o
«IEIWS- Ei AltmTWIBUD
DIOR m Ei MSlWi.
enz.
Qrgelkla.iiken.
Over staken,
No. 44.
Zaterdag; 3 Juni 191L
66e Jaargang.
Feuilleton.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Van den Hak op den Tak.
I
ji:
eens
en
I
■I
i, waar
ichten
en Tramwegpersoneel, waarin
de heer Sneevliet, president
Het
kwam; reeds vijf dagen lang was haar moeder
r
en ondanks Ninette’s navragen
haar moeder gebeurd kon zijn.
Den eersten dag had een laatste overblijfsel van
kinderlijke bezorgdheid heel eventjes een gevoel van
- 1
zij van de buren vernam in welken toestand men haar
moeder in het
vermoeden in
eens als echte boulevardière met mooie zijden japon
daar te kunnen schitteren, temidden van het gemak
zuchtig, weelderig «Paris, qui s’amuse«, maar onwille
keurig viel haar oog op haar sjofele plunje en met een
zucht, deels van bittere ontevredenheid, deels van zwij
gende berusting, ging zij verder.
La Presse 1 La Presse 1 Triple suicide klonk het
weer met diezelfde lichte stemtrilling, en temidden
van de botsende, voortstuwende menschenmassa’s, die
zich verdrongen om in de cafés een plaatsje te vero
veren, loste zich haar kreet op in het kozig en druk
agiteerend gebabbel van pittige Parisiennes en onuit
staanbare lions met evenveel onbehaaglijke galanterie
als ziekelijke verwijfdheid.
Ninette had haar taak voor dien avond vervuld en
mocht tevreden zijn. Al voortslenterende sloeg zij den
Boulevard de Sebastopol in, liep dien ten einde, om
daarna in een zijstraatje van de Rue de Rivoli te ver
dwijnen in een van die vervallen, oude krotten, bij
wier bewoners helaas maar te vaak de grens tusschen
het mensch- en dier-zijn bijna niet meer waarneem
baar is.
Daar woonde zij alleen, geheel alleen, sedert eenige
dagen.
Haar vader, een braaf man, ijverig en werkzaam, met
dat aangeboren gevoel van plichtsbesef, dubbel te
waardeeren bij dergelijke misdeelden van het lot, was
reeds eenige jaren geleden gestorven, Ninette en haar
moeder zoo goed als onverzorgd achterlatende.
Het droevig spookbeeld van ellende en hongerdood
had hare moeder van dien dag af met martelende hersen
beelden gekweld en haar vaak het huis uitgedreven,
wèg uit die beangstigende omgeving, de straat op,
tenminste het zien leven om, haar heen haar gedai
andere beelden gaf.
En toen, toen de laatste overgespaarde centimes van
Ninette’s vader waren ingeteerd, toen was de vertwij
feling over deze weinig energieke, willooze vrouw ge
komen, de vreeselijke vertwijfeling van toch te moeten
leven in dat Parijs, met zijn twee millioen menschen,
die allen, evenals zij, hunne behoeften hadden en uit
noodzakelijk egoïsme om in de eerste plaats voor zich
zelf te moeten zorgen, zich om haar niet bekommerden.
En zoo had Ninette’s moeder door het wreedeegoïsme-
leven, dat zij om zich heen zag, haar beter-ik ingeboet
in die ontzettende levensworsteling eener wereldstad,
die gebiedend het helpt uzelf voorschrijft, ook daar
waar lichaam en geest er te zwak toe zijn, en zij had
een afkeer gekregen van haar bestaan en van de men
schen en troost gezocht in den drank, dien demonischen
vertrooster der willoozen, der strijdensmoeden en al
wist Ninette een enkele maal haar moeder met zwakke
pogingen een beter leven voor oogen te houden, er ging
van het zelf zoo levensmatte kind geen schragende
troost uit om de arme vrouw tot juist inzicht te brengen
van het verhevene, dat er in is gelegen, dien strijd
tegen kommer en leed ten einde toe te strijden.
