehad en juist in de laatste
tijden, na den officiëelen winter, is het daaren
tegen behoorlijk koud geweest. Onze kunst
ijsbanen hebben niet veel beweging gezien en
als ’t zoo doorgaat, nog een paar winters, zul
len er heel wat leden een bedankje inzenden.
Gebeurt ’t in kleine plaatsen nog, dat de ijs-
vereenigingen op andere wijze trachten de
leden aan zich gebonden te houden, hier be
merkt men daar niet veel van. Als er winter
is, kost het vooral aan ijsclubs als die op het
Museumterrein, veel geld; maar er wordt ook
geld ingebeurd en er komen veel nieuwe
leden bij; het blijft een behoefte, lid van de
ijsclub te zijn, al kost het nog al hooge con
tributie; want buiten de ijsclubs valt er in de
stad niet veel te rijden; de vijvers van het
Vondelpark zijn voor de groote behoefte te
klein en buitenaf is er zoo weinig gelegenheid
en daar is de Amsterdammer ook niet
thuis. Als er echter jaren achtereen geen
winter is, bedanken er te veel leden en dan
komt er zelfs geen geld genoeg in kas om de
steeds doorgaande uitgaven te bestrijden. Als
’t dus nog eenige jaren zoo doorgaat, hindert
het niet meer, dat de ruimte achter het Rijks-
museum voor bouwterrein, bijv, paleisbouw,
bestemd wordt. Eens moet dat toch gebeuren;
want als het Zuider-uitbreidingsplan-Berlage
doorgaat, dan komt er veel Zuidelijker toch
weer een groot sportterrein. Doch op deze
wijze blijven we door keuvelen over een win
ter, die al voorbij is en er eigenlijk niet eens
geweest is, dus vergeten heeft, voorbij te
kunnen gaan.
Maar we zijn nog volstrekt niet in den
komkommertijd. Er is nog volop van alles
te doen geweest in den laatsten tijd. Zelfs
Eduard Verkade, die in de provincie »laatste«
voorstellingen gaf, speelde hier nog, al is zijn
gezelschap ook ten doode opgeschreven. Maar
Carré is weg, zult ge zeggen. Ge hebt gelijk.
De eigenlijke Carré, die ons dezen winter lan
gen tijd vermaakt heeft met zijn dressuur van
paarden en vooral met zijn reusachtige ballet
ten, hij is vertrokken. Maar de groote massa
gaat nu naar Frits van Haarlem en noemt dat
even goed: Naar Carré gaan. Het was er
dadelijk reeds een volle zaal; en dan komt het
op geen honderd menschen aan. Natuurlijk
was er van alles het beste, wat er hier in
Holland te krijgen is. (We zeggen dit met opzet
zoo; want we hebben hier nog geen kans op
we over, elke mop, elk complet meer of minder
jouissant te vinden. Voor de heeren vaklui,
als daar zijn dichters, musici, costumiers, acro
baten, enz. en dan in de eerste plaats de man
nen der regie, om ’t zoo maar kortweg uit te
drukken (regie, aankleeding, ensceneering) komt
elk onderdeeltje er op aan; zij moeten zorgen,
dat het geheel pakt, dus ensemble-succes, maar
ook, dat er voor elk wat wils is; en er
zijn onder de toehoorders zooveel genres; de
vraag is dan, hoever men gaan moet in de
richting der gewaagde moppen; daarbij weet
men, dat de groote massa ze, zij ’t ook als
verboden vrucht, gaarne wil zien. En dan
moet er liefst éen stukje zoodanig inslaan, dat
’t van ’t tooneel naar ’t draaiorgel, naar den
volkszanger in de Jordaan en verder per draai
orgel het heele land in gaat. Zie je, het volk
moet die mop zingen als een zooveel weken
durend modewijsje.
Ge begrijpt, voor de mannen, die zoo’n
revue in elkaar zetten, is noodig: routine, be
kendheid met het volk, bekendheid met de
politiek van den dag, enz.
Isalberti! Ook hij, de voor ons zoo bekende
Italiaansche zanger, is weer hier geweest om
van tout-Amsterdam z’n triomfen te genieten,
alvorens dezen zomer naar de groote mode-
badplaats Ostende te gaan. Isalberti is hier
ingeburgerd, kwam hier ’t eerst, voor enkele
jaren, onder leiding van impressario De Hondt.
De Italiaansche opera speelde, ik meen vier
jaren geleden, voor de laatste maal; naast
Isalberti had De Hondt ook een zangeres als
ster weten te engageeren, maar de Ital.
opera was ten doode gedoemd. Alleen Isal
berti kon men niet vergeten. En. zoo trad
hij ook dezer dagen weer in een zijner groote
creaties op den voorgrond.
De lezer zal misschien opmerken, dat ik nooit
veel détails geef over voorstellingen. Laat ik
daarop antwoorden: Vooreerst is éen brief per
week daartoe onvoldoende; 2o. niet alles kan
men voor alle ooren zeggen; 3o. de smaken
der lezers zijn zoo verschillend; 4o. enzoovoort.
Ieder, ook bijna ieder uit de provincie, weet
bijv, dat je bij Carré en Flora moet zijn om
verscheidenheid; dat Prot steeds piquante
attracties geeft voor zeer velen; dat de Nederl.
Tooneelvereeniging steeds uitstekend werk
geeft in den Holl. Schouwburg; dat Stoel en
Spree steevast hun publiek trekken met hoofd
zakelijk volksstukken, dat Royaards up to date
is en, naast vertaalde (veel Engelsche) stukken,
ook het oud-Nederlandsch aandurft, terwijl
juist door dit laatste een eigenaardig deel van
zijn succes en ook van den financiëelen steun
begonnen is; dat Van Lier geen gezelschap
meer heeft en de laatste winters met Hans
Edmund’s Duitsch operette-gezelschap werkt;
dat het Rembrandt-theater is en blijft de
attractie voor allen, die van vlugge, losse, en
toch goede operette-kost houden, dat dit too
neel zoo spoedig mogelijk in ’t Hollandsch
dezelfde stukken geeft, die Hans Edmund in
het origineele Duitsch geeft.
Doch genoeg hierover; ik ben geen dage-
lijksch recenseur van alles wat hier op de
planken gebeurt en ’t spijt me, dat ik nu geen
ruimte overhoud om te schrijven over de ge
beurtenis van de laatste tijden, over de eervolle
nederlaag der Hollanders tegen ’t beste elftal,
dat de Engelschen konden samenstellen. Een
nederlaag 01. We gelooven niet, dat een
beteekenend deel der Nederlandsche voetbal
wereld aan een Nederl. overwinning geloofde,
maar toch -- men hoopte. En men hoopte
met reden. De Duitschers werden de beide
laatste malen door ons verslagen, de Belgen
zijn reeds zoo geslagen, dat zij zich eigenlijk
wel de minderen van de Hollanders mogen
rekenen, Enfin: 01. Niet met schande ver
loren en een reuzendagl
NEEKER COURANT.
Li
I