Zoo was dan de phase van demoralisatie ingetreden
en was Ninette’s moeder langzamerhand een van die
verdierlijkste soülardes geworden en jouwden en
schreeuwden de jongens haar op straat na, wanneer zij
waggelend en strompelend haar ontzenuwd lichaam
voortsleepte. Het kon dan ook niet anders, of Ninette’s
ontvankelijkheid voor indrukken van hooger orde, voor
liefde en sympathie, maakte plaats voor een gevoelloos
heid, een onverschilligheid in menschen en dingen, die
niet anders dan doodend kon werken op haar jeugdig
gemoed. In haar moeder zag zij al dra niet meer dan
eene hartelooze vrouw met bestiale levensbeschouwing
en wier eenige sprekende neiging een kwade was. 1
haar couranten te koop, bij elk tafeltje van de reeks
Of het de meewarige toon was, waarop zij haar La
presse uitgalmde, die haar zulk een groot debiet
oezorgde dan wel of haar succes van dien avond te
hl a Was aan dien triPle suicide, waaromtrent het
man de op sensatie beluste Parijzenaars beloofde de
is zeker, dat Ninette bijzonder tevreden mocht
Met een stralend gelaat bleef zij even onder het licht
n een theaterzuil stilstaan,keerde haarzak binnenste
ten en telde met gretjgen blik de handvol sous na,
jen tocht langs de trottoirs der
opgehaald.
zij even met begeenge blikken stilstaan
naawinth -a j -- - - „-lachte aan de be-
ook°l^KneiC1 vaa daar °°k eens te kunnen zitten en daar
onkQaöe-ns ,wat te gebruiken, haar vervulde met een
onbedwingbare begeerte, al
de verantwoording draagt, niet alleen moet
zorgen voor de belangen harer werklieden en
ambtenaren, maar die belangen moet doen over
eenstemmen met de belangen van allen.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/. cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
worden. De staking kwam en leed- totaal
fiasco. De minister-president draKuyper wist
een wet te doen aannemen om 't spoorweg
verkeer te beveiligen en wist in de volgende
troonrede, door de Koningin uitgesproken, de
staking der spoorwegmannen te doen betitelen
als «misdadige woeling*.
Die Nederlandsche groote spoorwegstaking
heeft groote gevolgen gehad, ook buiten onze
grenzen, in landen, waar men anders niet zoo
zeer op Nederlandsche handelingen let.
Zoodat men ’t er nu schijnbaar over
is, ten minste in regeeringskringen, dat er ver
schil moet gemaakt worden tusschen staken
staken.
We zeggen: in regeeringskringen. Daarmee
hebben we alle partijrichtingen aangeduid.
Want men heeft conservatieve en liberale, cle-
ricale en socialistische regeeringen, ministers.
En al die regeeringen zijn vlakweg tegen
stakingen, die ’t land of de geheele maat
schappij in gevaar brengen. In 1903 heeft
men gezegd: Wat er ook gebeure, hoe ver ook
’t recht van staking moge gaan, de geheele
maatschappij heeft ook rechten en die zijn van
grooter belang, omdat de geheele maatschappij
grooter is dan een enkele stakingspartij.
Men heeft ’t gezien in Frankrijk, waar de
regeering reeds jaren ministers van onverdacht
roode kleur onder haar leden telt. De socia
listen mogen er vrij vergaderen in hun gebou
wen en allerlei dingen doorvoeren, maar van
zeelieden- en spoorwegstaking wil de regeering
niets weten. Minister-president Briand was
een socialist, maar niemand heeft in de laatste
jaren krasser dan hij de spoorwegstakers ge
keerd. Als ’t zelfde gedaan was door een.
gematigd ministerie, dan hadden de socialisten
en nog anderen moord en brand geschreeuwd
en Briand was misschien de hardste schreeuwer
geweest. Hetgeen bewijst, zult ge' zeggen,
dat een jacobin ministre nog geen ministre
jacobin is, of liever, ’tgeen bewijst, dat iemand,
zoolang hij partijman is, de ideeën zijner partij
moet hooghouden, maar zoodra hij aan de
regeeringstafel zit, over de geheele maatschappij,
dus over alle partijen ’t oog moet laten gaan.
We willen gelooven, dat op ’t stakingsgebied
nog lang niet 't laatste woord gesproken is. In
de laatste tijden wordt de staat-zelf steeds meer
de groote werkgever, die met de gemeente
besturen steeds meer bedrijven tot zich trekt.
Daardoor is zij zelf steeds meer degene, die
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek 10,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
La PresseLa Presse klonk het langs den Boule
vard des Italiens, en met een min of meer smeekende
trilling in haar klagende stem bood de arme Ninette
haar couranten te koop, bij elk tafeltje van de reeks
«An 8 ?aar ^4d de h°°gte houdende, tegelijk met
ipschriftTriple suicide, Rue St.-Hó-
het blad, dat dezen avond eenige ko-
- -J wij-
te staken reeds als half-misdadig beschouwd,
werden de stakers als revolutionairen aangezien,
was er geen sprake van zooveel, dat de stakers
nu doen om de niet-stakers naar hun zin te
doen handelen, thans wordt de niet-staker
door z’n makkers en nog vele anderen als de
slechte man beschouwd, wordt hij een slaper
gescholden, loopt hij niet veilig naar en van
z’n werk, heeft hij kans op hardhandige bewij
zen van zijn ongelijk, staat hij aan spot en
minachting bloot.
Op t gebied staking is *t laatste woord nog
niet gesproken, is de maatschappij nog niet
tot definitieve resolute zienswijze gekomen.
Eigenaardig is ook, dat men onderscheid tus
schen stakers en stakers maakt. Velen rede-
neeren liefst heel verlicht en meenen verlicht
te zijn, erg vooruitstrevend, als ze geregeld op
de hand der stakers zijn en geregeld de
eischen om loonsverhooging billijk en onaf
wijsbaar vinden. Vooral als ze er zelf niet
beduidende nadeelen van ondervinden. Begint
de staking hun zelf te treffen, ondervinden ze
de gevolgen in eigen portemonnaie, dan be
gint de voorliefde wel wat te verminderen.
Merkwaardiger gaat ’t nog, als zulke sta
kersvrienden aan de regeering komen. Dan
ondervinden ze, dat men er-met theorieën alleen
niet komt, dat de maatschappij niet voor één
partij bestaat, maar tal van stroomingen ver
toont, die elk in eigen richting sturen en waar
tusschen de staatsstuurman het schip van staat
voor ongelukken moet behoeden.
In ons land is ’t nog niet zoo geweldig toe
gegaan op allerlei gebied; bloedige omwente
ling, stakingen met veel molest behooren niet
zoo flink op Nederlandschen bodem thuis als
wel in enkele andere landen. We heeten nu
eenmaal koude Nederlanders en willen ons
koel verstand behouden. En nu trof ’t juist,
dat de eerste zeer groote staking onder een
rechtsch ministerie zou uitbreken. Het was
in 1903. Aan den spoorweg zou in ’t groot
gestaakt worden. De staking ging eerst over,
maar toen ze een kwartaal later toch zou uit
breken, had *t ministerie, dat goed ingelicht
scheen te zijn, reeds z’n maatregelen genomen.
Lichtingen militie waren reeds onder de wa
penen geroepen, men had degenen, die minder
stakingsgezind waren, gerustgesteld, wist hoe
groot hun aantal was, stond gereed om de
veiligheid van gebouwen en lijnen te verze
keren, zoodra de staking een feit zou zijn ge-
Dat het niet alleen de dames zijn, die uit ijdelheid
vaak jonger willen heeten, dan zij zijn, vertelt ons het
volgende geval. De vorige week zou voor den burger
lijken stand te Vriezenveen een paartje in ondertrouw
worden opgenomen; hij was volgens zijn opgave 37
jaar, en zij ook zoo ongeveer. Maar uit de geboorte
akte bleek, zooals de ambtenaar mededeelde, dat hii
geboren was in 1863
Een eenvoudig rekensommetje bracht toen de maagd
tot de ontdekking,dat haar aanstaande bruidegom 10 jaar
ouder was dan hij gezegd had. Dit deed haar zoo smarte
lijk aan, dat zij verklaarde niet in ondertrouw te willen
worden opgenomen; zij moest zich eerst nog eens be
denken, zei ze, en ongelijk had ze niet. Misschien
heeft dat verschil van 10 jaartjes haar minder gehin
derd dan het feit, dat zij was bedrogen, en ’t is zeker
niet kwaad, dat zij eerst nog eens onderzoekt, wat die
47-jarige minnaar voor iemand is.
In een dorp in den omtrek van Zutphen zoo ver
haalt de «Z. C.«was onlangs een weduwnaar getrouwd
die ook aanmerkelijk ouder was dan de bruid; hij was 68,
zij circa 40 jaar, maar hier had ieder zijn leeftijd eerlijk
opgebiecht, ten minste het tegendeel meldt het blad
niet. Verleden week werd de bruiloft gevierd en
lustig werd er gedanst. Niet echter door den bruigom,
die al wat stram in zijn beenen is geworden, maar
daarom gunde hij zijn bruidje, die nog vlug ter been
is, wel een dansje, en zij maakte dan ook een walsje
met een der jongere bruiloftsgasten. Daar was geen
geluk bij: het dansende paar kwam te vallen. De
bruigom vond dat heel ongepast en hij zei dat tegen
zijn vrouw. Groote verontwaardiging onder de gasten,
welke zich zoozeer uitte, dat de bruidegom het hazen
pad koos. Nu was het genoeg geweest, zou men
zeggen, maar de jeugdige danser, die zoo ongelukkig
met het bruidje kwam te vallen, had er blijkbaar het
zijne nog niet van: hij ging den vluchtenden bruidegom
achterop en gaf hem zoo’n duchtig pak slaag, dat de
man den volgenden dag onherkenbaar was. Geen
prettige traktatie op den bruiloftsdag!
Verstandiger ware het geweest, als de bruiloftsgas
ten dat vuurtje dadelijk hadden gesmoord:
«Niet alle vuur moet branden
Of glimmen blijven, dat staat vast;
’t Zijn dikwijls wijze handen,
Waarmee men naar den doofpot tast.
Wees haastig om te smoren,
Waar ’t minste twistvuur wordt gestrooid,
Geen vonkje blijve er gloren
Maar ’t vuur der liefde, doof dat nooit!«
Dichter Beets sprak hier een goed, welmeenend
woord. Wanneer allen die gezindheid toonden en als
vredestichter optraden, waar hun dat mogelijk was,
zou veel wee en onheil daardoor voorkomen worden.
Verleden Zondag is in de groote zaal van
«Plancius* te Amsterdam een goed bezochte
vergadering gehouden door de Ned. Vereeni-
ging van Spoor-
mr. Troelstra en
der genoemde vereeniging, het woord "voerden.
Naar men zich zal herinneren, werd voor
een paar weken in de Tweede Kamer door
mr. Troelstra geïnterpelleerd omtrent een geval
van ontslag bij den spoordienst. De heer
Troelstra hield daarbij een zeer lange rede,
uren lang. Zoo’n rede is gedeeltelijk voor de
Kamer, maar hoofdzakelijk voor de couranten
der eigen partij bestemd. Ook voor de Ka
mer, natuurlijk! Want alleen door ’t frappez,
frappez toujours! hebben de soc.-democraten
bereikt, wat ze nu verkregen hebben. Altijd
getuigen van eigen beginselen, nooit zich on
betuigd laten. En wanneer zoo iets gebeurt
door een spreker van de capaciteit van Pieter
Jelles, dan wordt er mooi, vol vuur en over
tuiging gesproken. De minister van Water
staat, een der beide Maastrichtsche ministers-
broeders, is echter ook een capaciteit, (z’n
broeder, de minister van justitie, mag er ook
zijn!) en dus kreeg mr. Troelstra een tegenre-
de te hooren, die niet minder was. Twee
groote redenaars tegenover elkaar, die beide
er durven zijn, en voor principes strijden.
Verder wordt ’t Kamerverslag in tal van
bladen gelezen, zoodat een spreker in de Kamer,
bij de openbare zittingen, spreekt voor ’t ge
heele land.
Maar nog meer spreken de soc.-democraten
met ’t oog op hun partijgenooten en hun par
tijblad. De waarheid hiervan behoeft zeker
niet aangetoond te worden, waar de praktijk
ze reeds jaren lang bewees.
Troelstra is er natuurlijk niet de man naar,
om zich door een Kamerafstraffing te laten
afschrikken. En zoo werd de groote vergade
ring te Amsterdam gehouden. De minister
had zich verklaard tegen de Vereeniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel, Troelstra moest
daar in een openbare vergadering tegen opkomen
om den moed er in te houden.
Wat staken betreft, zeer veel zijn de ideeën
over rechten en plichten in de laatste kwart
eeuw veranderd.
Werd vroeger zelfs het recht van zoo maar
was dan ook begrijpelijk dat Ninette ten slotte een
dergelijk beslaan, dat haar moeder gemaakt had tot
een willoos werktuig der ondeugd, leerde haten; soms,
heel enkel, wanneer zij op het asphalt der boulevards
haar couranten rondventte, gevoelde zij flauwe natrillin
gen van kinderlijke levensrust, van begeerte ook mede
aan te zitten aan die wereldtafel waaraan Fortuna het
trood breekt, maar waaraan het Fatum de kelken vaak
vult met den bittersten levensalsem.
Het was nu reeds vijf dagen, dat Ninette na haar
gewonen bedelgang langs de boulevards, alleen thuis
kwam; reeds vijf dagen lang was haar moeder wegge
bleven, wellicht rondzwervende door dat groote Parijs,
en ondanks Ninette’s navragen aan de politiebureaux,
was zij niets wijzer geworden omtrent hetgeen er met
Den eersten dag had
ongerustheid verwekt; den tweeden dag echter, toen
quartier had gezien, kwam een vaag
haar op, dat haar in het eerst met
instinctmatigen schrik en angst vervulde, maar dat haar
als de wreede noodzakelijkheid, die zij reeds zoo vaak
had leeren kennen, verzoende met de gedachte, dat aan
dat reddeloos verwoeste leven een einde zou zijn ge
komen.
Er is niets ontzettende) dan wanneer kommer, ellende
en het egoïsme in ons het edelste, het hoogste in ons
wezen: de natuurlijke kinderliefde, heeft vernietigd.
Reeds drie ochtenden achtereen had zij zonder eenig
gevoel van afkeer den droeven gang naar de Morgue
ondernomen, om te zien of ze daar ook onder de
slachtoffers der Parijsche ellende en der vertwijfeling
haar moeder zou terug vinden en driemaal was zij
succes
aan dien triple suicide,
sensatie beluste Parijzc„„„.„
meest afgrijzelijke bijzonderheden te zullen mededeelen,
ZOOVLA! ifl J 4. "Mi i i a i
Snover hare ontvangsten.
Met een stralend gelaat bleef zij even onder het licht
een theaterzuil stilstaan, keerde haar zak binnenste
-7 en telde met gretigen blik de handvol sous na,
16 zij op haren langen
boulevards had opgeh:
voor8MIeTf eveu met bögeer>g'
haaglijkheWlr *r°y’terwijl de ?eda-:-:-
i?.e;ÜS ,wa^ ?e gebruiken, haar vervulde met
l was het slechts éön avond
i
igen
i
- ''Qwv OVJC-VJ1X.I XX 11 iroi.
een vlug en handig gebaar wijzende- op het veelzeg
gende bloedige opschriftTriple suicide, Rue St.-Ho-
eore, boven aan het blad, dat dCM3U «vond eenig
lommen aan dit gruwelijk fait divers scheen te
cien.
-.V
NEEKER COURANT.
JO Udb A’IIUÜI